Ik begon deze serie met te zeggen dat christenen vaak de omgang met een ander verbreken voor de verkeerde redenen, terwijl men de eigenlijke redenen die de Schrift geeft daarvoor, negeert.
Velen van ons hebben meegemaakt dat vrienden, toen we naar een andere gemeente gingen, ons lieten vallen alsof we radioactief afval waren, of men nam aanstoot aan een kleinigheid, en wij hadden geen idee wat we verkeerd gedaan hadden!
Verwarring in het lichaam van Christus
Laten we niet vergeten dat er mensen zijn die weigeren omgang met iemand te verbreken, terwijl men dat wel zou moeten doen: Men blijft loyaal aan een prediker, die scheidt van zijn vrouw en moeder van zijn kinderen, om met de oppas te trouwen, en die direct na de trouwerij weer op het podium staat. Of men blijft loyaal aan de pastor die wekelijks hun hard verdiend geld uit hun zakken manipuleert om er zelf beter van te worden, of een pastor die een kerkcultuur heeft gemaakt dat zo toxisch is, dat als iemand maar de geringste vraag stelt over iets, men beschuldigd wordt een demon te hebben.
Ik wil het Woord onderwijzen in context. Dus ik wil niet dat iemand ook maar denkt dat de lijst van zonden die Paulus opnoemt in 1 Korintiërs 5, een reden is om te breken met familieleden, collega’s, of dat het een reden tot echtscheiding is. Of andere redenen buiten de context waar hij het over had.
Niet over kinderen of werk situaties
Hij sprak niet (noch doe ik dat) over volwassen kinderen die eens met de Heer wandelden, maar nu in één of meerdere van deze zonden leven, noch had hij het over collega’s op het werk.
Voor collega’s: je bent ingehuurd om te werken, niet om te getuigen of te praten over geestelijke zaken, dus doe je werk. Ze vervolgen jou niet, ze willen gewoon dat jij doet waar je voor aangenomen bent: werken. Paulus zei te werken niet met ogendienst, als mensenbehagers, maar als aan de Here, die alles ziet en weet. Laat jouw getuigenis de kwaliteit van je werk zijn.
Voor volwassen kinderen stel ik dit voor: Ze weten dat ze in zonde leven, of dat ze verslaafd zijn, en dat je voor ze bidt. Ze hebben niet de afkeuring van vader en moeder nodig telkens als je ze ziet, noch hoeven ze iedere keer een preek te horen. Wat zij nodig hebben, is dat jij een vader en moeder bent. Romeinen 2:4 zegt: ‘Beseft gij niet dat de goedertierenheid Gods tot boetvaardigheid leidt.’ Laat ze Gods goedheid in jou zien.
Laat ze de trouw van de Heer in jouw leven zien, en spreek wijsheid tot hen. Help ze juiste keuzes te maken, en weet dat geen enkel gedrag van hen de Heer verrast. Bidt voor hen wat Paulus bad, en wat ik regelmatig voor mezelf bidt: Efeziërs 1:17-18 en Colossenzen 1:9 – dat ze de geest van wijsheid en openbaring in Hem zullen ontvangen, dat de ogen van hun hart verlicht worden, dat ze gevuld zullen worden met geestelijke wijsheid en kennis.
Het goede nieuws is dat de man zich bekeerde
Er is goed nieuws over de man van 1 Korintiërs 5. Je herinnert je nog wel dat hij een vaste sexuele relatie met zijn stiefmoeder had, en dat Paulus een oordeel over hem uitsprak en hem aan satan overleverde tot verderf van zijn vlees, voor een vroege dood, zodat hij behouden zou zijn – maar hij bekeerde zich en werd hersteld. Nadat oordeel was uitgesproken, bekeerde hij zich en werd dit geaccepteerd. Dus wat geeft een ware bekering weer?
Paulus zegt in 2 Korintiërs 7:8 over het effect van zijn eerste brief aan hen: “Want al heb ik u door mijn brief bedroefd, ik heb er geen spijt van. Mocht ik er spijt van gehad hebben, ik zie, dat die brief u, indien al, dan toch slechts tijdelijk bedroefd heeft.”
Hij zei dat hij hen ‘bedroefd’ had, wat het Griekse woord ‘lupe’ is. De Amplified Versie zegt ‘pijn.’ Dit is niet alleen maar emotionele pijn en droefheid, maar dieper, geestelijke droefheid. Het was nodig dat een scherp, confronterend woord aan hen, zoals dat van Paulus was, ervoor zorgde dat er een ‘ontwaak’ moment kwam.
Goddelijke droefheid
2 Korintiërs 7:9 gaat verder: “Thans verblijdt het mij, niet dat gij bedroefd zijt geworden, maar dat de droefheid u tot inkeer heeft gebracht, want gij zijt bedroefd geworden naar Gods wil, zodat gij generlei nadeel van ons hebt geleden…”
Goddelijke droefheid en inkeer gaat over God en trekt ons naar hem toe. Valse inkeer is gericht op zelf en weerhoudt iemand van God. Er is een goddelijke droefheid, en dat trekt ons naar Hem toe, waardoor we barmhartigheid ontvangen en genade in een tijd van nood – herstel. Het is een gezond onderdeel van berouw.
Het volgende vers omschrijft het nog meer: “Want de droefheid naar Gods wil, brengt onberouwelijke inkeer tot heil, maar de droefheid der wereld brengt de dood.”
De mensen waar we ons van moeten afscheiden, moeten een goddelijke pijn ervaren in hun hart, dat hen richting God stuurt. God mag een goddelijke droefheid geven, omdat onze harten zich tot God wenden om Hem die toestemming te geven. Hebben zij de Heer toestemming gegeven tot hen te spreken betreffende dit onderwerp? Hebben zij die droefheid ervaren die God wil dat ze meemaken? David deed dat. De man en de gemeente in 1 Korintiërs 5, deden dat.
De Heilige Geest ervaren, of God kennen?
Omdat ware inkeer komt vanuit deze openbaring van God dat we gezondigd hebben, vraag ik mij af, omdat zoveel kerken een kerkervaring geven in plaats van een God ervaring, of mensen slechts kerk-gebaseerde inkeer en formules leren, in plaats van een berouw dat gebaseerd is op een hemelse openbaring, zoals de Bijbel dat beschrijft.
Mensen zijn getraind naar een gebouw te gaan om God te ervaren, in plaats van God zelf gedurende de week in hun persoonlijk leven te ervaren. Een hele gemeente die een ‘Zeg dit gebed na” instructie opvolgt, is ‘bekering’ geworden. Men is getraind God gezamenlijk door middel van aanbidding of onderwijs, te ervaren, maar zodra men de deur uitgaat, kent men Hem niet persoonlijk – men kent Zijn aanwezigheid alleen corporatief.
Omdat zonde iets persoonlijks is, tussen het menselijk hart en God, kan de gemeente weinig hulp bieden in het strijden tegen zonde. Bekering vraagt om een gebed dat vanuit het eigen hart komt, niet iets dat iemand anders denkt te moeten bidden in naam van jou.
Met als gevolg, dat miljoenen christenen machteloos vastzitten in een haat/liefde verhouding met henzelf en God en vraagt men zich af waarom God hen niet bevrijdt, onwetend over het feit dat de kracht over zonde voortkomt uit een openbaring van de Vader, op persoonlijke basis, niet op een gezamenlijke basis.
Indien geen gezamenlijke zalving, dan…
Ik heb mensen week na week naar voren zien komen voor gebed, zonder dat er iets veranderde. Een aantal jaren geleden begon ik een paar mensen heel discreet te vragen naar hun leven en ontdekte een rode draad – allen kwamen naar voren en verwachtten de pastor (profeet, leraar) hun de handen op te leggen en als men maar naar voren bleef komen, zou de Heer, hopelijk, op een dag, als de zalving groot genoeg is, en er die avond een open hemel is, hen aanraken en bevrijden.
De cultuur van ‘iemand legt mij de handen op als sleutel tot mijn doorbraak’ staat in scherp contrast met de Schrift. Bekering is het eerste woord van redding. Hebreeën 6:1 noemt bekering als het eerste kenmerk van het fundament van geloof. Heeft de ‘seeker friendly’, politiek correcte, noem vooral het woord ‘zonde’ niet, en zet niemand onder druk, cultuur, mensen beroofd van redding door ware bekering?
We zijn geschapen als soevereine wezens, wat wil zeggen dat God noch de duivel ons iets kan laten doen. Velen in het lichaam van Christus moeten ruggengraat krijgen, vastberadenheid tonen, en stoppen met te verwachten dat er gezalfde, magische bonen zijn die hun zonde probleem zal oplossen, en men moet zich gewoon bekeren. Heel vaak houdt men meer van die zonde dan van onze aanwezigheid in hun leven, en blijft men vaak liever in die zonde, dan God met hun hele hart te zoeken.
Het is altijd lastiger God te zoeken dan de zonde. De standaard reddingslijn die de kerk naar mensen gooit die zich zouden moeten bekeren, is: ‘Kom volgende week terug en luister naar de boodschap’ (of naar de gastspreker), omdat veel voorgangers de kennis hoe God te zoeken, zelf kwijt zijn geraakt, of nooit gehad hebben in hun eigen leven, dus kunnen ze anderen ook niet leiden.
Praat gewoon met Hem vanuit je diepste hart
Opnieuw, velen in het lichaam van Christus weten wel hoe gezamenlijk te bidden, te aanbidden, onderwijs te ontvangen. En zelfs hoe gezamenlijk tot bekering te komen.
Maar ze weten niet hoe je gewoon tot de Vader kunt spreken, een gesprek met Hem kunt hebben, één op één (noch hoe zich te bekeren op een één op één basis). Zoek redenen om met Hem te praten – vertel Hem over de prachtige morgen, over de geweldige timing van iets goeds in jouw leven, en van dat probleem waar je moeite mee hebt. Maak er geen gewoonte van dat je nooit met Hem spreekt over die zonde waar je tegen strijdt – wees eerlijk, oprecht – Hij kan dat aan. hij heeft voor de lange duur in jou geïnvesteerd – de eeuwigheid.
Hij wist al voordat Hij de wereld schiep, van onze moeilijkheden, en toch stierf Jezus voor ons. Hij houdt niet alleen van jou, Hij mag jou graag. Wow. Zodra jij je hart openlijk en eerlijk met Hem deelt, leer dan om stil te zijn, zodat Hij Zijn hart met jou kan delen, wat weken of maanden kan duren. Wandel met Hem hierin. Die openbaring leidt tot berouw, wat nooit gespeten zal worden, en het trekt jou dichter naar Hem toe dan je ooit geweest bent.
Zegen,
John Fenn