Barb en ik gingen eens bij haar oma op bezoek, bijna 90 jaar oud, die in die tijd in een verzorgingstehuis woonde. Ze had daarvoor op een boerderij gewoond die sinds het midden van de jaren 1800 in het bezit van haar familie was. Nu was ze op een punt in haar leven gekomen dat ze niet meer voor zichzelf kon zorgen en van een rolstoel afhankelijk was, vandaar dat ze naar het verzorgingstehuis verhuisd was, in een plaats vlak bij Barb’s familie.
Barb en ik waren tieners en hielden ervan met haar over de Heer te praten, over de boerderij en haar jongere jaren. Ze zei toen iets dat ons al die jaren bijgebleven is:
“Van binnen voel ik mij als dat meisje van 17 jaar oud, dat door de boomgaard rent, maar dit lichaam rondom mij is veranderd.”
De onveranderlijke geest van de mens
De observatie van haar oma is iets dat alle volwassenen kunnen maken. We zijn fysiek, mentaal en door ervaringen door de jaren heen veranderd, maar van binnen voelen we ons nog steeds zoals we jaren of decennia geleden deden. Haar oma, op de leeftijd van 90, voelde zich nog als een tiener dat door de boomgaard rent, maar haar lichaam rondom haar was veranderd. Barb heeft in diezelfde boomgaard gerend toen ze 9 jaar oud was en ze heeft fijne herinneringen aan die boerderij. Maar vandaag zouden wij daar niet meer rennen, maar lopen, als de boomgaard er nog zou zijn (wat niet zo is).
Ik kon vroeger, toen ik 17 was, uren op en neer springen op een basketbalveld, maar nu kan ik niet meer zo hoogspringen en evenmin zo snel van richting veranderen als ik toen kon – en vraag me niet om een basketbal te dunken. Van binnen ben ik dezelfde, maar dit lichaam is om mij heen veranderd.
Dit bewijst…
De observatie dat ons lichaam om ons heen verandert, terwijl we van binnen nog dezelfde persoon zijn, toont ons dat we dit aards lichaam niet nodig hebben om te leven. Onze geest heeft het fysieke lichaam niet nodig om te leven, want als dat wel zo zou zijn, zou onze geest ouder worden en verouderen, parallel aan onze verminderde fysieke capaciteiten dat met de jaren komt.
Bovendien zou onze geest ook te maken hebben met zaken als een verminderd zicht en een verminderd kunnen horen van de Heer, minder geestelijke uithoudingsvermogen en zou het zelfs minder geestelijk geheugen hebben, dus onze geest zou hetzelfde lot ondergaan – maar dat is niet zo.
Er is geen ontsnappen aan – onze lichamen zijn van de aarde en verouderen. Maar onze geest is niet van de aarde afkomstig en heeft daarom dit aardse lichaam niet nodig om te leven.
Onveranderlijk
Deze observatie, dat wij van binnen dezelfde persoon zijn als toen wij kinderen waren, bewijst dat wij eeuwig zijn. Dus veranderen wij niet in 20,30, 40, 50 jaar en meer, wetenschappelijk moeten we daarom concluderen dat wij over 75, 100, 500, 100, 10.000 jaar nog steeds dezelfde zijn. Het enige dat zal veranderen, zijn onze ervaringen terwijl wij in deze fysieke wereld leven. Van binnen blijven wij hetzelfde.
Paulus zei het zo: “Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens, nochtans wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd…dus wij zien niet op het zichtbare, maar op het onzichtbare, want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig.”
2 Korintiërs 4:16-18
Veel christenen kunnen hun geest niet identificeren en weten ook niet hoe ze vanuit hun geest kunnen leven
De mp3 serie die ik aanbied, (in het engels!) gaat voor een groot deel over het identificeren van je geest en hoe je een relatie met de Vader en Heer kunt hebben, via de Heilige geest naar onze geest.
Het proces begint als je ziet dat we van binnen dezelfde persoon zijn als jaren terug, maar dat ons lichaam om ons heen veranderd is. Men moet vervolgens leren naar binnen te kijken, naar de ‘kern.’
Je bemerkt je geest als je iets verkeerds zegt en jij je dan van binnen gegriefd voelt. Je merkt op wat er binnen in je plaats vindt. Iemand bijvoorbeeld die niet wedergeboren is en seks met zo maar iemand anders heeft, kan zich van binnen ‘vies’ voelen; ze weten dat het niet goed was, hun denken pikt op dat hun geest gegriefd is.
Toen ik gedoopt wilde worden met de Heilige Geest en als bewijs in tongen wilde spreken, zoals we in Handelingen zien, vulde ik mijn hoofd met boeken en meningen van anderen daarover. Ik vond het moeilijk te weten waar en wat mijn geest was. Ik benaderde de doop met de Geest intellectueel; ik probeerde woorden in mijn gedachten te vinden of te initiëren. Het was mijn goede vriendin Janny die mij leerde me op mijn geest binnen in mij te concentreren.
Paulus zei: “Indien ik bid in een tong (een taal die niet geleerd is), bidt mijn geest wel, maar mijn verstand blijft onvruchtbaar…”
Jouw geest is dat deel van jou dat eeuwig is en wat omringd wordt door jouw lichaam, dat groeit en verandert en ouder wordt. Je merkt je geest op als jij je denken richt op binnenin als je bijvoorbeeld iets gezegd hebt dat jou ‘grieft’, of als je een voorgevoel hebt dat er iets slechts gaat gebeuren, maar ook als jij van binnen vreugde ervaart en jij je afvraagt wat je geest weet wat zo goed is.
Beschouw je geest, wat samen met jouw ziel eeuwig is en dit aardse lichaam niet nodig heeft om te leven. De Bijbel spreekt over een dag dat gelovigen lichamen zullen ontvangen dat van hemels materiaal is, lichamen die nooit ouder worden, net zoals onze geest niet ouder wordt…wat een dag!
Volgende week meer, zegen.
John Fenn
www.cwowi.org
mail naar [email protected]