Het lichaam van Christus is een expert in het verbreken van de omgang met mensen over dingen die men doorgewerkt zou moeten hebben, en heeft jammerlijk gefaald in het verbreken van de omgang voor redenen die de Schrift in feite adresseert.
Weten wanneer en om welke reden omgang met iemand te verbreken, is het onderwerp van vandaag. Iemand in de Heer liefhebben is een kunst, wat wil zeggen dat er geen 2 situaties precies gelijk zijn, maar er zijn belangrijke zonden die het NT noemt als redenen om de omgang te verbreken. Paulus zet ze bij elkaar in een lijst, in 1 Korintiërs 5:11
De lijst
“Nu evenwel schrijf ik u, dat gij niet moet omgaan met iemand, die, al heet hij een broeder, een hoereerder, geldgierige, afgodendienaar, lasteraar, dronkaard of oplichter (oneerlijk in zaken) is; met zo iemand moet gij zelfs niet samen eten.” (vers 12-13: Staat het soms aan mij hen te oordelen die buiten zijn? Oordeelt ook gij niet alleen hen, die in uw kring zijn (het lichaam)? Hen, die buiten zijn, zal God oordelen. Doet, wie niet deugd, uit uw midden weg.”)
We moeten geen motieven beoordelen, maar wel de vrucht van iemands leven. Ik heb voorheen de zonde van hoererij geïdentificeerd als seks buiten het huwelijk. De context van Paulus’ schrijven was een man in de (huis) kerk die een voortdurende relatie met zijn stiefmoeder had. Alle gelovigen wisten ervan, maar niemand confronteerde hem ermee, en Paulus zei dat dit verkeerd was, want een levensstijl van hoererij, waar men geen berouw van heeft, is een reden tot afscheiden.
‘Geldgierig’ – dit woord betekent letterlijk ‘gretig meer willen hebben.’ Denk aan de ‘voorspoed’ leer en hoe hebzucht in veel kerken en in veel harten van mensen binnengeslopen is, vermomd als de zegen van God. Mensen proberen onheilige geesten van hebzucht/lust te vermengen met de Heilige Geest, en het resultaat is een onjuiste leer, dat appelleert aan het vlees en de emoties, in plaats van mensen op te wekken tot diepere groei als persoon in Christus en het ontwikkelen van een karakter dat op Christus lijkt.
‘Een afgodendienaar’ Afgodendienst in Paulus’ tijd hield onder meer in dat men seks had met tempel prostituees. Maar in het algemeen gesproken is een afgod iets waar iemand zich aan toewijdt, en dat tussen hem en God in komt te staan. Paulus noemt afgodendienaar direct na hebzucht, met een goede reden. Een afgodendienaar is iemand die iets of iemand verhoogd heeft als zijnde belangrijker dan God. Niet de incidentele verliefdheid of verdwaasdheid die men kan hebben voor een nieuwe auto of nieuwe schoenen of nieuwe vriend, maar iemand die een levensstijl heeft en het object van hun devotie het belangrijkst in hun leven vindt.
Ik had een vriend die heel trots was op zijn auto. Op een dag, terwijl hij aan het rijden was, vertelde de Heer hem dat hij afgoderij pleegde. Hij argumenteerde terug dat hij geen heilige dingen of beeldjes had, en ook niet tot heiligen bad. De Heer antwoordde eenvoudig: “Je hebt deze auto tussen Mij en jou in gezet.” Hij bekeerde zich van trots in zijn auto en onderwierp zich aan Hem in zijn hart.
‘een lasteraar’, Uitschelden, beledigen, misbruiken, is de letterlijke vertaling van het Grieks. Paulus definieert het woord hier niet, alhoewel ‘iemand die lastert’ vaak gebruikt wordt hier. Dit kan verbaal en mentale/emotionele misbruik zijn, met de implicatie dat het ook lichamelijk misbruik kan inhouden.
Ik moest een man die zijn vrouw sloeg, zeggen dat hij niet welkom was in de kerk. Ze hadden 5 kinderen en hij sloeg zijn vrouw zo erg, dat het bijna een maand duurde voor de blauwe plekken waren genezen. Ik, noch haar vrienden, konden haar zover krijgen dat ze hem verliet, en hij wilde zich hier niet van bekeren. Ze wilde niet begrijpen dat wanneer hij haar sloeg, hij het huwelijks verbond gebroken had, zo zeker als dat hij met een andere vrouw geslapen had.
We probeerden haar naar een safe house te krijgen, om voor een tijdje bij hem weg te zijn, in de hoop dat hij tot bezinning zou komen en misschien counseling zou zoeken voor zijn boosheid en zijn misbruik, maar beiden wilden dat niet. Verdrietig, maar het was juist de omgang met hem te verbreken, terwijl zijn familie verwelkomd werd, die slachtoffers waren van het geweld.
‘Dronkaard’ dit is: ‘dronken zijn van wijn, onder invloed’.
Vandaag zouden we het ‘middelenmisbruik’ kunnen noemen, iemand die een levensstijl heeft of regelmatig dronken is, aan de drugs, etc. We moeten in liefde wandelen ten opzichte van hen die zo’n verslaving en levensstijl willen overwinnen. De sleutel hierin lijkt te zijn of mensen al of niet vooruitgang in Christus boeken richting het overwinnen van de zonden. Voor hen die zich christenen noemen, maar geen moeite doen zichzelf te oordelen, van hen moeten we ons afkeren, omdat zij weigeren het probleem zelf aan te pakken.
‘Oplichter’. Dit woord ‘harpax’ in het Grieks, betekent ‘grijpen, in beslag nemen, met geweld wegvoeren’. In vroegere tijden beschrijft het wat we nu een ‘enterhaak’ zouden noemen, een haak die vaak door vissers gebruikt werd. Het is het gooien van een haak, om iemand ‘aan de haak’ te slaan en hem binnen te halen. Dus is het een oplichter, oneerlijk in zaken, een leugenaar en bedrieger. Als je leest over ‘roofgierige’ wolven (wolven in schaapskleding) dan is het dit woord. Iemand dus die anderen ten prooi neemt in de kerk, in zaken, of in het leven – ga niet met ze om.
Nogmaals, al deze zonden worden gepraktiseerd door mensen die zichzelf christenen noemen, maar een leven of een levensstijl hebben of onderhouden dat precies het tegenovergestelde is van we God en goddelijk noemen. Dit zijn mensen die hun hart in een bepaald gebied verhard hebben ten opzichte van God. Ze kunnen zeggen dat ze van God houden, en dat kan in sommige terreinen waar zijn, maar ze beschermen die bepaalde zonde, en weigeren zichzelf te oorden. Paulus zegt de omgang met hen te verbreken.
Zwak christen dom zou zeggen dat, omwille van dat deel van hun hart dat wel van God houdt, we de omgang met hen moeten voortzetten, maar er komt een moment dat je het hen mogelijk maakt in die zonde te blijven. De man die met zijn stiefmoeder sliep, hield zonder twijfel van God, in misschien 70% van zijn leven en hart, maar gebaseerd op de 30% waarin hij weigerde zich te bekeren, moest men de omgang met hem verbreken. Paulus zei dat die zonde de hele gemeente zou beïnvloeden, dus omwille van anderen, moest men die omgang verbreken.
Je richten op de 70% waarin ze van God houden en niets doen met de 30% dat potentieel dodelijk is voor hun geestelijk en moreel leven, is hetzelfde als een fysiek mishandelde vrouw, die zichzelf niet wil beschermen, ook al is ze opgenomen geweest in het ziekenhuis vanwege de mishandeling, maar bij hem blijft, omdat hij goed voor haar zorgt als hij nuchter is. Er komt een punt dat je moet gaan inzien dat zo’n iemand die 70% die ze zeggen van God te houden, gebruiken als een manipulatiemiddel om te doen wat zij willen. Die 30% zonde ruïneert hun, en jouw leven.
Maar wat als…
Maar wat als je iemand kent, of getrouwd bent met iemand, of voor iemand werkt, die past in één of meer van deze omschrijvingen? Wat nu als je van ze houdt en met hen wil werken om één of meer van deze zonden te overwinnen? Wanneer komt het moment dat je geen betrokkenheid meer hebt in hun leven aangaande dat gebied?
Laten we dieper ingaan op wat er gebeurt nadat jij die extra mijl in liefde gegaan bent, nadat jij voor de tweede keer je wang toegekeerd hebt, nadat jij van jouw spullen gegeven hebt, maar nu op een punt gekomen bent dat je moet beschermen wat er nog is en verder moet met waar God jou voor geroepen heeft.
Balans, balans
“En zelfs indien hij zeven maal per dag tegen u zondigt en zeven maal tot u terugkomt en zegt: ik heb berouw, zult gij het hem vergeven.” Lucas 17:4
Merk op dat er onmiddellijk berouw is na de zonde, wat wil zeggen dat die persoon probeert zijn leven te beteren, en in zo’n geval moeten wij met vergeving komen.
Maar wat nu als je die extra mijl gegaan bent, en zij vertonen vals berouw (onderwerp van volgende week) en dringen erop aan te continueren in hun zonde, en jij niet langer daarin mee kunt gaan? In Exodus 14:22 vertelde de Heer Israël 10 keer (in de loop van 13 maanden) sinds ze uit Egypte vertrokken waren, dat ze tegen Hem gezondigd hadden, en Hij hen nu uiteindelijk zou geven wat zij wilden.
Een geschiedenis les: Na uit Egypte vertrokken te zijn, kwam men na 13 maanden bij de grens van het Beloofde Land aan. Bij de 10e afwijzing van Zijn Woord/Stem, in Numeri 14:22, gaf Hij hen wat ze zeiden dat ze wilden: sterven in de woestijn, een proces dat een zwerftocht van 40 jaar in hield. Maar de aanvankelijke reis naar de grens van het Beloofde Land duurde niet langer dan 13 maanden. (Kun je over lezen in Exodus 14, tot aan Numeri 14)
Israel had zijn hart verhard ten opzichte van de Heer – aan de buitenkant leken het liefhebbers van God te zijn, religieus. Ze hielden offers, door de priesters, hielden zich aan de spijswetten, en deden alles wat een goede Jood behoorde te doen – maar iedere kans die ze hadden in God te groeien, sloegen ze af. Dat is de reden dat na 10 keer, God hen liet hebben wat ze wilden.
In de laatste woorden van Stefanus, in Handelingen 7, vat hij dat tijdsbestek samen en zegt in vers 42: “En God keerde zich af”. (en gaf hen over te aanbidden wat zij wilden) en God keerde zich af. Het woord voor ‘keren’ hier, is ‘strepho’ en betekent ‘de rug naar mensen te keren’ en beschrijft wat God deed met Israel nadat ze 10 keer in 13 maanden tegen Hem gezondigd hadden, en daarvan geen berouw hadden.
Als je Numeri 14:40-45 leest, was het pas NA die 10e keer, NADAT God Zijn rug had gekeerd naar hen om hen te geven wat ze wilden, was het dat zij ‘berouw’ toonden. Toch bleef Zijn beslissing staan, Hij veranderde niet van gedachten. Dat is het moeilijke, als we van iemand houden en wij op een punt gekomen zijn niet verder te kunnen, en zij beginnen te smeken en te huilen om hen terug te nemen, of weer thuis te laten wonen, of hen ‘nog 1 keer’ te helpen, om dan standvastig te blijven.
Maar toen de Heer Zich eenmaal afgekeerd had, had Hij zich omgekeerd en liet hen de gevolgen van hun zonde ondergaan.
Hoe kunnen we het verschil weten tussen oprecht berouw en vals berouw, zodat wij een juiste beslissing kunnen maken? Dat komt de volgende week…
Tot dan…
Zegen,
John Fenn
www.cwowi.org.