Hoe herstelt iemand van een emotionele stoornis en ziekte? Hoe niet-geloven we een leugen?
Elia of de Messias?
In de tijd dat Mattheüs 16:13 speelde, zeiden de mensen dat Jezus de gereïncarneerde Elia was (of een andere profeet).
Dit was een leugen, maar het is duidelijk dat mensen dit geloofden en dat men zei dat Jezus Elia was, want de Heer vroeg de discipelen wat de mensen zeiden, dus is het duidelijk dat ze leugens hoorden over Jezus. Maar toen Hij vroeg wat zij geloofden, antwoordde Petrus: “U bent de Christus, de Zoon van de levende God!”
Jezus zei dat Petrus door openbaring van de Vader wist wie Hij was, en op die rots van openbaring zou Hij Zijn gemeente bouwen. Alle gelovigen hebben evenzo openbaring van de Vader gehad dat Jezus de Christus is, en wij maakten een keuze om niet meer te geloven wat wij over Hem geloofd hadden – een goed mens, een profeet, een historisch figuur, een mythe – om de openbaring die ons hart beroerde, te geloven: U bent de Christus, de Messias, de Zoon van God.
Wat openbaring doet
Toen Petrus de openbaring van de Vader ontving dat Jezus de Christus is, scheen dat hemels licht op de leugens van anderen en wat zij over Jezus zeiden, waardoor Petrus geconfronteerd werd met een beslissing – de leugens van anderen over Jezus geloven, of reageren op de openbaring en geloven wat de Vader als Waarheid presenteert.
Petrus moest bereid zijn eens en voor altijd met die kwestie in zijn hart af te rekenen. Daarom is openbaring van de Vader het fundament dat gelegd moet worden voordat iemand een leugen kan zien voor wat het is. Op het moment van een openbaring heeft iemand een keus. Maar men moet bereid zijn dit eens en voor altijd vast te laten staan en daarmee al het mentale vechten tegen die openbaring te eindigen. Men moet willen stoppen met vechten tegen de Waarheid, gebracht door openbaring.
Hebreeën 6:4 zegt dat we ‘verlicht’ moeten worden voordat we van ‘de hemelse gave’ (Jezus) kunnen genieten. Jezus zei dat iedereen die het van de Vader gehoord en geleerd heeft, tot Hem komt. Hij zei dat als iemand de Zoon ziet, men in Hem gelooft. Dat ‘zien’ is openbaring van de Vader. (Hebreeën 6:4, Joh. 6:40,45)
Voor een gelovige is openbaring van de Vader een manier van leven – Paulus bad o.a. hiervoor in Efeziërs 1:15-18 en 3:14-20 en Colossenzen 1:9. We worden in onze wandel met de Heer geconfronteerd met openbaring over Bijbelse relaties, de Heilige Geest en tongen, is genezing voor vandaag, en veel meer openbaring vanuit het koninkrijk.
Het moeilijke deel
Andere openbaringen komen en worden gebouwd op de fundamentele openbaring: openbaringen over kwesties in het leven, waardoor we onze eigen geschiedenis in het perspectief van de Vaders gaan zien, in het licht van onze redding, van liefde. Ons hele leven door geeft Hij hier en daar openbaring, als we nadenken over beslissingen die we in het verleden gemaakt hebben – we zien ze nu als dwaas, misschien moeilijk om onszelf daarvoor te vergeven, en wij zien ook de goede en wijze beslissingen die we gemaakt hebben.
Vaak realiseren wij ons niet dat het de Vader is die ons deze terugblik op beslissingen uit ons verleden laat zien – maar we weten dat Hij het is, omdat de herinneringen blijven, maar de pijn die ermee gepaard ging, verdwenen is – en dan gaat Hij dieper, naar wat wij over onszelf denken en over wie we zijn en wat ons doel is op deze planeet.
Beslissingen, beslissingen
De beslissing om te geloven, om de leugen achter ons te laten en de waarheid te omarmen, kan het moeilijkst zijn dat iemand ooit gedaan heeft. Laten we als voorbeeld een meisje nemen dat seksueel misbruikt is en dat opgroeit met de leugen dat het haar schuld is, dat zij te aantrekkelijk was, of te flirterig voor haar oom/vader/buurman, dus is het haar schuld dat ze misbruikt werd.
Als zij openbaring en licht van de Vader ontvangt dat een 10-jarig meisje niet verantwoordelijk is voor de daden van roofzuchtige mannen, moet zij een geloofssysteem achter zich laten waar zij zich comfortabel in voelde en waar ze bekend mee was. Ze heeft ongelooflijk veel pijn meegemaakt omdat het geloven van die leugen ervoor zorgde dat ze verschrikkelijke keuzes in haar leven maakte. Maar het was in ieder geval bekend terrein, met voorspelbare patronen van succes en falen, een cyclus dat een pervers gevoel van zekerheid bood.
Pijn?
Om zichzelf niet meer de schuld te geven, is iets groots en onbekends – zo heeft ze nog nooit gedacht. Ze had een bepaalde rust gekregen in het geloven van de leugen dat het allemaal haar schuld was. Niet alleen het misbruik was haar schuld, maar zij gaf zichzelf ook de schuld van andere dingen in het leven die niet aan haar verwachtingen hadden voldaan.
Een voorbeeld – zij geloofde dat het haar schuld was dat een vriendin in een auto ongeluk om het leven kwam toen zij tieners waren. In een perverse logica wil ze dat die leugen de waarheid is – ALS zij haar vriendin gevraagd had te blijven slapen (ook al had ze daar op dat moment niet aan gedacht), dan zou haar vriendin niet in de auto gestapt zijn om te gaan drinken. En ALS zij haar vriendin om 10 uur gebeld had om te vragen of ze met haar naar de avondfilm wilde gaan, DAN zou het ongeluk niet gebeurd zijn – dus zij vond een manier om de dood van haar vriendin haar schuld te laten zijn.
Het niet-geloven van de leugen brengt iemand op onbekend terrein. Als iemand zichzelf zijn hele leven de schuld gegeven heeft van iedere slechte uitkomst of gebeurtenis in zijn leven en die van anderen, lijkt het heel moeilijk te zijn en veel werk en pijn om de leugen af te wijzen, al is dat in zichzelf ook al een leugen. De zekerheid van de Vaders liefde, vergeving en genade, lijkt te mooi om waar te zijn en al die goedheid te omarmen, brengt vrees voor het onbekende.
Openbaring van de Vader ontvangen is het fundament
Openbaring van de Vader komt door te denken aan Hem, aan Zijn Woord, Zijn wegen, wat Hij in ons leven gedaan heeft. De vader leren kennen is de sleutel.
Ik moedig mensen aan om naar de brieven van Paulus te gaan, en overal waar je ‘God’ geschreven ziet, dit te vervangen door ‘Vader’, want daar schrijft Paulus over. Vooral de hoofdstukken 1 tot en met 3 van Efeziërs zijn goed om mee te beginnen. Neem dan de tijd om over deze waarheden na te denken – in 1:3 bijvoorbeeld staat dat de Vader ons met alle geestelijke zegeningen gezegend heeft in de hemelse gewesten. In 2:6 staat dat de Vader ons een plaats gegeven heeft in de hemelse gewesten, naast Hem, in Christus.
Wat wil dat zeggen? Welke privileges zijn ons gegeven omdat we kinderen van de Vader zijn, kinderen van het licht, die eens kinderen der duisternis waren? Denk over deze dingen na en al gauw zul je merken dat je gedachten teruggaan naar je jeugd, naar toen je ouders jou vertelden dat het nooit wat met jou zou worden. Dat je stom bent, en dom en nooit eens iets goeds kon doen. De Vader echter houdt van jou, gelooft Hij in jou en mag Hij jou!
En ineens besef je dat wat zij vroeger over je zeiden, een leugen was. Misschien dat het toen waar was, maar nu niet meer, want je bent geestelijk gezegend met allerlei geestelijke zegeningen, en je bent van familie veranderd en je hebt nu een andere bloedlijn. Je bent nu een koninklijk kind, en zodra je zegt ‘Vader,’ ben je voor Zijn troon, is de hemel 24/7 open, omdat Hij het bewijs daarvan gegeven heeft in de Heilige Geest die in jou woont. Je weet nu dat je niet stom bent, of dom, maar dat je de gedachten van Christus hebt.
En op een dag laat de Vader jouw herinneringen gaan naar een schoolbord, waar jij en een andere student een wiskunde probleem moesten oplossen voor de hele klas. Je haatte de druk waar je onder stond en je voelde je zo dom, omdat andere kinderen om de fouten moesten lachen die je op het bord schreef…
En ineens dringt het tot je door dat je niet dom bent, je functioneert gewoon niet zo goed onder druk, en dat is OK…en langzaam, als het ontwarren van een kluwen wol, neemt de Vader je in de weken, maanden, jaren daarna mee en gaat met jou terug naar je verleden en geeft jou openbaring vanuit Zijn gezichtspunt. Hij laat je de leugens zien, de één na de ander, en dat het leugens waren en waarom en op een dag kom je tot de ontdekking dat er iets veranderd is: je ervaart vrijheid en een vreugde, er komt een glimlach op je gezicht, en o, wat schijnt de zon heerlijk vandaag….en je wandelt in heelheid.
Petrus moest het onbekende omarmen, hij moest iets geloven en hardop zeggen wat nog nooit eerder gedaan was: U bent de Christus, de Zoon van de levende God.
Wil jij de openbaring omarmen, zoals Petrus dat deed, ook al voelt het vreemd, is het een nieuw gebied en iets totaal onbekends voor jou?
Volgende week een Bijbels voorbeeld van een man die het uitwandelde, en iemand die dat niet deed…tot dan,
Zegen,
John Fenn
www.cwowi.org
mail naar [email protected]