Ik sprak met een man die de afgelopen jaren een – naar eigen zeggen - ‘afgevallen’ christen is geweest. Hij was door kerkleiding en de politiek daaromheen verwond en had zichzelf afgevraagd of hij nog wel in Jezus geloofde: Als Jezus Heer is, hoe kan het dan dat Hij zo’n verkeerd systeem laat bestaan, een systeem dat intern uit politieke spelletjes bestaat, maar een geestelijke buitenkant heeft, wat het onmogelijk maakt Hem te kennen en te ervaren?
Terwijl we aan het praten waren kreeg ik een ‘minivisioen’: ik zag in de geest terwijl ik met hem aan het praten was. Ik zag zijn conditie gezien door zijn ogen: hij stond aan de ene kant van een kamer en Jezus sprak tot hem vanuit de andere kant van de kamer. Maar in het midden van die kamer lag een grote stapel met buizen, kabels, meubels en mensen. Het leek alsof alles heen en weer geschud was en toen in het midden van de kamer terecht gekomen was.
Deze jonge man wilde Jezus zo graag kennen, Hem zien en met Hem praten, maar hij kon Hem niet direct zien omdat de stapel zo hoog was. Terwijl Jezus aan het praten was, was er iemand in die hoge stapel die herformuleerde wat Hij gezegd had, maar met eigen toevoegingen en bewerkingen, zodat de man niet onze Heer hoorde, maar onze Heer, gecombineerd met de verwrongen, verwarde ideeën van mensen.
Terwijl ik naar dit visioen keek, zag ik iemand die helemaal bedekt werd door puin, alleen zijn hand en arm staken eruit. Hij wierp een scherp stuk metaal naar de jonge man, waardoor de jonge man eerst één en toen meerdere wonden op zijn lichaam kreeg, omdat ook anderen dingen naar hem toe begonnen te gooien. Het leek dat hoe meer hij Jezus wilde ervaren, hoe meer snijwonden hij door die mensen kreeg toegebracht.
Elke keer kromp hij ineen bij een toegebrachte snee en elke snee, hoe klein ook, begon te bloeden. Andere mensen, die ik niet kon zien, maar die gelijksoortige stukken staal in hun handen hadden, haalden naar hem uit totdat de verwondingen zo erg waren dat hij wist dat hij de kamer moest verlaten, wilde hij daar niet sterven.
Ik zag hoe hij wegliep, zijn hoofd gebogen, ontmoedigd. Hij sloot de deur achter zich en mompelde in zichzelf “Ik wou alleen Jezus zien”. Daarmee eindigde het.
De compassie van de Heer kwam over mij toen we spraken en ik realiseerde me dat de afgelopen 2 jaar dat hij niet meer in de kerk kwam, voor hem gezond geweest is. Ik dacht: wat is het verdrietig dat iemand die niet meer in een kerk komt, vaak emotioneel en geestelijk gezonder is dan toen hij nog naar de kerk ging. In die 2 jaar waren zijn wonden genezen, maar ze hadden genoeg littekens achter gelaten, dat hij niet weer opnieuw naar een kerk wilde gaan.
Hij vertelde mij dat hij vaak tegen mensen zegt dat hij niet meer gelooft; soms zelfs dat hij agnostisch is, maar dat de waarheid was dat hij de Heer nooit verlaten had. Hij wist alleen niet hoe hij Hem buiten de structuur van de kerk zou kunnen kennen. Hij kon gewoon niet langer meer door hoepels gaan en over hindernissen springen.
Die dag verwijderde de Heer de stapel puin tussen hen tweeën en werd hij verzoend en opnieuw herenigd met de Heer. Hij begon met Hem te wandelen, puur, zoals 2 vrienden doen die samen door het leven gaan; zonder vooraf aan allerlei eisen te moeten voldoen, waarvan anderen gezegd hadden dat die nodig waren om Hem te leren kennen.
Je zou een wettische gelovige kunnen zijn als…
je de Heer niet zelf kent, slechts via het systeem
Het plotselinge besef dat iemand het systeem meer en beter kent dan de Heer, is verwoestend. Te beseffen dat jij dacht geloof in de Heer te hebben, wat eigenlijk geloof in een formule bleek te zijn, of geloof in de structuur of geschiedenis van het instituut, leidt ertoe dat iemand zijn geloof in twijfel trekt. Dit heb ik in een breed scala christenen gezien – van zendelingen die vele jaren doorgebracht hebben in een ander land, om vervolgens door de organisatie die hen uitzond in de rug gestoken te worden, tot de huisvrouw die schriften vol onderwijs heeft: als er dan iets gebeurt met een favoriet iemand of met een kerk of systeem, dan zorgt hun pijn ervoor dat ze overal aan gaan twijfelen.
Ze komen tot de ontdekking dat hun geloof in een stapel puin was, in menselijke dwalingen en tradities, waarvan zij dachten dat het God was. Al die zaken weerhielden hen ervan de persoon van Jezus Christus te leren kennen. Ze zagen zichzelf nooit als wettisch, maar nu ze in de gaten hebben dat hun geloof gekaderd was door een structuur dat door mensen gemaakt is, maakt hen dat kapot.
De andere kant is ook waar
Zoals in het minivisioen, waar de Heer tot de man probeerde te praten, maar gehinderd werd, geldt het omgekeerde ook: Een christen zend zijn aanbidding en gebeden ‘omhoog’ naar de Heer toe, via een leerstelling of een populaire leer, niet wetend wat het filterend effect is van dezelfde puin die bij de man in het visioen aanwezig was. Soms probeert Hij ons te bereiken, maar wordt Hij gefilterd door traditie en foute leringen en soms is de enige manier, via dezelfde puin, dat een christen een relatie met de Heer ‘naar boven’ kan hebben.
Als jij jezelf identificeert met populair onderwijs of door deel van een populaire groep te zijn, zou je een wettische gelovige kunnen zijn.
Als jij aanstoot neemt als iemand jouw leerstellingen in twijfel trekt, zou je een wettische gelovige kunnen zijn.
Als je geen ideeën meer wilt uitwisselen, maar in de aanval gaat als iemand vragen heeft bij wat jij gelooft, zou je een wettische gelovige kunnen zijn.
Als je grote nadruk legt op uiterlijke verschijning, of als je gelooft dat jouw verschijning en dat van jouw kerk samengaat en belangrijk is, zou je een wettische gelovige kunnen zijn.
Als jij gelooft dat wat x leraar zegt, waar is en dat plaatst boven wat jijzelf leest in het Woord, zou je een wettische gelovige kunnen zijn.
Het punt bij wettische gelovigen is dat zij denken dat ze vrij zijn, terwijl ze zich eigenlijk in de ergste vorm van gebondenheid bevinden
Dit is het voor vandaag, volgende week rond ik dit af (hoop ik) met de punten 3-5.
Tot dan, zegen,
John Fenn
www.cwowi.org
mail naar [email protected]