Kortgeleden sprak ik met een jonge vrouw en hoorde hoe zij tot Jezus gekomen is, wat nogal opmerkelijk was. Tot een paar jaar terug was zij een atheïst – en niet de gemiddelde, stille atheïst – maar iemand die actief, op straat, tegen religie demonstreerde en dacht dat christenen stom en ongeleerd waren en neerkeek op al die niet-denkende, stomme religieuze mensen. Zij was een activist, boos, schreeuwend, demonstrerend; een vlammende liberale atheïst, zoals ze zichzelf beschreef.
MAAR…Zij vond zichzelf een goed persoon, omdat ze niet liegt, steelt of iemand vermoord. Maar ze haatte religieuze mensen. Ze keek soms naar christelijke tv zenders om die christenen belachelijk te maken en om voor haarzelf bevestigd te krijgen hoe stom en ongeleerd ze wel niet waren.
En toen gebeurde er iets tragisch. Na verscheidene operaties werd haar, op 20-jarige leeftijd, verteld dat ze waarschijnlijk altijd met krukken of met een rollator zou moeten lopen en naar alle waarschijnlijkheid in een rolstoel terecht zou komen, omdat de medische wetenschap niets meer voor haar kon doen. Ze overwoog zelfmoord, omdat ze zichzelf niet haar hele leven als een kreupele kon voorstellen. Ze dacht het uit, hoe ze het met de minste pijn zou kunnen doen…en ontwikkelde zo een plan om een eind aan haar leven te maken.
Toen zag ze een advertentie voor een christelijke bijeenkomst dat beweerde dat er ‘Wonderen’ zouden plaatsvinden. Ze dacht dat ze dat werkelijk nodig had, een wonder. “Misschien” zo dacht ze, “Misschien kan ik stiekem binnenlopen en mijn wonder krijgen en weer weggaan, voordat één van die gekken naar mij toe komt om mij over hun Jezus te vertellen.”
Op haar krukken lukte het haar naar de bijeenkomst te komen en daar zag ze mensen die hun handen omhoog deden en aan het zingen waren – nog meer gekte bij die stomme mensen. Maar al gauw kwamen er 3 vrouwen naar haar toe om haar te vragen of ze voor haar mochten bidden, wat zij goedvond.
En voor ze het wist, lag ze op de grond, keek omhoog, niet in staat zich te bewegen, wat jij en ik ‘in de Geest’ zouden kunnen noemen, of wat met Petrus gebeurde in Handelingen 9, in een trance – een staat waarin de natuurlijke zintuigen tijdelijk buiten werking gesteld zijn en iemand in de Geest is.
Plotseling begon de Heer tot haar te spreken en liet haar licht en duisternis zien. In het licht was liefde, vreugde, vrede…en Hij liet haar de gedachten zien die zij naar anderen had. Ze zag de arrogantie en haat, en voor de eerste keer in haar leven zag ze dat die gedachten duisternis waren. Ze probeerde te argumenteren dat het slechts gedachten waren, omdat zij een goed iemand was. Ze was moreel, eerlijk en hard werkend.
Maar Hij zei dat die gedachten van haat naar anderen toe, duisternis waren, ook als ze die gedachten niet tot uitvoer bracht, de gedachten waren hetzelfde als de daad zelf. Hij zei dat die gedachten werkelijk materiaal waren. Ze zijn solide. Ze zijn hetzelfde als de daad. Ze voelde dat duistere materiaal van haar gedachten en wist dat het waar was.
En ineens zag ze dat haar haat naar bepaalde mensen toe, gelijk stond aan moord; dat ze in haar gedachten hen dood wilde, wat haar ontzette, omdat ze zichzelf als een goed iemand zag en zeker niet als een moordenares. Of was ze dat wel? In haar gedachten was ze dat wel en ze zag dat de duisternis een neerwaartse spiraal was naar verwoesting. Ze zag dat als ze aan die gedachten bleef vasthouden, het haar hele leven een neerwaartse spiraal naar verwoesting zou geven.
Nadat Hij haar die dingen had laten zien, vroeg hij: “Dus wat zou je kiezen: licht of duisternis?” Zij antwoordde: “Licht, natuurlijk!” Toen ze dat deed, zei ze, ging alle duisternis, alle haat, arrogantie en verheerlijking van zichzelf, weg. Ze was ineens in het licht en er was van binnen iets in haar veranderd, iets dat goed en licht was.
Ze vertelde dat ze blij was dat Hij haar niet op dat moment genas, want als dat wel gebeurd zou zijn, zou ze waarschijnlijk weggerend zijn voordat ze meer over Jezus had kunnen horen. Maar in de loop van een jaar, naarmate ze Hem beter leerde kennen, genas Hij haar en ze is nu weer terug naar haar actieve levensstijl – en wandelt ze met de Heer.
De gedachten zijn gelijk aan de daad – kwantumfysica.
Jezus zei hetzelfde in Mattheüs 5, wat Hij haar zo’n 3 jaar geleden vertelde, dat gedachten gelijk zijn aan de daad: “Maar Ik zeg u: een ieder die een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft in zijn hart reeds echtbreuk met haar gepleegd. Indien uw rechteroog u tot zonde verleidt, ruk het uit (de lust leidt het oog om naar haar te kijken) want het is beter voor u dat één uwer leden verloren gaat en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen wordt. En als uw rechterhand u tot zonde zou verleiden, houw haar af (de gedachten over iets leidt tot de daad)…”
In de cultuur van die tijd, gezien dat Jezus 1 oog en 1 hand noemt en niet 2 ogen en 2 handen, wil Hij duidelijk maken dat wij het proces moeten stoppen waardoor de gedachte een daad kan gaan worden. De zondige gedachte en de daad zijn één. Is het omgekeerde waar? De goede gedachte en daad zijn één.
Maar niet elke gedachte is gelijk aan de handeling, evenmin is het nog niet materiaal geworden
Toen de Vader in Genesis 1:26 zei: “Laat ons (Elohim, de meervoud van El, of God) mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis…” was dat een interne gedachte, op niemand gericht, het was puur intern. Het was nog niet naar het niveau geklommen waarin het gelijk staat met de handeling, tot het volgende vers: “En God schiep de mens…”
In Genesis 18:17-19 zien we Christus tijdelijk in menselijke vorm, samen met 2 engelen en Hij had een maaltijd met Abraham. Toen de engelen naar Sodom gingen om Lot te redden, lezen we dat de Heer bij Zichzelf dacht: “Zou Ik voor Abraham verbergen wat Ik ga doen? Abraham immers zal voorzeker een groot en machtig volk worden…opdat hij gebieden zou dat zijn zonen en zijn huis na hem de weg des Heren zouden bewaren…”
Dit was opnieuw een interne gedachte, niet aan iemand gericht. Dus toen Jezus de gedachte van lust gelijk stelde aan de handeling, plaatste Hij het in de context van gedachten die naar buiten, naar anderen toe gericht zijn en gebaseerd zijn in zonde – zonden zijn egoïstische acties waarbij vaak anderen gebruikt worden voor eigen doeleinden. De Heer liet de jonge vrouw hierboven zien dat haar haat gelijk stond aan de handeling; het was materiaal in het rijk van de duisternis en dat zou haar hele fysieke leven op een dag in de duisternis doen belanden.
Waar is het verband tussen de geest en het natuurlijke, tussen de gedachte en de daad?
Wat zegt de wetenschap? Hebben gedachten massa?
Daar gaan we volgende week mee verder…tot dan, zegen!
John Fenn
www.cwowi.org
mail naar [email protected]