Strijd om je denken
Jezus had Paulus verteld dat Hij hem geroepen had om onder de niet-Joden te dienen, om:“ (1)hun ogen te openen, en(2) ter bekering uit de duisternis tot het licht…”(Hand. 26:18 – de nummers zijn door mij toegevoegd)
Voordat iemand van de duisternis naar het licht kan gaan, moet men eerst ‘open ogen’ hebben om het verschil te kunnen zien tussen duisternis en licht.
Te vaak willen we dat iemand zich keert van de duisternis naar het licht voordat ze hun ogen geopend hebben.
Als iemands ogen open gaan en ze zien dat er een verschil IS tussen duisternis en licht, begint de strijd in hun denken.
Voor sommigen is die allereerste ogen-open gaande openbaring dat er een verschil IS tussen duisternis en licht, even pijnlijk als wanneer iemand een kamer verlicht in het midden van de nacht – dat doet pijn, men doet zijn ogen weer dicht, en DAN langzaam weer open als men went aan de intensiteit van het licht.
Ons deel
Toen Jezus de discipelen vertelde: “Wacht u voor de zuurdesem der Farizeeën en Herodes” in Marcus 8:15, gebruikte Hij zuurdesem, gist, als een voorbeeld van dwaling, huichelarij, en religieuze compromissen die hun puurheid en eenvoud van het geloof zouden kunnen vernietigen.
Maar ze begrepen Jezus gelijkenis over het zuurdesem niet, denkend dat Hij hun een standje gaf omdat ze niet genoeg brood hadden meegenomen.
Jezus reageerde hierop:
“Waarom spreekt gij erover dat gij geen broden hebt? Verstaat gij nog niet en begrijpt gij niet? hebt gij een verhard hart? Toen ik de 5 broden brak voor de 5000, hoeveel manden vol brokken hebt gij opgeraapt? (Twaalf). En bij de 7 voor de 4000, hoeveel korven vol brokken hebt gij opgeraapt? (zeven) Waarom begrijpt u het dan niet? (vs. 17-21)
In het Grieks vraagt Jezus eigenlijk: “Waarom heb je er nog niet over nagedacht?”
Jezus is niet veranderd en Hij vraagt van ons hetzelfde.
Waar zijn de hersens voor?
In de strijd om ons denken is er een verwachting dat we onze gedachten gaan richten op de verschillen tussen duisternis en licht, nadenkend over die verschillen, en het dan ‘uitvogelen’, zoals Jezus bedoelde.
Iemand kan niet Gods hogere gedachten en wegen leren kennen als hij niet eerst de dingen gaat overdenken.
Paulus bad in Efeze 1:17-18 dat de Vader hen zou geven “de Geest van wijsheid en van openbaring om Hem recht te kennen: verlichte ogen van uw verstand zodat gij weet welke hoop zijn roeping wekt…”
Het woord ‘verstand’ hier is ‘dianoia’, Vine’s woordenboek van NT woorden zegt dat het betekent: ‘….een overdenken, een doordenken, een meditatie, reflectie’.
Dat wil zeggen dat Paulus de Vader vroeg:
“Dat Hij hen zou geven de Geest van wijsheid en openbaring in Hem, zodat de ogen van JOUW overdenken, meditatie, reflecteren, licht ontvangt zodat jij weet welke hoop Zijn roeping wekt (in onze levens)…”
De Geest van wijsheid en openbaring is een deel van de bediening van de Heilige Geest. Ons deel is het overdenken, het doordenken, het mediteren over – zodat wij de ‘puzzelstukjes’ bij elkaar krijgen.
Ta da….
Zo wordt ons denken ’vernieuwd’ en ondergaan onze levens een metamorfose, zoals genoemd wordt in Romeinen 12:2. We hebben onze ogen geopend voor het verschil tussen duisternis en licht, en dan keren wij ons van de duisternis naar het licht, en leren we nieuwe gedachten en wegen.
Aan de linker kolom hebben we alles wat we in ons leven tot dusver verzameld hebben: Alles wat geschreven werd op onze blanco bladzijde, goed of fout, onze veelheid aan gedachten, specifieke gedachten, gewoontes, perspectieven en het resultaat daarvan tot dit moment in ons leven.
Aan de rechter kolom is alles wat we zien in het licht – wat God zegt over ons, over ons doel, onze bestemming en de eeuwigheid die komt. De manier om in Christus te groeien en om ons leven te transformeren, is om onze oude wegen en gedachten te VERLATEN, en onze emoties en gedachten te disciplineren om te denken wat God zegt.
De spiegel
In 2 Cor. 3 maakt Paulus een contrast tussen de heerlijkheid van het Oude Testament en de heerlijkheid van het Nieuwe. Zijn punt is dat het Oude uitwendig was en de heerlijkheid van het Oude geopenbaard werd door Mozes verlicht gezicht, dat hij toen bedekte.
Maar die glorie is nu verhuisd en is te vinden in iedere gelovige, door de nieuwe geboorte, en schijnt naar buiten en is geopenbaard in Zijn Woord, dat als een spiegel is voor onze ogen. Als we in die spiegel kijken veranderen we als we zien wat Hij in ons gedaan heeft.
“Wij allen nu die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Here als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heer bewerkt wordt: (vers 18)
Jacobus gebruikt dezelfde analogie in 1:23-25 als hij zegt:
“Als iemand een hoorder van het Woord is en geen dader, lijkt hij op een man die het gezicht waarmee hij geboren is, in een spiegel bekijkt, want hij heeft zichzelf bekeken, is weggegaan en is meteen vergeten hoe hij eruitzag. Hij echter die zich in de volmaakte wet verdiept, die van de vrijheid (het Woord) en daarbij blijft, die zal, omdat hij niet een vergeetachtige hoorder is geworden, maar een dader van het werk, zalig zijn in wat hij doet.”
En daarom dus…
spraken de schrijvers van het NT weinig of zelfs helemaal niet, over hoe je persoonlijke demonen moet bestrijden, of de zonden van je voorouders en van vorige generaties, hoe je boze geesten in een gebied moet ‘neer’ bidden of hoe een open hemel te krijgen of hoe zelf naar de hemel te gaan, of over ieder ander zelfgericht iets, waar vandaag de dag veel conferenties over gaan.
Nee, ze spraken over een levensstijl die schadelijk is en over zonden – ze waren druk met het kijken in de spiegel om te zien wie Christus hen gemaakt had, en ze veranderden naar dat beeld door het toepassen van het Woord in hun levens en gedachten.
Als we in het Woord kijken, en oude gedachten verplaatsen door Zijn gedachten, vallen alle andere dingen weg. We moeten niet over onze schouders naar het verleden kijken, noch in onze achteruitkijk spiegel om te zien welke demon of zonde van het verleden ons volgt, maar in plaats daarvan moeten we in de spiegel van het Woord kijken en volledig bezig zijn met Hem en Zijn Grote Genade.
Zo doe je het
WIJ moeten letterlijk die oude gedachten stoppen zodra we ze herkennen als oude gedachten, en ze inwisselen met wat God zegt over dat onderwerp.
“Maar als kind heb ik geen liefde gekregen” - STOP – maar nu ben ik een kind van mijn hemelse Vader en ik ben gezegend met alle geestelijke zegeningen in de hemelse gewesten, dus wijs ik die oude af en denk de nieuwe.
“Maar er is hekserij in de familie” – STOP – Ik heb gezag over iedere boze geest om ze uit te werpen, en ik ben geen deel meer van die familie, maar van de familie van Christus – Efeze 3:15
En zo ga je de strijd in je denken aan. Ik weet hoe het is. Ik had een verschrikkelijk zelfbeeld als kind, door mijn vader verlaten, en ik voelde mij in sociale situaties altijd als een buitenstaander, en er waren zonden aan de zijde van mijn vader en zijn vader.
STOP - zodra iets hiervan naar boven kwam, moest ik ze bewust afwijzen, en herplaatsen met de gedachten en emoties die samen gaan met iedere gedachten over wat de Vader zegt, en zo bracht ik mijn gedachten onder de heerschappij van Christus – en dat heb ik sindsdien gedaan.
Er is ons geen andere manier gegeven om onze levens te transformeren – vernieuw je denken, maak je lichaam een levend offer door toe te passen wat je ziet, leert, en breng dat in praktijk binnen een gemeenschap van een grotere familie en andere discipelen in de maak….
Zegen,
John Fenn / vertaling AHJ