Ik was Chris aan het klaarmaken voor de dag, na hem in bad gedaan te hebben, toen hij een vliegtuig over hoorde komen. Chris is onze oudste zoon, 36 op dit moment, die met de navelstreng om zijn nek geboren is, waardoor hij een zuurstoftekort in de hersenen kreeg en mentaal slechts 4 jaar oud is.
“Pa! Een vliegtuig!” zei hij. “Je hebt gelijk, ik hoorde hem ook. Ik vraag me af waar hij naartoe gaat?” vroeg ik, maar gaf hem niet de tijd te antwoorden; ik was me niet bewust van de woorden die op het puntje van zijn tong lagen. “Misschien vliegt iemand naar huis die een bezoek aan het meer gebracht heeft. Misschien iemand die naar zijn werk moet, of op weg naar vrienden is. Of misschien gaan mensen wel op vakantie, ver weg. Wat denk jij dat ze naartoe gaan?” Hij had op mij gewacht, tot ik klaar was met praten, en antwoordde toen “Ze gaan naar een vliegveld”.
De verloren kunst van conversatie
Zijn reactie kwam neer op wat waar is – maakt niet uit waar iedereen naartoe gaat, ze gaan naar een vliegveld. Ik was echter zo met mijzelf bezig en bedacht waar iedereen naar toe zou kunnen gaan, dat ik niet bemerkte dat Chris geduldig op mij aan het wachten was, tot ik eindelijk uitgesproken zou zijn. Dat is één element van een cultuur van aanstoot nemen: de verloren kunst van conversatie. Iedereen domineert wel eens een gesprek, maar niet als een gewoonte.
Zij die aanstoot nemen, willen geen ideeën uitwisselen, want ze zijn zo met zichzelf bezig. Ze willen dat hun stem alleen gehoord wordt. Ze willen jou gebruiken, maar niet van je leren. Misschien om stoom af te blazen, om de tijd te doden, of zodat jij bevestigt wat zij alreeds besloten hebben, maar ze gebruiken jou om hun beslissing te rechtvaardigen, terwijl ze voordoen nog geen beslissing genomen te hebben. De redenen zijn talrijk, maar ze komen allemaal neer op het feit dat ze niet weten hoe ze van gedachten kunnen wisselen met iemand, en eigenlijk willen ze dat ook niet.
Iemand die in een cultuur van aanstoot nemen zit, beziet de mening van een ander als een bedreiging en daarom reageert hij in een uitbarsting van emoties.
Dit is een onderdeel van de emotionele instabiliteit die samengaat met aanstoot nemen. Iemands persoonlijke bolwerk van aanstoot kan logisch niet gerechtvaardigd worden, en dat weten zij. Zij zijn echter te fragiel of gewond of gestrest of ze hebben een agenda, om te doen wat logisch is en recht en wat de Heer hen vraagt te doen; ze zijn teveel bezig met zichzelf. Ze hebben het vermogen verloren te converseren en van ideeën te wisselen zonder zich aangevallen te voelen, bedreigd of verguist, dus beschuldigen ze die ander en vallen hem aan – alles wordt als een afwijzing gezien. Terwijl ze niet echt aangevallen worden – zij zien het alleen zo.
Ja, dat is onvolwassenheid, en tevens aanstoot nemen.
Toen Paulus in Athene was, Handelingen 17, kwamen de mensen samen voor een uitwisseling van ideeën, zonder het persoonlijk te maken. Zij wisten hoe ze een idee moesten aanvallen, zonder het persoonlijk te maken.
Bijna iedere deskundige heeft te maken met dit concept van uitwisseling van ideeën
Soms vinden die uitwisselingen plaats in verhitte discussies, maar zonder die ander persoonlijk aan te vallen. Advocaten, mensen in management, diplomaten, leraars, (hopelijk) echtparen en ouders weten wat het is heen en weer te praten, in verhitte meningsverschillen, terwijl die ander gewaardeerd blijft en geliefd is, waardoor het niet persoonlijk gemaakt wordt.
(Als er een huwelijks-voorbereidings-klas zou zijn voor verloofden, zou het hier over moeten gaan – leren hoe te argumenteren. Leren hoe ideeën uit te wisselen zonder het een persoonlijke aanval te maken en zonder het verleden op te brengen, enz. Beargumenteer ideeën, concepten, doelstellingen, maar maak het niet een persoonlijke aanval.)
Maar velen, vooral zij die een zwakke echtgenoot hebben of geen, noch een goede vriend om in hun leven te spreken, houden van God in hun hart, maar leven in dat kleine zelf-gebied dat zichzelf profileert tegen anderen en dus nemen ze aanstoot aan iemand die het met hen oneens is of die hun gevoelens kwetst. Deze mensen leven vanuit ‘zichzelf’ en niet vanuit Christus in hen.
In plaats van dat God hen kan vertellen hoe ze moeten denken en voelen, laten ze hun emoties zeggen hoe ze moeten voelen en denken
Wow, stel je voor, een leven in Christus op aarde geleefd te hebben, maar niets mee kunnen nemen naar het eeuwige feest, slechts hout, hooi of stro van hun leven dat verbrand wordt. Op die dag wil ik niet in hun schoenen staan.
Vaak houden die mensen wel hun baan en ik weet zeker dat als iemand op hun werk iets zegt of doet waar ze het niet mee eens zijn, ze niet weglopen om nooit meer terug te komen – omdat ze het geld nodig hebben. Maar diezelfde christenen, die weten dat ze eens rekenschap aan hun Schepper moeten afleggen, leven in boosheid en aanstoot ten opzichte van een andere christen, ze eindigen relaties, al zullen we elkaar in de hemel voor altijd kennen – helaas hebben ze geen vrees voor God, geen verlangen om als Christus te worden, omdat hen dat uitdaagt hun denken en gevoelens te veranderen.
Luiheid?
In de loop der jaren heb ik gemerkt dat zij die makkelijk aanstoot nemen, geestelijk lui zijn en niet van hun geestelijk achterwerk willen afkomen. Wat ik daarmee bedoel is dit – stel je een luie werknemer voor, die een te lange pauze neemt, maar aanstoot neemt als de manager hem zegt naar zijn werk te gaan. In plaats van te denken ‘Hij heeft gelijk, ik heb een te lange pauze genomen en dat is vervelend voor mijn collega’s’, zegt hij ‘De baas mag mij niet’.
Iemand die in zijn kleine, emotionele zelf leeft, ziet communicatie in welke vorm dan ook, allereerst door de ogen van aanstoot – ze veronderstellen dat de persoon die reageert boos is, verontrust, geërgerd, zich een houding aanmeet – dus lezen ze in de communicatie, of dat nu persoonlijk, per email, telefoon of brief is, iets wat niet bedoeld is. Dit is voor hen normaal, ook al zegt liefde het beste te geloven en het beste te zoeken. De persoon die gehoorzaam is aan Jezus, past zijn houding aan en zegt ‘Hij heeft gelijk, mijn pauze was te lang en de baas wil het beste voor mij en het bedrijf en voor mijn collega’s.’ Dat is liefde, de houding dat de baas hem niet mag, is de cultuur van aanstoot nemen.
In plaats van de verantwoordelijkheid voor hun eigen leven en houding te nemen, kunnen ze niet het ongemak zien dat hun te lange pauze veroorzaakt heeft bij hun collega’s. Ze zijn lui, blind voor de noden van de collega’s, hebben liever dat iemand anders hun werk doet dan dat zij de verantwoordelijkheid voor zichzelf nemen.
Als je die luiheid op een geestelijk nivo brengt, wil dat zeggen dat iemand liever aanstoot neemt, dan te doen wat God vraagt. ‘Heer, het is te moeilijk vergeving te vragen, dus waarom zorgt U er niet voor en dan is mijn lei weer schoon en kan ik doorgaan’.
De wereld bevindt zich aan de rand, zoekend naar dingen waar men aanstoot aan kan nemen. Maar zo hebben wij Christus niet leren kennen.
Mij is heel vaak gevraagd hoe ik mijn hart en motieven recht houdt voor de Heer
Dat is heel eenvoudig: Ik vorm geen mening in mijn denken en emoties over iemand anders zijn daden. Ik beoordeel de vrucht van hun leven, zoals Jezus zei te doen en ik beoordeel hun hart niet, wat Jezus ook zei te doen. Op die manier wil ik eerlijk en oprecht het beste voor hen en heb daarom geen verborgen agenda in de relatie.
Paulus heeft het met andere woorden gezegd, o.a. in Romeinen 14, en daar zegt hij in wezen ‘Wat zij doen, doen ze voor de Heer, dus dat is hun zaak en niet die van jou.’ Het kan nodig zijn mijzelf voor daden te beschermen die potentieel zondig of gevaarlijk voor mijzelf of mijn gezin zijn, maar ik oordeel hun hart niet. Alleen God kent het hart. Vaak is de menselijke natuur zo dat mensen zichzelf beoordelen bij hun motieven, maar anderen bij hun verwachtingen. En dat leidt dus naar aanstoot nemen en verwonding. Als je doet wat jij kunt om vrede te krijgen, en men weigert dat, is het probleem dat zij hebben met de Heer en niet met jou. Dus laat Hem dat aanpakken.
Lang geleden heb ik al beseft dat ik alreeds in de eeuwigheid leeft, wij zijn al in de eeuwigheid. Dat wil zeggen dat wij elkaar in de komende 200, 500 en 50.000 jaar en verder, heel goed zullen leren kennen. Dus waarom worden we het nu niet eens over waar we het eens over kunnen worden, want zullen de verschillen in dit leven over 10.000 jaar nog iets betekenen?
Ik moet denken aan de woorden van Polycarp, bisschop van Smyrna, voor hij op de brandstapel verbrand werd omdat hij weigerde een reukoffer te branden aan de Keizer: “86 jaar heb ik Hem gediend en heeft Hij mij nooit kwaad gedaan. Hoe kan ik mijn Heer en mijn Redder lasteren? U bedreigt mij met een vuur dat voor even brand en na een tijdje gedoofd is, maar u bent onwetend over de eeuwige straf die bereid is voor de goddelozen.”
Een goede kijk op dit perspectief op de eeuwigheid zou hen die makkelijk aanstoot nemen, christen of niet, goed doen, denk ik.
Volgende week aan nieuwe losse gedachte, tot dan,
zegen,
John Fenn
www.cwowi.org
Mail naar [email protected]