Niet lang gelden had ik een geestelijke droom met de Heer, wat zeer ongebruikelijk is, maar waard het te delen. Ik had de Vader gevraagd wat het volgende is dat komt, maar had niet de droom verwacht, die zowel heden als toekomst is.
Ik was een monteur, zoals een automonteur. Een andere groep monteurs stond bij elkaar in een verharde parkeerplaats, vlakbij een drukke straat.
De muur
Toen ik naar de straat keek, merkte ik een muur op langs het trottoir, maar voor ons was de muur doorzichtig. Voor mensen op de straat zou het ook doorzichtig kunnen zijn, maar het leek mensen te intimideren. Voor sommigen was de muur wazig, voor anderen solide en voor anderen was de muur helder. Ook interessant was dat het voor sommigen op straat leek alsof het een houten privé hek was, voor anderen als kettingschakels, voor sommigen glas en weer anderen zagen de muur als lucht.
Ik begreep dat er christenen waren die het hek op verschillende manieren zagen en ongelovigen zagen het als solide en ondoorzichtig, al was de opening om erdoor te gaan wijd en makkelijk toegankelijk.
Sommigen stopten en keken door de muur naar ons en gingen dan verder met hun drukke levens, met boodschappen en dergelijke. Bij één iemand kon ik zien dat hij erover dacht naar binnen te gaan, maar op de één of andere manier kende ik zijn gedachten en wist ik dat hij bij zichzelf zei ‘later.’
De monteurs
Al kende ik mijn mede monteurs niet, ik wist wel dat wij in hetzelfde team zaten. Sommigen waren blind voor mij, toegespitst op hun project, terwijl ze anderen negeerden, zelfs toen ik oprechte interesse toonde in wat ze aan het doen waren.
Sommigen wilden contact, maar slechts heel oppervlakkig en anderen kwamen naar mij toe om advies te vragen hoe ze iets moesten repareren, maar ze wilden mij nooit beter leren kennen of in mijn project betrokken zijn. Anderen liepen wat rond en pakten kleine onderdelen weg bij andere monteurs, zoals een ronddolende winkeldief dat doet. En één keer keek een monteur, toen hij net iets van zijn stapel onderdelen gepakt had, met een glimlach naar mij toen de dief, die wij beiden zagen, wegliep.
Zoals bij de meeste geestelijke dromen (in ieder geval die van mij) had ik niet door dat het een droom was, totdat onze baas aan kwam lopen en ik me realiseerde dat het Jezus was en dat dit een droom was. Hij was de Meester Monteur en wist wat er overal gaande was, en samen keken we naar de auto’s en naar de mensen die voorbij kwamen. Een karig aantal kwam naar binnen om te praten en om hulp van mijn mede monteurs te ontvangen. Het viel me op dat de Meester Monteur dezelfde blauwe overall droeg die de rest van ons aan had, wat op één of andere manier geruststellend en nederig tegelijk was.
De auto
Toen kwam er langzaam een auto aangereden, reed naar mij toe en stopte. De vrouw die achter het stuur zat, vroeg de weg naar haar nieuwe huis, een vlakbij gelegen kampeerterrein. De camping was een tijdelijk huis, totdat ze naar haar permanent huis ging, zei ze en op één of andere manier wist ik dat de camping CWOWI was, en ook mijn huis en dat de hemel ons permanent huis was.
Op dat moment keek ik op en naar links en zag een met bomen bedekte heuvel, niet ver van waar wij ons bevonden. Het was zelfs zo dat de heuvel begon, net buiten het hek/muur, maar om daar te komen moest men via het hek om het gebied heen waar wij stonden.
De camping
De bomen waren groot en stevig en gezond en voorzagen in heerlijke schaduw, en er was gras en toen ik die kant op keek, was er een gevoel van vrede. Het verbaasde me dat het zichtbaar was vanaf de straat, maar vanwege de gebouwen in de stad viel het niet op, evenals het pad daarnaar toe, tenzij je er naar op zoek was.
De auto was glimmend rood en van buiten in goede staat, 2-deurs, zonder airco of iets extra’s. Dit was een oude auto, zonder airbags en het had ook niet zo’n dun, hardstalen stuur uit de jaren 70; wel een versnellingspook, vinyl stoelen en binnenin was het vies. Het contrast tussen de buitenkant en de werkelijkheid binnenin trof me diep, maar ik had geen tijd hier lang over na te denken.
De vrouw en de meisjes
De bestuurder was een vrouw met vies blond haar, mager en ze zag er moe uit. Ze deed me denken aan een verslaafde, vanwege haar diepliggende ogen en uitgemergeld gezicht. Achterin zaten 2 meisjes, een tweeling van ongeveer 9 jaar oud, die in alle opzichten precies op hun moeder leken, beiden erg mager en moe uitziend. Toen zij de weg vroeg naar haar nieuw huis, kwam de Meester aangelopen en zij stopte midden in de zin, de scene bevroor, en Hij zei:
“De meisjes zijn Wijsheid en Kennis, en ze zijn ondervoed. Hun moeder vertegenwoordigt een groot deel van de kerk. Zij (de kerk) kan Wijsheid en Kennis niet voeden, omdat ze zelf ondervoed is en rondgezworven heeft, van de één naar de andere plek en zij voedde zichzelf met een beetje meer dan junkfood. Daardoor is ze ondervoed geraakt, uitgeput, moe van het zwerven en aan het eind van zichzelf gekomen. De drie zijn eigenlijk één; daarom zijn ze identiek aan elkaar.”
Hij ging verder: “Nu, en pas nu, is ze bereid om alles aan de kant te leggen dat aan de buitenkant goed leek, maar van binnen verrot is, om een huis te zoeken waarin ze zich kan vestigen. In het verleden is ze hier vaak langs gekomen toen ze het spectaculaire najaagde, denkend dat dit het bovennatuurlijke was, maar langzaamaan raakte ze ondervoed. Nu, en pas nu, is ze bereid om zich te settelen en te gaan consumeren wat ze al die tijd al had moeten doen.”
Instructies
“Ik wil dat jij met ze meegaat om hen te begeleiden naar het kampeerterrein, al is het op loopafstand, zoals je weet.” En terwijl Hij Zijn zin beëindigde, ging de scene verder en de vrouw ging naadloos met haar zin verder, niet bewust van de plannen die de hemel voor haar gemaakt had, toen zij sprak en de richting vroeg. Ik dacht bij mijzelf hoe ironische het was: de Meester stond daar naast mij, maar ze zag Hem niet.
Ik zei tegen haar dat ik met haar mee zou gaan om haar naar de camping te brengen, en ze schoof aan de kant om mij te laten rijden. De auto was te klein voor mij, mijn knieën en mijn hoofd hadden te weinig ruimte en symbolisch gesproken pas ik niet in de traditionele auditorium kerk, noch in de verschillende bevliegingen van het christendom, maar werd belast haar te helpen de overgang te maken hieruit te komen.
We reden weg, draaiden naar links en na een paar honderd meter reden we het straatje tussen 2 gebouwen in – de gebouwen vertegenwoordigen structuren door de mens gemaakt en religie die mensen weerhoudt God te ervaren.
Bij de camping
De camping lag op een heuvel en het autootje kon de heuvel opkomen. We konden naar beneden kijken naar waar we vandaan gekomen waren, en de Meester Monteur keek naar ons en glimlachte. Ik herinner mij dat de vrouw en kinderen ook naar Hem keken en glimlachten, daarmee aangevend dat ze thuis waren gekomen en vrede hadden en popelden gezond te worden.
Het terrein was gevuld met volwassen bomen, gras en het was daar koel en verfrissend. De meisjes zagen een stromende rivier zo puur en schoon aan de achterkant van de heuvel, wat vanaf de straat onmogelijk gezien kon worden, omdat de heuvel en de bomen het zicht blokkeerden. Ze werden enthousiast en wilden direct in de rivier springen om schoon en verfrist te worden en ze verlieten direct de auto om naar de rivier te rennen.
De vrouw wilde zich ook verfrissen in de rivier, maar zei eerst tegen mij: “Hartelijk bedankt dat je mij hiernaartoe gebracht heeft. Ik heb niets om je mee te bedanken, alleen mijzelf, en je kunt mij hebben als je wilt.” Ik was geschokt en stapte snel uit de auto, en vertelde haar dat wat ik heb, ik gratis deel; dat ik gewoon deel wat de Meester Monteur mij geleerd heeft.
Zij leek zich te schamen voor haar voorstel, stapte uit en wandelde langzaam naar de rivier, keek nog één maal schaapachtig naar mij om terwijl ze liep. Toen ze dat deed, realiseerde ik mij dat dit nog een deel van de wereld was dat om haar heen hing, en dat zij niet beter wist. En omdat we nog in de auto zaten toen ze dat zei, was het op de één of andere manier een type van de kerk (en gelukkig stapte ze uit). Toen draaide ik mij om en keek naar beneden, de heuvel af, naar de Meester Monteur die alles gezien en gehoord had, en Hij keek met een glimlach op naar ons.
Hij keek naar mij en zei: “De kerk heeft zich lange tijd door de eeuwen heen op verschillende manieren geprostitueerd, maar er zijn ook altijd mensen geweest die geweigerd hebben dat te doen. Zij zijn nooit ondervoed geraakt, ze hebben zichzelf altijd gevoed met de dingen van de Geest en zochten wijsheid en kennis in Mij…”
Het spijt me Hem midden in de zin te onderbreken – geen ruimte meer.
Volgende week gaat de droom verder, inclusief het profetische deel…tot dan, zegen,
John Fenn
www.cwowi.org
mail naar [email protected]