HuisKerken: Waarom – Wat – en Hoe?
Dit artikel is samengesteld uit een 4-tal Weekly Thoughts van John Fenn
Ik wil hier het één en ander delen over het verschil tussen traditionele kerk en huiskerk, hoe te beginnen met een huiskerk, hoe een samenkomst van een huiskerk er uit ziet, belangrijke vragen, hoe in balans te blijven, etc.
Dingen die ik gaandeweg geleerd heb
De basis-dingen van huiskerk kon ik zien vanuit het Woord, maar “hoe te doen’ kwam als een gevolg van dingen die ik geleerd had, door het Woord in de praktijk te brengen, aanpassingen te maken en veel “O, daarom zei Paulus wat hij deed”, openbaringen.
Het fundament was dat ik besefte dat het hele NT geschreven was aan mensen in huizen die verspreid waren door het Romeinse Rijk. Dat betekent dat alle begrip van elk hoofdstuk en vers van Mattheüs tot Openbaring, handmatig en bewust aan de orde moet komen in het hoofd van de lezer, om het toe te passen op een groep mensen in een woonkamer. Indien je dit uit het verband haalt en het toepast op een auditorium met een betaalde voorganger/pastor die vooraan staat, dan zul je het moeilijk krijgen om het Woord in context te begrijpen. Je moet je denken vernieuwen aan deze waarheid, één stuk waarheid na de ander.
Ik wist uit Handelingen 2:42-46 dat zij bleven in de gemeenschap en het onderwijs van de apostelen, en ze gingen allemaal ‘van huis naar huis', braken het brood en baden samen. Het leek dat ze één voet in de tempel en één voet in de huiskerk hadden.
Dat duurde niet meer dan 18-24 maanden, omdat binnen die 2 jaar Handelingen 8:1 zegt dat alle gelovigen Jeruzalem verlaten hadden, met uitzondering van de apostelen. Dit was te wijten aan de vervolging van Saulus van Tarsus, en zelfs na zijn redding en de terugkeer van een aantal naar de stad, zien we nooit meer dat ze naar de tempel gaan voor bijeenkomsten.
Ik leerde echter dat de Vader in genade voorzag in dat tijdsbestek van 18-24 maanden; met een voet in elke plaats om hen in staat stellen zich aan te passen van het tempel-denken (God is in het gebouw) naar New Testament denken (God is in mij), en dat mensen vandaag door diezelfde periode van 18-24 maanden gaan om zich aan te passen.
Mensen doen er vaak 1-2 jaar over om te ontwennen van de oude tempel manier van denken, naar het Nieuwe Testament manier van denken. Een deel van het probleem is dat we dezelfde Bijbel termen gebruiken, dus moet elke gedachte handmatig en doelbewust worden onderbroken en gewijzigd in het kader van het NT, en dan vervolgens doordacht worden.
Ik kon zien dat elke NT brief niet geschreven is aan leiders, maar 'aan de kerk te.....', en dat de schrijvers verwachten van het lichaam dat zij zouden zorgen voor de problemen in plaats van ‘leiders’. Voorbeelden hiervan zijn I Korintiërs 5 en 6, waar Paulus vertelde het hele lichaam op te treden tegen de man die betrokken was bij de incestueuze relatie, en vervolgens voor het hele lichaam iets te doen aan de 2 broeders die elkaar aanklaagden in openbare rechtszitting. Hij zei nooit dat het leiderschap dat moest doen - hij vertelde ze allemaal om verantwoordelijkheid te nemen daarvoor en om voor hun eigen geestelijk leven verantwoordelijk te zijn. (daar is een gedachte) ·
Ik zag de namen van de verschillende oorspronkelijke gastheer/vrouw Lydia in Filippi, Crispus en Justus in Corinthe, Jason in Thessaloniki, Aquila en Priscilla op verschillende momenten in Rome en Efeze, Filemon in Kolosse en Nymphas in Laodecia om er een paar te noemen. Dat betekende dat wanneer ik die brieven lees, ze oorspronkelijk waren gestuurd naar deze mensen en deze kwamen samen in hun huizen. Indien de groep te groot werd dan deelden ze en gingen naar andere huizen. Wij doen het vandaag op dezelfde manier.
Veel voorkomende vragen en de context
De gedachten die ik moest veranderen na 25+ jaren in de bediening en wandelen met de Heer, zelfs tot het begrijpen van studiegidsen die werden geschreven door mensen met een tempelmentaliteit, hield in het bestuderen van alle vragen die zich als gedachte aandienden en door het Nieuwe Testament zelf het antwoord te laten geven. .
De vragen waar ik antwoorden op moest vinden in het Woord, over het begrijpen van het NT in het licht van dit alles, zijn dezelfde vragen die ik vandaag krijg via e-mail en telefoontjes. Ik zal hier een paar veel voorkomende vragen beantwoorden: ·
1) Q: Hoe zit het met de 5-voudige bediening? A: Het NT is geschreven binnen de context van de 5-voudige bediening, die zich manifesteert binnen de huiskerken, dat is de natuurlijke omgeving - en ik zou kunnen toevoegen, het stroomt allemaal prachtig, soepel, verbazingwekkend organisch. (Het probleem is dat we 1700 jaar hebben gehad van traditionele kerk met 5-voudige bediening buiten de context, en mensen stellen die vragen omdat ze geen zichtbare voorbeelden hebben ervaren in hun leven om het mee te vergelijken.
Het is zoiets als proberen om het dier hippo-ele-aap-saurus te beschrijven. Als u nog nooit een hippo-ele-aap-saurus gezien hebt dan maakt niet uit hoe iemand het u uitlegt, je hebt geen referentiepunt. Hetzelfde is de Nieuw Testamentische huisgemeente proberen uit te leggen aan degenen die alleen de 1700 jaar oude niet-Bijbelse manier van 'kerk doen’, kennen. Ze moeten geleidelijk aan alles wat ze geleerd hebben, opnieuw gaan leren, maar nu binnen de juiste.context.
2) Q: Hoe zit het met verantwoordingsplicht / bedekking? A: Lees het Nieuwe Testament. Wat zegt het over verantwoordingsplicht? Het spreekt van verantwoordingsplicht/rekenschap aan Jezus, en aan elkaar. De traditionele kerk meet verantwoordingsplicht af aan het bijwonen van de samenkomsten, het geven, en vrijwillig mee werken.
Het NT meet rekenschap af aan groei in de Heer / discipelschap en aan het in relatie-zijn met elkaar - de kwaliteit van de relaties brengt iedereen automatisch in verantwoordingsplicht met de anderen. Eerst zullen de mensen op ‘tilt’ slaan en zullen hun ogen gaan rollen in hun hoofd in verwarring als ik ze vertel dat het zo simpel is als dat 2 vrienden verantwoording afleggen aan elkaar en die vervolgens verantwoording afleggen aan een grotere woonkamer vol met vrienden en dan is dat woonkamer verantwoording afleggen aan verschillende zalen vol met vrienden in de stad... het is allemaal heel natuurlijk, organisch, en niet een programma - het is relatie.
Als iemand een overtreding begaat, dan gaat de ander alleen naar die persoon toe, en indien naar hem geluisterd wordt, dan hebben ze de vriend teruggewonnen. Zo niet, dan gaat hij met 1 of 2 andere vrienden naar die persoon toe - hé, dat is iets wat Jezus leerde! :) Stel je dat voor, relaties herstellen; gemeente-zijn werkt - niet een formule, het is echt.
3) Q: Hoe houd je evenwicht? A: Hoe doen ze dat in het NT? Ze waren met elkaar verbonden (in dit geval Paulus’) netwerk, ze communiceerden met elkaar, ze reisden heen en weer, ze bleven verbonden en actief in het grotere lichaam van Christus en zij waren verbonden met hun samenleving. Als je een evenwichtige apostolisch onderwijs brengt en relaties die alle samenvloeien in een grotere gemeenschap van geloof – dan blijf je in balans. Elke kerk wat voor structuur dan ook, kan uit balans raken als ze ervoor kiest om een eiland op zichzelf te worden.
Als een kanttekening met betrekking tot om verantwoording, laat me toevoegen hoe "getuigen" wordt gedaan in het Nieuwe Testament. Het is allemaal gebaseerd op relatie; in Johannes 1:40-42 introduceert Andreas zijn broer Petrus aan Jezus - familie. In Johannes 1:44-50 Fillipus, uit hetzelfde stadje als Petrus en Andreas, introduceerde zijn vriend Nathanaël aan Jezus - vrienden en samenleving. In Lukas 5:5-10 is het Petrus die zijn partners in de visserij-activiteiten, Jakobus en Johannes, aan Jezus introduceert - mede-werkers. Dit zijn concentrische cirkels en ook overlappende cirkels: familie, vrienden, gemeenschap, mede-werkers.
Je bent op zoek naar de persoon van vrede van Lucas 10: 5-9. Ze zijn een persoon van vrede voor jou, nog niet voor Jezus - ze aanvaarden jou in eerste instantie, niet Jezus. In Lucas 10 zegt Jezus iemand te zoeken van vrede, bij hen blijven, te eten en drinken met hen ... en oh ja, onderweg in vers 9 zegt hij tegen hen:'geneest de zieken.' Het is gebaseerd op relatie, wij zijn niet bezig 'de deal' te presenteren en die dan ook in één keer te sluiten door hen met de Bijbel op hun hoofd te slaan- geeft ECHT om hen. Leer ze ECHT kennen. Wees een vriend - laat ze deze persoon van vrede zijn, nadat je elkaar echt heb leren kennen, dan alleen kun je Jezus aan hen voorstellen. Zoals Jezus zei, als ze jou niet willen, ga je naar iemand anders.
Waarom denk je dat Paulus naar de synagogen ging? (Dit is een goeie voor de ontwenning van het traditionele denken dat zegt: "Nou natuurlijk was hij joods en daarom hebben zij de eerste rechten op het evangelie ...') Dat is natuurlijk waar, maar zet het in dat kader dat heel misschien, heel misschien, Paul probeerde om Jezus te gehoorzamen en mensen te vinden van vrede. Hij ging een synagoge binnen, een aantal mensen van vrede ontving hem, terwijl anderen hem en Jezus verwierpen. Keer op keer staat er: "hij zonderde de discipelen af" ... en ging naar het huis van….. ....
Dit zijn de top vragen in termen van belangrijkste vragen die ik had, met mijn antwoorden, maar er kwamen nog veel meer vragen toen we begonnen met het in de praktijk brengen... daarover later meer.
Hoe een huiskerk (HK) er uit ziet
In Handelingen 2:46 gingen ze van huis tot huis, maar op verschillende plaatsen spreekt Paulus l tot specifieke mensen 'en de kerk, die samenkomt in uw huis', zoals hierboven vermeld. Toen we begonnen was ik niet zeker hoe het evenwicht moest zijn met ‘te gaan van huis tot huis’, maar het werd al snel duidelijk toen we eenmaal begonnen.
We begonnen in onze woonkamer met een handvol mensen die ontkerkt waren zoals wij. (Een eenvoudige uitnodiging aan de vrienden die ontkerkt waren was voldoende). Gedurende 6 weken waren Barb en ik gastvrouw/heer in onze woonkamer en ik leidde. We spraken over de huiskerk, wandelden samen door het Woord. Brachten de Schrift terug in de juiste context, brachten het over in de praktijk enz. Voorafgaand aan week 6 sprak de Vader op een dag tot mij: "Je hebt genoeg geleid, nu delegeer je naar anderen. " ·
Dus nadat ik de 6e week had geleid en gedeeld, heb ik hen verteld dat de komende week een van hen zou moeten leiden. Dus kwamen we nog eens 6 weken in ons huis bij elkaar, met steeds een andere leider.
Elke samenkomst was anders omdat de gaven onder ons zo gevarieerd waren. Een broeder was meer een leraar - niet lastig vallen met een aanbidding CD, neem gewoon je Bijbel, een concordantie, een woord studie mee. Een ander was meer over gebed en aanbidding, dus we hadden tijd van bidden voor elkaar en in aanbidding. Gedurende die tijd begonnen mensen die nog nooit hadden bewogen in de gaven van de Geest, dat toen wel te doen, terwijl Barb en ik stil bleven en zij het initiatief namen.
Les - Laat wie de leiding heeft, leiden. Laat God door anderen bewegen. Als ze dingen anders doen dan op de manier waarop jij de dingen zou doen, leer dat het niet verkeerd is, het is gewoon anders, en accepteer dat.
Tegen die tijd was het dat wij 12 weken op rij gastheer/vrouw waren. Het was met name druk geweest voor Barb, maar uiteindelijk zei ze iets als, "John, iemand anders moet nu maar de mensen in huis ontvangen, je kunt niet verwachten dat wij dit elke week doen - het Woord zegt dat ze van huis tot huis gingen, dus laten we dat doen. " ·
Dus dat deden wij. In week 12 lieten we een lijst rondgaan en stelden we een lijst samen waar we de komende maand zouden samenkomen, elke week bij een ander. Meestal zijn de gastheer / gastvrouw ook diegenen die leiden, maar niet altijd. Soms zegt de gastheer / gastvrouw iets van "Ik zal mijn huis openstellen, maar het is te druk voor mij deze week om mij voor te bereiden, dus iemand anders zal moeten leiden." Iemand anders zal dan vrijwillig leiden, en dat is prima.
Les: Wat water / sap / drankjes, wat te knappelen, helpt mensen zich thuis te voelen.
Les: Als je niet elke week roteert van huis en leiders, dan vallen mensen terug in de menselijke natuur om te kijken naar de gastheer/vrouw die het elke week doen en beschouwen hun als de leiders.
Les: Als je telkens wisselt van huizen en leiders, dan raakt iedereen er aan gewend om gebruikt te worden om te delen wat er op hun hart is, en je zult versteld staan van de discussies die dan volgen.
Wat we hebben ontdekt is dat als huiskerken wekelijks samen komen in het huis van dezelfde persoon, het meestal niet veel langer dan 3 jaar duurt voordat ze ofwel stagneren, uit balans raken betreffende de focus en onderwijs, of mensen stoppen eenvoudig te komen om verschillende redenen.
In het Woord zien we dat elke keer dat Jezus, Paulus, Petrus of wie dan ook ergens kwamen, ze iets te zeggen hadden. Paulus zei in I Cor 14:6 dat het hun geen nut zou doen, tenzij hij tot hen kwam met een openbaring, onderwijs, delen van levenservaring, de gaven van de Geest, en ga zo maar door. Hij vertelde hen dat als zij samenkomen "een ieder van u een psalm (gebed / aanbidding), openbaring (iets wat God heeft me laten zien is), lering (iets wat de Heer mij geleerd), of in tongen / interpretatie (gaven van de Geest in werking), heeft.
Daarentegen zijn er zeer weinig samenkomsten waar niemand verantwoordelijk was, waar niemand iets te delen had. We zien een bijeenkomst van 120 bidders op de Pinksterdag met geen duidelijke leider, tot de Heilige Geest kwam en Petrus sprak toen ze verspreid waren op straat. We zien een bijeenkomst in Handelingen 13:1-3, waar 5 mannen de Heer zochten, zonder duidelijke leider - en dat is het - en in die gevallen heeft de Heer het initiatief genomen.
Les: God beweegt zich door zijn volk, maar als de leider eens een keer niets heeft ontvangen van de Heer, is het fijn om Hem te zoeken als een lichaam en te zien wat de Heer wil doen. Maar in alle andere gevallen heeft Hij iets te zeggen door de aanwezigen heen, of door diegenen die leiden.
---.-.---.
Wat te doen met…?
Vroeg of laat gaat men zich afvragen wat men moet doen in een huiskerk, als iemand de conversatie domineert of wat te doen met diegenen die geen sociale vaardigheden kennen. Paulus had hier ook mee te maken, want de menselijke natuur is niet veranderd.
De (huis gebaseerde) gemeentes in Corinthe waren divers. Handelingen 18:1-8 vertelt over het begin van die gemeente, in het huis van Titius Justus, een Romein die naast de synagoge woonde. Crispus, de leider van de synagoge kwam tot geloof, en met andere Joodse gelovigen en verschillende Grieken uit Corinthe, kwamen ze samen in het huis van Titius. Vanuit dat huis, verspreidde men zich naar andere huizen, toen de gemeente te groot werd voor zijn huis.
Stel je voor: 3 culturen die voor de eerste keer bij elkaar kwamen, in een woonkamer: Grieken, Romeinen en Joden!
De stad Corinthe had een motto: “Vrijheid en kennis”, wat neer komt op: “als het goed voelt, is het goed”. De Joden daarentegen, waren erg ordelijk en afgescheiden. Hun vrouwen droegen in dat gebied sluiers en geen enkele Jood ging om met Romeinen of Grieken, laat staan dat ze in hun huizen kwamen…..totdat ze Christus vonden.
Dus Paulus schrijft aan deze mensen, die allereerst samen kwamen in het huis van (de Romein) Titius, en in 14:26-40 bespreekt hij algemene sociale vaardigheden voor het samenkomen in iemands huis. Eigenlijk, begon hij daar al eerder over te vertellen, in hoofdstuk 11:1-16, waar sommige vrouwen hun sluiers afdeden en dan zo gekleed zijnde, baden en profeteerden, hetgeen voor sommigen inging tegen de plaatselijke gewoonte.
De vrouwen ontdekten hun vrijheid in Christus, kwamen samen en gingen om met Romeinse en Griekse vrouwen, die andere gebruiken hadden en geen sluiers droegen. Dus deden zij ook hun sluiers af. Paulus vertelde hun om de plaatselijke culturele gebruiken te volgen en om zich op de juiste manier te kleden, om zo hun mannen te eren – ze konden bidden en profeteren wat ze wilden, mits op de juiste manier gekleed.
Dan, in 11:17-34 bespreekt Paulus wat de juiste manier is om de Heer te eren tijdens het Avondmaal, wat een onderdeel was van een hele maaltijd. In die cultuur, at de hogere klasse niet samen met de gewone mensen, dus at men alvorens naar de ‘kerk’ te gaan. Dus in 11:17-22 vertelt hij dat ze niet van te voren al moeten eten, dat ze hun eigen huizen hebben om te eten, maar wanneer ze samenkomen in iemand anders huis, zij zich mentaal en geestelijk moeten voorbereiden en in liefde wandelen, wat voor hen betekent met iedereen samen te eten en geen ‘snob’ te zijn.
Dus nu weten we dat sommigen aten voordat ze samenkwamen, dat de vrouwen hun sluiers afdeden, en nu in 14:26-40 bespreekt hij de basis richtlijnen voor een bijeenkomst in iemands huis – en het zijn allemaal sociale beleefdheden!
In vers 26 zegt hij dat een ieder iets mag hebben; sommigen hebben een openbaring, anderen een lering, anderen een gebed of aanbidding, of iemand beweegt in de gaven van de Geest. Aan het eind van het vers zegt hij: “dat alles moet tot stichting geschieden”, wat de richtlijn is in dit gedeelte.
In vers 27 zegt hij dat als iemand een tong heeft, dat uitleg vereist, beperk het tot 2 of 3, geef het om de beurt en laat anderen het uitleggen. In vers 28 zegt hij dat als er geen uitlegger is, spreek dan niet in die tong, spreek het tot jezelf en tot God.
Dit is een belangrijk punt. Al heb je iets van God, dan wil dat nog niet zeggen dat je het moet delen. Veel bijeenkomsten zijn gedomineerd of bedorven omdat iemand er op stond zijn lievelingsstelling te vertellen, of omdat ze iets van God hadden en het per se wilden doorgeven. Paulus zegt dat als de timing verkeerd is, of als daar niemand aanwezig is die het kan ontvangen, of als het niet past voor dat moment, je dan tot jezelf spreekt en de Heer – je hebt niet gezondigd.
Dit geldt ook voor gesprekken waar kinderen bij aanwezig zijn, en wat niet voor hun oren bestemd is. Of als er over huwelijks zaken gesproken wordt terwijl en voornamelijk alleenstaanden aanwezig zijn, en ga maar door. Wees gevoelig voor de andere aanwezigen.
In vers 29-31 heeft hij het weer over profeteren en iets delen, en zegt hij dat iedereen mag spreken mits om de beurt, laat de ander naast jou gezeten, voor gaan en ‘de anderen moeten het beoordelen’. Dit is weer een belangrijk punt: alles wat je deelt, mag onderzocht worden, besproken, kan geaccepteerd of verworpen worden.
Vaak zien we dat iemand een ‘woord’ wil delen, maar zodra iemand zegt het daar niet mee eens te zijn, of dat het niet voor hem is, wordt die persoon boos omdat ‘een woord van God’ afgewezen wordt.
Stel dat je vrienden hebt die komen eten en er worden ideeën gepresenteerd die een verhitte discussie teweeg brengen, dan is dat toch geen reden om aanstoot te nemen – maar als er een ‘zo zegt de Heer’ aantoegevoegd wordt, gebeurd dat wel. Rustig maar, je bent onder vrienden, vat het niet persoonlijk op – leer en groei. Je bent deel van een gemeenschap gelovigen en daarom hoeft niet alles geslikt te worden wat iemand zegt, zonder vast te stellen of iets voor hen bedoeld is, of niet.
In een huiskerk leer je ook echt die persoon kennen, je zit samen in die huiskamer. Dus doe wat Paulus zei tegen de gemeentes die in huizen samenkwamen in en rondom Efeze, in hoofdstuk 4: doe wat je kunt om de eenheid des Geestes te bewaren door de band des vredes, en elkaar in liefde te verdragen.
Hij vat deze instructies samen, in vers 32, door te zeggen dat de ‘geesten der profeten aan de profeten onderworpen zijn’. Dat wil zeggen dat jij de controle hebt over wat er in je geest is. Als er geen gelegenheid is om iets te delen, houd het voor jezelf. Als je iets wilt zeggen maar iemand naast jou heeft iets om te delen, voeg je daar dan naar. Als er 2 of 3 zijn die al iets gedeeld hebben, en de bijeenkomst gaat verder, blijf dan stil. Als je iets zegt, kan het zijn dat sommigen het niet aannemen. Hij eindigt dit deel door te zeggen, als belangrijkste punt: “want God is geen God van wanorde, maar van vrede”. (vers 33) Dat versterkt zijn instructie in vers 26: dat alles moet tot stichting geschieden.
Eigenlijk is het wandelen in liefde. Iemand leidt die bijeenkomst, wat een bepaald nivo van autoriteit is, en je bent te gast in iemand huis, wat het volgende nivo is, dus uiteindelijk heeft de gastheer/vrouw het laatste woord over wat er in hun huis gebeurd. Ook al voegt iemand ergens een ‘zo zegt de Heer’ aan toe. Je bent te gast in iemands huis, vergeet dat niet.
Vrouwen zaken
Dan komt hij terug op het punt dat al enigszins besproken is in hoofdstuk 11, waar de vrouwen hun vrijheid in Christus gingen ontdekken en hun sluiers afdeden zodra ze een huis van een niet-Jood binnengingen. Ze werden ook niet langer afgezonderd door een houten traliewerk, zoals in de synagoge, waardoor ze niets konden vragen of deel konden hebben aan de conversatie. Nu zaten ze bij hun echtgenoten en kinderen en ze hadden heel wat vragen! In deze open setting, gebaseerd op gesprekken, kwamen ze met alle vragen die ze zo lang voor zich hadden moeten houden.
Hij had al gezegd dat ze konden bidden en profeteren, zolang ze zich zouden kleden, passend bij de cultuur, maar hier vertelt hij de vrouwen dat als hun vragen teveel verwarring zouden brengen, ze daarmee moeten wachten en hun echtgenoten thuis moeten vragen. Als hij in hoofdstuk 11 zegt dat ze kunnen bidden en profeteren, zou hij zichzelf tegenspreken als hij in hoofdstuk 14 zegt dat ze helemaal niets mogen zeggen – hij zegt eenvoudig weg dat als het verwarring brengt, wacht dan met die vragen tot je thuis bent.
Daarom concludeert Paulus zijn instructies, door te zeggen: “streeft ernaar te profeteren en belemmert het spreken in tongen niet. Laat alles betamelijk en in goede orde geschieden”. (vers 39,40)
Ik onderwijs ALTIJD dit gedeelte aan nieuwe huisgemeentes, omdat, zoals in de tijd van Paulus, sommigen kunnen proberen te domineren, of er op staan iets te delen, of misschien niet weten hoe zich te gedragen als gast in iemands huis.
Als iemand een week of 2-3 telkens domineert, of steeds wil dat anderen luisteren naar wat zij denken van God ontvangen te hebben, nemen we die persoon apart, één op één. Meestal is dat voldoende. Als hun hart goed is, willen ze leren en deel worden van de groep, want dan willen ze geen aanstoot geven.
Als hun hart niet goed is, dat wil zeggen als ze een podium willen of als ze een lievelings doctrine hebben waar iedereen naar moet luisteren, zullen ze niet meer terugkomen als ze merken dat er geen plaats is voor hun ‘gave’. Of ze groeien in Christus en in deze sociale omgangsvormen, of ze keren zich af, ervoor kiezend te blijven waar ze geestelijk en sociaal zijn. Het is hun keus, we lopen ze niet achterna. Vaak zijn dat geestelijke eilanden en mag niemand in hun leven inspreken en het zijn geen echte vrienden in Christus. Jammer, maar hun keus. Ze nemen liever aanstoot en gaan weg dan dat ze een moedige stap nemen om te leren en te groeien en in de levens van anderen te investeren op een gebalanceerde en gezonde manier.
Toen we net begonnen, kwam er een gezin wiens kinderen onhandelbaar waren. Ze gooiden met stenen, wierpen stenen in de vijver om de vissen te doden, en maakten planten en dingen in huis kapot. Na 3 weken, nadat we vriendelijk de ouders verzocht hadden op hun kinderen te letten, zonder resultaat, spraken we privé met de ouders, op een duidelijke wijze. In plaats van excuses aan te bieden, daarmee erkennend dat ze gast waren in ons huis, namen ze aanstoot aan ons! (na die zondag hebben we ze nooit meer gezien)
Oudsten/leiders
Sommigen in huiskerk pleiten ervoor geen leiders te hebben, dat wil zeggen dat iedereen zit en op God wacht tot Hij door iemand heen spreekt. Ik zie dat niet in de Schrift. Zoals ik hiervoor gedeeld heb, kunnen er bidstonden zijn waar niemand de leiding heeft (Hand. 2:1, Hand. 13:1-3), maar meestal als Jezus, Paulus en Petrus ergens kwamen, hadden ze iets te zeggen.
Leiderschap in huiskerk dient van onder af, in plaats van top down. Het is ondersteunend leiderschap, anderen willen helpen volwassen te worden in Christus. Leiders dienen door middel van functie en genade, in plaats van een titel en ambt. Marcus observeerde in 4:33 dat Jezus tot mensen sprak ‘naardat zij het konden horen’. Anderen de gelegenheid geven om juiste keuzes te maken. Dat is Nieuw Testamentisch leiderschap.
Ze komen op een natuurlijke manier op de voorgrond, omdat hun hart, hun genade, op die manier zich uit. Paulus riep de leiders van de huisgemeentes in Efeze bij elkaar, Hand. 20:17-38. Hij beschrijft hun hart, in vers 28: “Ziet toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de Heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij zich door het bloed van Zijn eigen Zoon verworven heeft”.
Mensen die de genade hebben om te leiden, hebben de 2 bovenstaande punten als vanzelf in hun leven; ze zijn serieus in hun eigen wandel, en ten tweede, ze zorgen voor en houden van de ‘kudde’. Het zit gewoon in ze.
Dat zijn diegenen die zich afvragen waar zus en zo is, die al een paar weken niet naar de dienst geweest is.
Zij denken uit zichzelf eraan om iemand in nood wat eten te brengen, of ze zijn zich bewust van iemands financiële situatie en hoe ze kunnen helpen. Of ze nemen de tijd om met iemand of een echtpaar samen te komen om te helpen met de problemen die er zijn in het gezin, huwelijk of hun leven in het algemeen.
Paulus vertelt dat ze de kudde moeten ‘weiden’. Dit woord is ‘poimaino’ in het Grieks, en dat wil zeggen een kudde weiden, hoeden, ervoor zorgen. Dit werkwoord is een zelfstandig naamwoord geworden, en dat kennen we vandaag als het woord ‘pastor’.
Zij functioneren op een natuurlijke manier in een huiskerk, evenals de rest van de 5-voudige bediening. Soms krijg ik vragen van mensen over de 5-voudige bediening en hoe het werkt in een huiskerk. Dan moet ik ze eraan herinneren dat het hele Nieuwe Testament geschreven was aan huiskerken. En dat, in feite, de manier waarop de 5-voudige bediening functioneert in de traditionele structuur, niet bijdraagt aan de soepele werking van deze gaven, terwijl in huis gebaseerde gemeentes hun natuurlijke omgeving is.
----…--.
Cultuur van Huiskerk
Nu wil ik het hebben over de ‘cultuur’, het ‘gedachtepatroon’ van huiskerk en dan speciaal voor diegenen die nadenken richting huiskerk – ik denk dat het help om de verschillen te definiëren. Indien je al in een huiskerk bent, dan is mijn hoop dat het verder definieert van sommige immateriële zaken die een huiskerk tot een huiskerk maken.
Ik wil enkele algemene opmerkingen maken over de traditionele kerk structuur met het doel van vergelijking en het maken van een punt en niet als zodanig om te beledigen, doch alleen maar om algemene observaties te maken.
Het grootste verschil tussen de huiskerk cultuur en de traditionele cultuur, is dit: de traditionele kerk heeft hele generaties getraind om over de kerk te denken ‘wat het voor mij kan betekenen’ of ‘wat het voor mijn gezin kan doen’ in plaats van ‘hoe kan ik groeien in Christus binnen veilige relaties met ware vrienden, en hoe kan ik bijdragen aan het welzijn van een (huisgebaseerde) familie van geloof, dat tevens naar buiten gericht is naar mijn omgeving.
Enkele jaren gelegen beraadslaagde ik met traditionele kerken en Bijbel scholen. Ik vroeg de pastor om doormiddel van een vragenlijst de mensen te vragen waarom men voor die gemeente gekozen had. Zonder uitzondering waren de pastors verrast en verbijsterd over de resultaten. “de Preek” stond onderaan de lijst van redenen waarom iemand naar die kerk ging. “Kinderdienst/jeugd groep” en “crèche” stonden bijna altijd op nummer 1, gevolgd door ‘goede muziek’ of ‘goede aanbidding’. Van één pastor stonden zijn preken zelfs nog onder de ‘parkeerservice’.
Sommigen gebruiken de kerk ook voor sociale redenen. Ze gebruiken de crèche en de kinderdienst als een oppas, zodat ze even ontspannen kunnen zitten, of als een middel om mensen van hun eigen leeftijd te ontmoeten. Of ze genieten ervan te luisteren naar het koor, of naar de praise-band. Een paar lauwe echtgenoten vertelden mij openlijk dat ze voornamelijk naar de kerk komen, omdat dat goed is voor ‘hun zaken’.
Auw!
Als contrast, kan men de cultuur van een huiskerk illustreren door een Indiaanse man aan te halen, die door een vriend van mij werd bezocht. Hij vertelde mijn vriend: “Jullie Amerikanen prediken een ander evangelie dan wij doen. Jullie vertellen mensen dat als ze Jezus aannemen als Heer, ze gezond zullen worden, ze geld zullen krijgen, ze een gezin en een zaak zullen krijgen. Wij zeggen tegen mensen, dat als ze Jezus aannemen, ze hun gezondheid zouden kunnen kwijtraken, hun geld, misschien hun gezin, of hun zaak, Ja, zelfs hun eigen leven.”
Mensen in een huiskerk hebben andere prioriteiten. De relaties die er zijn binnen een huiskerk zijn zo rijk dat we andere mensen daar graag bij willen betrekken en dus kijken we waar die mensen van vrede zijn binnen onze invloedssfeer, familie, gemeenschap en werk, zodat we ze beter zullen leren kennen en dan kunnen uitnodigen in onze woonkamers.
Wij in huiskerk denken erover na hoe we anderen deel kunnen laten zijn in onze levens; traditioneel denken wil anderen deel laten zijn van programma’s.
Huiskerk is rommelig. We leren elkaar kennen en bidden voor elkaar en we houden wekelijks bij hoe het daarmee staat. We weten wanneer iemand een moeilijke financiële tijd doormaakt en we hebben de gelegenheid en verantwoordelijkheid om daar iets aan te doen, zowel individueel en als (huis) gemeente.
De traditionele kerk is grotendeels gereduceerd tot een theorie. Je kunt geld geven aan een programma zonder iemand persoonlijk te kennen en hun situatie. In huiskerk leer je die persoon kennen voor wie de formules niet werkten. Je deelt hun pijn, hun overwinningen.
Huiskerk is betrokken christendom. In plaats van aan programma’s te geven, waar specialisten in een bepaald ‘gebied’ naar de gevangenissen gaan of voedsel naar de behoeftigen brengen. Of kleding distribueren of klusjes doen bij iemand thuis. Diegenen in een huiskerk worden de ‘specialisten’ voor de mensen in hun midden. WIJ brengen zelf het voedsel. WIJ geven geld zodat een rekening betaald kan worden en WIJ werken aan iemands huis.
Ruimer denken
Traditionele kerken zijn van nature naar binnen gericht – dat is geen aanklacht, gewoon een feit. Van nature gaat het erom mensen aan te trekken, waardoor er geld binnen komt en er vrijwilligers zijn om de visie van de kerk uit te kunnen dragen. Tijdens mijn onderzoek was de eerste vraag die pastors mij stelden: “hoe hou ik de achterdeur gesloten?” (zodat mensen niet weggaan) en tevens: “Hoe laat ik mijn gemeente of school groeien?”
Daarom is hun denken gericht op het oplossen van die problemen. Als er een sociale nood is – begin een programma (kleding, bus, voor singles, pasgetrouwden). En dat denken komt ook in de gemeente: als deze kerk mij niet helpt bij mijn noden of die van mijn gezin, dan gaan we weg en zoeken we een andere gemeente die dat gewenste programma wel heeft.
In huiskerk zijn mensen die de relaties die ze hebben binnen die huiskerk, waarderen als een fundament in Christus. Daarom worden de oplossingen voor problemen gevonden via die relaties. Iemand is net geopereerd en heeft hulp nodig – er wordt iets georganiseerd door de mensen die bij elkaar komen om die persoon te helpen. Want als er één lijdt, lijden we allen – niet als een programma, maar als een reactie op een nood.
Wordt er niet in de noden van jonge gezinnen voorzien? Begin een aparte groep met die gezinnen en begin andere ontkerkte Christenen uit te nodigen of mensen van vrede, niet Christenen. Heeft iemand geen vervoer om naar de bijeenkomsten te komen, JIJ haalt ze op en brengt ze weer thuis.
We denken niet meer: ‘als er niet in onze behoeften voorzien wordt, gaan we naar een andere gemeente’, maar eerder ‘hoe kan ik bijdragen aan de oplossing van dit probleem? Welke voorziening heeft de Heer gemaakt voor ons binnen de huiskerk familie? Hoe kunnen we naar buiten gericht zijn en anderen brengen naar de rijdom die we hebben in deze relaties in de huiskerk?
En….
Huiskerk bijeenkomsten vereisen voorbereiding, voornamelijk voor de leider(s) van die dag. Dit is niet iets voor mensen die achterover willen zitten en niets willen bijdragen of delen. Wie er die dag leidt, moet dat serieus nemen, tijd doorbrengen in het Woord en gebed om van de Heer de richting voor die bijeenkomst te ontvangen. Als diegene die leidt, dit niet doet, wordt de huiskerk een sociale bijeenkomst, waarbij er eten is, gezelligheid en wat gebed, maar waar geen vast geestelijk voedsel gegeven wordt en dan stagneert het.
Huiskerken komen met een doel bij elkaar: de mensen en hun groei in Christus als prioriteit.
Volgende week de laatste van deze serie…..hoe begin je, hoe wandel je in liefde met zoveel diverse mensen, en meer!
--…-.-.-
Hoe begin ik een huisgemeente?
De meest gestelde vraag die ik krijg, is: “Hoe vind ik een huiskerk in mijn omgeving?” met daarop volgend: “Hoe begin ik een huiskerk?”
In de Schrift vinden we de namen van verschillende mensen die de oorspronkelijke gastheren/leiders waren van hun eigen huiskerk. Lydia in Philippi, Jason in Thessalonica, Titus Justus en Crispus in Corinthe, Priscilla en Aquila in Efeze (en een andere keer in Rome), Philemon in Colosse, een vrouw genaamd Nymphas, in Laodicea.
(Hand. 16:15,40; 17:5; 18:7-8, 1 Cor. 16:19; Rom. 16:3-5, Coll. 4:15, Philemon 2)
Het patroon dat we zien, is dat meestal de volledige last niet op één persoon alleen rust – ze hadden hulp. Als voorbeeld zien we dat Lydia medewerkers had: de gevangenisbewaarder en zijn gezin. Philemon had werknemers, en in Corinthe werkte de Joodse leider van de synagoge samen met de Romein Titus Justus. Klaarblijkelijk waren Priscilla en Aquila, een echtpaar, begiftigd met de gave van gastvrijheid, want er wordt genoemd dat zij de gemeente bij hen aan huis hadden, zowel in Rome als in Efeze – waar ze waren hadden ze gemeente aan huis.
We hebben gemerkt dat hetzelfde patroon nog zo werkt; tenzij iemand de gave van gastvrijheid heeft, is het nodig om op een bepaald moment met iemand samen te werken. Misschien kun je als je net begint, zowel gastgezin als leider zijn, maar meestal brengt de Heer iemand tot je die geestelijk op hetzelfde spoor zit, om de lasten te dragen. Dan is het goed om elke week van huis en van leiders te roteren, om de last te verdelen en zo iedereen geestelijk verder te krijgen. Als je op een bepaald moment niet begint met het roteren van leiders en van huizen, worden de diensten een miniatuur van waar we uit gekomen zijn, in die zin dat iedereen naar dat ene echtpaar of leider kijkt, die ‘het woord’ zal hebben.
Opzettelijk
Veel huiskerken beginnen door ontkerkte vrienden die andere ontkerkte vrienden uitnodigen voor een maaltijd, wat gebed, aanbidding, studie van het Woord – en door te praten over huis gebaseerde gemeente. Huiskerken verschillen van gebedsbijeenkomsten of Bijbelstudies omdat diegenen die aanwezig zijn, serieus zijn en doelgericht zijn, ze weten waarom ze samenkomen op regelmatige basis.
We gebruiken het woord ‘opzettelijk’ in verschillende toerpassingen hier in onze Tulsa kerken. We komen doelgericht en met opzet samen, we weten waarom en hoe we samenkomen, we zijn opzettelijk buren en met opzet hebben die mensen een prioriteit in ons leven – in gebed, in omgang, in communicatie tussen bijeenkomsten in.
Iemand kan niet een huisgemeente beginnen zonder dat zorgvuldig overwogen te hebben. Het is niet zo maar een bijeenkomst, om de week op te vullen, het is opzettelijk Christendom, geloof gebaseerd op relaties en gemeente zijn gebaseerd op relaties.
Beginnen
Aan het begin van deze serie heb ik het gehad over de instructies van Jezus, uit Lucas 10, over het vinden van mensen van vrede. Dit zijn mensen die jou geaccepteerd hebben, nog voor ze Jezus aangenomen hebben. Dat kan familie zijn, of vrienden/buren, mensen in je omgeving, en collega’s. Het zijn mensen binnen jouw invloedssfeer. Er zijn velen die prefereren naar een huiskamer te komen, in plaats van naar een kerkgebouw.
Dus begint het meestal op kleine schaal, vaak met één of twee anderen. Nuttig samen een maaltijd, neem de tijd voor gebed en aanbidding en een gesprek…..zo begint het. Dat gezegd hebbend, ik weet van een echtpaar dat iedereen uitnodigde die ze kenden en die ontkerkt waren. Ze begonnen gelijk met 6 of 7 stellen en hun gezinnen!
Doelgericht gebed
Wanneer een huisgemeente bij elkaar komt, kan variëren. Als men zich de serieusheid realiseert van wat men doet, is mentaal de sprong gemaakt dat dit meer is dan vrienden die gezellig bij elkaar komen om te eten en een goede tijd met de Heer te hebben – dit is hun geestelijk thuis en hun geestelijke familie.
Als dat gebeurt, wordt soms de overstap gemaakt om Zondagochtenden bij elkaar te komen, soms op zaterdag, soms op een doordeweekse avond – maar de mentale verandering komt als men beseft dat dit gemeente zijn is, dat dit de geestelijke familie is.
Hier is een voorbeeld van hoe het kan gaan: men komt binnen en praat het eerste half uur bij met elkaar. De gastheer/vrouw heeft wat drinken, of koffie met lekkers klaargezet – iets eenvoudigs.
Na zo’n half uurtje, kan de gastheer/vrouw of de leiders van die ochtend, beginnen door te vragen of er gebedsverzoeken zijn…..als iedereen dat gedeeld heeft, begint iedereen met bidden voor die noden. Op zo’n moment kan er van alles gebeuren – misschien willen mensen persoonlijk gebed en zullen anderen de handen opleggen. Misschien heeft de Heer wat te delen doormiddel van de gaven van de Geest, of er is gewoon gebed.
Afhankelijk van de gaven van de leider, kan de groep beginnen met aanbidding, of misschien gaat men verder met gebed en de gaven van de geest, of men begint een studie van het Woord of wat er ook op het hart van de leider is voor die bijeenkomst.
Doelgerichte aanbidding
Aanbidding komt vanuit het hart, geboren uit een bestaande intimiteit en levendigheid die iedereen heeft met de Vader en met Jezus. En een echte aanbidder kan op elk moment in eigen woorden de Vader en Jezus grootmaken en liefde uiten voor Hem. Ze hebben geen cd of instrument nodig en als die er wel zijn, is dat een aanvulling op een al bestaande melodie in het hart van de aanbidder.
God troont op de lofzangen van zijn volk, dus als mensen in een huiskerk geen aanbidding vanuit hun hart kennen ( of niet willen leren hoe eigen woorden en melodieën te ontdekken), zal het niet zo waarschijnlijk zijn dat de manifeste aanwezigheid van de Heilige geest (en de gaven van de Geest) aanwezig zijn in die bijeenkomst.
Soms willen mensen gedoopt worden met de Heilige Geest, maar hebben moeite om in tongen te spreken. In veel van die gevallen weten ze niet hoe ze moeten aanbidden als ze alleen zijn, hoe ze op kunnen gaan in de Geest in hun uiting van liefde aan de Vader.
Even terzijde: de meeste ‘grote’ genezingen die ik zelf heb ervaren of die ik bij anderen gezien heb, gebeurden tijdens aanbidding; iemand die zo opgaat in zijn liefde voor de Vader en Jezus. Slechts het zijn in de aanwezigheid van de Vader, geneest, omdat er bij Hem geen gebrek is.
Logisch, het Griekse woord voor aanbidding is ‘proskuneo’. ‘pros’ betekent ‘naar’, ‘toe’, en ‘kuneo’ is: ‘te kussen’. Aanbidding is daarom het opzettelijke (naar, toe) kussen van de Vader God – een volledige uitdrukking van liefde – en Hij zoekt diegenen die vanuit hun geest en waarheid (pure motieven) Hem willen aanbidden.
Maar als je zegt: ‘laten we aanbidden’, en er is geen muziek of tekst, weten veel mensen niet hoe die liefde aan de Vader tot uitdrukking te brengen. Dat is één van de redenen dat Paulus zegt: “spreekt onder elkander in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zingt en jubelt de Here van harte. En dankt te allen tijde.”(Efeze 5:19,20)
(dus misschien is het goed voor een huiskerk om bewust studie te doen over aanbidding en om een tijd lang geen cd aan te zetten, totdat mensen leren hoe te aanbidden en hoe ze hun eigen woorden kunnen gebruiken, in plaats van de tekst van iemand anders en zo de Vader God te vertellen waarom ze van Hem houden en van Jezus)
Opzettelijk Woord
De dingen van God houden het Woord en de Geest in – beide elementen moeten aanwezig zijn. heb je de Geest zonder het Woord, dan raken de mensen uit balans. Maar heb je het Woord zonder de Geest, dan wordt het droog en saai.
Als mensen in een huiskerk niet willen delen vanuit hun hart – als zij zich niet mentaal voorbereid hebben om actief te zijn en ook iemand de handen op te leggen bijvoorbeeld, of niet verwachten dat God iemand anders een woord wil geven door hen heen – dan zal een huiskerk stagneren.
In veel bijeenkomsten zal het levendige gebed en aanbidding vanzelf leiden tot een studie en een gesprek over het Woord. In de praktijk kan de volgorde anders zijn, afhankelijk van hoe de leider zich geleid voelt voor die bijeenkomt.
Nu worden mensen nerveus – de verwachting die er is dat zij een studie of een boodschap zullen hebben. Maar in een huiskerk is alles gericht op de gesprekken met elkaar; het is niet preekgericht. Vele geweldige tijden in de Heer zijn begonnen doordat iemand slechts een enkel vers had, of een eenvoudige gedachte deelde. Anderen zullen aanvullen, omdat het er om gaat te delen met elkaar….ontspan je, vertel wat er op je hart is, het is veilig.
Paulus zei tegen de Korintiërs: “telkens als gij samenkomt heeft een ieder iets; een psalm (aanbidding/gebed), lering (iets dat God mij nu of een andere keer geleerd heeft), of een openbaring (iets dat God je heeft laten zien), of een tong of een uitlegging (da gaven van de geest)”. 1 Cor. 14:26
Het is afhankelijk van de manier waarop God degene geschapen heeft, die leidt, hoe de dienst zal verlopen. Is iemand meer begenadigd in voorbede, dan zal hij iedereen in gebed en aanbidding leiden. Een leraar zal een studie uit het Woord doen, of iemand heeft een gedachte die de hele week terugkomst en wat hij graag wil delen (een openbaring) – en vandaar gaat het verder.
Het punt is, dat het doelgericht is. Wie er gaat leiden, zoekt de Vader voor de komende dienst. Bij mij gaat het zo, en ik heb gemerkt dat anderen dat ook zo ervaren, dat zo tegen woensdag (voor een zondag bijeenkomst) de Vader een gedachte of een vers, of Psalm, of openbaring op mijn hart legt – daar denk ik dan een aantal dagen over na. Het is natuurlijk, en gemakkelijk omdat men zichzelf kan zijn, zoals de Vader richting geeft.
Doelgerichte relaties
Een huiskerk bestaat uit mensen die te gast zijn in iemands huis, die elkaar leren kennen. Één van onze fundamentele verzen is dan ook Galaten 2:9: “en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten……reikten Jacobus, Kefas en Johannes mij en Barnabas de broederhand…”
De genade onderscheiden is essentieel om mensen te kennen en om van mensen van verschillende leeftijden, rassen, achtergronden en levens ervaringen te kunnen houden. De genade onderscheiden, in het bovenstaande vers, wil zeggen dat Petrus en de anderen tot de Joden waren geroepen en Paulus tot de heidenen, en toch hadden ze een relatie en gemeenschap met elkaar. Later schrijft Petrus dat sommige dingen die Paulus geschreven had, moeilijk te begrijpen was. Dat houdt in, dat ook al begreep hij niet volledig Paulus’ roeping, onderwijs of levenservaring, hij wel de genade in hem zag en daardoor van hem hield. (2 Petr. 3:16)
Dit wil zeggen dat we Jezus zoeken in iemand – als je Hem vindt in iemand en wat Hij gedaan heeft in hen, blijkt hun verleden, afkomst, sociaal-economische status, ineens niet meer relevant te zijn. Op die manier wandelen we in liefde met mensen die heel anders zijn dan wijzelf – in je geest Jezus in hen opmerken, en Hem liefhebben in hen.
Huiskerken maken verschillende stadia mee. We hebben gemerkt dat de eerste 90 dagen iedereen zich op zijn best gedraagt. In de periode van 3-6 maanden (als ze blijven), ontstaan er persoonlijke conflicten en mensen moeten dan leren de genade in elkaar te ontdekken.
De periode van 6-9 maanden is een periode van door dit alles heengaan, leren om actief deel te hebben in de diensten, leren in liefde te wandelen, en rond de 12 maanden is er een kerngroep van vrienden die geleerd hebben om met conflicten om te gaan, en ze genieten nu van elkaars gezelschap. Ergens in de periode van 6-18 maanden begint een huiskerk naar buiten gericht te worden, en nodigt men anderen uit – al kan dit enorm variëren.
Doelgericht verbonden
Als laatste, in het Nieuwe Testament waren er geen huiskerken die op zichzelf stonden. Velen begonnen wel op zichzelf, zoals in Handelingen 11 in Antiochië, of Handelingen 16, in Philippi. Maar op een bepaald moment zocht men verbonden te zijn met een apostel en een groter netwerk van huiskerken. Vanuit die relaties schreven mensen met elkaar, reisden heen en weer, zonden geld naar elkaar – ze waren met elkaar verbonden.
Het moet een discussiepunt geweest zijn in Corinthe, want volgens 1 Cor. 3 handelden ze als niet wedergeboren mensen, ze waren zo bezig met nijd en twist over dit punt – sommigen wilden verbonden zijn met Apollos, sommigen met Paulus – hij zei dat het geen twistpunt zou moeten zijn en ze gedroegen zich als baby’s. Later, in hoofdstuk 9, zegt hij dat hij het meest gebruikt was in hun geestelijk leven en dat ze hem zouden moeten steunen, maar het punt is dat ze verbonden wilden zijn.
In Antiochië, eenmaal verbonden met de leiders in Jeruzalem, zond men een offer om zo te helpen voor als de geprofeteerde hongersnood er zou zijn en Paulus dankte de gemeentes in Philippi (in het huis van Lydia begonnen) daarvoor, terwijl hij een gemeente begon in Thessalonica – ze wilden Paulus helpen met het uitbreiden van andere gemeentes (Hand. 11:29, 16:40-17:1-8, Phil. 4:15,16)
En in 2 Cor. 8 ontvangt Paulus een offer van de Korintiërs, voor de leiders en gelovigen in Jeruzalem, en opnieuw noemt hij dat de huiskerken in Philippi en omstreken (Macedonië), ook gaven. Dus Philippi was verbonden met Thessalonica en ook met Corinthe en allen waren verbonden met Paulus, die ook in relatie stond met Jeruzalem…..en ga zo maar door.
Wij streven ernaar te doen wat Paulus deed – hij bouwde relaties, niet een netwerk. De netwerken en die relaties ontstonden in de loop der tijd op een natuurlijke manier, maar het ging om de relaties.
En daarom is dit fundamentele vers zo belangrijk, uit 2 Cor. 1:24: “Niet dat wij heerschappij voeren over uw geloof, nee, wij zijn medewerkers aan uw blijdschap, want door het (uw eigen) geloof staat gij vast”.
Noch Paulus noch wij hebben heerschappij over iemands geloof – iedere huiskerk is onafhankelijk en een echte kerk. Ons deel als leiders, en als anderen binnen het netwerk, is om helpers van je blijdschap te zijn. en daar is grote vrede in te vinden.
Wees doelgericht, je kunt het, je staat niet alleen!
John Fenn
www.supernaturalhousechurch.org
Ik wil hier het één en ander delen over het verschil tussen traditionele kerk en huiskerk, hoe te beginnen met een huiskerk, hoe een samenkomst van een huiskerk er uit ziet, belangrijke vragen, hoe in balans te blijven, etc.
Dingen die ik gaandeweg geleerd heb
De basis-dingen van huiskerk kon ik zien vanuit het Woord, maar “hoe te doen’ kwam als een gevolg van dingen die ik geleerd had, door het Woord in de praktijk te brengen, aanpassingen te maken en veel “O, daarom zei Paulus wat hij deed”, openbaringen.
Het fundament was dat ik besefte dat het hele NT geschreven was aan mensen in huizen die verspreid waren door het Romeinse Rijk. Dat betekent dat alle begrip van elk hoofdstuk en vers van Mattheüs tot Openbaring, handmatig en bewust aan de orde moet komen in het hoofd van de lezer, om het toe te passen op een groep mensen in een woonkamer. Indien je dit uit het verband haalt en het toepast op een auditorium met een betaalde voorganger/pastor die vooraan staat, dan zul je het moeilijk krijgen om het Woord in context te begrijpen. Je moet je denken vernieuwen aan deze waarheid, één stuk waarheid na de ander.
Ik wist uit Handelingen 2:42-46 dat zij bleven in de gemeenschap en het onderwijs van de apostelen, en ze gingen allemaal ‘van huis naar huis', braken het brood en baden samen. Het leek dat ze één voet in de tempel en één voet in de huiskerk hadden.
Dat duurde niet meer dan 18-24 maanden, omdat binnen die 2 jaar Handelingen 8:1 zegt dat alle gelovigen Jeruzalem verlaten hadden, met uitzondering van de apostelen. Dit was te wijten aan de vervolging van Saulus van Tarsus, en zelfs na zijn redding en de terugkeer van een aantal naar de stad, zien we nooit meer dat ze naar de tempel gaan voor bijeenkomsten.
Ik leerde echter dat de Vader in genade voorzag in dat tijdsbestek van 18-24 maanden; met een voet in elke plaats om hen in staat stellen zich aan te passen van het tempel-denken (God is in het gebouw) naar New Testament denken (God is in mij), en dat mensen vandaag door diezelfde periode van 18-24 maanden gaan om zich aan te passen.
Mensen doen er vaak 1-2 jaar over om te ontwennen van de oude tempel manier van denken, naar het Nieuwe Testament manier van denken. Een deel van het probleem is dat we dezelfde Bijbel termen gebruiken, dus moet elke gedachte handmatig en doelbewust worden onderbroken en gewijzigd in het kader van het NT, en dan vervolgens doordacht worden.
Ik kon zien dat elke NT brief niet geschreven is aan leiders, maar 'aan de kerk te.....', en dat de schrijvers verwachten van het lichaam dat zij zouden zorgen voor de problemen in plaats van ‘leiders’. Voorbeelden hiervan zijn I Korintiërs 5 en 6, waar Paulus vertelde het hele lichaam op te treden tegen de man die betrokken was bij de incestueuze relatie, en vervolgens voor het hele lichaam iets te doen aan de 2 broeders die elkaar aanklaagden in openbare rechtszitting. Hij zei nooit dat het leiderschap dat moest doen - hij vertelde ze allemaal om verantwoordelijkheid te nemen daarvoor en om voor hun eigen geestelijk leven verantwoordelijk te zijn. (daar is een gedachte) ·
Ik zag de namen van de verschillende oorspronkelijke gastheer/vrouw Lydia in Filippi, Crispus en Justus in Corinthe, Jason in Thessaloniki, Aquila en Priscilla op verschillende momenten in Rome en Efeze, Filemon in Kolosse en Nymphas in Laodecia om er een paar te noemen. Dat betekende dat wanneer ik die brieven lees, ze oorspronkelijk waren gestuurd naar deze mensen en deze kwamen samen in hun huizen. Indien de groep te groot werd dan deelden ze en gingen naar andere huizen. Wij doen het vandaag op dezelfde manier.
Veel voorkomende vragen en de context
De gedachten die ik moest veranderen na 25+ jaren in de bediening en wandelen met de Heer, zelfs tot het begrijpen van studiegidsen die werden geschreven door mensen met een tempelmentaliteit, hield in het bestuderen van alle vragen die zich als gedachte aandienden en door het Nieuwe Testament zelf het antwoord te laten geven. .
De vragen waar ik antwoorden op moest vinden in het Woord, over het begrijpen van het NT in het licht van dit alles, zijn dezelfde vragen die ik vandaag krijg via e-mail en telefoontjes. Ik zal hier een paar veel voorkomende vragen beantwoorden: ·
1) Q: Hoe zit het met de 5-voudige bediening? A: Het NT is geschreven binnen de context van de 5-voudige bediening, die zich manifesteert binnen de huiskerken, dat is de natuurlijke omgeving - en ik zou kunnen toevoegen, het stroomt allemaal prachtig, soepel, verbazingwekkend organisch. (Het probleem is dat we 1700 jaar hebben gehad van traditionele kerk met 5-voudige bediening buiten de context, en mensen stellen die vragen omdat ze geen zichtbare voorbeelden hebben ervaren in hun leven om het mee te vergelijken.
Het is zoiets als proberen om het dier hippo-ele-aap-saurus te beschrijven. Als u nog nooit een hippo-ele-aap-saurus gezien hebt dan maakt niet uit hoe iemand het u uitlegt, je hebt geen referentiepunt. Hetzelfde is de Nieuw Testamentische huisgemeente proberen uit te leggen aan degenen die alleen de 1700 jaar oude niet-Bijbelse manier van 'kerk doen’, kennen. Ze moeten geleidelijk aan alles wat ze geleerd hebben, opnieuw gaan leren, maar nu binnen de juiste.context.
2) Q: Hoe zit het met verantwoordingsplicht / bedekking? A: Lees het Nieuwe Testament. Wat zegt het over verantwoordingsplicht? Het spreekt van verantwoordingsplicht/rekenschap aan Jezus, en aan elkaar. De traditionele kerk meet verantwoordingsplicht af aan het bijwonen van de samenkomsten, het geven, en vrijwillig mee werken.
Het NT meet rekenschap af aan groei in de Heer / discipelschap en aan het in relatie-zijn met elkaar - de kwaliteit van de relaties brengt iedereen automatisch in verantwoordingsplicht met de anderen. Eerst zullen de mensen op ‘tilt’ slaan en zullen hun ogen gaan rollen in hun hoofd in verwarring als ik ze vertel dat het zo simpel is als dat 2 vrienden verantwoording afleggen aan elkaar en die vervolgens verantwoording afleggen aan een grotere woonkamer vol met vrienden en dan is dat woonkamer verantwoording afleggen aan verschillende zalen vol met vrienden in de stad... het is allemaal heel natuurlijk, organisch, en niet een programma - het is relatie.
Als iemand een overtreding begaat, dan gaat de ander alleen naar die persoon toe, en indien naar hem geluisterd wordt, dan hebben ze de vriend teruggewonnen. Zo niet, dan gaat hij met 1 of 2 andere vrienden naar die persoon toe - hé, dat is iets wat Jezus leerde! :) Stel je dat voor, relaties herstellen; gemeente-zijn werkt - niet een formule, het is echt.
3) Q: Hoe houd je evenwicht? A: Hoe doen ze dat in het NT? Ze waren met elkaar verbonden (in dit geval Paulus’) netwerk, ze communiceerden met elkaar, ze reisden heen en weer, ze bleven verbonden en actief in het grotere lichaam van Christus en zij waren verbonden met hun samenleving. Als je een evenwichtige apostolisch onderwijs brengt en relaties die alle samenvloeien in een grotere gemeenschap van geloof – dan blijf je in balans. Elke kerk wat voor structuur dan ook, kan uit balans raken als ze ervoor kiest om een eiland op zichzelf te worden.
Als een kanttekening met betrekking tot om verantwoording, laat me toevoegen hoe "getuigen" wordt gedaan in het Nieuwe Testament. Het is allemaal gebaseerd op relatie; in Johannes 1:40-42 introduceert Andreas zijn broer Petrus aan Jezus - familie. In Johannes 1:44-50 Fillipus, uit hetzelfde stadje als Petrus en Andreas, introduceerde zijn vriend Nathanaël aan Jezus - vrienden en samenleving. In Lukas 5:5-10 is het Petrus die zijn partners in de visserij-activiteiten, Jakobus en Johannes, aan Jezus introduceert - mede-werkers. Dit zijn concentrische cirkels en ook overlappende cirkels: familie, vrienden, gemeenschap, mede-werkers.
Je bent op zoek naar de persoon van vrede van Lucas 10: 5-9. Ze zijn een persoon van vrede voor jou, nog niet voor Jezus - ze aanvaarden jou in eerste instantie, niet Jezus. In Lucas 10 zegt Jezus iemand te zoeken van vrede, bij hen blijven, te eten en drinken met hen ... en oh ja, onderweg in vers 9 zegt hij tegen hen:'geneest de zieken.' Het is gebaseerd op relatie, wij zijn niet bezig 'de deal' te presenteren en die dan ook in één keer te sluiten door hen met de Bijbel op hun hoofd te slaan- geeft ECHT om hen. Leer ze ECHT kennen. Wees een vriend - laat ze deze persoon van vrede zijn, nadat je elkaar echt heb leren kennen, dan alleen kun je Jezus aan hen voorstellen. Zoals Jezus zei, als ze jou niet willen, ga je naar iemand anders.
Waarom denk je dat Paulus naar de synagogen ging? (Dit is een goeie voor de ontwenning van het traditionele denken dat zegt: "Nou natuurlijk was hij joods en daarom hebben zij de eerste rechten op het evangelie ...') Dat is natuurlijk waar, maar zet het in dat kader dat heel misschien, heel misschien, Paul probeerde om Jezus te gehoorzamen en mensen te vinden van vrede. Hij ging een synagoge binnen, een aantal mensen van vrede ontving hem, terwijl anderen hem en Jezus verwierpen. Keer op keer staat er: "hij zonderde de discipelen af" ... en ging naar het huis van….. ....
Dit zijn de top vragen in termen van belangrijkste vragen die ik had, met mijn antwoorden, maar er kwamen nog veel meer vragen toen we begonnen met het in de praktijk brengen... daarover later meer.
Hoe een huiskerk (HK) er uit ziet
In Handelingen 2:46 gingen ze van huis tot huis, maar op verschillende plaatsen spreekt Paulus l tot specifieke mensen 'en de kerk, die samenkomt in uw huis', zoals hierboven vermeld. Toen we begonnen was ik niet zeker hoe het evenwicht moest zijn met ‘te gaan van huis tot huis’, maar het werd al snel duidelijk toen we eenmaal begonnen.
We begonnen in onze woonkamer met een handvol mensen die ontkerkt waren zoals wij. (Een eenvoudige uitnodiging aan de vrienden die ontkerkt waren was voldoende). Gedurende 6 weken waren Barb en ik gastvrouw/heer in onze woonkamer en ik leidde. We spraken over de huiskerk, wandelden samen door het Woord. Brachten de Schrift terug in de juiste context, brachten het over in de praktijk enz. Voorafgaand aan week 6 sprak de Vader op een dag tot mij: "Je hebt genoeg geleid, nu delegeer je naar anderen. " ·
Dus nadat ik de 6e week had geleid en gedeeld, heb ik hen verteld dat de komende week een van hen zou moeten leiden. Dus kwamen we nog eens 6 weken in ons huis bij elkaar, met steeds een andere leider.
Elke samenkomst was anders omdat de gaven onder ons zo gevarieerd waren. Een broeder was meer een leraar - niet lastig vallen met een aanbidding CD, neem gewoon je Bijbel, een concordantie, een woord studie mee. Een ander was meer over gebed en aanbidding, dus we hadden tijd van bidden voor elkaar en in aanbidding. Gedurende die tijd begonnen mensen die nog nooit hadden bewogen in de gaven van de Geest, dat toen wel te doen, terwijl Barb en ik stil bleven en zij het initiatief namen.
Les - Laat wie de leiding heeft, leiden. Laat God door anderen bewegen. Als ze dingen anders doen dan op de manier waarop jij de dingen zou doen, leer dat het niet verkeerd is, het is gewoon anders, en accepteer dat.
Tegen die tijd was het dat wij 12 weken op rij gastheer/vrouw waren. Het was met name druk geweest voor Barb, maar uiteindelijk zei ze iets als, "John, iemand anders moet nu maar de mensen in huis ontvangen, je kunt niet verwachten dat wij dit elke week doen - het Woord zegt dat ze van huis tot huis gingen, dus laten we dat doen. " ·
Dus dat deden wij. In week 12 lieten we een lijst rondgaan en stelden we een lijst samen waar we de komende maand zouden samenkomen, elke week bij een ander. Meestal zijn de gastheer / gastvrouw ook diegenen die leiden, maar niet altijd. Soms zegt de gastheer / gastvrouw iets van "Ik zal mijn huis openstellen, maar het is te druk voor mij deze week om mij voor te bereiden, dus iemand anders zal moeten leiden." Iemand anders zal dan vrijwillig leiden, en dat is prima.
Les: Wat water / sap / drankjes, wat te knappelen, helpt mensen zich thuis te voelen.
Les: Als je niet elke week roteert van huis en leiders, dan vallen mensen terug in de menselijke natuur om te kijken naar de gastheer/vrouw die het elke week doen en beschouwen hun als de leiders.
Les: Als je telkens wisselt van huizen en leiders, dan raakt iedereen er aan gewend om gebruikt te worden om te delen wat er op hun hart is, en je zult versteld staan van de discussies die dan volgen.
Wat we hebben ontdekt is dat als huiskerken wekelijks samen komen in het huis van dezelfde persoon, het meestal niet veel langer dan 3 jaar duurt voordat ze ofwel stagneren, uit balans raken betreffende de focus en onderwijs, of mensen stoppen eenvoudig te komen om verschillende redenen.
In het Woord zien we dat elke keer dat Jezus, Paulus, Petrus of wie dan ook ergens kwamen, ze iets te zeggen hadden. Paulus zei in I Cor 14:6 dat het hun geen nut zou doen, tenzij hij tot hen kwam met een openbaring, onderwijs, delen van levenservaring, de gaven van de Geest, en ga zo maar door. Hij vertelde hen dat als zij samenkomen "een ieder van u een psalm (gebed / aanbidding), openbaring (iets wat God heeft me laten zien is), lering (iets wat de Heer mij geleerd), of in tongen / interpretatie (gaven van de Geest in werking), heeft.
Daarentegen zijn er zeer weinig samenkomsten waar niemand verantwoordelijk was, waar niemand iets te delen had. We zien een bijeenkomst van 120 bidders op de Pinksterdag met geen duidelijke leider, tot de Heilige Geest kwam en Petrus sprak toen ze verspreid waren op straat. We zien een bijeenkomst in Handelingen 13:1-3, waar 5 mannen de Heer zochten, zonder duidelijke leider - en dat is het - en in die gevallen heeft de Heer het initiatief genomen.
Les: God beweegt zich door zijn volk, maar als de leider eens een keer niets heeft ontvangen van de Heer, is het fijn om Hem te zoeken als een lichaam en te zien wat de Heer wil doen. Maar in alle andere gevallen heeft Hij iets te zeggen door de aanwezigen heen, of door diegenen die leiden.
---.-.---.
Wat te doen met…?
Vroeg of laat gaat men zich afvragen wat men moet doen in een huiskerk, als iemand de conversatie domineert of wat te doen met diegenen die geen sociale vaardigheden kennen. Paulus had hier ook mee te maken, want de menselijke natuur is niet veranderd.
De (huis gebaseerde) gemeentes in Corinthe waren divers. Handelingen 18:1-8 vertelt over het begin van die gemeente, in het huis van Titius Justus, een Romein die naast de synagoge woonde. Crispus, de leider van de synagoge kwam tot geloof, en met andere Joodse gelovigen en verschillende Grieken uit Corinthe, kwamen ze samen in het huis van Titius. Vanuit dat huis, verspreidde men zich naar andere huizen, toen de gemeente te groot werd voor zijn huis.
Stel je voor: 3 culturen die voor de eerste keer bij elkaar kwamen, in een woonkamer: Grieken, Romeinen en Joden!
De stad Corinthe had een motto: “Vrijheid en kennis”, wat neer komt op: “als het goed voelt, is het goed”. De Joden daarentegen, waren erg ordelijk en afgescheiden. Hun vrouwen droegen in dat gebied sluiers en geen enkele Jood ging om met Romeinen of Grieken, laat staan dat ze in hun huizen kwamen…..totdat ze Christus vonden.
Dus Paulus schrijft aan deze mensen, die allereerst samen kwamen in het huis van (de Romein) Titius, en in 14:26-40 bespreekt hij algemene sociale vaardigheden voor het samenkomen in iemands huis. Eigenlijk, begon hij daar al eerder over te vertellen, in hoofdstuk 11:1-16, waar sommige vrouwen hun sluiers afdeden en dan zo gekleed zijnde, baden en profeteerden, hetgeen voor sommigen inging tegen de plaatselijke gewoonte.
De vrouwen ontdekten hun vrijheid in Christus, kwamen samen en gingen om met Romeinse en Griekse vrouwen, die andere gebruiken hadden en geen sluiers droegen. Dus deden zij ook hun sluiers af. Paulus vertelde hun om de plaatselijke culturele gebruiken te volgen en om zich op de juiste manier te kleden, om zo hun mannen te eren – ze konden bidden en profeteren wat ze wilden, mits op de juiste manier gekleed.
Dan, in 11:17-34 bespreekt Paulus wat de juiste manier is om de Heer te eren tijdens het Avondmaal, wat een onderdeel was van een hele maaltijd. In die cultuur, at de hogere klasse niet samen met de gewone mensen, dus at men alvorens naar de ‘kerk’ te gaan. Dus in 11:17-22 vertelt hij dat ze niet van te voren al moeten eten, dat ze hun eigen huizen hebben om te eten, maar wanneer ze samenkomen in iemand anders huis, zij zich mentaal en geestelijk moeten voorbereiden en in liefde wandelen, wat voor hen betekent met iedereen samen te eten en geen ‘snob’ te zijn.
Dus nu weten we dat sommigen aten voordat ze samenkwamen, dat de vrouwen hun sluiers afdeden, en nu in 14:26-40 bespreekt hij de basis richtlijnen voor een bijeenkomst in iemands huis – en het zijn allemaal sociale beleefdheden!
In vers 26 zegt hij dat een ieder iets mag hebben; sommigen hebben een openbaring, anderen een lering, anderen een gebed of aanbidding, of iemand beweegt in de gaven van de Geest. Aan het eind van het vers zegt hij: “dat alles moet tot stichting geschieden”, wat de richtlijn is in dit gedeelte.
In vers 27 zegt hij dat als iemand een tong heeft, dat uitleg vereist, beperk het tot 2 of 3, geef het om de beurt en laat anderen het uitleggen. In vers 28 zegt hij dat als er geen uitlegger is, spreek dan niet in die tong, spreek het tot jezelf en tot God.
Dit is een belangrijk punt. Al heb je iets van God, dan wil dat nog niet zeggen dat je het moet delen. Veel bijeenkomsten zijn gedomineerd of bedorven omdat iemand er op stond zijn lievelingsstelling te vertellen, of omdat ze iets van God hadden en het per se wilden doorgeven. Paulus zegt dat als de timing verkeerd is, of als daar niemand aanwezig is die het kan ontvangen, of als het niet past voor dat moment, je dan tot jezelf spreekt en de Heer – je hebt niet gezondigd.
Dit geldt ook voor gesprekken waar kinderen bij aanwezig zijn, en wat niet voor hun oren bestemd is. Of als er over huwelijks zaken gesproken wordt terwijl en voornamelijk alleenstaanden aanwezig zijn, en ga maar door. Wees gevoelig voor de andere aanwezigen.
In vers 29-31 heeft hij het weer over profeteren en iets delen, en zegt hij dat iedereen mag spreken mits om de beurt, laat de ander naast jou gezeten, voor gaan en ‘de anderen moeten het beoordelen’. Dit is weer een belangrijk punt: alles wat je deelt, mag onderzocht worden, besproken, kan geaccepteerd of verworpen worden.
Vaak zien we dat iemand een ‘woord’ wil delen, maar zodra iemand zegt het daar niet mee eens te zijn, of dat het niet voor hem is, wordt die persoon boos omdat ‘een woord van God’ afgewezen wordt.
Stel dat je vrienden hebt die komen eten en er worden ideeën gepresenteerd die een verhitte discussie teweeg brengen, dan is dat toch geen reden om aanstoot te nemen – maar als er een ‘zo zegt de Heer’ aantoegevoegd wordt, gebeurd dat wel. Rustig maar, je bent onder vrienden, vat het niet persoonlijk op – leer en groei. Je bent deel van een gemeenschap gelovigen en daarom hoeft niet alles geslikt te worden wat iemand zegt, zonder vast te stellen of iets voor hen bedoeld is, of niet.
In een huiskerk leer je ook echt die persoon kennen, je zit samen in die huiskamer. Dus doe wat Paulus zei tegen de gemeentes die in huizen samenkwamen in en rondom Efeze, in hoofdstuk 4: doe wat je kunt om de eenheid des Geestes te bewaren door de band des vredes, en elkaar in liefde te verdragen.
Hij vat deze instructies samen, in vers 32, door te zeggen dat de ‘geesten der profeten aan de profeten onderworpen zijn’. Dat wil zeggen dat jij de controle hebt over wat er in je geest is. Als er geen gelegenheid is om iets te delen, houd het voor jezelf. Als je iets wilt zeggen maar iemand naast jou heeft iets om te delen, voeg je daar dan naar. Als er 2 of 3 zijn die al iets gedeeld hebben, en de bijeenkomst gaat verder, blijf dan stil. Als je iets zegt, kan het zijn dat sommigen het niet aannemen. Hij eindigt dit deel door te zeggen, als belangrijkste punt: “want God is geen God van wanorde, maar van vrede”. (vers 33) Dat versterkt zijn instructie in vers 26: dat alles moet tot stichting geschieden.
Eigenlijk is het wandelen in liefde. Iemand leidt die bijeenkomst, wat een bepaald nivo van autoriteit is, en je bent te gast in iemand huis, wat het volgende nivo is, dus uiteindelijk heeft de gastheer/vrouw het laatste woord over wat er in hun huis gebeurd. Ook al voegt iemand ergens een ‘zo zegt de Heer’ aan toe. Je bent te gast in iemands huis, vergeet dat niet.
Vrouwen zaken
Dan komt hij terug op het punt dat al enigszins besproken is in hoofdstuk 11, waar de vrouwen hun vrijheid in Christus gingen ontdekken en hun sluiers afdeden zodra ze een huis van een niet-Jood binnengingen. Ze werden ook niet langer afgezonderd door een houten traliewerk, zoals in de synagoge, waardoor ze niets konden vragen of deel konden hebben aan de conversatie. Nu zaten ze bij hun echtgenoten en kinderen en ze hadden heel wat vragen! In deze open setting, gebaseerd op gesprekken, kwamen ze met alle vragen die ze zo lang voor zich hadden moeten houden.
Hij had al gezegd dat ze konden bidden en profeteren, zolang ze zich zouden kleden, passend bij de cultuur, maar hier vertelt hij de vrouwen dat als hun vragen teveel verwarring zouden brengen, ze daarmee moeten wachten en hun echtgenoten thuis moeten vragen. Als hij in hoofdstuk 11 zegt dat ze kunnen bidden en profeteren, zou hij zichzelf tegenspreken als hij in hoofdstuk 14 zegt dat ze helemaal niets mogen zeggen – hij zegt eenvoudig weg dat als het verwarring brengt, wacht dan met die vragen tot je thuis bent.
Daarom concludeert Paulus zijn instructies, door te zeggen: “streeft ernaar te profeteren en belemmert het spreken in tongen niet. Laat alles betamelijk en in goede orde geschieden”. (vers 39,40)
Ik onderwijs ALTIJD dit gedeelte aan nieuwe huisgemeentes, omdat, zoals in de tijd van Paulus, sommigen kunnen proberen te domineren, of er op staan iets te delen, of misschien niet weten hoe zich te gedragen als gast in iemands huis.
Als iemand een week of 2-3 telkens domineert, of steeds wil dat anderen luisteren naar wat zij denken van God ontvangen te hebben, nemen we die persoon apart, één op één. Meestal is dat voldoende. Als hun hart goed is, willen ze leren en deel worden van de groep, want dan willen ze geen aanstoot geven.
Als hun hart niet goed is, dat wil zeggen als ze een podium willen of als ze een lievelings doctrine hebben waar iedereen naar moet luisteren, zullen ze niet meer terugkomen als ze merken dat er geen plaats is voor hun ‘gave’. Of ze groeien in Christus en in deze sociale omgangsvormen, of ze keren zich af, ervoor kiezend te blijven waar ze geestelijk en sociaal zijn. Het is hun keus, we lopen ze niet achterna. Vaak zijn dat geestelijke eilanden en mag niemand in hun leven inspreken en het zijn geen echte vrienden in Christus. Jammer, maar hun keus. Ze nemen liever aanstoot en gaan weg dan dat ze een moedige stap nemen om te leren en te groeien en in de levens van anderen te investeren op een gebalanceerde en gezonde manier.
Toen we net begonnen, kwam er een gezin wiens kinderen onhandelbaar waren. Ze gooiden met stenen, wierpen stenen in de vijver om de vissen te doden, en maakten planten en dingen in huis kapot. Na 3 weken, nadat we vriendelijk de ouders verzocht hadden op hun kinderen te letten, zonder resultaat, spraken we privé met de ouders, op een duidelijke wijze. In plaats van excuses aan te bieden, daarmee erkennend dat ze gast waren in ons huis, namen ze aanstoot aan ons! (na die zondag hebben we ze nooit meer gezien)
Oudsten/leiders
Sommigen in huiskerk pleiten ervoor geen leiders te hebben, dat wil zeggen dat iedereen zit en op God wacht tot Hij door iemand heen spreekt. Ik zie dat niet in de Schrift. Zoals ik hiervoor gedeeld heb, kunnen er bidstonden zijn waar niemand de leiding heeft (Hand. 2:1, Hand. 13:1-3), maar meestal als Jezus, Paulus en Petrus ergens kwamen, hadden ze iets te zeggen.
Leiderschap in huiskerk dient van onder af, in plaats van top down. Het is ondersteunend leiderschap, anderen willen helpen volwassen te worden in Christus. Leiders dienen door middel van functie en genade, in plaats van een titel en ambt. Marcus observeerde in 4:33 dat Jezus tot mensen sprak ‘naardat zij het konden horen’. Anderen de gelegenheid geven om juiste keuzes te maken. Dat is Nieuw Testamentisch leiderschap.
Ze komen op een natuurlijke manier op de voorgrond, omdat hun hart, hun genade, op die manier zich uit. Paulus riep de leiders van de huisgemeentes in Efeze bij elkaar, Hand. 20:17-38. Hij beschrijft hun hart, in vers 28: “Ziet toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de Heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij zich door het bloed van Zijn eigen Zoon verworven heeft”.
Mensen die de genade hebben om te leiden, hebben de 2 bovenstaande punten als vanzelf in hun leven; ze zijn serieus in hun eigen wandel, en ten tweede, ze zorgen voor en houden van de ‘kudde’. Het zit gewoon in ze.
Dat zijn diegenen die zich afvragen waar zus en zo is, die al een paar weken niet naar de dienst geweest is.
Zij denken uit zichzelf eraan om iemand in nood wat eten te brengen, of ze zijn zich bewust van iemands financiële situatie en hoe ze kunnen helpen. Of ze nemen de tijd om met iemand of een echtpaar samen te komen om te helpen met de problemen die er zijn in het gezin, huwelijk of hun leven in het algemeen.
Paulus vertelt dat ze de kudde moeten ‘weiden’. Dit woord is ‘poimaino’ in het Grieks, en dat wil zeggen een kudde weiden, hoeden, ervoor zorgen. Dit werkwoord is een zelfstandig naamwoord geworden, en dat kennen we vandaag als het woord ‘pastor’.
Zij functioneren op een natuurlijke manier in een huiskerk, evenals de rest van de 5-voudige bediening. Soms krijg ik vragen van mensen over de 5-voudige bediening en hoe het werkt in een huiskerk. Dan moet ik ze eraan herinneren dat het hele Nieuwe Testament geschreven was aan huiskerken. En dat, in feite, de manier waarop de 5-voudige bediening functioneert in de traditionele structuur, niet bijdraagt aan de soepele werking van deze gaven, terwijl in huis gebaseerde gemeentes hun natuurlijke omgeving is.
----…--.
Cultuur van Huiskerk
Nu wil ik het hebben over de ‘cultuur’, het ‘gedachtepatroon’ van huiskerk en dan speciaal voor diegenen die nadenken richting huiskerk – ik denk dat het help om de verschillen te definiëren. Indien je al in een huiskerk bent, dan is mijn hoop dat het verder definieert van sommige immateriële zaken die een huiskerk tot een huiskerk maken.
Ik wil enkele algemene opmerkingen maken over de traditionele kerk structuur met het doel van vergelijking en het maken van een punt en niet als zodanig om te beledigen, doch alleen maar om algemene observaties te maken.
Het grootste verschil tussen de huiskerk cultuur en de traditionele cultuur, is dit: de traditionele kerk heeft hele generaties getraind om over de kerk te denken ‘wat het voor mij kan betekenen’ of ‘wat het voor mijn gezin kan doen’ in plaats van ‘hoe kan ik groeien in Christus binnen veilige relaties met ware vrienden, en hoe kan ik bijdragen aan het welzijn van een (huisgebaseerde) familie van geloof, dat tevens naar buiten gericht is naar mijn omgeving.
Enkele jaren gelegen beraadslaagde ik met traditionele kerken en Bijbel scholen. Ik vroeg de pastor om doormiddel van een vragenlijst de mensen te vragen waarom men voor die gemeente gekozen had. Zonder uitzondering waren de pastors verrast en verbijsterd over de resultaten. “de Preek” stond onderaan de lijst van redenen waarom iemand naar die kerk ging. “Kinderdienst/jeugd groep” en “crèche” stonden bijna altijd op nummer 1, gevolgd door ‘goede muziek’ of ‘goede aanbidding’. Van één pastor stonden zijn preken zelfs nog onder de ‘parkeerservice’.
Sommigen gebruiken de kerk ook voor sociale redenen. Ze gebruiken de crèche en de kinderdienst als een oppas, zodat ze even ontspannen kunnen zitten, of als een middel om mensen van hun eigen leeftijd te ontmoeten. Of ze genieten ervan te luisteren naar het koor, of naar de praise-band. Een paar lauwe echtgenoten vertelden mij openlijk dat ze voornamelijk naar de kerk komen, omdat dat goed is voor ‘hun zaken’.
Auw!
Als contrast, kan men de cultuur van een huiskerk illustreren door een Indiaanse man aan te halen, die door een vriend van mij werd bezocht. Hij vertelde mijn vriend: “Jullie Amerikanen prediken een ander evangelie dan wij doen. Jullie vertellen mensen dat als ze Jezus aannemen als Heer, ze gezond zullen worden, ze geld zullen krijgen, ze een gezin en een zaak zullen krijgen. Wij zeggen tegen mensen, dat als ze Jezus aannemen, ze hun gezondheid zouden kunnen kwijtraken, hun geld, misschien hun gezin, of hun zaak, Ja, zelfs hun eigen leven.”
Mensen in een huiskerk hebben andere prioriteiten. De relaties die er zijn binnen een huiskerk zijn zo rijk dat we andere mensen daar graag bij willen betrekken en dus kijken we waar die mensen van vrede zijn binnen onze invloedssfeer, familie, gemeenschap en werk, zodat we ze beter zullen leren kennen en dan kunnen uitnodigen in onze woonkamers.
Wij in huiskerk denken erover na hoe we anderen deel kunnen laten zijn in onze levens; traditioneel denken wil anderen deel laten zijn van programma’s.
Huiskerk is rommelig. We leren elkaar kennen en bidden voor elkaar en we houden wekelijks bij hoe het daarmee staat. We weten wanneer iemand een moeilijke financiële tijd doormaakt en we hebben de gelegenheid en verantwoordelijkheid om daar iets aan te doen, zowel individueel en als (huis) gemeente.
De traditionele kerk is grotendeels gereduceerd tot een theorie. Je kunt geld geven aan een programma zonder iemand persoonlijk te kennen en hun situatie. In huiskerk leer je die persoon kennen voor wie de formules niet werkten. Je deelt hun pijn, hun overwinningen.
Huiskerk is betrokken christendom. In plaats van aan programma’s te geven, waar specialisten in een bepaald ‘gebied’ naar de gevangenissen gaan of voedsel naar de behoeftigen brengen. Of kleding distribueren of klusjes doen bij iemand thuis. Diegenen in een huiskerk worden de ‘specialisten’ voor de mensen in hun midden. WIJ brengen zelf het voedsel. WIJ geven geld zodat een rekening betaald kan worden en WIJ werken aan iemands huis.
Ruimer denken
Traditionele kerken zijn van nature naar binnen gericht – dat is geen aanklacht, gewoon een feit. Van nature gaat het erom mensen aan te trekken, waardoor er geld binnen komt en er vrijwilligers zijn om de visie van de kerk uit te kunnen dragen. Tijdens mijn onderzoek was de eerste vraag die pastors mij stelden: “hoe hou ik de achterdeur gesloten?” (zodat mensen niet weggaan) en tevens: “Hoe laat ik mijn gemeente of school groeien?”
Daarom is hun denken gericht op het oplossen van die problemen. Als er een sociale nood is – begin een programma (kleding, bus, voor singles, pasgetrouwden). En dat denken komt ook in de gemeente: als deze kerk mij niet helpt bij mijn noden of die van mijn gezin, dan gaan we weg en zoeken we een andere gemeente die dat gewenste programma wel heeft.
In huiskerk zijn mensen die de relaties die ze hebben binnen die huiskerk, waarderen als een fundament in Christus. Daarom worden de oplossingen voor problemen gevonden via die relaties. Iemand is net geopereerd en heeft hulp nodig – er wordt iets georganiseerd door de mensen die bij elkaar komen om die persoon te helpen. Want als er één lijdt, lijden we allen – niet als een programma, maar als een reactie op een nood.
Wordt er niet in de noden van jonge gezinnen voorzien? Begin een aparte groep met die gezinnen en begin andere ontkerkte Christenen uit te nodigen of mensen van vrede, niet Christenen. Heeft iemand geen vervoer om naar de bijeenkomsten te komen, JIJ haalt ze op en brengt ze weer thuis.
We denken niet meer: ‘als er niet in onze behoeften voorzien wordt, gaan we naar een andere gemeente’, maar eerder ‘hoe kan ik bijdragen aan de oplossing van dit probleem? Welke voorziening heeft de Heer gemaakt voor ons binnen de huiskerk familie? Hoe kunnen we naar buiten gericht zijn en anderen brengen naar de rijdom die we hebben in deze relaties in de huiskerk?
En….
Huiskerk bijeenkomsten vereisen voorbereiding, voornamelijk voor de leider(s) van die dag. Dit is niet iets voor mensen die achterover willen zitten en niets willen bijdragen of delen. Wie er die dag leidt, moet dat serieus nemen, tijd doorbrengen in het Woord en gebed om van de Heer de richting voor die bijeenkomst te ontvangen. Als diegene die leidt, dit niet doet, wordt de huiskerk een sociale bijeenkomst, waarbij er eten is, gezelligheid en wat gebed, maar waar geen vast geestelijk voedsel gegeven wordt en dan stagneert het.
Huiskerken komen met een doel bij elkaar: de mensen en hun groei in Christus als prioriteit.
Volgende week de laatste van deze serie…..hoe begin je, hoe wandel je in liefde met zoveel diverse mensen, en meer!
--…-.-.-
Hoe begin ik een huisgemeente?
De meest gestelde vraag die ik krijg, is: “Hoe vind ik een huiskerk in mijn omgeving?” met daarop volgend: “Hoe begin ik een huiskerk?”
In de Schrift vinden we de namen van verschillende mensen die de oorspronkelijke gastheren/leiders waren van hun eigen huiskerk. Lydia in Philippi, Jason in Thessalonica, Titus Justus en Crispus in Corinthe, Priscilla en Aquila in Efeze (en een andere keer in Rome), Philemon in Colosse, een vrouw genaamd Nymphas, in Laodicea.
(Hand. 16:15,40; 17:5; 18:7-8, 1 Cor. 16:19; Rom. 16:3-5, Coll. 4:15, Philemon 2)
Het patroon dat we zien, is dat meestal de volledige last niet op één persoon alleen rust – ze hadden hulp. Als voorbeeld zien we dat Lydia medewerkers had: de gevangenisbewaarder en zijn gezin. Philemon had werknemers, en in Corinthe werkte de Joodse leider van de synagoge samen met de Romein Titus Justus. Klaarblijkelijk waren Priscilla en Aquila, een echtpaar, begiftigd met de gave van gastvrijheid, want er wordt genoemd dat zij de gemeente bij hen aan huis hadden, zowel in Rome als in Efeze – waar ze waren hadden ze gemeente aan huis.
We hebben gemerkt dat hetzelfde patroon nog zo werkt; tenzij iemand de gave van gastvrijheid heeft, is het nodig om op een bepaald moment met iemand samen te werken. Misschien kun je als je net begint, zowel gastgezin als leider zijn, maar meestal brengt de Heer iemand tot je die geestelijk op hetzelfde spoor zit, om de lasten te dragen. Dan is het goed om elke week van huis en van leiders te roteren, om de last te verdelen en zo iedereen geestelijk verder te krijgen. Als je op een bepaald moment niet begint met het roteren van leiders en van huizen, worden de diensten een miniatuur van waar we uit gekomen zijn, in die zin dat iedereen naar dat ene echtpaar of leider kijkt, die ‘het woord’ zal hebben.
Opzettelijk
Veel huiskerken beginnen door ontkerkte vrienden die andere ontkerkte vrienden uitnodigen voor een maaltijd, wat gebed, aanbidding, studie van het Woord – en door te praten over huis gebaseerde gemeente. Huiskerken verschillen van gebedsbijeenkomsten of Bijbelstudies omdat diegenen die aanwezig zijn, serieus zijn en doelgericht zijn, ze weten waarom ze samenkomen op regelmatige basis.
We gebruiken het woord ‘opzettelijk’ in verschillende toerpassingen hier in onze Tulsa kerken. We komen doelgericht en met opzet samen, we weten waarom en hoe we samenkomen, we zijn opzettelijk buren en met opzet hebben die mensen een prioriteit in ons leven – in gebed, in omgang, in communicatie tussen bijeenkomsten in.
Iemand kan niet een huisgemeente beginnen zonder dat zorgvuldig overwogen te hebben. Het is niet zo maar een bijeenkomst, om de week op te vullen, het is opzettelijk Christendom, geloof gebaseerd op relaties en gemeente zijn gebaseerd op relaties.
Beginnen
Aan het begin van deze serie heb ik het gehad over de instructies van Jezus, uit Lucas 10, over het vinden van mensen van vrede. Dit zijn mensen die jou geaccepteerd hebben, nog voor ze Jezus aangenomen hebben. Dat kan familie zijn, of vrienden/buren, mensen in je omgeving, en collega’s. Het zijn mensen binnen jouw invloedssfeer. Er zijn velen die prefereren naar een huiskamer te komen, in plaats van naar een kerkgebouw.
Dus begint het meestal op kleine schaal, vaak met één of twee anderen. Nuttig samen een maaltijd, neem de tijd voor gebed en aanbidding en een gesprek…..zo begint het. Dat gezegd hebbend, ik weet van een echtpaar dat iedereen uitnodigde die ze kenden en die ontkerkt waren. Ze begonnen gelijk met 6 of 7 stellen en hun gezinnen!
Doelgericht gebed
Wanneer een huisgemeente bij elkaar komt, kan variëren. Als men zich de serieusheid realiseert van wat men doet, is mentaal de sprong gemaakt dat dit meer is dan vrienden die gezellig bij elkaar komen om te eten en een goede tijd met de Heer te hebben – dit is hun geestelijk thuis en hun geestelijke familie.
Als dat gebeurt, wordt soms de overstap gemaakt om Zondagochtenden bij elkaar te komen, soms op zaterdag, soms op een doordeweekse avond – maar de mentale verandering komt als men beseft dat dit gemeente zijn is, dat dit de geestelijke familie is.
Hier is een voorbeeld van hoe het kan gaan: men komt binnen en praat het eerste half uur bij met elkaar. De gastheer/vrouw heeft wat drinken, of koffie met lekkers klaargezet – iets eenvoudigs.
Na zo’n half uurtje, kan de gastheer/vrouw of de leiders van die ochtend, beginnen door te vragen of er gebedsverzoeken zijn…..als iedereen dat gedeeld heeft, begint iedereen met bidden voor die noden. Op zo’n moment kan er van alles gebeuren – misschien willen mensen persoonlijk gebed en zullen anderen de handen opleggen. Misschien heeft de Heer wat te delen doormiddel van de gaven van de Geest, of er is gewoon gebed.
Afhankelijk van de gaven van de leider, kan de groep beginnen met aanbidding, of misschien gaat men verder met gebed en de gaven van de geest, of men begint een studie van het Woord of wat er ook op het hart van de leider is voor die bijeenkomst.
Doelgerichte aanbidding
Aanbidding komt vanuit het hart, geboren uit een bestaande intimiteit en levendigheid die iedereen heeft met de Vader en met Jezus. En een echte aanbidder kan op elk moment in eigen woorden de Vader en Jezus grootmaken en liefde uiten voor Hem. Ze hebben geen cd of instrument nodig en als die er wel zijn, is dat een aanvulling op een al bestaande melodie in het hart van de aanbidder.
God troont op de lofzangen van zijn volk, dus als mensen in een huiskerk geen aanbidding vanuit hun hart kennen ( of niet willen leren hoe eigen woorden en melodieën te ontdekken), zal het niet zo waarschijnlijk zijn dat de manifeste aanwezigheid van de Heilige geest (en de gaven van de Geest) aanwezig zijn in die bijeenkomst.
Soms willen mensen gedoopt worden met de Heilige Geest, maar hebben moeite om in tongen te spreken. In veel van die gevallen weten ze niet hoe ze moeten aanbidden als ze alleen zijn, hoe ze op kunnen gaan in de Geest in hun uiting van liefde aan de Vader.
Even terzijde: de meeste ‘grote’ genezingen die ik zelf heb ervaren of die ik bij anderen gezien heb, gebeurden tijdens aanbidding; iemand die zo opgaat in zijn liefde voor de Vader en Jezus. Slechts het zijn in de aanwezigheid van de Vader, geneest, omdat er bij Hem geen gebrek is.
Logisch, het Griekse woord voor aanbidding is ‘proskuneo’. ‘pros’ betekent ‘naar’, ‘toe’, en ‘kuneo’ is: ‘te kussen’. Aanbidding is daarom het opzettelijke (naar, toe) kussen van de Vader God – een volledige uitdrukking van liefde – en Hij zoekt diegenen die vanuit hun geest en waarheid (pure motieven) Hem willen aanbidden.
Maar als je zegt: ‘laten we aanbidden’, en er is geen muziek of tekst, weten veel mensen niet hoe die liefde aan de Vader tot uitdrukking te brengen. Dat is één van de redenen dat Paulus zegt: “spreekt onder elkander in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zingt en jubelt de Here van harte. En dankt te allen tijde.”(Efeze 5:19,20)
(dus misschien is het goed voor een huiskerk om bewust studie te doen over aanbidding en om een tijd lang geen cd aan te zetten, totdat mensen leren hoe te aanbidden en hoe ze hun eigen woorden kunnen gebruiken, in plaats van de tekst van iemand anders en zo de Vader God te vertellen waarom ze van Hem houden en van Jezus)
Opzettelijk Woord
De dingen van God houden het Woord en de Geest in – beide elementen moeten aanwezig zijn. heb je de Geest zonder het Woord, dan raken de mensen uit balans. Maar heb je het Woord zonder de Geest, dan wordt het droog en saai.
Als mensen in een huiskerk niet willen delen vanuit hun hart – als zij zich niet mentaal voorbereid hebben om actief te zijn en ook iemand de handen op te leggen bijvoorbeeld, of niet verwachten dat God iemand anders een woord wil geven door hen heen – dan zal een huiskerk stagneren.
In veel bijeenkomsten zal het levendige gebed en aanbidding vanzelf leiden tot een studie en een gesprek over het Woord. In de praktijk kan de volgorde anders zijn, afhankelijk van hoe de leider zich geleid voelt voor die bijeenkomt.
Nu worden mensen nerveus – de verwachting die er is dat zij een studie of een boodschap zullen hebben. Maar in een huiskerk is alles gericht op de gesprekken met elkaar; het is niet preekgericht. Vele geweldige tijden in de Heer zijn begonnen doordat iemand slechts een enkel vers had, of een eenvoudige gedachte deelde. Anderen zullen aanvullen, omdat het er om gaat te delen met elkaar….ontspan je, vertel wat er op je hart is, het is veilig.
Paulus zei tegen de Korintiërs: “telkens als gij samenkomt heeft een ieder iets; een psalm (aanbidding/gebed), lering (iets dat God mij nu of een andere keer geleerd heeft), of een openbaring (iets dat God je heeft laten zien), of een tong of een uitlegging (da gaven van de geest)”. 1 Cor. 14:26
Het is afhankelijk van de manier waarop God degene geschapen heeft, die leidt, hoe de dienst zal verlopen. Is iemand meer begenadigd in voorbede, dan zal hij iedereen in gebed en aanbidding leiden. Een leraar zal een studie uit het Woord doen, of iemand heeft een gedachte die de hele week terugkomst en wat hij graag wil delen (een openbaring) – en vandaar gaat het verder.
Het punt is, dat het doelgericht is. Wie er gaat leiden, zoekt de Vader voor de komende dienst. Bij mij gaat het zo, en ik heb gemerkt dat anderen dat ook zo ervaren, dat zo tegen woensdag (voor een zondag bijeenkomst) de Vader een gedachte of een vers, of Psalm, of openbaring op mijn hart legt – daar denk ik dan een aantal dagen over na. Het is natuurlijk, en gemakkelijk omdat men zichzelf kan zijn, zoals de Vader richting geeft.
Doelgerichte relaties
Een huiskerk bestaat uit mensen die te gast zijn in iemands huis, die elkaar leren kennen. Één van onze fundamentele verzen is dan ook Galaten 2:9: “en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten……reikten Jacobus, Kefas en Johannes mij en Barnabas de broederhand…”
De genade onderscheiden is essentieel om mensen te kennen en om van mensen van verschillende leeftijden, rassen, achtergronden en levens ervaringen te kunnen houden. De genade onderscheiden, in het bovenstaande vers, wil zeggen dat Petrus en de anderen tot de Joden waren geroepen en Paulus tot de heidenen, en toch hadden ze een relatie en gemeenschap met elkaar. Later schrijft Petrus dat sommige dingen die Paulus geschreven had, moeilijk te begrijpen was. Dat houdt in, dat ook al begreep hij niet volledig Paulus’ roeping, onderwijs of levenservaring, hij wel de genade in hem zag en daardoor van hem hield. (2 Petr. 3:16)
Dit wil zeggen dat we Jezus zoeken in iemand – als je Hem vindt in iemand en wat Hij gedaan heeft in hen, blijkt hun verleden, afkomst, sociaal-economische status, ineens niet meer relevant te zijn. Op die manier wandelen we in liefde met mensen die heel anders zijn dan wijzelf – in je geest Jezus in hen opmerken, en Hem liefhebben in hen.
Huiskerken maken verschillende stadia mee. We hebben gemerkt dat de eerste 90 dagen iedereen zich op zijn best gedraagt. In de periode van 3-6 maanden (als ze blijven), ontstaan er persoonlijke conflicten en mensen moeten dan leren de genade in elkaar te ontdekken.
De periode van 6-9 maanden is een periode van door dit alles heengaan, leren om actief deel te hebben in de diensten, leren in liefde te wandelen, en rond de 12 maanden is er een kerngroep van vrienden die geleerd hebben om met conflicten om te gaan, en ze genieten nu van elkaars gezelschap. Ergens in de periode van 6-18 maanden begint een huiskerk naar buiten gericht te worden, en nodigt men anderen uit – al kan dit enorm variëren.
Doelgericht verbonden
Als laatste, in het Nieuwe Testament waren er geen huiskerken die op zichzelf stonden. Velen begonnen wel op zichzelf, zoals in Handelingen 11 in Antiochië, of Handelingen 16, in Philippi. Maar op een bepaald moment zocht men verbonden te zijn met een apostel en een groter netwerk van huiskerken. Vanuit die relaties schreven mensen met elkaar, reisden heen en weer, zonden geld naar elkaar – ze waren met elkaar verbonden.
Het moet een discussiepunt geweest zijn in Corinthe, want volgens 1 Cor. 3 handelden ze als niet wedergeboren mensen, ze waren zo bezig met nijd en twist over dit punt – sommigen wilden verbonden zijn met Apollos, sommigen met Paulus – hij zei dat het geen twistpunt zou moeten zijn en ze gedroegen zich als baby’s. Later, in hoofdstuk 9, zegt hij dat hij het meest gebruikt was in hun geestelijk leven en dat ze hem zouden moeten steunen, maar het punt is dat ze verbonden wilden zijn.
In Antiochië, eenmaal verbonden met de leiders in Jeruzalem, zond men een offer om zo te helpen voor als de geprofeteerde hongersnood er zou zijn en Paulus dankte de gemeentes in Philippi (in het huis van Lydia begonnen) daarvoor, terwijl hij een gemeente begon in Thessalonica – ze wilden Paulus helpen met het uitbreiden van andere gemeentes (Hand. 11:29, 16:40-17:1-8, Phil. 4:15,16)
En in 2 Cor. 8 ontvangt Paulus een offer van de Korintiërs, voor de leiders en gelovigen in Jeruzalem, en opnieuw noemt hij dat de huiskerken in Philippi en omstreken (Macedonië), ook gaven. Dus Philippi was verbonden met Thessalonica en ook met Corinthe en allen waren verbonden met Paulus, die ook in relatie stond met Jeruzalem…..en ga zo maar door.
Wij streven ernaar te doen wat Paulus deed – hij bouwde relaties, niet een netwerk. De netwerken en die relaties ontstonden in de loop der tijd op een natuurlijke manier, maar het ging om de relaties.
En daarom is dit fundamentele vers zo belangrijk, uit 2 Cor. 1:24: “Niet dat wij heerschappij voeren over uw geloof, nee, wij zijn medewerkers aan uw blijdschap, want door het (uw eigen) geloof staat gij vast”.
Noch Paulus noch wij hebben heerschappij over iemands geloof – iedere huiskerk is onafhankelijk en een echte kerk. Ons deel als leiders, en als anderen binnen het netwerk, is om helpers van je blijdschap te zijn. en daar is grote vrede in te vinden.
Wees doelgericht, je kunt het, je staat niet alleen!
John Fenn
www.supernaturalhousechurch.org