Vorige week heb ik het over 3 mensen gehad die hun oude manier van denken kruisigden, zodat ze nieuwe gedachten konden gaan denken: De tiener die winkeldiefstallen pleegde en met de verkeerde vrienden omging, het meisje dat een losbandig leven leidde om de leegte in haar hart te vullen, hopend dat iedere jongen waar ze seks mee had, de ‘ware’ zou zijn, en de corrupte zakenman, die contant betaald wilde krijgen en dus geen inkomen opgaf bij de belasting.
Alle 3 brachten zij hun oude gedachten naar het mentale kruis, om zo nieuw leven in hun gedachten te kunnen krijgen: De tiener stopte met stelen en verbrak zijn vriendschap met die jongelui, ondanks de beschimpingen en het hoongelach. Het meisje hield haar relaties puur en richtte zich op het leren kennen van haar hemelse Vader, al werd ze nu door haar vrienden en de jongens waar ze eens mee sliep, afgewezen. De zakenman vroeg er niet meer naar contant betaald te krijgen en als dat wel gebeurde, noteerde hij dat op de juiste manier, terwijl zijn collega’s hun hoofden schudden en er niets van begrepen dat hij nu ineens ‘religieus’ geworden was.
Aan het eind vroeg ik wat er gebeurd zou zijn als zij die gedachten niet gekruisigd hadden
Stel nu dat die 3 mensen bleven wandelen met de Heer, maar dat ieder in hun specifiek gebied openbaring van God afwees en koppig bleef weigeren die oude gedachten te kruisigen? Stel nu dat zij die oude gedachten bleven houden en die juist beschermden? Misschien omdat ze graag geaccepteerd wilden zijn. Misschien omdat ze genoten van het gevoel dat die zonde hen gaf. Of misschien omdat ze dachten dat ze geen plezier meer zouden hebben als ze het zouden opgeven.
Ze zijn nog steeds gelovigen, maar de eerste steelt nu nog af en toe en houdt zijn vrienden aan, terwijl hij ook naar de kerk en naar christelijke concerten gaat. Het jonge meisje houdt van God, maar ook van de aandacht en het tijdelijk genot dat ze heeft van de seksuele contacten, en zij houdt zichzelf voor dat ze nu kieskeuriger is met wie ze slaapt. De corrupte zakenman lijkt aan de buitenkant een leider in zijn gemeenschap te zijn, maar in dit ene gebied staat hij niet toe dat God zijn gedachten beïnvloedt.
Als iemand openbaring van God in een bepaald gebied van zijn leven afwijst, en vast blijft houden aan zijn oude gedachten, zullen die gedachten zich openbaren als incidentele daden, die daarna regelmatige gewoontes worden, om daarna een levensstijl te zijn, en die persoon is dan ‘verdoofd’* in dat gebied – de gedachte is een bolwerk geworden. *Efeziërs 4:19
Hoe bolwerken ontstaan – het niet kruisigen van verkeerde gedachten
Er is een gedeelte in 2 Korintiërs 10:4-5 dat vaak gebruikt wordt in onderwijs over ‘geestelijke oorlogsvoering’, maar vaak gedeeltelijk verkeerd uitgelegd wordt.
“…we trekken niet ten strijde naar het vlees, want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken, zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten en elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus…” 2 Korintiërs 10:4-5
De wapenen van onze veldtocht zijn voor het neerhalen van mentale bolwerken, die redeneringen zijn; geen demonen. Zo kruisig je gedachten. Jij haalt ze neer als zij zich opwerpen tegen openbaring en kennis van Gods gedachten over dat onderwerp.
Het woord ‘bolwerk’ betekent ‘vesting’- het is een militaire term: iemand zoals dat jonge meisje, of die corrupte zakenman met goddeloze gedachten, bewaakt die gedachten, zoals een militair een fort of kasteel verdedigt: argumenterend en je hielen in het zand zetten om weerstand te bieden tegen andere meningen of ideeën.
Deze gedachten zijn bolwerken, die door die persoon verdedigd worden, zodat Gods gedachten en die van anderen over een bepaald onderwerp, buitengesloten blijven. Dat maakt het een bolwerk. Met zo’n iemand valt niet te praten, omdat ze vast blijven houden aan hun goed bewaakte redeneringen en God buitensluiten, en anderen ook, waardoor ze uiteindelijk een eiland worden, en helemaal alleen staan in hun gedachtegang in dat beschermde bolwerk.
Daarentegen zegt Romeinen 12:2 om “Niet gelijkvormig aan deze wereld te worden, maar hervormd (Grieks: metamorphosis, een metamorphose ondergaan) te worden door de vernieuwing van uw denken…”
Er is geen andere manier om als een discipel van Christus te groeien, want het woord discipel betekent ‘leerling’. Leren houdt in het onderzoeken en accepteren van nieuwe gedachten, in plaats van de oude. Wil jij je leven veranderen? Begin met het doden van die oude gedachten en neem nieuw leven op door de gedachten van Christus te denken– over alles!
Zoals de jonge vrouw die de ene relatie na de andere had, denkend dat die ene de ‘ware’ zou kunnen zijn, om de leegte in haar hart te vullen, zo rennen veel christenen heen en weer, van de eneconferentie naar de andere, op zoek naar ‘dat ene’ dat de leegte in hun hart zal vullen of wat hen zal genezen of hun gezin. Maar men kiest ervoor niet de moeite te willen nemen een discipel van Christus te worden en oude gedachten te bestrijden, die gevangen te nemen en te doden op hun eigen kruis. Moeilijk, een kwelling misschien, maar daarom gaf de Heer een kruis als voorbeeld. Hij weet dat het een moeilijk proces is, maar een andere manier is er niet.
Succes tegen bolwerken
Wat mijzelf betreft, ik mocht mijzelf niet. Toen mijn vader ons gezin in de steek liet, toen ik 11 was, deed dat tot in het diepste van mijn wezen pijn. Ik was zonder richting, zocht een vader om geaccepteerd te worden, om een gevoel van eigenwaarde te hebben. En zoals veel kinderen doen, gaf ik mijzelf de schuld van de scheiding, in ieder geval deels, en ik haatte mijzelf daarom.
Nadat ik wedergeboren en met de Heilige Geest gedoopt was, had ik nog steeds dat bolwerk van zelfhaat en het afwijzen van mijzelf, met als gevolg dat ik geen richting in mijn leven had. Ik gaf nergens meer om. Echt nergens.
Maar ik begon te doen wat de Bijbel zegt – mijn denken vernieuwen en zo onderging ik een transformatie in mijn denken. Telkens als er een gedachte van afwijzing of haat in mijn hoofd kwam, ging ik die gedachte tegen met een andere: “Ik deug nergens voor en zelfs de Vader kan mij niet gebruiken/Jezus stierf voor mij, dus natuurlijk wil de Vader mij en kan Hij mij gebruiken naar Zijn wil”. “Ik haat mezelf en ik voel me gevangen/De Vader houdt onvoorwaardelijk van mij, dus zal Hij wel een plan voor mij hebben”.
En vele andere mentale gevechten waren er. Die verkeerde gedachten wilden echt niet gevangenen genomen en aan het kruis gebracht worden – ik moest ze één voor één met geweld neerhalen en ervoor zorgen dat ze stuk voor stuk dood gingen in de tegenwoordigheid van openbaring van mijn Vader, waar al die gedachten leugens bleken te zijn.
Bijna iedere dag kwam ik dat soort gedachten tegen en moest ik ze bedwingen en dat duurde wel een jaar, voordat Zijn gedachten vanzelf kwamen, en ik wist dat Hij onvoorwaardelijk van mij hield en dat ik Hem kon vertrouwen. Het idee niet in Hem te groeien, wees ik af – ik wilde alles van Hem en de enige manier om Hem te kennen, was om te denken zoals Hij, omdat Hij echt niet als mij zou gaan denken.
Mijn vader vergeven, was een vergelijkend proces, wat ik op mijn 16e deed, maar het nam 10 jaar in beslag voordat mijn gevoelens overeenkwamen met mijn beslissing. Ik had in Marcus 11:25 gelezen dat Jezus zei: “Wanneer gij staat te bidden, vergeeft wat gij tegen iemand mocht hebben, opdat ook uw Vader in de hemel uw overtredingen vergeve”. Wat wil zeggen dat vergeving een beslissing is, niet een gevoel. Dus ik besloot hem te vergeven, al voelde ik nog steeds pijn, afwijzing, en boosheid over de onrecht van dat alles.
Dat waren oprechte en gerechtvaardigde gevoelens en ik liet mij niet religieus manipuleren om de feiten van de situatie te ontkennen – het was niet goed wat hij gedaan had en ik had alle recht boos te zijn en mij afgewezen te voelen. Maar die feiten hadden niets te maken met mijn besluit hem te vergeven. De vergeving was er meteen, de gevoelens waar ik mee om moest leren gaan, vanwege de pijn en het onrecht, nam 10 jaar in beslag.
Telkens als een broer of zus van mij iets noemde over ‘de scheiding’ kwamen er opnieuw sterke emoties van haat, boosheid, afwijzing en dergelijke, naar boven. Maar ik moest mentaal, en met vastbeslotenheid, elke gedachte van boosheid en haat ten opzichte van mijn vader, tegengaan met ‘Ik heb hem jaren geleden al vergeven, dus emoties, rustig aan, want hij is al vergeven”. In die 10 jaar deed ik dat keer op keer op keer.
Pas toen ik 26 was, kijkend naar mijn vrouw en zonen en mij afvragend hoe het toch kon dat mijn vader zo maar bij ons weg kon lopen toen ik klein was, waardoor een grote leegte mijn tienerjaren beheerste, realiseerde ik mij dat er nog één stukje onrecht was waar ik in berusten moest, namelijk dat ik als tiener geen vader gehad had. Toen ik dat voor mezelf vastgesteld had, dat die tienerjaren nooit terug zouden komen, en ik min of meer daarin berustte, al bleef het een onrecht, kwam er een totale rust en vrede over mij en mijn gevoelens kwamen nu overeen met die beslissing van 10 jaar terug, om te vergeven. Nu heb ik herinneringen, maar niet langer meer de pijn bij iedere herinnering. Hij was 10 jaar daarvoor al vergeven, maar nu klopten mijn emoties met die beslissing.
Er is geen andere manier om in Christus te groeien, dan het vieze werk te doen door iedere gedachte van de mens/satan tegen te gaan met gedachten die gebaseerd zijn op openbaring van de Vader. Het is een proces, maar het eindresultaat is een getransformeerd denken en leven. Je kunt het!
Volgende week een ander onderwerp, zegen!
John Fenn
www.cwowi.org
Mail naar [email protected]