Vorige week deelde ik dat Jezus zonder ophouden in de glorie en kracht van Zijn opstanding leeft, en door de nieuwe geboorte leeft onze geest in ons in de altijd aanwezige, eeuwige conditie van ‘is opgestaan’.
Mijn gedachte vandaag gaat uit naar hoe de prijs die Jezus betaalde aan het kruis ook tijd en ruimte overspant, maar op een andere manier. Laat mij dat uitleggen:
Onze geest is wedergeboren en bekrachtigd door het leven van God dat door het ‘is opgestaan’ van Jezus verkregen werd. Onze ziel wordt vernieuwd naar de ‘is opgestaan’ waarheden, in een proces dat wij discipelschap noemen. Maar onze ziel en geest zitten gevangen in een gevallen lichaam, van aarde gemaakt, dat voortdurend de kant van de wereld op wil gaan. Op een dag zullen we een verheerlijkt lichaam hebben, gemaakt van hemels materiaal, dat van nature niets anders wil dan God behagen, zoals onze geest dat nu al wil. Maar voor nu leven we in dat aardse lichaam.
Dat is de reden dat er een levenslang gevecht is tussen onze ‘is opgestaan’ bekrachtigde geest en ons ‘doe je eigen ding’ lichaam, waarbij onze ziel het strijdtoneel is tussen de strijdende partijen*.
(*Galaten 5:17, Jacobus 4:5)
De ene dag zitten we emotioneel en mentaal op de top van de berg, klaar om de draak te verslaan, en de volgende dag zwichten we voor de zonde(s) die we haten in onze geest, maar waar ons vlees van houdt.
Het kruis dat tijd overspant
Toen Paulus schreef “toen wij (nog) zondaren waren, stierf Christus voor ons” in Romeinen 5:8, was het nog maar ongeveer 20 jaar na het kruis, wat wil zeggen dat hij aan mensen schreef die in Rome woonden en leefden in de tijd dat Jezus in Israël naar het kruis ging.
De oorspronkelijke lezers van zijn brief aan de Romeinen konden met instemming hun hoofd knikken toen zij deze zin lazen, en elkaar vertellen wat zij aan het doen waren in de lente van het jaar dat Jezus stierf.
Wij leven 2.000 jaar later en al is dat vers in veel preken gebruikt, het is voor ons niet accuraat te zeggen “terwijl wij (nog) zondaars waren, is Christus voor ons gestorven,” omdat wij nog niet eens geboren waren; dat was pas meer dan 1900 jaar later!
Een veel nauwkeuriger inzicht voor ons is te vinden in 2 Timotheüs 1:9, geschreven vlak voor de dood van Paulus, in het midden van het jaar 60 na Christus, aan Timotheüs in Efeze. Dit werd door mensen gelezen waarvan de meerderheid pas na het kruis geboren werd:
“Die (God de Vader) ons behouden heeft en geroepen met een heilige roeping, niet naar onze werken, maar naar Zijn (de Vaders) voornemen en genade, die ons in Christus Jezus gegeven is vóór eeuwige tijden.”
De tijd-tornade
We spreken er vaak over dat onze zonden aan dat kruis waren, 2000 jaar terugkijkend. En we lezen over heiligen in het Oude Testament zoals *Abraham en **David, die in de tijd vooruit keken en door de Geest het kruis zagen dat op een dag de prijs voor hun zonden zou betalen. (*Hebreeën 11:17-19, **Handelingen 2:25-28, 31)
Dat betekent dat de Vader aan het kruis iets deed wat boven de wetten van de natuur uitsteeg; Terwijl Hij op een specifiek moment in de tijd Zijn Zoon aan het kruis observeerde, oversteeg Hij tijd door alle zonden vanaf de zonde van Adam tot het punt van het kruis, bij elkaar te nemen en op Jezus te leggen. Tegelijkertijd keek Hij op dat moment ook vooruit in de tijd naar alle toekomstige zonden die wij ooit zouden plegen en alle verleden, heden en toekomstige zonden werden op dat moment, tegelijkertijd, aan het kruis gedaan.
Alsof er een hemelse reus boven het kruis stond en Hij met één arm in de tijd terug reikte, naar het begin van de geschiedenis van de mens en met die arm alle zonden in Zijn machtig bereik bij elkaar veegde, terwijl Hij gelijktijdig met Zijn andere arm in de tijd vooruit reikte naar het eind van de geschiedenis van de mens, en alle toekomstige zonden binnen Zijn bereik bij elkaar veegde om daarna Zijn armen samen te brengen om alles bij Jezus op het kruis te leggen.
Paulus zegt in 2 Timotheüs 1:9 dat, in het denken van de Vader God, Hij dit al deed voordat Hij de fysieke wereld schiep en dat opvolgde tot het kruis, wat het moment was dat tijd het Plan inhaalde.
Hij bracht alle zonden uit het verleden, heden en toekomst samen naar één moment en één geografische locatie, naar Zijn Zoon op dat kruis. Het is geen wonder dat Jezus, die altijd de Vader ‘Vader’ genoemd had, nu in doodsstrijd uitriep, toen hij het gewicht van de zonde van de wereld op Hem voelde: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?”
De test of iets een menselijke of goddelijke oorsprong heeft
De mens beschrijft dingen met wat bij hem bekend is: een voorbeeld: als we een modern vliegtuig 500 jaar terug in de tijd zouden kunnen brengen, zouden de mensen die toen leefden het omschrijven als een gigantische vogel.
Dit laat zien dat de beschrijving van het vliegtuig een menselijke oorsprong heeft, omdat zij het relateren aan wat zij al kennen. Een buitenstaander – een hemelse – bron van informatie zou in dit voorbeeld precies beschrijven wat het was: een vliegende machine door de mens gebouwd om mensen en goederen te vervoeren.
Evenzo zien we dat scheppingverhalen die de schepping van de wereld benoemen door dingen die bij de mens bekend zijn, daarmee laten zien dat de bron een menselijke is – niet een goddelijk. Dus als verschillende oude godsdiensten zeggen dat de aarde op de rug van een schildpad gedragen wordt, kunnen we weten dat dit natuurlijke kennis is. Om een ander voorbeeld aan te halen, Job 26:7 noemt duidelijk dat God “de aarde ophangt aan het niet,” wat aangeeft dat de kennis die geopenbaard werd over de ruimte en de aarde, van buiten de mensheid afkomstig is.
Het kruis en de opstanding – beiden openbaren goddelijke kennis
En zo kunnen we weten dat de beweringen over zowel het kruis als de opstanding, niet van de mens uitgegaan zijn, want hun beweringen bevatten een kennis dat uitstijgt boven informatie die gerelateerd zijn aan natuurlijke dingen rondom hen.
De schrijvers van het Nieuwe Testament beweerden niet dat het verhaal van 1 man die voor de zonden van de wereld aan het kruis hing, beperkt was tot die tijd en ruimte en tot de dingen die op hun levenservaring betrekking hadden. In plaats daarvan schreven zij hoe God tijd overspande om alle zonden uit het verleden, heden en toekomst te nemen en die allemaal op die ene mens, Zijn Zoon, te leggen, om de mens van de dood terug te kopen.
Die man uit het verleden, die niet de mogelijkheid had sneller dan een paard te reizen, schreef over het kruis dat de tijd overspande om zonden uit het verleden, heden en toekomst, bij elkaar te brengen naar die ene gebeurtenis, iets wat zijn denken en zelfs zijn voorstellingsvermogen te boven ging.
Evenzo met de man en vrouw die beweerden dat Jezus uit de dood was opgestaan; zij vertelden hun ervaringen niet op een manier die door menselijke kennis beperkt werd – alsof Jezus slechts nieuw leven ingeblazen kreeg of dat iemand het lichaam gestolen had. Niemand beweerde bijvoorbeeld dat een gigantische schildpad Hem naar de hemel had gedragen of zo. De context van de wederopstanding was ingesteld door engelen die de gnomic aorist gebruikten ‘Hij is opgestaan’, daarmee aangevend dat Zijn opstanding een conditie van bestaan is dat de tijd overspant en dat het vermogen van mannen en vrouwen (uit die tijd) dit te bedenken, te boven ging.
Voeg daar de ooggetuige verslagen aan toe en de meer dan 500* die Hem tegelijkertijd levend zagen na Zijn opstanding, wat laat zien dat het geen complot, geen leugen en ook geen verzonnen verhaal was en de enige conclusie die getrokken kan worden is dat de opstanding een goddelijk iets was, wat de kennis van de mens oversteeg. (*1 Korintiërs 15:6)
Dus hebben onze zonden een eindig en definieerbaar eind bij het kruis, terwijl wij verbonden zijn met het ‘is opgestaan’ leven en kracht, wat een eeuwige staat van bestaan is.
Wow.
Ik heb geconcludeerd wat Petrus deed, in Handelingen 2:24: “God evenwel heeft Hem opgewekt, want Hij verbrak de weeën van de dood, naardien het niet mogelijk was, dat Hij door hem werd vastgehouden,” wat leidde tot Zijn eeuwigdurende conditie, een staat van bestaan dat ‘is opgestaan ‘ reflecteert – voor altijd vrij en levend – en dat zijn wij ook…door Zijn geweldige genade.
Laten wij samen met Paulus erkennen dat wij het nog niet bereikt hebben, maar dit ene doen we wel: we vergeten hetgeen achter ons ligt en we strekken ons uit naar wat voor ons ligt…en jagen naar het doel, om de prijs der roeping Gods die van boven is, in Christus Jezus.
Volgende week weer een andere gedachte,
tot dan,
zegen,
John Fenn
www.cwowi.org
Mail naar [email protected]om