U geschiede naar uw geloof, 3 van 4, God test ons?
Hallo allemaal,
God test ons niet met kwaad, maar Hij test ons wel. Binnen de test vinden we een kans om te groeien, naar je geloof.
In Jakobus 1:2 wordt ons verteld: "...reken het tot vreugde als je in verschillende beproevingen/testen/verleidingen terechtkomt, wetende dat de beproeving van je geloof je standvastig maakt."
Merk op dat hij zegt dat je het tot vreugde moet rekenen, wat een vrucht van de geest is, wat betekent dat hij het niet heeft over ‘blij zijn', wat een emotie is. Om een beproeving/test/verleiding als vreugde te rekenen, moet je in de vrucht van de geest van Galaten 5:22-23 zijn. We moeten onze struggles naar de Heer brengen en er geestelijk mee omgaan, niet met een religieuze blijdschap en door je beste zondagochtend kerkgezicht op te zetten.
Opmerking: De reden dat ik 'vrucht van de geest' schreef en niet 'vrucht van de Geest', is vanwege de context. Er zijn geen hoofdletters of leestekens in het Grieks, dus we weten alleen door de context of hij het heeft over de vrucht van de Heilige Geest of de vrucht van de wedergeboren menselijke geest. Omdat de context de strijd is tussen de werken van het menselijk vlees en de menselijke geest, is het duidelijk dat de vrucht van de geest de menselijke geest is. We kunnen ook zeggen dat de Heilige Geest liefde, vreugde, vrede enz. IS. Vruchten zijn dus nakomelingen van de ouderboom. De vrucht van de menselijke geest is dus op zijn plaats.
En om ervoor te zorgen dat iedereen het begrijpt, zegt Jakobus in vers 13: "Laat nu niemand zeggen dat God de Vader hem beproeft, wanneer hij op de proef wordt gesteld. Want God wordt niet beproefd/getest/verzocht met kwaad, en Hij beproeft niemand met kwaad."
Hoe test Hij ons? Het offer van Isaac.
In Genesis 22:1 staat: "Hierna gebeurde het dat God Abraham op de proef stelde." Met andere woorden, de Heer ging Abraham in een situatie brengen die Abrahams geloof en integriteit zou bewijzen, bewijzen wat er in zijn hart leefde, en wat ook zijn toewijding aan het verbond dat zij beiden hadden gesloten, zou aantonen.
Wij zouden kunnen zeggen dat het zeker kwaadaardig lijkt om Abraham te vragen Isaak als een menselijk offer te offeren, maar de andere kant is dat God bewees wat er in Abrahams hart was. Zelfs Abraham besefte de uitkomst voordat het begon, door zijn zoon in vers 8 te vertellen dat "God voor een lam zal zorgen", terwijl de Heer in feite voor een ram voor het offer zorgde.
Abraham wist wat er aan de hand was. Hij wist dat in een verbond elk verbondshoofd, degenen die het verbond sluiten, hun kostbaarste bezit aan de ander moeten geven. Hij wist ook dat de Heer aan hem was verschenen en hem had verteld dat zijn zoon Isaak kinderen zou krijgen, wat nog niet was gebeurd. Hij wist dus dat God ofwel voor een offer zou zorgen, ofwel dat zijn zoon uit de dood zou worden opgewekt, omdat Izaäk door God was aangewezen als degene die de naties zou verwekken. Hebreeën 11:17-19 spreekt over deze dingen.
Het was omdat zijn hart beproefd was, dat hij van de aarde zijn zoon der belofte losliet, zodat de Vader God van de hemel Zijn zoon der belofte als het laatste offer kon geven. "Omdat u dit gedaan hebt, door uw zoon, uw enige zoon, niet achter te houden, dat ik u rijkelijk zal zegenen en uw nageslacht zeer talrijk zal maken".
God beproeft ons dus wel degelijk om te bewijzen wat er in ons hart leeft.
Psalm 7:9 zegt dat Hij 'de harten en nieren beproeft’, en Hebreeën 4:12-13 onthullen dat de Heer Jezus het Levende Zwaard van het Woord is, dat onze ziel en geest, gedachten en overleggingen van het hart beoordeelt.
Hij laat situaties toe die ons de keuze geven om de uitdaging om te groeien aan te nemen of om ze af te wijzen. Maar de uitdaging om te groeien presenteert zich niet met een groot neonbord dat zegt: "Als je deze weg kiest zul je groeien in de Heer!!! Kies mij! Kies mij!"
Die gelegenheid komt met angst aan de ene kant en geloof aan de andere kant. De sleutel is allereerst een openbaring te hebben, dat de Vader zal voorzien als we de juiste beslissing nemen.
Farao en Mozes
Er zijn minstens 17 verzen in Exodus die ons vertellen dat Farao zijn hart verhardde, en een paar verzen die zeggen dat God het verhardde. Hoe verhardde God Farao's hart? Door hem herhaaldelijk de kans te geven het juiste te doen. Hij bleef Mozes naar hem terugsturen.
Amy Grant's lied uit 1991; How Can We See That Far bevat de tekst: "The same sun that melts the wax can harden clay” (Dezelfde zon die was doet smelten, verhardt klei). De Heer bleef Mozes terugsturen naar Farao, die de hele tijd de keuze had om mee te werken of niet. Hij koos verkeerd.
In Johannes 6:1-13, het voeden van 5.000; het wonder van de broden.
Johannes 6:5 zegt: "Hij zei tot Filippus: Waar zullen wij brood kopen, opdat deze eten? Dit zei Hij tot Filippus om hem op de proef te stellen, want Hij wist wat Hij zou doen."
Elke vraag die van de lippen van Jezus komt, moet een legitieme vraag zijn. De wonderbaarlijke voorziening die later wordt geopenbaard, moet er op dat moment zijn geweest toen Jezus de vraag aan Filippus stelde. De voorziening was verborgen in de vraag en het antwoord.
Om geloof te hebben, moest Filippus enkele dingen al gezien hebben, waardoor Jezus overwoog dat Filippus misschien, heel misschien, voorbij de omstandigheden, naar geloof zou kijken.
Wat had Filippus gezien? Hij zag deze dingen die leiden tot die vraag:
Jezus bespeurde dat zijn vriend Nathaniel oprecht was, Johannes 1:45-46. Hij hoorde Jezus tegen Nathaniel zeggen dat hij engelen zou zien die Jezus zouden bedienen. De verandering van water in wijn in Kana. De reiniging van de tempel en het daarop volgende onderwijs en discussie. Hij leerde wat Jezus aan Nicodemus vertelde in Johannes 3, inclusief v16. Hij doopte mensen in Johannes 3:22-36, hij hoorde Jezus onderwijzen. Zag de vrouw bij de put en de 2 dagen daarna in Samaria, waar Jezus haar hele leven had verteld en het hele dorp geloofde.
Hij was erbij toen de zoon van de hoveling werd genezen in 4:46-54. Hij was erbij toen de verlamde man werd genezen bij de poel van Bethesda in 5:1-15. Hij hoorde heel hoofdstuk 5, waar Jezus over zijn Vader onderwees. In 6:1-2 zag hij hoe velen werden genezen.
Dus met dat alles lijkt de vraag: "Waar gaan we brood kopen voor al die mensen om te eten?", niet zo misplaatst. Jezus, zo wordt ons verteld, testte Filippus.
Laten we ons afvragen: Hebben we in de loop van maanden of jaren genoeg wonderen in ons leven gezien om de keuze voor geloof te kunnen maken? Heb je, net als Filippus, genoeg onderricht gehoord, genoeg van Zijn wonderen gezien, genoeg van Zijn trouw gezien in je leven tot op de dag van vandaag, wanneer Hij je hart vraagt: "Hoe ga je met deze rekening om?" of "Hoe ga je met dit nieuws om?" Hoe zul je dan antwoorden? U geschiede naar uw geloof.
En daar gaan we volgende week mee verder. Tot dan,
zegen,
John Fenn/wk/ak
www.cwowi.org en e-mail me op [email protected]