Laatste gedachten over geestelijke oorlogvoering
Hallo allemaal,
Enkele laatste, zeer praktische gedachten over geestelijke oorlogsvoering.
Demonen kunnen je gedachten niet lezen
Demonen en zelfs Satan zelf, zijn slechts individuen. Ze kunnen onze gedachten niet lezen. Voor mensen die geleerd hebben op te passen voor de duivel, is de vraag of demonen onze gedachten kunnen lezen, belangrijk. Zij kunnen het zelfs moeilijk vinden te geloven dat demonen hun gedachten niet kunnen lezen.
En demonen kunnen tongen verstaan, omdat wij de talen van de aarde en de hemel spreken. Maar wat maakt het uit? We bidden tot de Vader, dus wat kan het ons schelen wie kan verstaan wat we bidden? Als je beseft dat demonen geen gezag hebben in je leven, zal het je niet veel kunnen schelen wat een demon wel of niet weet of begrijpt - ze zijn onbelangrijk en niet relevant. Christus in mij is het enige dat telt.
Bijvoorbeeld: Hoeveel openbaring van God had jij, hoeveel wist jij voordat je wedergeboren werd? Het antwoord is: heel weinig. Pas nadat jouw geest was herschapen door de Heilige Geest werden de dingen van God plotseling zinvol voor je. Dat komt omdat je daarvoor in duisternis was, vervreemd van God, met heel weinig openbaring. Maar eenmaal in het gezin werden de waarheden van de Vader geopenbaard.
Stel je nu wezens voor die duizenden keren in grotere duisternis verkeerden dan jij vroeger was.
Als jij als mens geen licht van God in je leven had, geen persoonlijke openbaring van de dingen van God, hoeveel meer in het donker en onwetend denk je dat demonen zijn? Ze kunnen je gedachten niet lezen.
Daarom hebben we soms vreemde gedachten en vreemde verleidingen die nergens op slaan - ze hebben geen idee wat we denken, dus gooien ze er maar wat op los om te zien of we iets ervan oppakken en daar over gaan denken. Verder zijn veel demonen al generaties lang in de buurt van families. Op dezelfde manier waarop de Vader ons engelen geeft om leiding te geven, is Satans perversie dat demonen aan families kunnen worden toegewezen, en ze zijn wat de Bijbel "vertrouwde geesten" noemt. Vertrouwd omdat ze in een familie zijn geweest, vaak al generaties lang, en door de decennia heen het ene lichaam na het andere hebben gebruikt.
Ze weten dus door observatie wat je gestrest of bang maakt, niet doordat ze je gedachten kunnen lezen. Relax, ze zijn niets om bang voor te zijn – te weten dat zij niet weten wat je denkt, dat ze alleen maar kunnen raden wat je denkt omdat ze je kennen en jou of je familie jarenlang hebben geobserveerd, zou je niet moeten storen.
Daarom is wat we zeggen en doen zo belangrijk. Ze observeren ons. Door je woorden onthul je je hart. Net zoals jouw woorden je wil aan een ander onthullen, beperken of geven je woorden ook informatie aan demonen, waardoor ze kunnen handelen, of weglopen in het besef dat er bij jou niets voor hen is.
Drijf ze uit
Jezus zei eenvoudigweg: drijf demonen uit. Hij ging er niet naar op zoek, maar wanneer iemand Zijn pad kruiste die een demon had, gebood Hij ze weg te gaan. Hetzelfde zien we in het boek Handelingen.
Er is slechts één vermelding van iemand die met een demon praat, en dat was Jezus, die sprak met de baas-demon, Legioen, in Marcus 5. Dat was alleen om vast te stellen wie de baas was over die duizenden demonen die die persoon had, zodat Hij ze kon uitdrijven. Bedieningen die regelmatig met demonen praten zijn uit balans, want er was slechts die ene keer in het NT dat dit gebeurde, en dat was door de Heer, om specifiek te weten te komen wie de baas was over die duizenden.
Je kunt iemands vrije wil niet terzijde schuiven
In Mattheus 15:22 wordt Jezus door een moeder gevraagd om haar dochter te genezen/bevrijden. In Lucas 9:38-42 zoekt een vader genezing en bevrijding voor zijn zoon, in het Grieks 'jongen', wat jonger is dan een tiener.
In de Joodse traditie (in de Mishnah, de mondelinge wet), die zelfs teruggaat tot 500 voor Christus, staat dat een ouder verantwoordelijk is voor de daden van een kind totdat het 13 jaar is (soms 12 voor meisjes). Die volwassenwordingsceremonie voor een jongen heet een 'bar mitswah', en 'bat mitswa' voor een meisje. Het is gebaseerd op het begin van de puberteit.
Veel ouders, waaronder Barb en ik, ontdekten dat de Heer ongeveer hetzelfde principe volgt. Ik herinner me dat ik een van mijn zonen de handen oplegde en de koorts gebood te verdwijnen toen hij nog jong was. Er gebeurde niets, wat ongewoon was. Toen ik de Vader vroeg waarom, zei Hij me eenvoudigweg: "Hij weet genoeg en is oud genoeg om op zijn eigen geloof te staan. Hij is nu verantwoordelijk."
Als je een tiener of volwassen kind hebt, en ze wandelen niet met de Heer
Zelfs als ze dingen doen waarvan je ziet dat er demonen bij betrokken zijn, is je autoriteit zeer beperkt. Je kunt voorbede voor hen doen, en zelfs de demonen van hen gebieden weg te gaan, maar als zij willens en wetens zo leven, hoeven de demonen jou niet te gehoorzamen. Je geliefde kan hoogstens voor een tijdje verlichting krijgen, maar als de demonen terugkeren en ze zich opnieuw gewonnen geven, begint de cyclus opnieuw.
Misschien is dat de reden waarom Paulus' gebeden in Efeziërs 1:17-19, 3:14-20, en Colossenzen 1:9, allemaal te maken hebben met het feit dat de Vader mensen wil bereiken en in hun hart wil werken, niet door demonen in hun leven te bestraffen. Uiteindelijk moet bevrijding beginnen in het hart van iemand - die moet eerst de demonische invloed afwijzen die in die gewoonte, die verslaving, die zonde zit. Er is in het NT geen gebed van voorbede voor anderen te vinden waarbij demonen uit iemands leven worden geworpen; het gaat er altijd om hoe zij gesterkt kunnen worden in de Heer, en ze Zijn roeping voor hen kunnen zien.
Het lichaam van Christus in Efeze was vóór Christus betrokken bij diep occulte praktijken (in Handelingen 19 staat dat zij hun boeken over het occulte verbrandden toen zij tot de Heer kwamen). We zouden dus verwachten dat Paulus in zijn brief aan de Efeziërs uitgebreid over demonen zou schrijven - maar dat zien we niet. In plaats daarvan zien we gebeden die vragen dat de ogen van hun verstand worden geopend, dat ze worden gesterkt door de Geest van de Vader in hun innerlijke mens, enzovoort. Die gebeden zijn gericht op Christus in hen en het wandelen in wie zij in Christus zijn.
Persoonlijke zonde en demonische invloed
Romeinen 13:14 zegt: "Trek de Heer Jezus aan, en maak geen voorziening voor het vlees, om de begeerten daarvan te vervullen."
De duivel krijgt veel vaker de schuld voor de persoonlijke zonden van gelovigen dan waarvoor hij verantwoordelijk is. Er wordt hier door Paulus geen demon genoemd: hij zegt dat je geen voorziening voor je vlees moet maken. Het Grieks van Romeinen 13:14 voor 'voorziening' is het woord 'pronoia', van 'pro' wat betekent vóór, of vooruit, en 'noia' wat betekent 'denken'. Letterlijk dus: "Doe de Heer Jezus aan, en bedenk niet van tevoren hoe je de begeerten van het vlees zult vervullen".
Demonische aanval in de slaap
Niet alle dromen zijn geestelijk, vele zijn het product van stressvolle levens en de zorgen van deze wereld. Maar soms strijden mensen in hun slaap tegen demonen. Al vroeg in de bediening merkten we dat mensen die seksueel of anderszins misbruikt waren (verbaal of fysiek) in hun slaap met demonen streden.
Bijvoorbeeld, als een man zijn dochter molesteerde, of een jongen gemolesteerd werd door een oom of oudere jongen uit de buurt, of dat soort dingen, zullen de demonen die deze aanvallers motiveerden vaak proberen het slachtoffer te blijven lastigvallen, vaak in hun slaap.
Ik heb hier geen hoofdstuk en vers over, alleen ervaring. Demonen zoeken mensen zodat ze hun invloed kunnen uitbreiden; of wanneer de dader sterft, blijven die demonen zonder invloed achter, dus zullen ze de slachtoffers van de dader opzoeken. Vaak leeft de dader nog, maar het meisje of de jongen is nu opgegroeid en uit die gezagsstructuur (zoals familie, of een sociale club zoals Scouting) die de deur opende voor de demonen, dus zullen de demonen het slachtoffer zoeken om te proberen gezag te krijgen in hun volwassen leven. Vaak is dat in hun dromen - ik weet niet hoe het werkt dat ze 's nachts treiteren, maar ik heb het talloze malen gezien.
Nogmaals, bepaal je wil.
Bestrijd ze in de naam van Jezus, zelfs in je slaap, en gebruik Zijn naam, en ze zullen spoedig geen plaats meer vinden en je met rust laten. Als dit jarenlang doorgaat, heeft de ervaring geleerd dat het slachtoffer soms de schade die hem is aangedaan niet volledig heeft verwerkt, zodat de wond openblijft en dus ook de deur voor die demonen om hen te treiteren. Soms ook niet. Soms zijn de demonen wilskrachtig en proberen ze het herhaaldelijk. Maar je moet je wil laten gelden als sterker en vaster, en ze zullen weggaan. Eerst zullen de aanvallen minder worden, dan zitten er maanden tussen, alsof ze af en toe terugkomen, gewoon om te testen of er iets met je veranderd is. Maar als iemands wil vaststaat, zullen die demonen het op een gegeven moment opgeven, zelfs als die persoon nog de verwonding van zijn ziel moet verwerken.
Het is een groot onderwerp en mijn lessen in deze ruimte zijn niet bedoeld om grondig te zijn over welk onderwerp dan ook, maar ik hoop dat ze nuttig zijn en stof tot nadenken geven.
Volgende week een nieuw onderwerp, tot dan, zegen,
John Fenn/wk/ak
cwowi.org en e-mail me op [email protected]