Vandaag besluit ik deze serie met de vraag: Gaat het hele lichaam van Christus mee bij de opname, of slechts een bruid die trouw voor Hem geleefd heeft? (Zijn de bruid en het lichaam hetzelfde?)
Daaraan gerelateerd is de vraag: Als iedereen mee gaat met de opname, hoe leggen we dan teksten uit die zeggen dat Hij komt voor een bruid die zonder vlek of rimpel (zondeloos) is en bruiloftskleding draagt van rechtvaardigheid, uit Efeziërs 5:25-27?
Eerste regel van Bijbeluitleg
De eerste regel is dat de Schrift logisch moet zijn voor de oorspronkelijke hoorders en lezers. Wat in onze tijd daarover begrepen wordt, moet gebouwd zijn op het fundament van begrip dat de oorspronkelijk geadresseerden hadden, en het moet overeenstemmen met hoe zij het begrepen. Als wat wij denken dat het zegt, niet overeenkomt of in tegenspraak is, laten we ons begrip daarover vallen en nemen we aan wat zij begrepen.
Een voorbeeld: Stel dat iemand tegen jou zegt dat God vandaag niet meer geneest, dan kijk je naar Handelingen 3:16 waar Petrus zegt dat de verlamde man genezen was door dit: “Op het geloof in Zijn Naam…en het geloof door Hem, heeft hem dit volkomen herstel gegeven.”
Je kijkt naar de woorden van Paulus, hoe zijn toehoorders dit begrepen, en je concludeert dan dat er geen andere manier is dan te begrijpen dat geloof in de naam van Jezus deze verlamde man genas. Dan weet je dat jouw vriend het verkeerd heeft, omdat wij nog steeds geloof hebben in de naam van Jezus, en geloof zorgde ervoor dat hij genezen werd, dus is genezing ook voor vandaag.
Die disfunctionele Korintiërs!
Dus toen Paulus tegen de gelovigen in 1 Korintiërs 15:51 zei: “Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden…bij de laatste bazuin…”dan moet ons begrip overeenkomen en gebouwd zijn op hoe zij dit begrepen – zij gingen allen mee in de opname, levenden en doden. Dit moet vast een grote opluchting geweest zijn voor de Korintiërs, omdat zij buitengewoon vleselijk en onvolwassen waren. 1 Korintiërs noemt 10 dingen op waar zij nog mee worstelden:
In hoofdstuk 3: nijd en twist en scheidingen.
Paulus zei tegen hen dat ze nog leefden als onveranderde mensen.
In hoofdstuk 4: arrogant denken dat zij Paulus niet meer nodig hadden, onafhankelijk willen zijn van zijn leiderschap.
In hoofdstuk 5: heeft een man een sexuele relatie met zijn stiefmoeder
In hoofdstuk 6: twee mannen in dezelfde huiskerk dagen elkaar voor het gerecht. Bovendien hadden sommigen seks met prostituees.
In hoofdstuk 7: verwarring over alleen zijn, getrouwd blijven of scheiden.
In de hoofdstukken 8 en 10: aten sommigen vlees dat aan afgoden geofferd was, wat oké was, maar zij pronkten met hun vrijheid door hiervan te eten in het bijzijn van gelovigen die daar moeite mee hadden.
In hoofdstuk 9: Ook al had Paulus 18 maanden gewerkt om in zijn eigen onderhoud te voorzien, en nadat hij hen hierover gedisciplineerd had, wilden ze zijn bediening nog steeds niet ondersteunen, ook al konden ze dat financieel gezien wel – in de ruim 30 jaar van Paulus bediening weten we alleen dat hij die 18 maanden in Corinthe werkte en ondanks dat hadden zij niet de integriteit om ook maar een beetje terug te geven aan hem.
In hoofdstuk 11: De rijken weigerden samen met de lagere klasse te eten tijdens de huiskerk bijeenkomsten, waar maaltijden een onderdeel was van hun samenzijn.
Daarnaast gebruikten vrouwen hun vrijheid in Christus door hun sluiers af te doen – de cultuur in die stad was dat getrouwde vrouwen gesluierd gingen. Hij vertelde de vrouwen dat zij konden bidden en profeteren in de samenkomsten, als zij maar gesluierd waren, zoals dat de plaatselijke gewoonte was.
In de hoofdstukken 12 en 14 gaat het over de gaven van de Geest en ordelijke huiskerk bijeenkomsten.
Al deze zaken waren gerelateerd aan het niet kennen en uitleven van ware liefde, wat hij definieert in hoofdstuk 13.
Ook al noemt hij al deze zaken op in de eerste 14 hoofdstukken, toch zegt hij tegen hen in hoofdstuk 15:
Allen zullen wij veranderd worden…” De oorspronkelijk lezers moeten een zucht van verlichting geslaakt hebben, denk ik.
Bedenk dat hij ook de Tessalonicenzen het Feest der bazuinen leerde, en delen van de instructies van dat feest aanhaalde voor de Efeziërs, die in hoofdstuk 4 alleen al zonden begingen die vergelijkbaar waren met wat de Korintiërs deden – iedere seksuele zonde die je maar kunt bedenken, stelen, luiheid, vloeken, ruzie en strijd, uitbarstingen van woede, om maar even een paar te noemen. We moeten tot de conclusie komen dat zij ook dachten mee te gaan bij de opname.
Een tegenstelling?
En toch…vertelde Paulus deze zelfde Efeziërs in hoofdstuk 5:25-27: …evenals Christus Zijn gemeente heeft lief gehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen…en zo de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet.”
Hij refereert hier aan het bruiloftsmaal van het Lam, wat we zien in het Feest der bazuinen en in Openbaring 19:6-9, waar de bruid ‘blinkend en smetteloos fijn linnen’ is gegeven, ‘want dit fijne linnen zijn de rechtvaardige daden der heiligen.’ Hoe kunnen de gemeenten die disfunctioneel zijn en zonden begaan hier beschouwd worden als zonder vlek en rimpel te zijn?
Wat ons kwalificeert
Hier zijn wij nu, in de 21e eeuw en al die mensen zijn allang dood en in de hemel, maar volgens Paulus zullen zij opgewekt en veranderd worden in de opname. Moeten wij geloven dat alle gelovigen in Corinthe, Efeze en Thessalonica die gestorven zijn, een niveau van perfectie bereikt hebben die wij kunnen beschouwen als een vlekkeloos en rimpelloos kleed van rechtvaardigheid? Of waren zij normale mensen die voor de Heer leefden zo goed zij dat konden, in een levenslang proces van discipelschap? Zo ja, op welk moment is iemand zover dat hij beschouwd wordt ‘rein genoeg’ te zijn voor de opname?
Is het niet het feit dat zij in Christus gestorven zijn, wat hen kwalificeert opgewekt en veranderd te worden bij de Laatste Bazuin, en niet hoe volwassen en zondeloos zij in hun leven waren? Is daarom wat ons vandaag kwalificeert niet hetzelfde? Als jij in Christus bent, dood of levend, heb jij dan deel aan de opname en is het niet gebaseerd op perfectie in dit leven?
Paulus zei verder dat Jezus als een dief in de nacht komt voor de wereld om weg te nemen (dat is wat zij denken) wat niet van Hem is. Maar Hij komt voor wat van Hem is – zij die Hem kennen. Paulus zegt niet dat zij Hem moeten kennen EN volmaakt moeten zijn, alleen dat Hij komt voor hen die van Hem zijn.
Paulus zei tegen de Filippenzen: “Niet dat ik het reeds verkregen zou hebben of reeds volmaakt zou zijn, maar ik jaag ernaar…,” en hij sluit zichzelf in bij de groep die ‘allen veranderd zullen worden’ toen hij aan de Korintiërs schreef.
Dus als Paulus niet volmaakt was, wat is de hoop voor jou en mij? Als we daarom denken dat het hele lichaam van Christus tot een niveau van volmaaktheid en zonder zonde moet komen om waardig bevonden te worden mee te gaan in de opname, hebben we het duidelijk mis. Wat ons kwalificeert is of we waarlijk in Christus zijn, of niet. (Voor sommigen geldt dat alleen zij en God dat weten)
Over die gewaden
De verwarring treedt binnen als we ons onvolmaakt menselijk leven vergelijken met onze reine wedergeboren geest. Wij denken dat ons fysieke leven hetzelfde nivo van reinheid moet bereiken als ons geestelijke mens nu heeft. We raken dan ontmoedigd, telkens als we falen en denken dat we ‘er nooit komen.’ (wat onthult dat we niet echt een geloof uitwandelen dat met God wandelt, maar een geloof gebaseerd op basis van prestatie.)
Het moet eens en voor altijd vast staan voor ons dat als Paulus zei dat hij nog niet de volwassenheid bereikt had die hij graag wilde, wij dat ook niet zullen doen….dus rust in het feit dat je een mens bent en dat je in dit lichaam het nooit ‘zult bereiken.’ Om een goede vriend aan te halen:We leggen geen verantwoording af voor perfectie; maar wel voor groei.
Leven in reine gewaden
In 1 Joh. 1:7 staat dit: “Indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is (verticale wandel), hebben wij gemeenschap met elkander (horizontale wandel); en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons (als een voortdurend proces) van alle zonde.”
Dit vers zegt dat als jij wandelt in wat je weet ten opzichte van de Heer en de broeders en zusters, is er een aanhoudend reinigingsproces van onze zonden in ons leven. Dit zijn de zonden die we doen, maar waar we onwetend over zijn of die we doen in onze onvolwassenheid.
Als voorbeeld: 10 jaar geleden keek je naar een film en vond die geweldig. Vorige week bekeek je die film opnieuw en je was geschokt hoe vleselijk het was en je schaamt je omdat je die film toentertijd zo geweldig vond. De film was niet veranderd, jij wel, maar omdat je 10 jaar geleden onvolwassen was, maar een goed hart had, vergaf de Heer jouw zonde, omdat je toen wandelde in het licht dat je in die tijd had. Dat is het voortdurende proces van reiniging, waar vers 7 over spreekt.
Vers 9 zegt: “Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven, en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.” Dat zijn de zonden waar we ons bewust van zijn.
Als wij de zonden belijden waarvan we weten dat we die begaan hebben, doet Hij die zonde niet alleen weg, maar automatisch wist Hij ieder andere zonde uit. Wow. Dus als we met Hem wandelen zo goed we dat kunnen, en in liefde wandelen ten opzichte van onze broeders en zusters, worden onze zonden voortdurend uitgewist, wat wil zeggen dat onze klederen schoon en wit zijn, zonder vlek of rimpel. En als we weten dat we gezondigd hebben, en dat toegeven aan Hem, wist Hij dat weg, samen met elke andere ongerechtigheid om onze klederen opnieuw te herstellen.
Geestelijk gezien, heeft een lichaam van Christus dat wandelt in het licht dat het heeft, schone klederen van gerechtigheid. Dat is niet een volmaakt lichaam van Christus, maar één dat wandelt in wat het heeft. Buiten dat, weet alleen de Heer het.
Wat we wel weten is dat bij het blazen van de Laatste Bazuin, de doden in Christus hun nieuwe lichamen zullen ontvangen en zij die dan leven doen dat ook, en allen zullen wij bij de Heer zijn voor het bruiloftsmaal van het Lam. Niemand van ons zal volmaakt zijn vóór die tijd, want dan zouden we geen Redder nodig hebben, als we het zelf zouden kunnen.
Ik hoop dat deze serie je tot nadenken aangezet heeft, zodat je voor jezelf kunt uitzoeken wat je gelooft en waarom. En zoals ik altijd zeg: het is niet belangrijk dat we het 100% eens zijn, weet alleen voor jezelf wat je gelooft en waarom.
Volgende week een nieuwe serie….tot dan, zegen
John Fenn
www.cwowi.org
mail naar: [email protected]