Vorige week vertelde ik hoe Jacob de hele nacht met God geworsteld had, en toen zei dat hij het aangezicht van God gezien had, en leefde.
Die nacht van worsteling veranderde zijn natuur, niet vanwege het worstelen op zich, maar doordat hij Gods aangezicht zag toen hij worstelde. Het gevolg was dat de Heer zijn naam veranderde van Bedrieger, naar Prins met God – Israel.
Die spiegel
Genesis is het boek van het begin, en veel van wat daar plaats vind, legt een fundament voor Nieuw Testamentische waarheden neer. Dit proces van worstelen met God, gebeurt vandaag nog steeds in het proces van discipelschap.
Anders dan wat de populaire kerkcultuur leert, leert de Bijbel dat de meeste worstelingen die we hebben, met God is, zoals bij Jacob, en niet met de duivel. Wat ons verandert, is niet het worstelen met innerlijke pijn, noch met demonen die er zijn sinds onze overgrootvader, of met verslavingen en heksen in onze familie geschiedenis.
Mensen worstelen jaren met deze dingen en denken wanneer ze overwonnen zijn, zij de overwinning krijgen. Maar in werkelijkheid is ons worsteling meestal met Christus in ons, de hoop der heerlijkheid, die altijd probeert om ons in Hem te laten groeien, om Zijn leven toe te gaan passen in ons leven, om onze gedachten te vernieuwen zodat ons leven getransformeerd kan worden. Er vindt geen transformatie in ons plaats door het worstelen met demonen.
Al noemt Efeziërs 6 dat we worstelen met demonen, ieder andere brief in het NT is gericht op groeien in Christus. Romeinen 12:2 zegt dat we in ons leven een metamorfose ondergaan als we ons denken vernieuwen (daarover later meer), in 1 Korintiërs 3 zegt Paulus dat we haat en nijd moeten wegdoen, want anders lijkt het wel of we nog niet eens wedergeboren zijn. In plaats daarvan moeten we met kostbaar gesteente bouwen op het fundament van Christus in ons.
In 2 Korintiërs noemt hij dat we alle gedachten als krijgsgevangene moeten brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus. In Galaten 2-4 gaat het over wandelen in de vrucht van de geest, en niet in het vlees, en Christus die in ons gevormd wordt. In Efeziërs 1-3 gaat het over je positie in Christus en om kennis te krijgen van dingen die buiten je verstand zijn. In Filippenzen 1:6 en 3:14 zegt hij dat we Hem moeten toestaan dat goede werk dat Hij in ons begonnen is, voort te zetten, terwijl we vergeten wat achter ons ligt en ons uitstrekken naar de prijs der roeping Gods. In Colossenzen 1:27 gaat het om Christus in u, de hoop der heerlijkheid…..en ga zo maar door, afsluitend met de 7 brieven aan de 7 gemeentes in Openbaring die zeggen af te leggen wat je weerhoudt en te horen wat de Geest tot de gemeente zegt, en dat dan ook gewoon te doen!
Te lang hebben Christenen excuses gezocht en de duivel de schuld gegeven voor wie ze nu zijn, maar als ze zich willen gaan richten op Christus in hen en wat Hij wil doen, kunnen ze stoppen in de achteruitkijk spiegel te kijken en verder gaan met hun leven – en hun leven zal beginnen te veranderen. Je moet niet zeggen: ‘Als ik dit ene nu kan overwinnen, dan kan ik wandelen in wat God heeft’- nee, je begint waar je NU bent in Christus.
God of de duivel?
Wakkert dit worstelen met God demonen aan en oude herinneringen, gewoontes en denkwijzen? Absoluut!
Toen Paulus Jezus ontmoette op de weg naar Damascus, kwam zijn wereld op de kop te staan. Als je leest hoe hij over zichzelf dacht en hoe hij een afkeer van zichzelf had, is dat verbazingwekkend. (ik heb een serie, ‘Ik hou van U Heer, maar ik ben nu niet zo gek van mezelf’, dat spreekt over deze transformatie).
Op een bepaald moment, in 1 Korintiërs 15, zegt Paulus dat hij als een ‘ontijdig geborene’ is. ‘Ontijdig geborene’ is in het Grieks het woord ‘ektroma’ en betekent ‘abortus’, of ‘miskraam’. Hij worstelde met de gedachte dat het beter geweest zou zijn als hij niet geboren was, omdat hij de gemeente vervolgd had, en toch zei God dat hij een roeping en een bediening had.
In datzelfde gedeelte concludeert Paulus ‘Maar door de genade Gods ben ik wat ik ben.’ De worsteling die hij doorstond zover te komen, is de strijd die er is tussen Gods kijk op zijn verleden en toekomst en wat hijzelf dacht over zijn verleden en toekomst. Wakkerde dat demonische activiteit aan, ja, maar zijn groei kwam door de worsteling met wat God zei over hem en dat te accepteren, niet het worstelen met wat de duivel over hem zei.
Zolang we in dit leven zijn, zal satan de aanklager der broeders zijn, zoals Openbaring 12:10 zegt. Maar hij is als een klein kind dat aan de broekspijp van een volwassene trekt, die een conversatie met een andere volwassene heeft – dat kind probeert het gesprek te onderbreken. In plaats van je te richten op de afleiding, leer aan te nemen wat die ander (de Heer) zegt tegen ons en laat de aanklager als dat kleine kind zijn die aandacht vraagt – blijf gericht op de conversatie, want uiteindelijk geeft hij op en zal hij weggaan, of zal zijn stem minder opvallen tot het punt dat je hem bijna niet meer hoort, omdat je ZO in beslag genomen bent door wat God zegt en doet in jou.
Jacob worstelde niet met een demon, hij worstelde met God die zijn natuur wilde veranderen; daarom is de worsteling met God hetgeen iemands natuur verandert (en niet het vechten tegen demonen).
Kijk niet meer naar wat jij denkt dat de duivel doet, maar doe gewoon wat God vraagt – die stille, kleine stem is subtieler en is meestal de keus die moeilijk is voor het vlees en voor wat jij wilt.
Ik herinner mij het visioen waarin Jezus aan mij verscheen, in februari 2001, en waarin Hij zei: “Zie wat ik zie, mensen lopen heen en weer naar deze of die bijeenkomst, op zoek naar het spectaculaire, denkend dat DAT bovennatuurlijk is, terwijl zij het bovennatuurlijke werk in hun midden missen en in hun hart, want het proces van discipelschap IS bovennatuurlijk.”
Daarom gebruiken we www.supernaturalhousechurch.org voor onze website – alles wat we doen is gebaseerd op discipelschap, niet op het spectaculaire – het gaat allemaal over het bovennatuurlijke werk van discipelschap.
Het vlees wil een makkelijke manier om als Christus te worden. Het vlees wil weten wat dit of dat nieuw iets is, om daarmee ons christelijk leven te vullen met afleidingen, en zo misleiden we onszelf en denken dat we volwassen zijn omdat we zoveel leren. Maar de enige manier die de Schrift aangeeft is om het aangezicht van God te zien, worstelen met wat we zien, en in dat proces te veranderen – verander je denken, en wees dan een dader van het Woord.
Hoe zien we het aangezicht van God? Door reflectie, weerspiegeling.
In 2 Korintiërs 3:17-18 spreekt Paulus over de heerlijkheid van God en de weerspiegeling die we zien in een spiegel.
“En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is.”
Haal het uit elkaar
Het voorbeeld dat Paulus in dit hoofdstuk gebruikt, is dat van Mozes die de berg afkwam met de 10 geboden (het Woord) op stenen gegrift, waarbij zijn gezicht straalde van de heerlijkheid van God (de Geest), maar bedekt, omdat de verharde kinderen Israëls niet de aanblik van de heerlijkheid van God aankonden.
Er zijn twee elementen: het Woord, en de heerlijkheid (Geest).
Er is een fundamentele regel: Waar je naar kijkt, word je. Zelfs in ongelukken met auto’s, fietsen en bromfietsen – waar jij je op fixeert is waar je dat voertuig raakt. Waar je naar kijkt, word je. Als dit opgaat voor porno, geweld, vloeken en zondige media, komt dat omdat het een namaak van Gods oorspronkelijke bedoeling is: naar Hem kijken zorgt ervoor dat we als Hem worden.
Daarom zei Paulus in Filippenzen 4:8,9 te bedenken wat waar, waardig, rein, beminnelijk is, zodat je gevuld wordt met vrede. Waar je naar kijkt, word je. Wat je leest, word je. Let op de openingen van je ogen en oren, want zij openen mogelijkheden van wat we kunnen worden.
Dat was de waarde van Jacob die Gods aangezicht zag toen hij met Hem worstelde; hij werd als Hem omdat hij naar Hem keek.
Paulus zegt dat we niet zijn als die ongelovige Israëlieten, die een bedekking nodig hadden om hen te beschermen tegen het Woord en de heerlijkheid (Geest), maar wij ‘met een aangezicht waarop geen bedekking meer is, weerspiegelen de heerlijkheid des Heren. Als we het Levende Woord zien, die in ons woont, en Zijn heerlijkheid in ons, is het als het kijken in een spiegel.
In 1 Johannes 3:2 zegt het dat als Hij komt, wij Hem gelijk zullen wezen, want we zullen Hem zien gelijk Hij is (in volle heerlijkheid). Dat is waar we naartoe gaan, zelfs in dit leven
In Exodus 34:29 zien we de gebeurtenis waar Paulus het over had. “Toen Mozes van de berg Sinai afdaalde, de twee tafelen der getuigenis waren nu in de hand van Mozes, toen hij van de berg afdaalde – wist hij niet dat de huid van zijn gelaat straalde doordat hij met Hem gesproken had.”
Zie je dat we werkelijk getransformeerd worden in onze worsteling met God? We zien Hem in ons en ons in Hem en de heerlijkheid van wat Hij voor ons gedaan heeft, en als wij Zijn heerlijkheid aanschouwen zorgt dat ervoor dat we willen veranderen, willen groeien, ons leven willen zien verandert worden. Dat is een worsteling proces.
Maar dit is het mooie – Mozes wist niet dat hij straalde – en zo is dat ook met ons, want terwijl we worstelen, en naar het Levende Woord in ons kijken, zorgt dat proces ervoor dat we stralen en zelf nauwelijks herkennen wat God aan het doen is, maar anderen zien de verandering.
En daar gaan we volgende week mee verder.
Zegen,
John Fenn / vertaling AHJ
www.cwowi.org