Respect voor de dingen van God #2; Waarom zullen sommigen nooit een engel aan deze kant van de hemel zien?
Hallo allemaal,
Ik eindigde vorige week met te praten over hoe Paulus de Korinthische vrouwen vertelde dat ze hun sluiers weer op moesten doen zodat ze hun echtgenoten en de engelen die verantwoordelijk zijn voor hun huis niet zouden minachten.
Ze waren vrij in Christus om hun sluiers af te doen - het teken dat ze getrouwd waren - maar Hij vroeg hen dat niet te doen in de naam van een hoger respect voor de goddelijke orde.
Zoals Paulus schrijft, lijkt het dat wanneer zij eenmaal herinnerd werden aan de goddelijke orde van hun huwelijken, inclusief het toezicht door engelen, dit hun gedrag zou veranderen. Denk daar eens over na. Respect voor het goddelijke. Respect voor Gods orde. Respect voor de engelen die de leiding hebben over je familie. Paulus verwachtte dat ze door die herinnering zouden veranderen en dat bleek ook zo te zijn, want hij komt in zijn tweede brief niet meer op het onderwerp terug.
Overweeg Handelingen 12: 10-15.
Petrus is bovennatuurlijk door een engel uit de gevangenis bevrijd, en ons wordt verteld, toen hij bij zichzelf kwam en zich realiseerde dat het geen droom was maar echt, hij naar het huis liep van Maria, moeder van Johannes Marcus, de auteur van het evangelie dat zijn naam draagt. Het was laat of misschien wel heel vroeg in de ochtend, maar het huis was gevuld met mensen die voor Petrus aan het bidden waren.
Toen het meisje met de naam Rode antwoordde op Petrus' aankloppen bij de deur, was ze zo geschrokken om te zien dat het Petrus was, dat ze hem daar achterliet om naar binnen te rennen en het iedereen te vertellen. De menselijke natuur verandert nooit: Ze waren allemaal aan het bidden voor zijn vrijlating, maar toen het gebeurde waren ze ongelovig. Dat geeft ons een aanmoediging om te bidden, of we de wil van de Heer wel of niet volledig kennen.
Toen Rode erop aandrong dat het Petrus was, was hun reactie: "Het is zijn engel".
Ik herinner me dat ik dat als tiener las en de Vader vertelde dat ik mijn gedachten wilde vernieuwen tot het punt dat wanneer er op mijn deur wordt geklopt, ik automatisch denk dat het een engel kan zijn. Ik ben er nog steeds niet helemaal - maar bedenk dat ze dachten dat er een engel aan de deur stond te kloppen, blijkbaar om een hemelse update te geven over Petrus' situatie.(?)
In I Korintiërs 4:9 zegt Paulus dat hij veronderstelt dat de apostelen de laagste in de Heer zijn en dat hun leven een schouwspel is voor de wereld, voor de engelen en voor de samenleving.
In I Timotheüs 3:16 zei Paulus dat het mysterie van godsvrucht groot is in die zin dat Christus menselijk is gemaakt, door de Heilige Geest rechtvaardig verklaard, door engelen gezien en over de hele wereld gepredikt.
In I Korintiërs 6:2 zegt hij dat wij in de komende eeuw zullen oordelen (regeren, besturen) over de wereld en de engelen.
Ik herinner me een van de eerste bezoeken die ik met de Heer had en met die ik 'mijn engel' noem, en ik kon de engel vragen: "Wat vindt u ervan dat ik de leiding over u heb in de komende eeuw? De blik op zijn gezicht werd er meteen een van vertwijfeling dat ik zo'n vraag kon stellen. Met grote ijver en urgentie antwoordde hij.
"Het is juist! Het is gepast! ("Waarom?" vroeg ik) "Denk eraan: We kennen Hem als Schepper. Maar jij kent Hem als Redder.".
Vergelijk het respect van de eerste eeuw voor engelen versus de algemeen christelijke cultuur van vandaag de dag
In de grotere kerkelijke cultuur van vandaag de dag wordt het spreken over engelen behandeld als iets om 'ooh' en 'ah' bij mensen teweeg te brengen, of een doel in het leven om er een te zien, of het is bij sommigen verworden tot een mix van new age achtige praktijken.
Maar waar zien we het respect, het ontzag, zelfs de vrees voor engelen en de goddelijke orde in het leven vandaag, dat we wel zien op de bladzijden van het NT? Het is goed om geïnteresseerd te zijn in, gefascineerd zelfs, maar we mogen niet vergeten dat zij in deze tijd machtiger zijn dan wij. Eén ding heb ik geleerd van mijn vele ontmoetingen met de Heer en engelen, is dat zij slechts dienende boodschappers van de Vader God zijn.
Ze hebben geen emotionele binding met ons - ze vinden het leuk over wie ze waken, want ze wandelen in liefde - maar als de Heer zou zeggen dat ze ons leven moeten nemen in oordeel, dan zouden ze dat zonder aarzeling doen. Het is zoals ik onze jongens vertelde toen we paarden kregen: "Je mag ze liefhebben en je denkt dat ze jou liefhebben, maar vergeet nooit hun kracht. Hetzelfde geldt voor de Vader, de Heer en de engelen.
Ik heb al eerder verteld hoe in een bezoek de Heer me leerde over engelen en demonen. Ik vroeg of we het recht hadden om engelen te bevelen. Zijn antwoord was: "Je weet niet eens hoe je moet bidden zoals het hoort. Waarom denk je dat je weet hoe je een engel moet vertellen wat hij moet doen?".
De verwijzing naar het niet eens weten hoe te bidden herkende ik onmiddellijk van Romeinen 8:26, dat precies dat zegt: "Ook de Geest helpt onze zwakheden, want we weten niet hoe we moeten bidden zoals het hoort. De Geest bemiddelt bij ons met kreunen die niet kunnen worden uitgesproken in duidelijke taal".
Ik zei tegen de Heer dat veel mensen engelen bevelen en dat we dat konden doen, gebaseerd op Psalm 103:20, waarin staat dat ze naar de stem van het Woord luisteren. Het idee is om een vers te citeren en hen te bevelen dit te doen. Zijn antwoord was dit:
"Lees die passage en je zult zien dat het er niet om gaat dat de mens een vers citeert, maar dat hij de sterfelijkheid van de mens (v15) vergelijkt met de Heer die hen zo liefheeft, en dat Hij de engelen beveelt namens hen en voor hun welzijn. IK BEN het Woord in die zin. Ik ben het woord van de kracht van de Vader".
"Heb je niet gelezen in de dagen van mijn vlees, in de tuin*, dat ik zei dat ik het aan de Vader had kunnen vragen en dat Hij mij 12 legioenen engelen zou hebben gegeven? De engelen zijn van de Vader. Heb je niet gelezen wat Ik de kerk in Sardis* heb gezegd, dat als zij zich bekeerd zouden hebben, zij bij Mij zouden staan en Ik hen voor de Vader en zijn engelen zou erkennen? De engelen zijn nog steeds van de Vader. Maar om je vraag te beantwoorden, nee, dat recht hebt je niet.". (*Mattheüs 26:53; *Openbaring 3:5)
Ik antwoordde: "Maar Heer, er zijn momenten waarop ik in de Geest ben en over iets bid, en ik voel dat de engelen er op uitgaan of gebruikt worden op dat specifieke gebied, hoewel ik ze niet beveel. Ik kan hun opdrachten aanvoelen en ben me bewust dat ze aan het werk zijn. Hij zei: "Dat zijn momenten zoals je zei; je bent in de Geest en je kunt zulke dingen voelen, en je hebt er goed aan gedaan om niet tot de leer van de dwaling te vervallen, maar je hebt deze dingen afgewogen. Velen die zo'n dwaling begaan, hebben een goed hart, dus ik doe wat ik kan voor hen, hoewel de Geest van de Waarheid binnen de grenzen van de waarheid blijft en niet kan meewerken met zo'n dwaasheid".
Dat is het meest gedetailleerde wat ik ooit over die visitatie heb gezegd, en mijn punt is dat ik het onderwerp van die visitatie niet anders wil aanpakken dan vanuit het perspectief dat we veel respect, eer, ontzag en godvrezendheid voor de dingen van God moeten hebben. Te veel mensen hebben het respect voor engelen en de gaven van God verloren en denken dat ze iets zijn, maar ze zijn het niet. Triest.
Volgende week zal ik het hebben over hoe de bekendheid met Jezus als louter timmermanszoon zijn geboorteplaats verhinderde om de grotere waarheid over Hem te respecteren, en hoe veel christenen vandaag de dag veel te 'vertrouwd' zijn met de Vader en Heer en hoe zij ook de ware openbaring over de majesteit en macht van God uit het oog zijn verloren. Gebrek aan ware openbaring in de kerkelijke cultuur heeft tot veel fouten geleid. Tot dan, zegen,
John Fenn/wk/ak
www.cwowi.org en e-mail mij op [email protected]