De 7 gemeenten van de Openbaring, 3 van 4
Hallo allemaal,
Tot nu toe hebben we de uiterlijke godsdienst van Efeze gezien, die zich moest bekeren en hun eerste liefde moest hervinde; het lijden van Smyrna, waarvan Polycarpus, de bekende leider, een voorbeeld voor ons allen is geweest, en de gemeente in Pergamos, die bloeide temidden van de keizerlijke eredienst, hoewel sommigen een compromis met de wereld hadden gesloten.
Tyatira: Compromissen met de wereld omwille van geld
In Openbaring 2:18-29 krijgen we opnieuw de berisping van de Heer voor het sluiten van compromissen met de wereld. Het compromis van Tyatira was in grotere mate dan dat van Pergamos, omdat daar tenminste de onmiddellijke dood dreigde. Maar in Tyatira was de vervolging niet zo intens, en sommige gelovigen sloten compromissen alleen om geld te verdienen.
Slechts 61 km van Pergamos ligt de stad aan de rivier Hermus, langs een belangrijke handelsroute. Het was de thuishaven van de cultus van Apollo en het centrum voor het verven van indigo stoffen. Het was ook de belangrijkste stad voor gilden, de voorlopers van de moderne vakbonden.
De gilden waren vennootschappen en konden eigendommen in de stad bezitten, en twee van de grotere gilden waren koperslagers en ververs van stoffen. Lydia in Filippi kwam uit Tyatira, zo wordt ons verteld, en was purperverkoopster (Handelingen 16:14-15). Ik heb gespeculeerd dat zij misschien Tyatira verliet voor Filippi vanwege de noodzaak om compromissen te sluiten met de gilden om zaken te kunnen doen, en zij ontdekte dat ze de purperen stof kon importeren naar Filippi. We weten het niet, op een dag kunnen we het haar vragen.
Bij bijna elk zakelijk contract in de stad, moest iemand een gilde betrekken. Bij het sluiten van een overeenkomst gingen de twee personen naar de tempel voor de god of godin die verbonden was met dat gilde, brachten een offer aan de afgod en hadden dan seks (man of vrouw) met een tempelprostituee om de overeenkomst te bezegelen en te bidden dat het een "vruchtbaar" contract zou zijn. De tempelprostituees dansten rond een paal die was gemaakt tot een fallisch symbool, de oude voorloper van de paaldansende vrouwen in stripclubs – geestelijk gezien dezelfde paal.
Er was een vrouw in de gemeente die de Heer de bijnaam 'Iezebel' gaf, omdat zij compromissen predikte zoals de echte Iezebel (de vrouw van Achab) deed. In de huidige tijd zou het betekenen dat er een contract wordt getekend, om vervolgens naar een stripclub te gaan om daar iets te beginnen met een van de danseressen - en te zeggen dat het oké is om dat te doen, ook al ben je een christen, God wil dat je geld verdient en gezegend wordt, dus Hij ziet het door de vingers. Fout, zei de Heer tegen hen.
In 2:20 zegt de Heer dat Hij haar 'ruimte (tijd) gaf om zich te bekeren’ maar dat deed ze niet. Ze weet wat ze doet, ze weet wat ze verkondigt en de valse profetieën van haar zijn verkeerd - maar ze gaat toch door. De Heer zegt met zoveel woorden dat Hij Zijn hand van genade wegneemt als zij zich bij deze laatste gelegenheid niet bekeert, en zij zullen de gevolgen van hun daden ondervinden: Ziekte en pijn (en SOA's??)
Wat ik interessant vind is dat Zijn belofte aan hen die geen compromis hebben gesloten en aan hen die berouw hebben van hun compromissen, zal worden toegestaan om over naties te regeren. Er is een direct verband in die zin dat zij nu in dit leven de ruggengraat hebben om tegen de zonde in te gaan, tegen het compromis, en dus waardig bevonden worden om in de toekomst over anderen te heersen - zij hebben het beleefd, zij weten hoe zij met God moeten wandelen tegen de meningen en verleidingen van anderen in. Hij belooft hun de "morgenster" te geven, zoals de Heer Zichzelf beschrijft in Openbaring 22:16, dus Hij belooft hun Zichzelf te geven als zij gelegenheden om compromis te sluiten, wat overal om hen heen is, overwinnen.
Sardis: De dode gemeente
De stad ligt 32 mijl van Pergamos (51 km) aan de rivier de Pactolus, die in de oudheid gouden zand had - een goudkoorts maakte de stad rijk, en het is de hoofdstad van het oude Lydië in de 500-er jaren v.Chr. De allereerste gouden en zilveren munten ter wereld werden er gemaakt, dus het was een indrukwekkende stad.
"En schrijf aan de engel van de gemeente in Sardis,
"Deze dingen zegt Hij, die de zeven Geesten Gods en de zeven sterren heeft: "Ik weet uw werken, dat gij een naam hebt, dat gij leeft, maar gij zijt dood. 2Wees waakzaam en versterk de overgeblevenen, die gereed zijn te sterven, want ik heb uw werken voor God niet volmaakt bevonden. 3Denk dan aan hetgeen gij ontvangen en gehoord hebt; houd stand en bekeer u. Indien gij niet waakt, zo zal ik over u komen als een dief, en gij zult niet weten op welk uur ik over u komen zal. 4Gij hebt ook in Sardis weinige namen, die hun klederen niet verontreinigd hebben; en zij zullen met Mij in het wit wandelen, want zij zijn het waardig. 5Hij die overwint zal bekleed worden met witte klederen, en Ik zal zijn naam niet uitwissen uit het Boek des Levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.
6 "Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt."'
De stad had een boven- en benedengedeelte, en als er een vijand kwam, klom men via een geheim pad de rotsen op naar de top, zodat niemand hen kon bereiken. Ze werden slechts tweemaal veroverd, toen vijandelijke bewakers beneden toekeken hoe iemand uit de bovenstad het pad afdaalde en zo onbedoeld hun geheim prijsgaf. De hele bevolking sliep beide keren, en het is naar deze geschiedenis dat de Heer verwijst.
Historische noot: Ze waren er zo zeker van dat ze niet verslagen konden worden, dat ze geen van beide keren zelfs maar bewakers hadden gepost. Sardis was geestelijk ook zo. Niet "op hun hoede" en hun redding en wandel met de Heer niet zo waardevol vinden. Ze negeerden wat ze hadden, denkend dat ze voor eeuwig klaar waren.
Hij zegt dat ze in naam Christen zijn, maar in feite zijn ze dat niet. Geestelijk gezien waren er enkelen werkelijk wedergeboren, en Hij moedigt hen aan om te versterken wat zij hebben. Hij dreigt met hetzelfde lot dat hun stad eerder trof –te komen als een dief in de nacht, niet wetend wanneer Hij zal komen.
Paulus gebruikte eerder dezelfde terminologie, die zij zouden hebben gekend, toen hij schreef aan de Tessalonicenzen. In 1Thessalonicenzen 5:2 zegt Paulus dat de opname voor ongelovigen zal lijken op de komst van de Heer als een dief in de nacht, om weg te nemen wat Hem niet toebehoort. Hier gebruikt de Heer die metafoor om erop te wijzen dat zij ongelovigen zijn, of op het punt staan van Hem weg te lopen. In vers 5 zegt Hij tegen hen die overwinnen – om zich te bekeren en met Hem te gaan wandelen - dat Hij hun namen niet zal uitwissen uit het Boek van de Levenden.
Voor hen die denken dat eens gered, altijd gered is, tonen deze en andere verzen die dwaasheid aan. Dat gezegd hebbende, het was een beslissing die je gered heeft, en er is een andere beslissing nodig om je 'ongered' te krijgen.
We hebben Efeze gezien, dat eens een ijver had die een oproer veroorzaakte, het trouwe Smyrna met zijn leider Polycarpus, Pergamos dat worstelde met een compromis en de opkomst van de door mensen gemaakte hiërarchie van de Nicolaieten, het compromitterende Tyatira met een vrouw die valse leer en valse profetieën gaf en zei dat de Heer het goed vond om naar de heidense tempels en prostituees te gaan omdat de Heer hen financieel wil zegenen, en Sardis, grotendeels dood, althans slapend in het licht, en een waarschuwend verhaal voor onze tijd.
Er is iets voor eenieder van ons in de 5 die we tot nu toe behandeld hebben. Wat ik interessant vind is dat het lichaam van Christus in elke stad uniek was met zijn eigen problemen, goede dingen en moeilijkheden. Wij zien hetzelfde in ons netwerk van huisgemeenten - elke gemeente is uniek, elk binnen een cultuur van een stad of natie die uitdagingen biedt voor de christen.
Bij elke gemeente dringt de Heer aan op nederigheid, bekering, ernst met iemands geloof en wandel met Hem. En wat ik tot op de dag van vandaag als bijzonder waar ervaar, is dat Hij weinig geduld heeft met hen die zichzelf christen noemen terwijl ze onderwijzen en profeteren dat men compromissen mag sluiten met de wereld.
Volgende week, de stad van broederlijke liefde, Filadelfia, en Laodicia, de stad die dacht, omdat ze financieel zo gezegend waren, dat het Gods zegen was en dat ze niets nodig hadden.
Zoals ik al zei, voor elk wat wils... tot volgende week! Zegen,
John Fenn/wk/ak
www.cwowi.org en email me op [email protected]