Toen ik 17 jaar oud was, kreeg ik een verhitte discussie met mijn moeder over geloof. In die tijd was ik bezig met teksten die spraken over de overwinning van het geloof, en ik zei tegen mijn moeder ‘Als je genoeg geloof hebt, hoef je geen problemen meer te hebben, omdat de Schrift zegt dat wij de wereld overwonnen hebben.’
Mijn moeder was toen ongeveer 41 jaar oud en moest ons 4 kinderen alleen opvoeden, omdat mijn vader ons 6 jaar daarvoor verlaten had. Zij had dus het geluk ervaren een gezin te hebben, waar ze altijd van gedroomd had, maar daarna maakte ze mee dat die droom uit elkaar viel. Zoals het is met iemand die heel voorzichtig met blote voeten door een kamer loopt waar overal stukjes van een gebroken spiegel op de vloer liggen. Die spiegel was nu incompleet, kon nooit meer gemaakt worden, en iedere misstap tussen de stukjes spiegel kon haar verwonden en haar en haar kinderen veel pijn doen.
Ik was nog niet droog achter de oren, had nog nooit een hypotheek of rekeningen hoeven te betalen, en met wat ik verdiende met de vakantiebaantjes in de zomer, konden Barb en ik de rest van het jaar af en toe uitgaan.
Ik bleef standvastig in mijn geloof dat iedereen een prachtig leven kon hebben met de vervulling van alle dromen, en mijn moeder geloofde sterk dat geloof je door de problemen van het leven heen helpt. Ze bracht de discussie tot een eind, door te zeggen: “Je moet gewoon wat meer kilometers onder je voeten hebben.”
De kerkcultuur
Toen ik de verschillen bestudeerde tussen hoe Paulus kerk deed en zoals kerk nu in de traditionele manier gedaan wordt, zag ik dat de verschillen meer waren dan het samenkomen in een gebouw of in een huis.
De cultuur die in het populaire charismatisch christendom geleerd wordt, lijkt veel op de discussie die ik met mijn moeder had – Als je genoeg geloof hebt, of de juiste demon kunt bestraffen, of God kunt bewegen, of het Woord genoeg spreekt, of die ene geestelijke sleutel kunt vinden die de antwoorden voor jou ontsluiten, zul je een rustig leven leiden. Zo was ik tot mijn 22e.
Kilometers onder de voeten
De verandering in ons leven vond plaats toen onze oudste zoon, 8 maanden oud, gediagnosticeerd werd met hersenbeschadiging, een conditie die kan ontstaan tijdens de bevalling of de uitdrijving. De dokter zei tegen Barb ‘Doe hem in een tehuis en vergeet dat je hem ooit gekregen hebt, en ga verder met je leven, krijg meer baby’s, sticht een gezin en leef je leven.’
Zij was in tranen toen ze mij op mijn werk belde, haar verdriet werd mijn verdriet over de conditie van Chris, ons hart was verscheurd, terwijl we verontwaardigd waren over het voorstel van de arts.
Die avond deden we Chris in bad, wikkelden hem voorzichtig in een warme deken en legden hem op de zachte badmat. Toen hij daar lag en naar ons opkeek, legden we onze handen op hem, en vertelden de Vader dat we de diagnose en het advies van de arts afwezen en we geboden Chris genezen te zijn, en dankten daarna de Vader voor het geschenk van Chris.
God een handje helpen
We stonden op het Woord, maar naarmate hij opgroeide, werd het ons duidelijk dat de diagnose correct was. Wij leerden dat geloof niet zegt wat is alsof het er niet is.
Geloof ontkent de feiten niet waar we in het hier en nu mee te maken hebben.
Chris onderging verschillende testen terwijl wij op het Woord stonden en we de sleutel zochten voor de puzzel naar zijn genezing. Wat konden wij bidden, vasten, belijden, binden, ontbinden, om het gedaan te krijgen? Wij bespraken of we wel of niet in geloof waren als we hem lichamelijke - en spreektherapie zouden geven. We gaven elke cent uit die we hadden om hem ieder denkbare therapie te geven om zo God een handje te helpen in de genezing van Chris. We zochten wegen om God te helpen, en wilden alles doen om de beloften van God tot stand te brengen in zijn leven.
Op een dag sprak ik opnieuw teksten over hem uit en ineens onderbrak de Vader mij: “Wat ben je aan het doen?” vroeg Hij. “Ik spreek het Woord over hem uit”. “Op welke tekst sta je?” vroeg Hij. Ik antwoordde: “ Op 1 Petrus 2:24 ‘Die Zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout heeft gebracht, opdat wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven; en door Zijn striemen zijt gij genezen.” Hij reageerde “heel goed. Kun je die belofte geloven?” ik zei: “Ja, dat geloof ik” en Hij zei: “Rust dan.”
Op dat moment hield ik op te proberen dingen te laten gebeuren door mijn geloof en begon ik te rusten in het feit dat Zijn Woord waar is, en dat geloof in Hem een rusten is, zoals Hebreeën 4:9-11 dat zegt, dat we tot rust komen van onze werken en eenvoudig rusten in Hem.
Geloof: De reactie op genade
Een groot deel van de traditionele kerkcultuur probeert nog steeds dingen gedaan te krijgen door geloof. Wat ik echter in de Bijbel lees, is dat geloof enkel een reactie is op genade. Genade maakt het mogelijk, en genade is een openbaring van de Vader, ofwel van Hem, of van Zijn wil. Geloof is onze reactie op genade, en genade is aan openbaring van de Vader en/of van Zijn wil.
Noach bouwde geen boot uit eigen initiatief. Hij ontving genade in de ogen van de Heer, en vanuit die openbaring bouwde hij een boot. Mozes veranderde niet opeens van gedachten en besloot toen om toch naar Egypte te gaan; hij had een openbaring van Gods plan, wat genade is, en hij reageerde daarop. Zelfs Jezus zei dat Hij alleen kon doen wat Hij de vader zag doen en zeggen wat Hij Hem had horen zeggen. (Johannes 5:19,30)
Geloof is niet onafhankelijk van de geopenbaarde wil van God, geloof is de reactie op de openbaring van Zijn wil. Ik stopte naar believen verzen uit de Bijbel te halen, om daar dan in geloof op te gaan staan. In plaats daarvan sprak ik met de Heer en liet openbaring naar mij toe komen, en dan geloofde ik en rustte ik in die openbaring.
Op een bepaald moment besefte ik, hoezeer ik ook wilde dat Chris genezen zou, het geloof van Chris is, wat hij zo vaak gezegd heeft: “Als ik naar de hemel ga, geen rolstoel!” en als hij kinderen ziet rennen: “Als ik naar de hemel ga zal ik ook zo kunnen rennen!”
Ik heb eens een visioen gehad, met Chris in zijn rolstoel gezeten aan mijn rechterzijde, en Jezus staand aan mijn linkerzijde, die mij onderwees over genezing en hoe moeilijk het voor iemand is die nooit gezond geweest is, te geloven voor zijn genezing. Ik wilde Hem ZO graag in de reden vallen en vragen Zijn handen op mijn zoon te leggen, maar Hij is God, en ik ben dat niet, dus dat is niet iets wat je doet als je in de aanwezigheid van de Koning bent. Maar ik ontving die avond inzicht in het denken van Chris.
Het geloof van Chris is niet voor genezing nu, maar zijn geloof is voor de hemel, en daarop heeft de Heer gereageerd. Op een dag kwam Chris heel enthousiast door de gang gekropen: “Pap, pa! Weet je wat Jezus tegen mij zei? Hij zei dat Hij samen met mij door de bergen gaat wandelen! Ja, dat zei Hij, Yahoo! Ja, Hij gaat met mij door de bergen wandelen, dat heeft Hij gezegd!”
Slechtste ouders?
Toen het moment gekomen was om veruit de moeilijkste beslissing van ons leven te nemen, namelijk om Chris in een plaatsvervangend tehuis te plaatsen, wat toen bijna 2 uur bij ons vandaan was, voelden we ons de slechtste mensen op de aarde. De slechtste ouders.
In onze wanhoop spraken we tot diep in de nacht, maar Barb viel uiteindelijk in slaap, terwijl ik daar lag en nog steeds met de Vader praatte. Ik zei: “Vader, als U hem niet gaat genezen, haal hem dan maar thuis. Barb en ik zijn allebei in de hemel geweest, we hebben U allebei gezien, en we hebben allebei de Heer gezien, en we hebben liever dat onze zoon gezond is en in de hemel, dan de rest van zijn leven in zijn beschadigd lichaam. Zelfs als we misschien nog zo’n 50 jaar zouden leven, mis ik hem liever en verlang ik liever al die jaren naar hem dan dat hij de rest van zijn leven in een tehuis moet doorbrengen.”
Opeens stond Jezus daar in mijn kamer. Mijn ogen waren open en ik zag Hem en onze kamer. Zonder een woord van begroeting, zei Hij: “Wil je dat Ik Chris vroegtijdig thuis haal, waardoor hij de volheid van zijn beloning misloopt, alleen omdat jij je slecht voelt hem in een gezinsvervangend te huis te doen?”
Ik was met stomheid geslagen. “Ik, Ik, het spijt me, Heer. Ik heb nooit nagedacht over een beloning. Ik weet dat als ik weg ben om ergens te dienen, en hij en Barb thuis moeten blijven, zodat ik kan gaan, dat zij deel zijn van de bediening, maar ik heb dat tot nu toe nog nooit echt beseft. Nee, ik wil dat Chris de volheid van zijn beloning ontvangt, zelfs al zou dat ontberingen inhouden voor hem en voor ons, want we hechten meer waarde aan de hemel dan aan de aarde. Maar alleen op deze voorwaarden: Dat hij nooit misbruikt zal worden, noch verwaarloosd.” Jezus knikte eenmaal met Zijn hoofd scherp naar beneden toen Hij zei: “Gedaan” en weg was Hij.
Als ik dit schrijf, op 21 december, wordt Chris op maandag de 23e vierendertig. De hele familie komt voor zijn verjaardag en voor de Kerst, zowel zijn beide broers, schoonzussen en al zijn 6 nichtjes en neef. Hij houdt van de Heer en blijft uitzien naar zijn nieuw lichaam in de hemel, maar tot dan…
Toen Paulus zijn brief aan Lydia schreef, waar de huisgemeente van Filippi bijeen kwam, had hij een heel moeilijke tijd achter de rug, hij was vervolgd en had gevaar tijdens zijn reizen meegemaakt. Toen hij Filippenzen 4:11-13 schreef, was hij op een punt in zijn leven gekomen dat hij dit kon zeggen:
“Ik heb geleerd met de omstandigheden waarin ik verkeer, genoegen te nemen. Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigd worden als in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek…”
In het Grieks staat er: “Ik ben ingewijd in de mysteries.” Paulus onthult het belangrijkste mysterie:
“Ik vermag alle dingen door Christus die mij kracht geeft.”
Volgende week – inwijding in de mysteries.
Tot dan, zegen,
John Fenn
www.cwowi.org
mail naar: [email protected]