Verhuisdag – in Exodus 19 kwam de Heer vanuit de eeeuwigheid om Mozes op de berg Sinai te ontmoeten. Eén van de instructies was om een draagbare tabernakel te bouwen waar Hij kon wonen, inclusief een met goud bedekte doos, de Ark van het Verbond genoemd, die bekroond werd met gouden figuren van 2 cherubs – deze engelen met meerdere vleugels zien we alleen rondom de troon* - en Hij zou tussen hun vleugels zijn en daar met Mozes spreken*.
(Exodus 25:21-22, Jesaja 6, Ezechiël 1, Openbaring 4).
Ongeveer 400 jaar later kende David Hem als de ‚Here der heerscharen die op de cherubs troont’*, en toen Salomo de tempel bouwde, verhuisde de Ark van het verbond naar de tempel, en de Heer verhuisde mee om tussen de cherubs te wonen* zoals dat al sinds Mozes het geval was geweest.(2 Samuël 6:2, 2 Kronieken 5:7-14)
Zelfs in de tijd van Jezus, als je dicht bij de God van Israël wilde zijn, moest je naar de tempel in Jeruzalem gaan, al was het niemand toegestaan de Ark van het Verbond te naderen in het Heilige der heilige, alleen de Hoge priester, en dat eenmaal per jaar* - en zo was het al die eeuwen geweest. (Hebreeën 9:7)
Mensen werden tempels van God
Maar op de Pinksterdag gebeurde er iets geweldigs – de God van Israël, die een ontmoeting met Mozes op de berg had, degene die David kende als de Here die tussen de cherubs woont, de Gods wiens aanwezigheid zo sterk was, dat de priesters niet meer konden blijven staan toen Hij naar de tempel verhuisde – die God verhuisde nu van tussen de cherubs in de tempel, en kwam in mensen wonen*.(1 Corinthiërs 3:16, 6:19, Kolossenzen 1;26)
Mensen zijn nu de levende tempels van God geworden. Wat zal dat voor de discipelen de eerste jaren na Pinksteren, in Handelingen 2 tot 7, een geweldige, maar verwarrende tijd zijn geweest. Opgroeiend hadden zij alle verhalen over de God van het Oude Testament geleerd, en nu woonde Hij in hen. Probeer dat maar eens te bevatten!
Gebouwen werden nu irrelevant en men werd een tegencultuur. Toen mensen individuele tempels werden, had dat tot gevolg dat gebouwen voor hen niet meer relevant waren, al was het nog steeds de dominerende kracht in de Joodse cultuur. Wat een kostbare schat hadden zij in hun hart! Zij zagen zag hoe vrome Joden hun best deden alle 613 wetten van Mozes te gehoorzamen, plus alle toegevoegde wetten van de Farizeeërs, terwijl zij zelf hun denken moesten aanpassen aan de realiteit dat iedere discipel van Jezus Gods tempel is.
Inplaats van tienden en offers naar een tempelgebouw te brengen, vermeld Handelingen 2 tot 6 dat zij bleven geven, maar nu aan de levende tempels waar zij mee in relatie waren. Inplaats van dat de tempel priesters verantwoordelijk waren te zorgen voor de armen en behoeftigen, realiseerde men zich dat iedere discipel van Jezus een priester is, en daarom zelf verantwoordelijk is voor de armen en voor hen in nood.
Waarschijnlijk was de grootste realiteit van deze tegencultuur, dat de priesters in de tempel niet langer nodig waren. Men ging beseffen dat zij allen priesters waren, slechts met verschillende functies binnen het lichaam van Christus. De tempel priesters raakten de mensen kwijt waar zij generaties lang tot hun eigen verrijking over geheerst hadden, met als gevolg dat men deze nieuwe Weg ging vervolgen.
De apostelen en leiders ontvingen vanuit de offers genoeg voor hun eigen onderhoud, omdat er ook aan hen gegeven werd, maar iedereen kon nu ook aan anderen geven waar nodig, en dit nam geld weg van de tempel priesters.
Nadat Stefanus gedood was, in Handelingen 7, noemt handelingen 8:1 dat de vervolging ZO zwaar werd dat ALLE discipelen Jeruzalem verlieten, met uitzondering van de apostelen, en men ging in de streken van Judea en Samaria wonen. Overal waar zij waren deelden zij met andere Joden dat Christus in hen kon leven, dat zij levende tempels van God konden zijn, en de mensen reageerden. De ‚opwekking’ in Samaria met Filippus in handelingen 8, is een direct gevolg daarvan.
De heidenen geloven
Maar Handelingen 11:19-30 vertelt ons dat toen iedereen Jeruzalem verliet, in hoofdstuk 8:1, sommigen verder dan Judea en Samaria vertrokken, helemaal naar Fenicië, naar kuststeden in het hedendaags Libanon en Syrië, naar Cyprus, een eiland in de Midellandse zee, en naar Antiochië, wat hedendaags Turkije is. Daar vertelden zij Grieken over Jezus Christus, en hoe zij levende tempels konden worden van de Almachtige God – dat men niet langer naar heidense tempels hoefde te gaan om offers aan de goden te brengen, zij konden zelf levende tempels van de Almachtige God worden! Wat een geweldig nieuws!
Deze Griekse gelovigen werden een tegencultuur van de Griekse cultuur, net zoals de Joden die hen over Jezus verteld hadden, tegen hun eigen cultuur ingingen. Maar de heidenen die nu tot de Heer gekomen waren, veroorzaakten een probleem bij het Joodse lichaam van Christus. Kon een Griek wedergeboren zijn door in de Joodse Messias te geloven? En zo ja, moesten zij zich dan houden aan de wetten van Mozes? Joodse mannen werden besneden om hun verbond met God duidelijk te maken, Griekse mannen, die door geboorte geen deel van het verbond waren, niet. Nu zij geloofden, moesten ze dan niet besneden worden? Was het niet de besnijdenis die Joden van Grieken scheidde, verbondsmensen van zonder-verbond? Of was het de besnijdenis van het hart, de nieuwe geboorte, die hen apart zette?
En nu Paulus
De Heer verscheen aan Paulus, toen nog Saulus uit Tarsus, en vertelde hem „Hiertoe ben ik u verschenen…u verkiezende uit dit volk en de heidenen, waarheen Ik u zend, om hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis tot het licht en van de macht van satan, tot God opdat zij vergeving van zonden ontvangen en een erfdeel onder de geheiligden zouden ontvangen door het geloof in Mij.“ Handelingen 26:16-18
Paulus werd van ketterij beschuldigd, omdat hij niet eiste van de heidenen die in de Heer geloofden, dat zij zich moesten laten besnijden noch de wet van Mozes hoefden te houden, en deze vraag werd aan de leiders in Handelingen 15 voorgelegd.
Petrus verdedigde Paulus, en vertelde over zijn ervaring in het huis van Cornelius, een Romein. Toen hij over Jezus vertelde, die opgestaan was uit de dood, viel de heilige Geest op allen en zij begonnen in onbekende talen te spreken. (Handelingen 10:44) Petrus zei daarop:„Gij weet dat God van de aanvang af mij onder u heeft verkoren, opdat door mijn mond de heidenen het woord van het evangelie zouden horen en geloven. En God, die de harten kent, heeft getuigd, door hun de Heilige Geest te geven, evenals ook aan ons, zonder enig onderscheid te maken tussen ons en hen, door het geloof hun harten reinigende. Nu dan, wat stelt gij God op de proef door een juk op de hals der discipelen te leggen (de wet van Mozes),dat noch onze vaderen, noch wij hebben kunnen dragen? Maar door de genade van de Here Jezus geloven wij behouden te worden op dezelfde wijze als zij.“ Handelingen 15:7-11
Het besluit werd genomen dat gelovigen uit de heidenen niet de wet van Mozes hoefden te houden, maar wel vroeg men van hen gevoelig te zijn voor de Joodse bevolking om hen heen, en hen niet tot aanstoot te zijn, en om moreel heilig te leven.
Zelfs zo’n 10 jaar later, toen Paulus terugkeerde uit Jeruzalem, merkten de apostelen de vrijheid van de heidenen op, terwijl men ook opmerkte dat de meeste Joodse gelovigen Joods bleven: „Gij ziet broeder, hoeveel duizenden er onder de Joden gelovig zijn geworden en allen zijn zij ijveraars voor de wet…maar inzake de heidenen die tot het geloof gekomen zijn, hebben wij als ons oordeel geschreven, dat zij zich hebben te wachten voor wat de afgoden geofferd is, voor bloed, voor het verstikte (gevoelig zijn voor het dieet van de Joodse bevolking in hun midden) en voor hoererij.“ Handelingen 21:20,25.
Dus hier, zo rond het jaar 60 na Christus, zien we een groeiende kloof; de duizenden Joodse gelovigen in Jezus waren ijveraars voor de wet, terwijl heidense gelovigen vrij waren die niet te volgen – of wel, als zij dat wilden. En daarmee komen we bij het onderwerp van vandaag aan – wat is de rol van de wet in het leven van een gelovige, de Messiaanse beweging in de gemeente, en wat is de rol van het land Israël?
Daar ga ik de volgende week mee verder, zegen,
John Fenn
Cwowi.org
Mail naar: [email protected]