De zomer dat ik 16 werd, was Barb nog 15 en we hadden nog niets met elkaar, al vond ik haar wel leuk; ik durfde haar ook nog niet mee uit te vragen. Maar die zomer deed ik een stapje die richting op – ik had gehoord dat Wildcat Creek overstroomd was als gevolg van hevige regen; en ongeveer 6 km. ten westen van mijn huis was een woonwijk gebouwd in de buurt van een golfbaan, ‘Green Acres’ genaamd, en de Kreek kronkelde zich erdoorheen. Ik nodigde Barb en haar beste vriendin uit om met mij en een aantal andere vrienden naar de kreek te gaan.
Natuurlijk vertelden wij onze ouders niet dat we wilden gaan zwemmen en drijven in een kreek die vol met brokstukken zat! (We zeiden de waarheid, dat we gingen zwemmen, maar alleen niet waar we gingen zwemmen.:)
Stom, stom, stom
We sprongen in het water, lieten ons een paar minuten meedrijven op het water, klommen er weer uit, liepen over de golfbaan naar het beginpunt en sprongen er weer in, en ga zo maar door. De kreek was overspoeld met boomtakken en zelfs met kleine boompjes, en we wisten dat het grootste gevaar onder de oppervlakte lag, omdat onze benen verstrikt zouden kunnen raken in een gezonken boomtak, om dan door de intense stroming meegesleurd te worden. Dus herinnerden wij elkaar er voortdurend aan onze benen tijdens het drijven dicht onder ons te houden; nog beter was het om op je rug of je buik met de stroom mee te drijven.
We waren nerveus, maar we leken moedig en vol vertrouwen te zijn. We hadden een grijns op ons gezicht, deels uit pure vreugde en deels omdat we niet bang wilden lijken. Van binnen WAREN we bang naar beneden getrokken te worden, maar anders dan af en toe een luide schreeuw van pijn, nadat iemand zijn been geschampt had aan een gezonken boom, zou je dat niet zeggen; aan de oppervlakte leek alles kalm te zijn.
Toen ik de meisjes die middag naar hun huis terug bracht, hadden we het over de blauwe plekken op onze benen, heupen en rug, die we opgelopen hadden door de obstakels in het water, maar wij vonden dat het avontuur die prijs zeker waard was!
De schijn hooghouden
Zoals wij kalm aan de buitenkant leken toen we op het water dreven, maar onder de oppervlakte ons best deden ons hoofd boven water te houden, zo ook neigt religie ertoe uiterlijke verschijning te benadrukken, terwijl het hart vaak gekneusd en gehavend is door het leven, zoals dat het geval was met onze benen en heupen.
Wie van ons kent niet de drukte op zondagmorgen om iedereen op tijd klaar te hebben voor de kerk; pa die naar moeder roept om op te schieten, en moeder die naar kleine Joey schreeuwt om nu eindelijk eens zijn schoenen aan te doen, en iedereen is chagrijnig en boos. Maar zodra de auto stopt op de parkeerplaats van de kerk, stoppen de kinderen als bij toverslag met ruziën, moeder en vader vergeten de chaos en het humeur van die morgen, en de perfecte christelijke familie loopt de kerk binnen, met een gepleisterde glimlach op hun gezichten.
Wat denk je, ziet God de buitenkant van het perfecte gezin, of de harten van die perfecte familie?
Wat met Elia gebeurde
Elia had een geweldige overwinning over de profeten van Baäl meegemaakt, doordat Gods vuur zijn offer verteerde* en Gods demonstratie van kracht paste perfect binnen de verschillende religies in die regio en hun idee betreffende de goden – aarde, wind en vuur – dus was het een luide boodschap aan de mensen van Baäl. Zij geloofden dat de goden in die elementen waren, dat zij die bewoonden. Baäl was onder andere de Kananitische Donder god, dus toen God antwoordde door vuur, liet Hij zien krachtiger te zijn dan welke god dan ook van wind, aarde en vuur. *1 Koningen 18:16-40
Maar onmiddellijk daarna dreigde Izebel Elia te doden en uit angst verstopte hij zich in een grot*. In zijn wanhoop klaagde hij naar de Heer en de Heer antwoordde. Allereerst was er een sterke wind, maar de Heer was niet in de wind. Toen kwam er een aardbeving, maar de Heer was ook niet in de aardbeving, Daarna kwam er vuur, maar Hij was ook niet in het vuur.
Als laatste kwam er, in het Hebreeuws, ‘een geluid als een fluistering’ of ‘een zacht gefluister’, en de Heer was te horen in die fluistering. *1 Koningen 19:9-12
Het idee dat God in een fluistering was, was revolutionair. Iedere religie rondom Israël geloofde dat hun god uitwendig was, in de krachten der natuur – goden van het visuele, van de schijn hooghouden, uitwendig gericht. Maar God liet aan Israël zien dat het bij Hem helemaal om het inwendige gaat, het onzichtbare, de motieven, de stille zachte stem. Hij kan in het hart gevonden worden, in de motieven, in het geluister – en dat was nieuw!
De ontmoeting in de grot veranderde alles
De Heer antwoordde Elia in de fluistering van het hart. Deze God is niet als andere goden, Hij houdt zich bezig met ons diepste wezen. Deze God is een Geest* en daarom communiceert Hij met iemands geest in een fluistering.
De geest van de mens is het huis van ons gevoel van zelfwaarde, van ons doel in het leven, onze liefde voor onszelf, en dit is waar God zich aan Elia demonstreerde dat Hij leeft. Deze God gebood Israël anderen lief te hebben als zichzelf*, en geen andere god had zijn ondergeschikten gezegd zichzelf lief te hebben om daarna die liefde aan anderen uit te drukken. *Johannes 4;24, Leviticus 19:18
Dat moment in die grot veranderde alles, de grot vertegenwoordigt het menselijk hart, de schuilplaats waar God tot ons fluistert. David liet zien dat hij dit ook wist, want toen hij met zijn zonde met Bathseba geconfronteerd werd, schreef hij in boetedoening Psalm 51, en hij zei in vers 8:
“Zie, Gij wilt waarheid in het verborgene (inwendige delen, Engelse vert.- geest en ziel); in het geheim (verborgen deel – geest) maakt Gij mij wijsheid bekend.”
De geest van de mens is waar God ons ziet, waar Hij waarheid eist en Zijn wijsheid openbaart.
Samuel leerde dit toen Hij gezonden werd om een nieuwe koning te zalven, nadat koning Saul van de Heer afgeweken was en vervangen moest worden. Samuel ging naar Jesse’s huis en liet al zijn zonen komen, denkend dat de oudste zoon, Eliab, de natuurlijke keuze zou zijn, maar de Heer antwoordde echter:
“Het komt immers niet aan op wat de mens ziet; de mens toch ziet aan wat voor ogen is, maar de Here ziet het hart aan.” 1 Samuël 16:7
Door de eeuwen heen, leidend naar de grotervaring van Elia, was Israël de weg kwijtgeraakt. Hebben wij dat ook? En de kerkcultuur? Richten wij, of onze kerkcultuur, ons op de fluistering, of op de uitwendige uiterlijkheden die bedoeld zijn om aan te trekken en te imponeren? Religies doen hun best God met uiterlijke termen te benaderen, zoals de profeten van Baäl dat deden, denkend dat dit is wat Hij wil. Maar Hij is te vinden in de inwendige fluistering.
Toen Jezus de zonde van de wereld wegnam, met al onze individuele zonden gevat in die zonde, nam Jezus iedere noodzaak voor valse schijn weg, voor je beter voor doen dan je bent. Jezus baande voor ons de weg om eerlijk naar onszelf te zijn en met de Vader. Hij kent ons diepste wezen, waar we onze diepste gedachten en motieven aan onszelf fluisteren. Hij is ook in de fluister.
En dat is waarom deze meest nederige God, de Vader van de eveneens nederig en zachtmoedige* Here Jezus, zegt “Kom vrijmoedig naar de troon van genade om barmhartigheid en genade te vinden en hulp te verkrijgen te gelegener tijd.”* Hij kent het hart, want Hij woont in de fluistering, dus houd niet langer de schijn op en laat Hem gewoon weten hoe hard je onder de oppervlakte aan het peddelen bent, geraakt door onzichtbare obstakels – fluister in je hart naar Hem en pauzeer dan om Hem terug te horen fluisteren. Zoek Hem niet langer in de aarde, wind en vuur. *Mattheüs 11;29, Hebreeën 4;16
Sluit je ogen en luister naar de fluistering.
Volgende week meer, zegen,
John Fenn
www.cwowi.org
mail naar [email protected]