Een vriend met kanker was net gestorven en zijn vrouw kwam naar me toe en zei:”Ik begrijp het niet! We stonden zo in geloof! Hoe kon dit gebeuren?”
Een tienermeisje vroeg mij om te praten met haar vriendin die dreigde met zelfmoord. Het meisje was mishandeld in de jaren vóór ze tiener werd, ze was gelovig maar worstelde met haar geloof en haar leven.
Een jong echtpaar werd geweigerd om vrijwilligers werk te doen in hun kerk. Ze werden daardoor gekwetst en boos. Dat leidde tot boosheid tegen het leiderschap, daarna 'de kerk' daarna tegen God, daarna tot stress in hun huwelijk, daarna het verlaten van de kerk en tot niets meer te doen willen hebben met 'kerk' of God.
Mijn vriend met kanker en zijn vrouw, waren in feite beiden in hoop, niet in geloof, maar ze dachten “in geloof te staan” voor zijn genezing.
De tiener kon onmogelijk geloof vinden want haar hoop was vernield door het misbruik.
Voor het echtpaar dat een verschil wilde maken in hun kerk: hun hoop werd afgewezen, wat leidde tot een toenemende, diepgaande boosheid en ongeloof. (Een langgerekt hopen maakt het hart ziek,- Spr.13:12)
Hoop is één van het meest verkeerd begrepen en het minst onderwezen aspect van ons leven van geloof, en toch is het van vitaal belang!
Wat is hoop?
Hoop is van het verstand, van de ziel. Het wordt beschreven als “favoriete en met vertrouwen samengaande verwachting...... wat te maken heeft met het onzichtbare en de toekomst” en “het gelukkig uitzien naar het goede”. (Vine)
Hoop is een beeld in onze gedachten van wat we zien als onze toekomst:
Wanneer een ogenschijnlijk gezond persoon een diagnose van kanker krijgt, of een meisje dat droomt van een leven in reinheid maar misbruikt wordt en zich nu onrein en onwaardig voelt, of iemand die afgewezen wordt voor een positie, terwijl ze juist hun kerk proberen te helpen, dan wordt hun respectievelijke beeld van hun toekomst kapot gemaakt – hun hoop wordt vernield.
Hoop is een anker voor onze ziel
Hebr.6:19 zegt:”Haar(=deze hoop) hebben wij als een anker der ziel, dat veilig en vast is, en dat reikt tot binnen het voorhangsel”.
Merk op dat hoop een anker van de ziel is. Een anker is een klein werktuig als je het vergelijkt met de grootte van een schip, toch heeft het kracht om zich vast te graven in de bodem van de oceaan en de boot stevig vast te houden. Onze hoop graaft zich ook in, onzichtbaar in onze emoties en gedachten, net als ons schip van het leven meezeilt door de stormen van het leven.
In feite is een anker zo ontworpen dat hoe meer er aan getrokken wordt, hoe meer spanning er op komt, des te meer het zich ingraaft.
We hebben een beeld in onze gedachten van de manier waarop we denken dat iets uit zal komen, of het nu geestelijk is of met betrekking tot hoe oud we worden of de kwaliteit van ons leven – en we graven ons vast, we houden stand, we vechten om dat beeld vast te houden en dat in proportie met de intensiteit van de stormen in ons leven – en dat is hoop. Hoop is iets kleins in vergelijking met onze diagnose, onze tragedie, onze visie van de toekomst. Toch houden we vast aan ons anker en zorgen dat het zich dieper ingraaft.
Een anker staat toe dat een boot heen en weer slingert op zijn plaats zodat het daar komt waar het de minste weerstand heeft van de wind en de golven. Een schip kan voor anker gaan als er een kalme wind is uit het zuiden, maar in de nacht verandert de wind tot een storm uit het noorden en het schip kan meedeinen met de wind in plaats van dat het de volle laag krijgt.
Dat is wat we doen wanneer we slecht nieuws krijgen, iemand ons gebruikt of misbruikt. Wanneer ons beeld van hoop wordt bedreigd – we houden vast in onze gedachten aan het beeld van onszelf en ons leven. Wat we doen is, we slingeren rond totdat we de minste weerstand gevonden hebben in ons gevecht en graven ons in net zo lang als de storm duurt!
De frase die hoopt beschrijft als 'vast en zeker' in het grieks is 'asphales and bebaios'. 'Asphales' betekent “niet losgelaten van” en 'bebaios' betekent “zeker, bevestigd, veilig”.
Hoop is een anker dat ons behoedt van het losgeslagen worden in de stormen van het leven. Hoop is een veilige plaats in onze ziel. Het is een geborgen plaats. Daarom gaan wij in onze herinneringen terug (wanneer het moeilijk wordt) naar lievelings tijden, naar idyllische herinneringen van die dagen uit het verleden – we trekken ons terug in die veilige plaats waar onze hoop niet onder een aanval kan en zal komen.
We beseffen niet dat het in herinnering roepen van onze favoriete herinneringen, een manier is om te ontsnappen aan de druk van de hoop van vandaag, die onder vuur ligt. Dit ten gunste van de dagen toen hoop intact en zuiver was, maar dat is vaak het geval. En natuurlijk is het af en toe kijken in de achteruitkijk spiegel gezond, maar hoop kijkt in de eerste plaats vooruit naar de onzichtbare toekomst.
“Het gaat het heiligdom achter het gordijn (sluier) binnen”.
Dat is waar de hoop is in onze ziel, het met vertrouwen tegemoetziende verwachting van het goede, wordt geestelijk, het verbindt zich met geloof – het gaat de hemel binnen achter de sluier. Hoop is van de ziel, en het is een beeld van een gezegende toekomst – en is daarom in staat het hemelse heiligdom binnen te gaan om het verwachte einde te zien, of om vast te houden.
Het was op een zaterdag, dit was de laatste dag van een serie van samenkomsten die de vorige zondag was begonnen. Ik moest elke samenkomst aanwezig zijn. Barb had de hele week op Chris gepast. Chris is onze oudste zoon, die als gevolg van zuurstofgebrek bij de geboorte, hersenbeschadiging heeft opgelopen. Hij is verstandelijk als een 3/4 jarige. Dus ik nam hem mee naar het concert die avond, Chris genoot van de muziek en Barb had een avond vrijaf.
Ik zat op een opklapstoel en zette Chris in zijn rolstoel rechts naast mij. Plotseling voelde ik de aanwezigheid van Jezus in de zaal, dat nu gevuld was met ongeveer 4000 mensen. Ik vertelde Hem:”Heer, ik weet dat u hier bent, want ik voel uw Aanwezigheid, maar ik zie U niet”.
Plotseling was ik mij bewust dat Hij vanaf mijn linkerzijde kwam aanwandelen en zich langzaam omdraaide om naar mij toe te komen. Hij stond links van mij en mijn ogen waren open en ik kon zowel Hem als het publiek zien.
Hij begon mij te onderwijzen over genezing – met Chris die daar zat! Hij vertelde mij dat mensen voorstellingen maken. Ik vroeg Hem wat Hij bedoelde.
Hij zei:”Wanneer ik zeg 'kat' waar denk je dan aan?”. Ik zei: “Ik denk (en zie) Clipper”.(Clipper kwam als kitten in ons huis, nadat mijn broer hem gered had toen we op de schoolbus wachtten. Een teerwagen had net teer op de weg gespoten en Clipper was onder gesproeid).
Hij zei:”Juist, maar anderen zien hun kat, of die van de buren, of misschien een leeuw of een tijger. Iemand die nooit heelheid in zijn lichaam heeft gekend, of wanneer dat lang geleden was, en dan hoort dat genezing mogelijk is, heeft geen beeld van zichzelf als genezen. Zij hebben geen (bijbelse) hoop, toch proberen zij geloof te hebben. Jij kon onmiddellijk Clipper herinneren, maar wat nu als je nooit een kat gehad had, maar die alleen van een plaatje kende. Of helemaal niet?”.
Hij sprak natuurlijk in de eerste plaats tegen mij en indirect over Chris en hoe wij stonden voor zijn genezing. Chris weet niet anders dan wat hij is. Op dat moment in ons leven, 1997, stonden wij “in geloof” voor hem om genezen te worden en ik was gefrustreerd in mijn pogingen om Chris te laten begrijpen dat hij genezen kon worden. Dit bezoek verklaarde waarom Chris vastzat aan zijn “Wanneer ik naar de hemel ga, dan zal er geen rolstoel meer zijn” en bij het zien van een kinder TV uitzending waarbij kinderen aan het rennen waren, hij uitroept: “Wanneer ik in de hemel kom dan ga ik net zo rennen als zij doen!”
Zo graag ik hem ook genezen wilde hebben, hier en nu, zijn hoop – zijn zekere verwachting van een favoriet resultaat – was en is tot op vandaag, gezet op: “Wanneer ik in de hemel kom”. Ongeacht de hoop die Barb en ik hebben voor hem, Chris is vastbesloten genezen te worden wanneer hij in de hemel komt. We kunnen zijn wil niet ter zijde stellen.
En precies daar zal de Heer hem tegemoet komen. Op een dag kwam Chris al kruipend door de hal (zijn benen laten hem niet in staat om te lopen) riep luid:”Papa!Papa! Weet je wat Jezus mij vertelde?! Hij zei dat Hij met mij door de bergen gaat wandelen! Joehoe! Ja, dat is wat Hij zei, Hij gaat met mij door de bergen wandelen!
En net 3 weken terug, toen ik Chris ophaalde van het gezinsvervangend tehuis en de Vader opnieuw onze stappen zo geregeld had dat er een trein passeerde, net voor ons. (Chris houdt heel erg veel van treinen). Ik zei tegen Chris:”Chris, zoals ik altijd zeg, de Vader houdt zeker van jou, Hij zorgt er altijd voor dat jij treinen ziet”. Chris reageerde:”Hij houdt gewoon van treinen”. Dat is waar zijn hoop is – wandelen met de Vader en de Heer hier en nu en wanneer hij in de hemel komt, zal hij wandelen met Jezus en zal hij geen rolstoel meer nodig hebben. Dat is zijn beeld van hoop.
Het volgende vers in onze tekst – Hebr.6:19 en 20 zegt van hoop bij het binnenkomen achter het gordijn...”waar wij een voorloper hebben die ons is voorgegaan ..Jezus..”
Een 'voorloper' in vroegere tijden was een feitelijk persoon die met een dun koord over de reling van een schip sprong. Hij zwom vooruit tussen de rotsen door en het rif, en leidde het schip naar een veilige plek om het anker te laten zakken.
Hoop is een anker van de ziel – het is een beeld dat binnengaat in de heilige plaats – en onze voorloper, Jezus is ons voorgegaan met een koord om ons te gidsen naar een veilige haven. Maar hoe wordt hoop verbonden met geloof, hoe wordt dat beeld geboren in onze ziel? Daar gaan we volgende week mee verder.
Zegen,
John Fenn / vertaling WJM
www.supernaturalhousechurch.org