Vorige week deelde ik dat het onderwijs van Paulus over het Feest der Bazuinen in de hele Bijbel consistent is, evenals de mondelinge geschiedenis van het Joodse geloof wat bijdraagt tot ons begrip over het Feest der Bazuinen.
Nadat Paulus de Tessalonicenzen twee maal in zijn eerste brief verteld had dat wij verlost worden van de komende toorn door de oproep van de bazuin vanuit de hemel, en dat de Heer voor de wereld komen zal als een dief in de nacht, maar voor ONS niet komt als een dief, wilde men meer details weten. Daar zorgde Paulus voor in zijn tweede brief aan de Tessalonicenzen.
Paulus vervolgt zijn onderwijs over het Feest der Bazuinen
“Maar wij verzoeken u broeders, met betrekking tot de komst van onze Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een geestesuiting, hetzij door een brief….alsof de dag des Heren reeds aanbrak.
Laat niemand u misleiden, want eerst moet de ‘afval’ (Grieks: apostia) komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is.
Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb? En nu weet gij thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd. Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; wacht slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. Dan zal de wetteloze zich openbaren.”
2 Tessalonicenzen 2:1-7
Wat is de afval?
Paulus bouwt verder op zijn eerste brief, waar hij zei dat de aartsengel roept en bij het geklank van een bazuin (shofar) zij die in Christus gestorven zijn het eerst opstaan en de levenden samen met hen de Here tegemoet gaan in de lucht. Met dat begrip zegt hij dat de antichrist pas geopenbaard kan worden als er eerst een ‘afval’ is.
Paulus gebruikt het woord ‘apostia,’ wat feitelijk een wegvallen betekent. Maar niet een wegvallen van het geloof. In vroegere tijden werd dit woord gebruikt om het visuele effect van een schip dat de haven verlaat, en dan ‘weg valt’ (uit het zicht is), te beschrijven, wanneer het schip over de horizon vaart. Het is de betekenis gaan krijgen van een vertrekken, een uit het zicht verdwijnen van een reiziger die wandelt, of het uit het zicht verdwijnen van een schip. (De Amplified Bible geeft deze betekenis als kanttekening, al wordt niet het volledig historisch gebruik vermeld).
Dus zegt Paulus dat er een ‘vertek,’ een ‘wegvallen uit het zicht’ plaats moet vinden voordat de antichrist geopenbaard kan worden.
Consistentie bewezen
Lees het nu zoals zij het in de tijd van Paulus begrepen zouden hebben. Lees achter elkaar wat hij zei tegen de Korintiërs en wat er in 1 en 2 Tessalonicenzen staat, en je zult de consistentie zien in wat hij de gemeentes leerde:
“Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden…
…en uit de hemelen Zijn Zoon te verwachten, die Hij uit de doden opgewekt heeft, Jezus, die ons verlost van de komende toorn…Want de Here Zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan. Daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen. Vermaant elkander dus met deze woorden…
Maar wij verzoeken u broeders, met betrekking tot de komst van onze Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat gij niet spoedig uw bezinning verliest, alsof de dag des Heren reeds aanbrak…eerst moet de afval komen, en de mens der wetteloosheid zich openbaren…en gij weet thans wel wat hem weerhoudt. Totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. Dan zal de wetteloze zich openbaren.”
(1 Cor. 15:51, 1 Thess. 1:10, 1 Thess. 4:16-18, 2 Thess. 2:1-7)
Is dit niet logisch? De vraag is wat of wie is de ‘Hij/hij, die eerst verwijderd moet worden?
De heilige Geest is altijd al op aarde geweest
Sommigen zeggen dat de ‘hij’ de Heilige Geest is, maar dat is niet juist, want de Heilige Geest bewerkt redding en God is overal door de Heilige Geest. Als Hij niet meer op deze planeet zou zijn, zou iedere kans op redding tijdens de verdrukking verkeken zijn, en we weten dat miljoenen in die tijd gered gaan worden. Het zou ook betekenen dat God de planeet verlaat en niet langer meer overal aanwezig is. Dus is het niet de Heilige Geest die verhindert dat de antichrist geopenbaard wordt.
Het lichaam van Christus echter wordt geportretteerd als mannelijk – het lichaam van Christus. Wij zijn ook de bruid van Christus – Efeziërs 5:25-32 en Openbaring 19:6-9, maar andere plaatsen laat zien dat wij het lichaam van Christus zijn – mannelijk. Ook zei Jezus in Mattheüs 5:13 dat wij het zout der aarde zijn, wat wil zeggen dat we smaakgevend en conserverend zijn voor de planeet. Zodra het conserverende verwijderd is, gaat de aarde rotten.
We kunnen zeggen dat de ‘hij’ het lichaam van Christus is, dat ‘verwijderd wordt zodat de wetteloze zich kan openbaren’ en ik geloof dat dit is wat Paulus zegt. Maar ter wille van de discussie, laten we het zo zeggen: De Heilige Geest in de gelovigen zal met hen verwijderd worden, en eindigt dan Zijn werk in het lichaam van Christus, terwijl Hij zijn werk begint in de rest van de mensen op aarde in de laatste jaren van de heerschappij van de mens op de planeet.
De 2 soorten gelovigen
In ons ongetraind denken gaan we ervan uit dat alle gelovigen door de eeuwen heen hetzelfde zijn, maar in Gods denken maakt Hij een onderscheid tussen de gelovigen vanaf het kruis tot aan de opname, en de gelovigen die tot Hem komen na de opname.
Jezus zei in Lucas 21:24, over de vernietiging van Jeruzalem in het jaar 70: “En zij zullen vallen door de scherpte des zwaards en als gevangenen weggevoerd worden onder alle heidenen, en Jeruzalem zal door heidenen vertrapt worden, totdat de tijden der heidenen zullen vervuld zijn.”
Dus voor Jezus is er een ‘tijd voor de heidenen.’ Paulus echode dit in Romeinen 11:25-26: “Ik wil u niet onkundig laten van dit geheimenis: een gedeeltelijke verharding is over Israël gekomen, totdat de volheid der heidenen binnengaat en aldus zal gans Israël behouden worden.”
In het denken van de Heer is er een onderscheid tussen de tijden der heidenen, waarin het evangelie in de hele wereld gepredikt zal worden en iedereen een kans heeft om deel te worden van het verbond dat aan Israël gegeven is, en de laatste focus op Israël, nadat de volheid der heidenen plaatsgevonden heeft.
Waarom 1967 zo belangrijk is
De tijden der heidenen, volgens Jezus, nadert zijn eind wanneer Jeruzalem niet langer ‘door heidenen vertrapt wordt.’ Jeruzalem werd door heidenen overheerst vanaf het jaar 70, toen Rome de stad vernietigde, tot aan 1967, toen Israel de stad in zijn beheer nam.
Vandaar dat de blindheid over de Joden aangaande Jezus de Messias vanaf het midden van de jaren 60 begon te verdwijnen, en nu in een stroomversnelling is. Naargelang de tijd van de heidenen ten einde loopt, gaat de verblinding over Israël weg. Dus in het denken van de Heer maakt Hij een onderscheid tussen mensen uit alle naties die tot Hem komen in de tijd vanaf het kruis tot aan de opname, en zij die tot Hem komen na de opname, tot aan Zijn wederkomst.
Wij – de gelovigen uit de heidenen die vanuit alle naties komen – zijn het lichaam van Christus, de Bruid van Christus, het zout der aarde. Hen die in de Verdrukking gered worden, zijn dat niet. Zij zijn niet uitgenodigd voor het bruiloftsmaal van het Lam. Ze zijn gered, maar zij die gered werden vanaf het kruis tot aan de opname, hebben een speciale plek in het hart van de Heer, want wij waren de wilde olijftak, door geloof gegraveerd in het verbond met Israël.
(Als je naar mijn serie over de 10 maagden geluisterd hebt, uit Mattheüs 25, dan weet je dat de 10 maagden/bruidsmeisjes niet het lichaam van Christus zijn en het is niet correct te zeggen dat dit wel zo is – de bruid zien we niet in deze gelijkenis, de gelijkenis gaat over de bruidsmeisjes. De bruid is al bij de bruidegom bij het bruiloftsfeest.)
Nu moeten we 2 vragen stellen: Wat gebeurt er in de hemel met het lichaam van Christus en wie gaan er mee in de opname (wat heeft het Feest der Bazuinen daarover te zeggen?) en wat gebeurt er op aarde na de opname en de onthulling van de antichrist (en wat heeft het Feest der Bazuinen daarover te zeggen?)
Eén van de thema’s van Rosh Hashanah, het feest der bazuinen, is de bruiloft van de Messias, dus zal ik de eerste vraag de volgende week beantwoorden.
Tot dan,
Zegen,
John Fenn
www.cwowi.org
mail naar [email protected]