Waarom geneest God niet vaker? 2 van 4: Genezing en onze verantwoordelijkheid?
Dag allemaal,
Vorige week deelde ik dat genezing in de eerste plaats een bevestigend teken is van de opstanding van Jezus. Maar hoe zit het met ons gelovigen? Hoort genezing niet bij ons?
Genezingsvragen - tot in de kleine puntjes
Wanneer we van genezingen als teken voor ongelovigen om de beweringen van Jezus te bevestigen gaan naar genezing als één van de 'voordelen' van het gelovig zijn, verschuift de verantwoordelijkheid voor genezing van God naar ons. Maar veel gelovigen zijn nog steeds mentaal op zoek naar God voor een soevereine zet zoals Hij dat zou doen voor een ongelovige. Vaak hebben ze op een bepaald moment in hun leven een geloofscrisis en begrijpen ze niet wat er aan de hand is. Laten we elementen van onze verantwoordelijkheid onderzoeken.
Het vooroordeel en de strijd van de Corinthiërs
In 1Cor.3:3-15 onthult Paulus dat er in Corinthe een aantal mensen zijn die in afgunst, strijd en verdeeldheid leven. Hij vertelt hen dat dat hout, hooi en stro zijn, dat als ze het in hun harten dragen tot aan de dood, en ze voor de Heer staan, dat alles verbrand zal worden. Hij zegt dat ze gered zullen worden, maar dan als degenen die door vuur zijn gegaan.
Later in 1Cor.11:17-31 onthult hij dat sommigen zo jaloers, twistziek en verdeeld zijn dat ze het avondmaal van de Heer niet gebruiken en ook niet met andere gelovigen willen samenkomen. Ze kwamen eerst met elkaar samen en daarna pas voor de grote bijeenkomst bij iemand in huis. Hij vertelt hen dat ze thuis kunnen eten en drinken, maar dat ze samen moeten komen met alle anderen in plaats van op zichzelf te zijn, waarbij ze het lichaam van Christus, dat ons één heeft gemaakt in Hem, op de juiste manier moeten onderscheiden.
De achtergrond van de gemeente in Corinthe wordt verteld in Handelingen 18, waar we Joden, Romeinen en Grieken allemaal samen zien komen in het huis van de Romein Justus. We weten historisch gezien dat Corinthe een zeehaven was met een breed scala aan sociale niveaus, van scheepseigenaren tot zeelieden, van winkeleigenaren tot griffiers en alle verschillende rassen. Cultureel gezien kwamen de hogere Romeinse klassen niet samen met de lagere klassen, en de Joden zouden zich nooit vermengen met de niet-Joden - en toen kwamen ze tot Jezus en begonnen ze elkaar te ontmoeten in het huis van Justus. Ze hadden dus veel in hun hart om mee af te rekenen.
Toen Paulus het vooroordeel - raciaal en sociaal-economisch - van sommigen aan de orde stelde, zei hij omdat ze "het lichaam van de Heer niet hadden onderscheiden, velen van jullie zwak en ziekelijk zijn, en velen zijn te vroeg gestorven". We zouden vandaag de dag zeggen dat hun immuunsysteem gecompromitteerd was door haat, strijd en vooroordelen, en dat maakte hen zwak, ziekelijk en velen waren zelfs voortijdig gestorven als gevolg van ziekten die hun nu verzwakte immuunsysteem niet aankon.
Maar als jouw vriend, zeg maar een met de Geest vervulde Romein ziek zou worden, zou je niet meteen denken dat hun haat voor Joden een reden zou zijn waardoor ze ziek werden. Je zou voor hen bidden, je zou ze de handen op kunnen leggen, een onbekende demon uitwerpen, voor het geval dat die de oorzaak was, en gebeden voor je vriend aanbieden, en je afvragen waarom God hen niet genas. Je zou ze zelfs kunnen zalven met olie, en je afvragen waar de genezing is?
Genezing is beschikbaar, maar hun vooroordelen, afgunst, twist, haat of andere toestand van hun emoties en hart verhinderen hen om te ontvangen. Als ze sterven, kom je misschien nooit te weten waarom God hen niet genezen heeft. Paulus drong er bij de Corinthiërs op aan om "om jezelf te beoordelen, want als we over onszelf oordelen, zullen we niet door de Heer worden geoordeeld". De Heer liet toe dat ze vroeg stierven in plaats van dat hun haat hen zou laten meeslepen naar diepere zonde. Dat is Zijn oordeel over die persoon, volgens Paulus.
Samenvattend: Wij zijn verantwoordelijk voor het wandelen in liefde, en vasthouden aan zonde is ons openstellen voor ziekten die God niet zal genezen, omdat ons hart onze verantwoordelijkheid is. Iemand in bitterheid en haat genezen zou hem alleen maar in staat stellen om dieper in de zonde door te gaan, en God zal daar geen deel van uitmaken. Dus laat Hij hen de gevolgen van hun hart ervaren.
Een ander voorbeeld: Zonden tegen het lichaam.
Paulus zegt in 1Cor.6:18 dat seksuele zonden zonden tegen het lichaam zijn en zich manifesteren in het lichaam. Dat is een algemeen principe dat hij in de grotere context uitlegt: Zonden tegen het lichaam blijven in het lichaam.
Francis Hunter en haar man Charles, waren wel bekend om hun genezingsbediening in de charismatische uitstorting van de jaren zeventig van de vorige eeuw. Francis vertelde het verhaal van de vrouw die gefrustreerd naar haar toe kwam, zeggende: "Ik werp de calorieën uit mijn desserts, maar ik ben nog eens 5 kilo aangekomen, wat doe ik verkeerd?" Francis vertelde haar dat we demonen kunnen uitdrijven, maar calorieën zijn onze verantwoordelijkheid. Een moment op de lippen is voor altijd op de heupen - die zonde tegen je lichaam blijft in je lichaam.
Hetzelfde geldt voor drugs- of alcoholmisbruik, overwerk, roken, of zelfs voor lichaamsbeweging. Ook te veel lopen of joggen of te veel gewichtheffen. Wat voor zonde we ook tegen ons lichaam doen, die zonde blijft in het lichaam. Dat betekent dat het onze verantwoordelijkheid is. Je kunt geen 50 kilo overgewicht hebben met pijnlijke voeten en gewrichten en naar God kijken om die voeten en gewrichten te genezen - Hij kan genade geven, maar jij at te veel, dus jij moet dat gewicht eraf zien te krijgen. Anders gezegd, zou Hij je genezen, dan stelt Hij je in staat om nog meer gewicht toe te voegen aan die overwerkte gewrichten.
Een orthopedisch chirurg vertelde me dat voor elke 2.2kg extra die iemand weegt, hij 45kg kracht uitoefent op elke knie, bij elke stap. Dat betekent dat 22 kg overgewicht 453 kg extra kracht toevoegt bij elke genomen stap. Dat is onze verantwoordelijkheid, niet die van God.
Jezus genas mensen die buiten hun schuld genezing nodig hadden.
Wat we in de evangeliën zien is dat Jezus verwondingen geneest die niet veroorzaakt waren door zonden tegen het lichaam. De verschrompelde hand van de man in Marcus 3:1-5 was ongetwijfeld een verwonding, want het werd beschreven als ‘verschrompeld’, wat betekent dat het heel was geweest, maar iets was er gebeurd waardoor de hand onbruikbaar werd. In Mattheüs 15:30 staat dat Jezus de verminkten heeft genezen, wat een verwonding is. We zien genezingen van de man die blind geboren is, van de kreupelen, doven en stommen, enzovoort, omstandigheden die buiten hun schuld zijn ontstaan. We zien niet dat Jezus mensen geneest die hun eigen ziekte hebben veroorzaakt door hun lichaam te verwaarlozen of te misbruiken.
Geloof is niet iets waar we ons achter verstoppen omdat we bang zijn om naar de dokter te gaan. Ook kunnen we geen geloof claimen als genezing door het doen van enkele praktische dingen binnen ons vermogen ligt. Een zendingsvriendin zag ooit dat de reden voor de vele wonderen die ze zagen, eenvoudig was: Er waren geen dokters, apotheken of medicijnen waar ze woonden, dus God genas hen. Maar toen al die dingen beschikbaar kwamen voor de mensen, werd het aantal wonderen minder. Hoe brengen we de geneeskunde en God en onze angsten in balans en is er genezing voor aandoeningen die we kregen voordat we de Heer leerden kennen?
We zullen daar volgende week mee verder gaan,
tot dan,
zegen,
John Fenn/wk/ak
www.cwowi.org en e-mail mij op [email protected]