Als christenen ergens om bekend staan, is het wel om kerksplitsingen en ruzie, geroddel en huichelarij. Deze serie gaat over wat de Schrift zegt wanneer we een relatie met iemand zouden kunnen of moeten verbreken…maar die redenen omvatten NIET het volgende voorbeeld:
Een pastor die overstuur was, vertelde mij zijn verhaal:
Voor zijn preekstoel, op het podium, stond een kleine tafel met een mooi kanten kleedje erop, en op dat kleedje stond een kelk en een broodschaaltje. Een paar weken nadat hij de voorganger was geworden, verplaatste hij de tafel naar vloerniveau, maar nog steeds voor de preekstoel.
Het resultaat van onvolwassenheid
Blijkbaar had de tafel met die kelk en schaal daar al jaren gestaan, was gedoneerd door een gezin, ter nagedachtenis aan hun grootvader, één van de stichtende oudsten van die gemeente. Het daaruit voortvloeiende oproer veroorzaakte een gemeente splitsing. Ja, dat is juist, twee van de oudsten namen bijna de helft van de gemeente mee naar een eigen ruimte, waar ze hun eigen podium hadden, met tafel en kelk en kleedje, zoals ‘het hoort’.
Een fundament leggen
De Schrift geeft redenen voor verbreken van de omgang met een gelovige, of iemand die beweert een gelovige te zijn, maar er niet naar leeft, maar dat heeft geen betrekking op het verplaatsen van een tafel van het podium. Maar voordat ik inga op wat de Schrift zegt wanneer en hoe we omgang kunnen verbreken, laten we eerst een fundament leggen, zodat we de context van de instructies begrijpen.
1) Persoonlijke verantwoording aan Christus – alles vloeit daaruit voort of is daarop terug te voeren
“Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, nadat hij gedaan heeft, hetzij goed of kwaad.” 2 Cor. 5:10
We zijn ieder persoonlijk verantwoording schuldig aan God en individueel zullen we rekenschap moeten afleggen van ons leven in Christus. Dit is geen hemel of hel oordeel, dit is wat het zegt, een rekenschap geven van wat we gedaan hebben sinds we Christus’ geweldig offer ontvangen hebben en ons nieuw leven in Hem.
Op die dag kunnen we anderen niet de schuld geven. Geen ‘de duivel liet mij dat doen’, noch ‘ik was gebonden door de generatievloek’, en ook niet ‘als zus en zo anders hadden gedaan, dan had ik dat ook’. We zullen ook onze ware motieven niet meer verborgen kunnen houden voor iets wat we in ons leven gedaan hebben – we zullen zo transparant als glas zijn voor Hem.
Christus in ons is groter dan welke demon dan ook, groter dan iedere generatievloek, en bekrachtigt ons om alles te kunnen door Hem die ons kracht geeft. Er is niemand groter dan Hij die in ons woont, daarom zijn er geen excuses NIET een overwinnaar te zijn.
2) Ieder moet zijn eigen geloof toetsen (uitwandelen)
Vrije wil is een geschenk dat we moeten leren hoe te gebruiken, hoe voor te vechten en hoe er verantwoordelijk mee om te gaan.
“Ieder moet zijn eigen werk toetsen, dan zal hij slechts voor zichzelf stof tot roemen hebben en niet voor een ander. Want ieder zal zijn eigen last dragen.” Galaten 6:4-5
In Rome was een groot geschil over op welke dag men zou moeten aanbidden, of men een vegetariër moest zijn of vlees kon eten, of men wel of niet wijn kon drinken. Paulus noemde degenen die zeiden dat een bepaalde dag de juiste was, en zij die geen vlees aten, of wijn dronken, ‘zwak in het geloof’. MAAR hij zei, wat ieder ook doet, zij doen het voor de Heer, dus oordeel elkaar niet over die persoonlijke keuzes.
Liefdeswandel – “De een gelooft, dat hij alles eten mag, maar de zwakke eet plantaardig voedsel. Wie wél eet, minacht hem niet, die niet eet, en wie niet eet, oordele hem niet, die wél eet. Wie zijt gij dat gij een anders (Jezus’) knecht oordeelt? Of hij staat of valt gaat zijn eigen heer aan…ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd…Laten wij dan niet langer elkander oordelen, maar kom liever tot dit oordeel: Uw broeder geen aanstoot of ergernis te geven.
Ik weet en ben overtuigd in de Here Jezus, dat niets uit zichzelf onrein is; alleen voor hem die iets onrein acht, is het onrein…want het Koninkrijk Gods bestaat niet in eten en drinken, maar in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap door de Heilige Geest. want wie door deze Geest een dienstknecht is van Christus, is welgevallig bij God, en in achting bij de mensen. Zo laten wij dan najagen hetgeen de vrede en de onderlinge opbouwing bevordert…”Romeinen 14:1-23
Men had soortgelijke kwesties in Corinthe over vlees dat geofferd was aan afgoden en dan in de restaurants verkocht werd en op de markten die rond de tempel gesitueerd waren. Sommige gelovigen waren overtuigd dat het een zonde was vlees te eten dat aan afgoden geofferd was, maar anderen zeiden in wezen, een hamburger is een hamburger – het maakt mij niet uit waar het vandaan komt.
Paulus zei hen: “…wij weten dat er geen afgod in de wereld bestaat, en dat er geen God is dan Eén…maar niet bij allen is die kennis. Want sommigen, in hun geweten nog niet los van de afgod, eten dit vlees als afgodenoffer en hun geweten dat zwak is, wordt erdoor besmet. Nu zal wat wij eten, ons niet bij God brengen…ziet toe dat deze bevoegdheid van u niet tot aanstoot voor de zwakken worde.” 1 Korintiërs 8:4-9
Het punt dat telkens weer gemaakt wordt, is dat een ieder van ons persoonlijke keuzes maakt over hoe we aanbidden en wat we eten en drinken, en dat is tussen ons en de Heer. Ieder van ons moet zijn eigen geloof in Christus uitwandelen. Persoonlijke keuzes zoals hierboven, zijn geen reden tot verbreken van de omgang met iemand.
3) We moeten de vrede najagen
“Aanvaard de zwakke in het geloof, maar niet om overwegingen te beoordelen.” ( niet om over meningsverschillen te strijden – Eng vert.)
“Zo laten wij dan najagen hetgeen de vrede en de onderlinge opbouwing bevordert.”
“Houd zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen.”
“Gij daarentegen, o mens Gods, ontvlucht deze dingen, (de context is vluchten voor de liefde voor geld) doch jaag naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtzinnigheid.”
“Maar wees afkering van de dwaze en onverstandige strijdvragen; gij weet immers dat zij twisten teweeg brengen.”
Romeinen 14:1, 19; 12:18; 1 Tim. 6:11; 2 Tim. 2:23
4) Als iemand een puinhoop van zijn leven maakt, is het ZIJN verantwoordelijkheid er uit te komen – niet dat van jou
Mijn naam is niet Heilige Geest. noch is dat jouw naam. Wij hoeven mensen niet te overtuigen van een zonde, noch hoeven we de motieven van iemand niet te beoordelen. WEL moeten we de vrucht van hun leven beoordelen.
Teveel willen dat anderen zich bekeren en veranderen, zonder de microscoop op hun eigen hart te richten. Ze willen de splinter uit het oog van een ander halen, en de balk in die van hun eigen oog laten zitten….hmmmm….wie zei dat ook al weer? (Matth. 7:3)
Eerst moet men zijn eigen hart en motieven onderzoeken alvorens naar een ander te gaan.
Als iemand onenigheid met een ander heeft, moet men allereerst zijn eigen hart onderzoeken, en niet de goedkeuring of medelijden van een derde zoeken, die het met jou eens is.
“met zachtmoedigheid de dwarsdrijvers bestraffen. Het kon zijn dat God hen gaf zich tot erkentenis der waarheid te keren, en, ontnuchterd, zich te wenden tot de wil van Hem, losgekomen uit de strik des duivels, die hen (door hun eigen wil – Eng. Vert.)gevangen hield.” 2 Timotheüs 2:25
Je kunt niet iemand helpen die boos is, ruziet, gekwetst is, klaagt of ongelukkig is, totdat en tenzij zij de waarheid gaan erkennen. Die waarheid is Gods waarheid – niet hun versie van waarom zij zich zo voelen als ze doen of waarom ze dit of dat gedaan hebben, noch hun redeneringen, zodat je hen beter zult begrijpen – de waarheid is ‘ik heb er een puinhoop van gemaakt’, vrij van alibi’s. Anders zij ze “…die zich ten allen tijde laten leren, zonder ooit tot erkentenis van de waarheid te kunnen komen.” 2 Timotheüs 3:7
De andere wang?
Als jij vrede zoekt, maar zij willen boos blijven op jou, dan is dat hun probleem. Zover het van jou afhangt, houd vrede met allen. Wel moeten we de andere wang toekeren, maar we hoeven geen boksbal te worden. We lopen wel 1 extra mijl met iemand, maar niet een hele marathon.
We moeten die ene extra jas geven, niet onze hele garderobe. In liefde wandelen is niet het geven van een handleiding, maar het geven van een uitgestrekte hand. Maar als men niet op zijn eigen twee benen wil staan, nadat de andere wang is toegekeerd, of die extra jas gegeven is, of een extra mijl met hem gegaan is – staan ze op zichzelf. Laat ze los en laat ze op hun eigen benen staan, want jij hebt gedaan wat je kon, en meer dan dat. Het is nu aan hen.
Als het gaat om onenigheid, zijn ZIJ degene die zichzelf uit de strik van de duivel kunnen halen, en merk ook op dat men door de duivel gevangen is, UIT EIGEN WIL. Wat een verschrikkelijke situatie om in te zijn – overgeleverd aan de genade van de duivel. Wow.
Volgende week de levensstijl en praktische voorbeelden van wat de Schrift beschrijft als redenen voor het verbreken van omgang met iemand.
Zegen,
John Fenn
www.cwowi.org
en mail: cwowi AT aol.com