Verbaasd wie er in de hemel is? – deel 5 - Afsluitende gedachten: Koninklijken en niet-koninklijken in het koninkrijk - 20200606
Dag allemaal,
We zijn burgers van een koninkrijk, niet van een parlement of republiek...
In een koninkrijk zijn er de koning en de Koninklijke familie die koninklijk zijn, en dan zijn er nog de gewone burgers.
We hebben een koning die Jezus heet. Hij regeert een koninkrijk, het koninkrijk van Zijn Vader, en als zodanig hebben ze familie: ons. Volgens Efeziërs 1:1-8 zijn we zowel geadopteerd in de familie door toedoen van Jezus en ook geboren in de familie. Om te begrijpen dat we kinderen van de Koning en dus van het koningshuis zijn, moeten we kijken naar Zijn oorspronkelijke bedoeling met Israël.
Het plan van Israël
God vertelde Israël in Exodus 19:5-6 dat het de bedoeling was dat ze een "gekoesterde natie boven alle mensen, een koninkrijk van priesters, een heilige natie" zouden zijn. Zijn bedoeling was dat de volken Hem zouden kennen door de Koninklijke natie van Israël. Ze zouden een theocratie zijn geweest - een natie die door God werd geregeerd. Aan geen enkele andere natie heeft Hij die uitnodiging gedaan. Andere volken konden Hem kennen door middel van Israël, de topnatie van de aarde, omdat God met hen een verbond sloot - niet met een ander volk.
Zij zouden de koningen zijn, maar zij faalden en verwierpen hun nationale priesterschap...Maar God kreeg Zijn zin, om een speciaal volk boven alle anderen te hebben, een koninkrijk van priesters toen Hij zich tot (voornamelijk) niet-Israëlische mensen (heidenen) wendde. Noot 1Petrus 2:9:
"Maar je bent een uitverkoren volk, een koninklijk priesterschap, een koninklijke natie, Gods speciale bezit..." Het is precies wat God in Exodus 19:5-6 tegen Israël zei. Maar nu zijn wij, jij en ik, dat koninklijk priesterschap van God geworden, met de opdracht om de kennis van God te verspreiden onder de volken zoals Israël dat vóór ons had....
Zijn plan is immers geslaagd, zoals Petrus in Openbaring 1:6 en 5:10 bevestigt: "Hij heeft ons tot onze God tot een koninkrijk van priesters gemaakt". Wij zijn de koningen. Daarom vertelde Paulus de Corinthiërs in 1Corintiërs 6:2 dat we zullen oordelen (heersen over, besturen) over de wereld die komen gaat en over engelen. De koninklijken heersen over de niet-koninklijken in een koninkrijk.
Koninklijken hebben toegang tot hun Vorst, anderen niet. Er wordt ons verteld dat we vrijmoedig naar de troon mogen komen. Er wordt ons verteld dat we zowel geboren als geadopteerd zijn in het Koninkrijk. Jij en ik zijn nu koninklijk - we moeten zo leven. We hebben het gezag om boze geesten te bevelen met behulp van Zijn naam. - Waarom? Omdat we deel uitmaken van Zijn familie, kunnen we Zijn naam gebruiken. We bevelen genezing in lichamen. We leven rechtschapen en heilig zoals de koninklijken van de Koning zouden moeten leven - het is een proces en niemand van ons is perfect (we zijn niet verantwoordelijk voor volmaaktheid, alleen voor groei).
God wil Zijn koninklijke familie uitbreiden
We leven in een tijd waarin de uitnodiging is uitgegaan om te geloven, om opnieuw geboren te worden, om geënt te worden op de koninklijke stam van gelovig Israël. De uitnodiging is sinds Pinksteren verlengd om koninklijk te worden: Maar die uitnodiging heeft een vervaldatum.
Het Bruiloftsmaal van het Lam
In Openbaring 19:5-9 zien we het huwelijksmaal van het Lam. Dit feestmaal vindt plaats in de hemel terwijl de aarde de Grote Verdrukking ondergaat. Het Bruiloftsmaal van het Lam is met de bruid van Christus (het lichaam van Christus), die, volgens het Feest der Bazuinen, met de Messias 'opgenomen' werd in de hemel bij het blazen van de laatste bazuin aan het begin van wat wij 'de Grote Verdrukking' noemen.
"Laten we ons verheugen en hem de glorie geven, want het huwelijksfeest van het Lam is gekomen,
en zijn bruid heeft zich klaar gemaakt. Ze mocht gekleed gaan in een blinkend, schoon, fijn linnen, want het fijne linnen is de gerechtigheid van de heiligen. Toen zei de engel tegen mij: "Schrijf het volgende: Gezegend zijn zij die zijn uitgenodigd voor het bruiloftsmaal van het Lam! En het werd haar gegeven dat zij gekleed moest zijn in fijn linnen, schoon en wit, want het fijne linnen is de gerechtigheid van de heiligen".
Als men uitnodigingen stuurt voor een feest, betekent dit dat sommigen wel en anderen niet uitgenodigd zijn. Wij zijn uitgenodigd. Anderen niet.
Terwijl het lichaam van Christus in de hemel is, worden miljoenen anderen op aarde gered tijdens de Grote Verdrukking. Miljoenen mensen worden gedood voor hun geloof. Velen sterven door honger en ziekte. Openbaring 20:4 zegt dat degenen in de Grote Verdrukking die het beest niet aanbaden en zijn merkteken niet namen, 1000 jaar lang zullen heersen en regeren met Christus - dus zij zullen zich bij ons voegen - maar zij hebben het Bruiloftsmaal van het Lam gemist omdat zij, terwijl wij in de hemel waren, op de aarde waren in de Grote Verdrukking. We zijn uitgenodigd om de Grote Verdrukking te missen omdat we koninklijk zijn, Zijn kinderen, en zoals Paulus de Thessalonicenzen twee keer heeft verteld, zijn we ‘verlost van de komende toorn’ en ‘Hij heeft ons niet tot toorn bestemd’.
Denk ook aan de mensen die de Grote Verdrukking overleven en die bij zijn terugkeer en de opbouw van zijn koninkrijk direct naar het Duizendjarig Koninkrijk zullen gaan. Zacharia 14:16: "En het zal zijn dat wie overleeft van die volkeren die tegen Jeruzalem zijn gekomen, jaar na jaar naar Jeruzalem zal komen op het Loofhuttenfeest om de Koning te aanbidden...".
Miljoenen nieuwe gelovigen zullen de Grote Verdrukking overleven - maar ze zijn niet de bruid die in de hemel was bij het Bruiloftsmaal van het Lam.
Wat mijn engel zei
Sommigen zullen zich de tijd herinneren die ik met 'mijn engel' en de Heer heb gehad, en ik wat vragen mocht stellen aan mijn engel. Ik vroeg hem hoe hij zich voelde dat ik in de volgende eeuw over hem zou heersen, en de onmiddellijke reactie die te zien was in zijn gezicht was er een van afschuw dat ik zelfs zoiets kon vragen: "Het is goed! Het is juist!" Ik vroeg waarom en hij antwoordde zachtaardiger en realiseerde zich dat ik het echt niet begreep: "Vergeet niet dat wij Hem kennen als Schepper, maar jij kent Hem als Redder."
We leven in een bijzondere tijd en we zijn een koninklijk priesterschap geworden, een koninkrijk van priesters. We moeten beseffen hoe bijzonder we zijn in het koninkrijk van de hemel. Het moet ons inspireren om zo te leven. Vergeet niet dat onze Koning waarde hecht aan een beker water voor hen die dorsten, vriendelijkheid voor kinderen, het geven van voedsel en kleding, en het bezoeken van degenen waar we om geven. Dat zijn waarden van het Koninkrijk.
Alles zal verbrand worden, maar mensen zijn eeuwig. Dat is de kern van de waarden van het Koninkrijk.
We kennen de volheid van de genade van God niet, maar we weten dat Hij eerlijk is. We weten dat onwetendheid een rol kan spelen bij iemands intrede in het koninkrijk, en we weten dat de meest elementaire manier om Hem te kennen is om Hem te zien in de schepping. We hebben veel meer vragen dan antwoorden, maar we weten dat Hij rechtvaardig is. Het hart is het gebied van God en ik denk dat we verrast zullen zijn wie er in de hemel is...
Volgende week een nieuw onderwerp, tot dan, zegen,
John Fenn/wk/ak
www.cwowi.org en e-mail mij op [email protected]