Dag allemaal,
Ik heb gekeken hoe het Nieuwe Testament definieert wat een Christen is en dat vergeleken met hoe dat vandaag de dag is. Als startpunt koos ik de uitroep van David in Psalm 51:”Verwerp me niet van Uw aangezicht”. Één verschil dat ik zie is dat de gelovigen van de eerste eeuw verlangden naar Zijn aanwezigheid en dit zochten in andere gelovigen, door om te gaan met en deel te zijn van het leven van andere gelovigen. Vandaag de dag zijn er velen die weglopen voor relaties met andere gelovigen.
Ik was een tiener toen ik tot geloof kwam en zocht wanhopig naar Zijn aanwezigheid. Ik zocht Zijn aanwezigheid in het Woord. Dat is hetzelfde als met de discipelen in de tijd van Paulus – ze zochten diegenen die met Jezus waren geweest om te horen wat Hij had gezegd. En met grote honger lazen ze de geschriften van de apostelen – ons Nieuwe Testament.
Ik zocht Zijn aanwezigheid in aanbidding. Dat deden ook de discipelen in de tijd van Paulus – verschillende verslagen in de bijbel en daarbuiten, spreken van hun huissamenkomsten die vol waren van aanbidding, het spreken tot elkaar in psalmen, gezangen en geestelijke liederen wanneer ze een nieuw lied maakten in hun hart tot de Heer.
Ik zocht Zijn aanwezigheid door met andere discipelen verbonden te zijn. Dat is hetzelfde als met de discipelen in de tijd van Paulus – ze waren betrokken in het leven van anderen. In zoverre dat ze hun basisbehoeften openlijk met elkaar deelden en daar aan tegemoet kwamen. Karakters ontwikkelden zich terwijl ze, terwijl ze rekening hielden met elkaar en ze werkten er hard aan om de vrede te bewaren in liefde.
Opnieuw: rechtvaardigheid komt door geloof in Jezus Christus. Maar rechtvaardigheid wordt slechts geopenbaard te midden van relaties, want het is in die relaties dat we bewijzen dat Christus in ons is – met alle liefde, geduld, vergeving en volharding. Dat vraagt om goede vrienden te hebben in het geloof.
Vandaag de dag kunnen Christenen Zijn aanwezigheid zoeken in Woord en aanbidding, maar laten op vele manieren na dit te doen met andere gelovigen;door elektronisch ‘in contact’ te blijven met het lichaam van Christus, door anoniem te blijven in een traditionele kerkstructuur, door verschillende kerksamenkomsten te bezoeken door de hele stad zonder risico te lopen dat mensen hen leren kennen. Ze zijn ‘virtuele’ Christenen – niet wat het Nieuwe Testament definieert als een discipel, maar een virtuele, één die er op lijkt maar niet met inhoud omdat hen de relaties ontbreekt die we omschreven zien in het Nieuwe Testament. En die relaties zijn essentieel voor het zijn van een discipel van Jezus.
Dieper in details
Hebr.10:25 draagt ons op:”…onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen…….”. Dit is het enige vers in het NT die diegenen aanspreekt die ‘weggevallen zijn’ van relaties met andere gelovigen. Dit maakt duidelijk dat het een relatief zeldzaam fenomeen was in de eerste eeuw.
Het woord ‘verzuimen’ hier is 'enkataleipo'. Het woord 'leipo' (long o) is ‘vertrekken’. Het woord 'kata' is slecht, heel slecht - sterk negatief. Het woord en’ is ‘in’. Letterlijk betekent ‘verzuimen’ :door te vertrekken is het slecht’. Ook het woord ‘gewoon zijn / gewoonte’ is interessant, dat is ‘ethos’. Het betekent het karakter van iemand geuit in houding, gewoonte en geloof.
Dit samenvoegend stelt de schrijver van de Hebreeën dat het ‘slecht vertrek’ is om een houding, gewoonte en geloof te hebben van het verzuimen van de onderlinge samenkomst. Au!! Waarom wil iemand Gods aanwezigheid alleen maar zoeken in Woord en/of aanbidding, maar is bereid om Zijn aanwezigheid in anderen op te geven? Eerst…
Wat David zei in Psalm 51
Het woord ‘aanwezigheid’ in onze tekst van Psalm 51:11 is 'paniym' (paw-neem; Strong's #6440) en komt van de stam 'paneh' (paw-neh) dat ‘gezicht’ betekent. Letterlijk betekent het ‘te kijken naar’ of ‘voor iemands gezicht of blik’. David riep het uit: Draai uw gezicht niet weg van mij! Stop er niet mee om naar mij te kijken Oh Heer! Ik honger naar uw manifeste aanwezigheid die ik voel door uw Geest!
Dat sommige gelovigen zich terug zouden trekken van Zijn aanwezigheid, Zijn gezicht, zoals manifest door andere gelovigen, geeft het antwoord: wanneer gelovigen elkaar leren kennen in het leven en moeiten van elke dag, dan is dat de blik van God die naar beider leven kijkt.
Wanneer anderen ons tegen de haren in strijken, dan vragen we: ben ik het of zijn zij het? Wat kan ik doen om in deze situatie meer op Christus te lijken? Het is rechtvaardigheid dat bewezen wordt door interactie van relaties waardoor we feitelijk groeien en veranderen. Zó passen wij het Woord toe – om te horen en het niet te doen, misleiden we onszelf (Jak.1:22)
Waarom worden sommigen ‘Virtuele Christenen’?
Het komt vaak door angst of verandering, angst voor het onbekende, angst om zichzelf open op te stellen en misschien door gekwetst te zijn, soms door koppigheid om niet te willen veranderen. Het is minder werk om een geestelijk eiland te zijn dan om mensen te leren kennen. Dat betekent immers verandering omdat God ‘kijkt naar ons’ door de ogen van anderen. Dat betekent toewijding en maakt dat we het Woord toepassen dat Christus inderdaad in ons woont.
In vers 6 van Ps.51 zei David:”Gij wilt waarheid in het verborgene, in het geheim maakt Gij mij wijsheid bekend”. Het ‘verborgene’ betekent geest en ziel want het lichaam is niet verborgen. Het verborgene is de geest en waar God de wijsheid neerlegt. Wanneer David op het punt staat om in vers 11 uit te roepen ‘Verwerp mij niet van uw aangezicht, en neem uw Heilige Geest niet van mij”, zegt hij eerst ‘U wilt waarheid in mijn binnenste’!
Een virtuele Christen moet bereid zijn om de waarheid van zijn of haar eigen hart onder ogen te zien. Ze moeten de problemen onder ogen komen die de oorzaak zijn dat ze virtueel geworden zijn in plaats van wat de Bijbel een gelovige noemt. Ze moeten riskeren om relaties aan te gaan met andere gelovigen zelfs als dat groei en verandering en ja, pijn betekent.
David ging verder in Ps.51:16-17:”Want Gij hebt geen behagen in slachtoffers, dat ik die brengen zou; aan brandoffers hebt Gij geen welgevallen. De offeranden Gods zijn een verbroken geest; een verbroken en verbrijzeld hart veracht Gij niet, o God”.
Uiteindelijk kan een Virtuele Christen niet terug vallen op het verleden: God kijkt naar een nederig en verbrijzeld hart als een manier van leven nu. Maar voor velen zou dat betekenen dat hun hart het uitroept voor Zijn aanwezigheid ongeacht waar het wordt gevonden. In Woord, in aanbidding, en binnen bewezen relaties, ongeacht de kosten voor trots of risico om gekwetst te worden – het nederig hart roept uit zoals David deed: ik moet Zijn aanwezigheid hebben!
Volgende week nieuw onderwerp,
Zegen,
John Fenn / vertaling WJM
www.supernaturalhousechurch.org