Lang, heel, heel lang geleden, was ik de eigenaar van twee pizza bezorgwinkels. Op de één had ik een manager staan die geliefd was door de klanten, goed met mensen kon omgaan, en vriendelijk was…maar hij had moeite op tijd op zijn werk te verschijnen.
Herhaaldelijk ging ik tegen openingstijd (11.00 uur) naar de winkel en de telefoons rinkelden al luid, buiten stonden klanten te wachten om naar binnen te kunnen…maar de manager was er nog niet.
Verder, om een voorbeeld te geven, onze grootste peperoni pizza (41 cm.)zou 453 gram kaas en 52 peperoni plakjes moeten hebben, maar hij deed er veel meer kaas en peperoni op. En, hij praatte zo graag met zijn werkgevers, dat wanneer het rustiger werd, zo net na de lunch, hij het niet kon opbrengen hen naar huis te sturen. Met als gevolg dat zijn voedsel en arbeidpercentage iedere maand 2000 dollar te hoog was.
Maar ik getuigde tegen hem, dus vanaf januari tot en met september bleef ik hem waarschuwingen geven en sprak ik met hem hierover. Iedere maand gaf ik hem een deadline of een doel dat hij zou moeten halen, wat hij nooit haalde, maar hij verontschuldigde zich oprecht en had, voor hem, legitieme excuses daarvoor, waardoor hij het percentage weer niet had kunnen halen…dus liet ik mij vermurwen.
Op 31 oktober was ik opnieuw hierover tegen Barb aan het klagen, hoe hij ons iedere maand 2000 dollar aan eten en arbeid kostte, en dat hij ieder doel dat ik voor hem gesteld had, niet gehaald had, en ze zei: “Je houdt meer van hem dan van mij, want als hij jou iedere maand tenminste 2000 dollar kost, zoals je zegt, dan is dat geld wat weggenomen wordt van mij en onze kinderen en dat geef je aan hem.” Ze had gelijk.
De volgende morgen ontsloeg ik hem
Vorige week eindigde ik met Handelingen 7:42 waar Stefanus zegt dat God een punt bereikte waarop Hij Israël geen nieuwe kans gaf zich te bekeren. Hij zei: “…en God keerde Zich af en gaf hen over, om het heir des hemels te vereren.”
Israël wees God tien keer af
Bij het horen dat God Zich afgekeerd had en hen geen andere kans meer wilde geven, maar hen 40 jaar in de woestijn liet ronddwalen, één jaar voor iedere dag dat zij het land bespied hadden en besloten het niet binnen te gaan, begonnen de mensen te treuren en berouw te tonen – maar hun berouw kwam te laat*.
Om de Heer te tonen hoe oprecht ze waren, verzamelden ze een leger en gingen het Beloofde Land binnen en vielen de Amalekieten en Kanaänieten aan, die daar woonden, tegen het advies van Mozes is. Hij had hen gezegd niet te gaan, want ‘de Here zal niet met u zijn,’ maar dat negeerden ze en zij werden verslagen en naar hun kamp verdreven. *Numeri 14:39-45
Israël is de manager…
In mijn voorbeeld hierboven kunnen we Israël de manager laten zijn en mijn positie als eigenaar, zoals God voor Israël was.
God bereikte met Israël een punt dat Hij besloot hen de gevolgen van hun woorden en daden te laten ervaren. Ouders bereiken ook zo’n punt met hun kinderen en leraars met studenten. Op een bepaald moment kun je hen niet laten voortgaan in hun gedrag, zonde, of luiheid en komt er een moment dat zij de gevolgen waar ze voor gewaarschuwd werden, zullen moeten ondergaan. Dat deed God dus met Israël. Hun daden zorgen ervoor dat Hij (en wij) dingen doen die we niet willen, maar wel moeten.
Jozua en Kaleb mochten het Beloofde Land wel binnengaan
Denk eens even na over het perspectief van Jozua en Kaleb, want dat is ook de onze, als christenen, ongeacht in welk land we wonen. Jozua en Kaleb waren een overblijfsel, die zagen dat hun land wegviel van Gods wegen.
Een overblijfsel is een klein stukje stof dat over blijft wanneer de rest van de stof gebruikt of verkocht is – het is een stuk dat over blijft. Dat woord ‘overblijfsel’, of ‘restant’, wordt 540 keer in de Bijbel gebruikt en betekent vaak ‘dat wat overblijft nadat een gemeenschap of natie een ramp of catastrofe ondergaat'.
Dit woord werd gebruikt om eten of olie dat over is, te beschrijven, en dus ook ‘overgebleven’ mensen. Dat is de positie van gelovigen te midden van een land en cultuur dat God niet dient. Het beschrijft Jozua en Kaleb die overgebleven waren van hun generatie, en het beschrijft de 7000 knieën die in de tijd van Elia niet voor Baäl bogen.
Sta eens stil bij wat de overgeblevenen om hen heen zagen toen Israël als geheel andere goden en godinnen ging volgen. Hoe zij getreurd en gebeden moeten hebben, en zelfs gevreesd wat er met hen zou kunnen gebeuren, en met hun land. Is het vandaag de dag niet net zo, ongeacht waar je woont?
Er is altijd een restant dat met afgrijzen de dingen ziet die zich in hun land voordoen, als gevolg van de kwaadaardige praktijken van de goddelozen – maar die desondanks in hun land plaatsvinden.
Onruststokers?
Toen Achab Elia voor de eerste keer ontmoette, in 1 Koningen 18:17, vroeg hij: “Zijt gij daar, die Israël in het ongeluk stort?” Voor de kwaden zijn het de volgelingen van God, de overblijvers, die de problemen maken, en moeten daarom uitgeroeid worden.
Die geest die kwade mensen dat perspectief geeft, zien we door de hele geschiedenis heen – van de heersers in Babylon die tegen Daniël en zijn vrienden waren, tot Hitler die dacht dat de Joden en christenen Duitsland dwars zaten, tot in de VS en andere landen in een voortdurend toenemende vrijmoedigheid onder liberalen die de conservatieven de schuld geven, christenen en Joden, voor de problemen in hun land.
Vanuit hun perspectief zijn wij er de oorzaak van dat hun agenda niet uitgevoerd kan worden, dus zijn wij de onruststokers, en als zij maar konden doen wat ze willen, dan zou het land vrede hebben.
Men heeft mij gevraagd…
Als ik reis krijg ik vaak de vraag of ik boze geesten over een stad voel. En als ik daar mijn aandacht op zou richten, kan ik vaak in bepaalde gebieden voelen welke demonische activiteit of ‘grote’ geest een gebied beheerst, maar om je de waarheid te zeggen, ben ik mij zo bewust van Christus in mij en van Gods aanwezigheid in en rondom en met mij, en let ik op wat Hij in een bepaald gebied doet, dat ik Hem alleen voel en ervaar. Uit mezelf let ik niet op wat de duivel aan het doen is.
Jezus zei in Mattheüs 24:14: “En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis (tekenen/wonderen), voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn.” DAT is mijn maatstaf voor waar we ons bevinden in wereldgebeurtenissen – wat God aan het doen is – niet wat de duivel doet.
Ik vind het fascinerend hoe het Ezechiël 38 verbond tussen Rusland, Turkije, Iran (Perzië in OT tijd, dus dit kan ook Irak inhouden) dagelijks voor onze ogen vorm krijgt, zelfs terwijl ik dit schrijf zien we nieuws over Rusland, Iran en Irak die Russische bases in Irak en Syrië vormen – wat een tijd!
MAAR…op persoonlijk vlak is het mijn focus te luisteren naar die Ene stem: Christus in mij, de hoop der heerlijkheid.
Veel, vele christelijke stemmen worden eigenlijk aangestuurd door een geest van angst – van complottheorieën tot wereldwijde economische ineenstorting. Veel christenen hebben een punt bereikt dat het hen niets meer kan schelen, omdat ze zo moe zijn geworden van al die stemmen.
Toen Jezus zei in Johannes 10:3 dat Zijn schapen Zijn stem kennen en Hij ieder bij name roept, was dat slechts het eerste deel van Zijn uitspraak. Hij concludeert dit, zeggende in vers 5: “maar een vreemde zullen zij voorzeker niet volgen omdat zij de stem der vreemden niet kennen.”
Te veel gelovigen luisteren naar andere stemmen dan die van de Goede Herder die in hen is. Wij moeten Zijn stem in ons horen, want we leven in een tijd dat God Zich gekeerd heeft, en toestaat dat alle naties in hun eigen wegen wandelen, terwijl wij als overblijfselen met gefascineerd afgrijzen zien hoe de wereld om ons heen uiteenvalt. En zoals eerder gebeurd is, zullen wij de schuld krijgen…
Volgende week een samenvatting, waarom de opname niet plaatsvond, en wat God aan het doen is.
Zegen,
John Fenn
www.cwowi.org
mail naar [email protected]