Ik pakte mijn hamburger en ijsthee en liep naar een klein hoektafeltje, waar ze ketchup, mosterd, mayonaise en citroensap in zakjes hadden liggen. Ik nam wat citroensap mee voor mijn thee en liep daarna naar onze tafel.
Ik scheurde een zakje citroensap open en goot het in mijn thee, nam daarna een tweede zakje, scheurde die open en goot de inhoud daarvan ook in de thee – maar tot mijn verrassing was dit geen citroensap, maar mosterd! Na wat gelach bedacht ik dat de zwaardere mosterd hopelijk snel naar de bodem zou zakken, dus ik dronk mijn thee en vergat de mosterd die onder in mijn kopje lag te wachten om mij in een hinderlaag te lokken.
En ja hoor, die laatste slok thee was puur mosterd, en ik moest opnieuw lachen, al had ik mij er bijna in verslikt.
Schijn kan bedriegen
Het zag eruit als gewone thee, maar schijn kan bedriegen als je niet weet wat erin zit. Zo is er ook een geval in Mattheüs 8:5-12 dat gelovigen veel angst gegeven heeft, omdat het op het eerste gezicht het ene lijkt, maar als je alle ‘ingrediënten’ in het verhaal nagaat, zie je de echte smaak naar voren komen.
Jezus wordt benaderd door een hoofdman die dit zegt: “Here, mijn knecht ligt thuis, verlamd, met hevige pijn”. Jezus antwoordt hem: “Zal Ik komen en hem genezen?” maar de hoofdman zegt: “Here, ik ben niet waard dat Gij onder mijn dak komt, maar spreek slechts een woord en mijn knecht zal herstellen.”
Velen merken hier de context niet op en de cultuur van die tijd. Deze hoofdman was niet een Jood, maar een gelovige in Jezus en hij begreep Zijn autoriteit. Toen hij Jezus vroeg slechts een bevel te geven voor genezing, merkt de Heer op dat een heiden ook geloof kan hebben:
“Voorwaar zeg Ik u, bij niemand in Israël heb ik een zó groot geloof gevonden! Ik zeg u dat er velen zullen komen van oost en west (van heidense naties) en zullen aanliggen met Abraham en Isaak en Jacob in het koninkrijk der hemelen; maar de kinderen van het koninkrijk (Israëlieten) zullen uitgeworpen worden in de buitenste duisternis; daar zal het geween zijn en het tandengeknars”. (v 5-12)
Jezus verwijzing naar ‘velen zullen komen van oost en west’ heeft betrekking op heidenen die in het koninkrijk komen, zoals deze Romein die voor hem stond, terwijl kinderen van het koninkrijk (Joden) uitgeworpen zullen worden. We zouden het zo kunnen zeggen: ‘…kinderen aan wie het toebehoorde, maar die het afwezen’ zullen in de duisternis geworpen worden…
Vrees niet, gelovigen – Jezus bedoelde niet te zeggen dat gelovigen een onzekere toekomst hebben – hij sprak over heidenen die, evenals de hoofdman, geloven in Christus en neerzitten bij Abraham, Isaak en Jacob in het koninkrijk, terwijl velen aan wie het koninkrijk toebehoorde, uitgeworpen zullen worden vanwege hun ongeloof in Hem.
Opstaan of neerzitten?
In Handelingen 7:55-60 staat Stefanus terecht voor de oudsten van Israël. Het proces komt abrupt tot een eind omdat ze hem uit de stad werpen en stenigen. Het hele hoofdstuk 7 is gewijd aan dit proces, wat opeens zo plotseling eindigt, waardoor men zich af kan vragen wat de reden is voor zo’n abrupt en tragisch eind.
“Maar hij, vol van de Heilige Geest, sloeg de ogen ten hemel en zag de heerlijkheid Gods en Jezus, staande ter rechterhand van God. En hij zeide: Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des Mensen staande ter rechterhand Gods”. Zij begonnen luidkeels te schreeuwen, stopten hun oren toe en stormden als één man op hem los…en stenigden hem…En op de knieën vallende, riep hij met luider stem: Here, reken hun deze zonde niet toe! En met deze woorden ontsliep hij”.
Het is duidelijk dat de omslag kwam toen hij de oudsten vertelde dat hij de Zoon des Mensen zag staan aan de rechterhand van God. Maar waarom is dat?
Dat is omdat de Joodse cultuur van die tijd leerde dat God gaat staan als Hij de mensheid oordeelt, gebaseerd op Jesaja 3:13-15: “De Here maakt zich gereed om zijn rechtsgeding te voeren en Hij staat klaar om volken te richten. De Here zal in het gerecht gaan met de oudsten en de vorsten van zijn volk…wat bezielt u dat gij Mijn volk vertrapt en ellendigen mishandelt? Luidt het woord van de Here, de Here der heerscharen…”
Stefanus vertelde slechts wat hij zag – Jezus was gaan staan om de oudsten te richten, omdat zij hem voor het gerecht brachten vanwege zijn geloof. DAAROM waren zij zo verbolgen. Het idee al, dat ZIJ, de oudsten van Israël, geoordeeld werden…
Het punt dat ik wil geven is dit: Toen Stafanus de Heer vroeg om hen te ontslaan van de aanklachten tegen hem, door te zeggen ‘Reken hen deze zonde niet toe’ ging de Heer weer zitten, en op de laatste dag zal de zonde van het vermoorden van Stefanus, hen niet aangerekend worden. Wij hebben geweldig veel gezag bij de Heer als het aankomt op vergeven en iemand vrijzetten van de zonden die ze tegen ons begaan hebben.
Witte steen
In Openbaring 2:12-17 heeft Jezus een boodschap voor de discipelen in Pergamum. Hij complimenteert hen omdat ze hun geloof niet verloochend hebben, al wonen ze in een stad waar de keizer aanbeden werd. Maar Hij zegt ook dat er sommigen onder hen zijn die, zoals Balak deed bij Israël, een struikelblok voor de gelovigen opwerpen, omdat zij vasthielden aan de leer van de Nicolaïeten, die Hij haat.
Vroegere kerkvaders zeggen dat een leider in de kerk, Nicolas genaamd, de bron van de dwaalleer was, en het woord Nicolaïeten betekent ‘macht over de mensen’. Dit gecombineerd met het voorbeeld van Balak, die Israël verleidde, laat zien dat de leer dat leiders macht over hun mensen hebben, iets is dat de Heer haat – het leidt tot 1 stem die tot mensen spreekt en hen zegt wat God zegt, in plaats van te blijven bij de Nieuw Testamentische waarheid dat Christus in iedere gelovige is en dat er daarom gelijkheid is onder de discipelen.
Jezus zegt tegen hen die vasthouden aan de leer der Nicolaïeten, dat zij zich moeten bekeren, en tegen hen die “…overwinnen, hem zal Ik geven van het verborgen manna, en Ik zal hem een witte steen geven en op die steen een nieuwe naam geschreven, welke niemand weet, dan die hem ontvangt.”
Het verborgen manna verwijst naar de hemel, want misschien weet je nog dat een deel van het manna dat Israël in de woestijn vond, in de Ark des Verbonds gelegd werd, om bewaard te blijven door Zijn aanwezigheid. De Heer vertelt de overwinnaars dat ze bij Hem in de hemel zullen zijn, het ware Heilige der Heilige.
Wat is de witte steen?
Jezus verbindt het geven van een witte steen met het eten van het verborgen manna. In de Romeinse tijd werden witte stenen gebruikt als visitekaartjes, en soms als een ticket voor een Romeins evenement. Maar het meest voorkomende gebruik was wanneer iemand een vreemdeling een nacht onderdak verleende, die vreemdeling bij zijn vertrekt de gastheer een witte steen gaf met zijn naam en adres erop, zodat die persoon altijd in een andere stad een plek zou hebben om te overnachten en te eten.
Jezus zei dat hij hen zo’n steen zou geven. Eigenlijk zegt Hij dus: “Ik heb Mijn thuis in jouw hart gemaakt en nu geef Ik jou een persoonlijke ticket om toegang tot mijn huis te hebben, want jij bent in Mijn hart”. Het feit dat Hij het persoonlijk maakt, zodat Hij en zij alleen weten wat er op geschreven staat, laat ons zien hoe intiem Hij ons kent, om een soort van ‘code’ op die steen te zetten die Hij en wij alleen weten. Wat een genade!
Het thema voor deze laatste weekly in de serie is, zoals je waarschijnlijk wel weet nu, zekerheid van redding, zekerheid van ons huis in de hemel. Van de hoofdman, die zonder twijfel één van de vele heidenen is die neerzit bij Abraham, tot Jezus zit gaat zitten als wij Hem vragen iemands zonde tegen ons begaan, niet toe te rekenen, tot beloften hemels voedsel te eten en toegang te verkrijgen met een persoonlijke ticket die Hij en wij alleen weten – we hebben een geweldige toekomst!
Zoals Efeziërs 2:7 zegt over de goede bedoelingen van de Vader jegens ons: “…om in de komende eeuwen de overweldigende rijkdom zijner genade te tonen naar zijn goedertierenheid over ons, in Christus Jezus…
Volgende week een ander onderwerp, tot dan, zegen!
John Fenn
www.cwowi.org
Mail naar [email protected]