Ik benader emotionele en mentale gezondheid niet vanuit een koud, academisch perspectief – ik wil graag mijn eigen leven delen – waar wij wekelijks en vaak dagelijks mee te maken hebben, en hoe wij een gezond emotioneel en mentaal leven handhaven!
Uit mijn eigen leven
Om Chris in een plaatsvervangend tehuis te doen, nadat hij 24 jaar thuis gewoond had, was een gigantische aanpassing voor ons beiden. Het huis waar wij ons comfortabel over voelden en waar wij de vrede van de Heer over hadden, was ongeveer 2 uur rijden van ons vandaan. De eerste 5 jaren dat hij daar woonde, waren verschrikkelijk.
Mentaal is hij 4 jaar oud, daar de navelstreng tijdens de geboorte om zijn nek gewikkeld zat, wat er voor zorgde dat zijn hersenen geen zuurstof kregen en hij een hersenbeschadiging opliep. Lichamelijk echter was hij toen 24 en begreep niet waarom hij niet meer thuis kon wonen. Hij belde ons op, huilend en luid snikkend, zich verontschuldigend door zijn tranen heen, “Het spijt me zo, het spijt me dat ik wat verkeerd gedaan heb. Ik zal lief zijn. Mag ik nu thuis komen, ik wil naar huis!” – denkend dat hij iets heel ergs gedaan moest hebben waardoor wij hem niet meer thuis wilden hebben en hij bij vreemden moest wonen, 2 uur bij ons vandaan.
Vanwege de afstand en het werk van de bediening, konden we hem slechts 1-2 nachten in de 4-6 weken thuis hebben, al belden we hem regelmatig op, en wij deden ons best hem te laten begrijpen dat hij niets verkeerds gedaan had.
Na 5 jaar op die manier geleefde te hebben, hij was toen 29, gaf hij de wil om te leven op. Hij wilde niet meer eten en werd gevaarlijk mager, hij weigerde uit bed te komen, wilde zijn medicijnen niet meer innemen – hij wilde dood. Wat ons echt wakker schudde, was toen de manager van het tehuis mij in het voorjaar van 2008 vertelde dat ze hem moesten ontslaan en dat hij naar een verpleeghuis zou moeten, om daar te sterven, want zij konden niet langer meer voor hem zorgen.
Wij wisten dat het kwam omdat hij van ons gescheiden was – als je een kind van 4 jaar oud kent, of gekend hebt, stel je dan eens voor dat je dat kind zegt dat het niet meer thuis kan wonen en dat het 2 uur rijden van je vandaan komt te wonen. We wisten dat we dichter bij hem moesten gaan wonen, waardoor hij wekelijks bij ons zou kunnen komen, in plaats van maandelijks, zoals dat toen het geval was.
Zodra we verhuisd waren en hij wekelijks bij ons kon komen, werd hij weer zijn oude zelf. En nu is het 5 jaar later, hij is nu 34, en we hebben een soort van routine. Op vrijdagmorgen haal ik hem op, ga met hem naar de drive-through voor ontbijt en we parkeren bij de spoorbaan, om te zien of de Vader het zo geregeld heeft dat er een trein op dat moment voorbij komt. Als er een ambulance gillend voorbij komt, pakt Chris mijn hand en zegt ‘We moeten bidden.’ Dus we bidden voor de persoon waar de ambulance naartoe scheurt, en hij roept een stevig AMEN! aan het eind ervan.
Dan gaan we boodschappen doen – postkantoor, naar huis om naar het toilet te gaan en andere kleren aan te doen die niet ‘naar het huis’ ruiken en om moeder te zien. Dan brengen we het vuilnis naar de plaatselijke dump/recycle, gaan langs verschillende winkels want we sparen dingen op die gedaan moeten worden zodat we die samen met Chris te kunnen doen. Deze week is Chris naar de kapper geweest en de dame die zijn haar knipt, geeft hem altijd een Car and Driver tijdschrift uit de wachtruimte. Hij houdt van auto’s!
Chris geeft voortdurend commentaar op alles – we rijden langzamer om voor een kruising te wachten, en er grazen koeien aan de kant van de weg. Hij laat zijn raam naar beneden rollen en steekt zijn arm uit om naar hen te wuiven: “Hallo koeien!” (dan een antwoord gevend in een lage stem) “Hallo Chris, wat doe je vandaag?” “O, boodschappen met pa, dag koeien!” (dan lacht hij om zichzelf en praat tegen zichzelf. “Koeien kunnen niet praten, hé pa? Ha, ha, nee, koeien praten niet, Chris. Maar sommigen wel! Weet je, als ik in de hemel ben, ga ik met koeien praten!”
Chris heeft nog nooit een vreemdeling gezien, en de meeste winkelbediendes kennen hem als we binnen komen rollen, dus nemen we de tijd. Als hij een man ziet met een cowboy hoed op, wat vaak voor komt in Grove, Oklahoma, zegt hij “Hallo cowboy, wat doe jij vandaag?” en als iemand het gangpad verspert als we proberen er langs te rollen, zegt hij “Kijk uit, mensen!” en gniffelt in zichzelf, voordat hij zegt “Excuseer mij.” Als we een baby zien, moet hij er tegen praten, zien we een hond, dan moet hij die aaien. We hebben een leuke tijd.
Zo tegen 16.00 uur zijn we weer thuis, waar Barb zijn lievelingseten klaarmaakt en Chris zich kan settelen in zijn stoel met zijn prentboeken en zijn kleurboeken en vaak kijkt hij zijn favoriete filmpjes. Rond 20.00 of 21.00 uur is hij klaar om naar bed te gaan. Ik speel een christelijke muziek cd voor kinderen, en zeg tegen hem “Door Zijn striemen” en hij vult aan “Ben ik genezen!” en ik doe de lamp uit.
De volgende morgen is een bad het eerste wat plaats vindt, of hij wel of niet droog gebleven is die nacht (hij kan ’s nachts niet opstaan om naar het toilet te gaan, dus ik weet nooit hoe ik hem ’s ochtends aantref)…maar altijd eerst een bad, dan zijn favoriete ontbijt, terwijl hij naar zijn lievelingsshow of film kijkt: Donut man, Gospel Bill, Davey & Goliath, tekenfims over het Oude en Nieuwe Testament, Umizoomi, Bubble Guppies, sommige afleveringen van Sesamstraat, Barney – en dvd’s als Cars, Cars 2, Herbie, Dombo – noem het maar, ons huis is vol met Disney films!
Tegen de middag, na een kort gebed over hem, gaan we in de truck, doen wat boodschappen, dan eten we ergens en rond 17.00 uur komen we weer aan bij het tehuis. Dat is een typische routine.
Normaal gesproken ben ik degene die hem week in, week uit, terug brengt, omdat het emotioneel erg moeilijk is voor Barb. Voor mij is het dat ook, maar ik ga er anders mee om. Barb heeft de neiging zich schuldig te voelen en heeft gevoelens over hoe inadequaat de zorg is. Het is daar natuurlijk niet zoals bij ons thuis. Ik accepteer dat compromis beter.
Maar iedere keer als ik Chris vertel dat we weer richting de groep moeten gaan, wordt hij stil. Zijn energie is weg, hij wordt stil, totdat hij het feit dat hij terug gaat, overdacht heeft. En altijd vraagt hij ‘Dus je komt mij volgende week weer halen, nietwaar? Je haalt mij donderdag weer op?” “Nee Chris, op vrijdag haal ik je op.” “O, OK.”
Ik herinner hem eraan dat we allebei weer moeten werken – hij gaat maandag-donderdag naar een werkplaats. Maar nadat ik hem teruggebracht heb, zijn medicijnen ingetekend heb en met de bewoners en staf gesproken heb, is hij weer in de ‘groepshuis stemming’. Hij kletst weer, gaat om met de staf en de bewoners, maar heeft nog steeds zekerheid nodig “Pa, je komt me volgende week halen, OK?”
Ik verzeker hem telkens weer dat ik dat doe en het gewicht aan verantwoordelijkheid en zijn verwachtingen raken me iedere week weer als we dit doen – vaak bid ik iets als “O Vader, houd mij levend en gezond zodat ik er voor hem kan zijn, en weerhoudt mij van zonde en alles dat mijn leven kan verkorten. Haal hem eerst thuis, als het voor de opname is, omdat hij zo van mij afhankelijk is. Geeft U alstublieft die genade, maar ik vertrouw U en Uw plannen.” Sommige elementen hiervan, zo niet alle, stort ik uit van mijn hart naar Hem, als ik Chris verlaat.
Ik moet altijd tegen mijn tranen vechten als ik wegrijdt, emotioneel down, dankzegging gevend voor de voorziening en de goede mensen die voor hem zorgen, voor zijn medebewoners en zijn beste vriendin Frankie, die ook van de Heer houdt. Zij is de dochter van een zendelinge die haar dochter slechts een paar keer per jaar ziet. Maar ik ben down. Ik moet tijd alleen hebben om er mee om te gaan.
Als ik in de auto rijd, gebruik ik die tijd meestal om mensen te bellen die mij gebeld hebben of die een telefoontje moeten hebben, maar nadat ik Chris weggebracht heb, lukt dat mij niet. Als ik mij te ver in mijn emoties laat meeslepen, kun jij je voorstellen wat satan daarmee kan doen? Hij laat dat de kant opgaan van depressie, hopeloosheid, overweldigende schuldgevoelens…
Maar ik weet beter. Ik ga in tegen die emoties, omdat ik weet dat dit tehuis en ons huis dat zover verwijderd is van onze huiskerk in Tulsa, is wat Hij voor ons heeft op dit moment. Zijn genade is altijd aanwezig, maar genade in iemands leven kent beperkingen in de levens van anderen, en de mensen in de gemeentes in Tulsa zijn genadig geweest.
Dus aanbid ik, overdenk de dingen. Vaak ben ik stil op de terugweg of ik bid in de geest/Geest, ben in gedachten die 30 minuten, of ik praat met de Vader. Geen radio aan, geen muziek via mijn telefoon. Vaak parkeer ik de auto thuis en blijf nog een paar minuten in de truck zitten.
Deze tijd van het jaar is er veel te doen, maar Barb beseft heel goed dat ze mij niets moet vragen te doen, nadat ik Chris weggebracht heb. Ik heb tijd alleen nodig, ik met de Vader. Dan dwing ik mezelf om mijn gedachten een andere kant op te laten gaan – het gras moet gemaaid worden, ik moet aan de Weekly Thoughts werken, er zijn Skype boodschappen die beantwoord moeten worden, emails te doen, reizen die gepland moeten worden. Maar meestal kan ik mij op zaterdagavond er niet toe zetten iets van die dingen te doen, al weegt wat gedaan moet worden, zwaar op mij. Die avond heb ik tijd nodig voor ‘niets’. Misschien dat ik even TV kijk, of solitaire op de computer speel, of aan de boot ga werken.
Maar het eerste wat ik doe, nadat ik Chris heb weggebracht, is bijpraten met Barb. We hebben allebei die tijd samen nodig, we praten over dingen die gebeuren moeten bij het tehuis, over de kleding die Chris nodig heeft, enz. Dan schakelen we over naar andere dingen – de emotionele cyclus is compleet, totdat het opnieuw begint, de volgende vrijdag.
Dus ik onderbreek deze serie met een blik in ons leven en dank jullie allemaal voor jullie geduld. Volwassen zijn in Christus wil niet zeggen dat je volmaakt bent, noch dat we als een geestelijke robot zijn, zonder emoties. Het wil zeggen dat we door het leven gaan, wandelend met Hem. Voortdurend brengen we Hem en Zijn onvoorwaardelijke liefde waar we in geworteld en gegrond zijn, voor ogen bij iedere uitdaging, iedere emotie die er is. Communiceer in je hart met de Vader, met de Heer en breng je emoties altijd terug naar die liefde.
Volgende week verder met deze serie…zegen en bedankt!
John Fenn
www.cwowi.org
mail naar [email protected]