How the Word became flesh, 2 of 4
Hoe het Woord vlees werd, 2 van 4
Hallo allemaal,
Ik eindigde vorige week met te spreken over hoe de uitdrukking; 'Woord van de Heer kwam tot ____ de profeet', niet de hand van een profeet was die als door een onzichtbare goddelijke leiding bewoog terwijl zij het woord opschreven, maar in feite een bezoek was van de persoon die het Woord van de Heer wordt genoemd.
Die uitdrukking in 1Samuël 3:21, "De Here openbaarde Zich aan Samuël als 'het Woord van de Heer'", definieerde voor de profeten die door de eeuwen heen volgden, de uitdrukking 'het Woord van de Heer'. Het betekent dat de Persoon die het Woord van de Heer is, de Zoon van de Vader, verschenen is aan de profeten, door de eeuwen heen....verbazingwekkend...
Een kleine waarschuwing...
Dat betekent niet dat elke keer dat je de zin 'het woord van de Heer' in het Oude Testament ziet, het een bezoek van de Heer betekent - vaak is de Schrift onduidelijk - soms zoals in onze tijd, wij zouden kunnen zeggen 'de Heer vertelde het me' of 'dit is het woord van de Heer aan mij hierover'...Maar heel vaak is de Schrift duidelijk dat het een bezoek was, vooral aan het begin van de boeken of het begin van een woord voor Israël of Juda, als je die zin ziet.
Bijvoorbeeld...
In Jeremia 1:1-9 hebben we dit:
"De woorden van Jeremia, de zoon van Hilkia...tot wie het Woord des Heren kwam in de dagen van Josia...in het 13e jaar van zijn regering...het Woord des Heren kwam tot mij zeggende: 'Eer Ik u in de moederschoot vormde, heb Ik u gekend, en eer gij uit de moederschoot voortkwam, heb Ik u gesteld tot een profeet voor de volken.' Toen zei ik: 'Maar Heer, ik ben maar een jonge knaap (Hebr: na'ar: jonge tiener, ongeveer 13 jaar oud) '...Toen stak de Heer zijn hand uit en raakte mijn mond aan..."
Hier zien we dus dat het Woord van de Heer tot Jeremia kwam als een Persoon, het Woord van de Heer, want hij zegt in v9: "...Hij strekte Zijn hand uit en raakte mijn mond aan." Het hele gesprek dat het boek Jeremia werd, was dat de Heer aan Jeremia verscheen in een reeks van bezoeken als het Woord van de Heer, om hem woorden te geven voor het volk.
Jesaja, Ezechiël, en de rest...
Jesaja 1:1 begint: "Het visioen van Jesaja..." en in v10: "Hoor het woord van de Heer..." Zijn 'woord' kwam als een visioen.
In Ezechiël 1:3 zegt hij: "Het woord van de Heer kwam tot Ezechiël, de priester..." terwijl hij aan de oever van een zijrivier van de Eufraat staat, wanneer hij in de Geest is en de troon van God ziet, compleet met de cherubijnen als vuurbollen, die van het troonplatform rechtstreeks naar hem toe vliegen. Hij beschrijft de regenboog boven de troon, de heldere vloer, en hoe de Heer verscheen als een wezen van vuur en licht...en toen begon de Heer tot hem te spreken over zijn natie.
Hosea 1:1: "Het woord des Heren dat tot Hosea kwam...en de Here zeide tot mij (Hosea)..." 3:1: "Toen zei de Heer tegen mij..."
Amos 1:1, 3, 6: "De woorden van Amos ... die hij zag aangaande Israël ... zo zegt de Here ... zo zegt de Here ..."
Obadja v1: "Het visioen van Obadja, zo zegt de Here God..."
Jona 1:1, 3; 3:1: "Nu kwam het woord des Heren tot Jona zeggende..." Maar Jona stond op en vluchtte van de tegenwoordigheid des Heren ... en ging naar een schip op weg naar Tarsis (Spanje) van de tegenwoordigheid des Heren." En het woord des Heren kwam een tweede maal tot Jona zeggende..."
(We missen de tekst die ons rechtstreeks vertelt dat Jona vluchtte van Zijn aanwezigheid - het grondwoord aanwezigheid, 'paneh' in het Hebreeuws, betekent letterlijk: "Aangezicht". "Jona stond op en rende weg van het aangezicht des Heren").
Micha 1:1: "Het woord van de Heer dat tot Micha kwam...dat hij zag aangaande Samaria en Jeruzalem..."
Nahum 1:1: "De last van Ninevé. Het boek van het visioen van Nahum..."
Habakkuk 1:1, 2:2: "De last die Habakkuk, de profeet, zag... En de Heer antwoordde mij: 'Schrijf het visioen op, maak het duidelijk geschreven, opdat men het in het voorbijlopen zal kunnen lezen.”
Ik hou van Habakkuk's beschrijving van de Heer in 3:4:
"Zijn helderheid was als een helder licht, en Hij had lichtschachten die uit Zijn handen kwamen, dat is waar Zijn kracht geconcentreerd was."
De reden waarom dit belangrijk is, is dat de lichtstralen die uit Zijn handen komen, aansluit bij Deuteronomium 9:10, waarin staat dat de 10 geboden in steen werden geëtst door de vinger van God - 's werelds eerste vermelding van wat wij laserstralen zouden noemen - de lichtstralen uit Zijn vingers, die de 10 geboden in steen etsten.
Zacharia, het voorlaatste boek van het Oude Testament begint met in 1:1: "...kwam het woord des Heren tot Zacharia..." en in 2:1, "Ik hief mijn ogen weer op en zag een man..." en in 3:1, "En Hij toonde mij..."
Wat ik heb gedaan is ons door de eeuwen heen laten zien waar de Persoon die het Woord van de Heer wordt genoemd, verscheen aan de profeten. Vanaf de eerste openbaring van het Woord van de Heer die kwam en stond in de slaapkamer van de jongen Samuel in ongeveer 1100 v. Chr., tot Zacharia die het Woord van de Heer zag rond 500 v. Chr., verscheen onze Heer aan de profeten als het Woord van de Heer (Vader).
En daarom zegt Johannes 1:14 eenvoudig: "En het Woord werd vlees en leefde onder ons."
Kunt u zich het ontzag voorstellen toen de discipelen zich realiseerden dat de Man Jezus allereerst de gegeven Zoon was, die door de eeuwen heen aan al die profeten verschenen was, en nu voor hen stond?! Verbazingwekkende genade.
Volgende week, hoe de overgang van hemel naar aarde gebeurde...tot dan, zegen,
John Fenn/wk/ak
www.cwowi.org en email me op [email protected]
Hoe het Woord vlees werd, 2 van 4
Hallo allemaal,
Ik eindigde vorige week met te spreken over hoe de uitdrukking; 'Woord van de Heer kwam tot ____ de profeet', niet de hand van een profeet was die als door een onzichtbare goddelijke leiding bewoog terwijl zij het woord opschreven, maar in feite een bezoek was van de persoon die het Woord van de Heer wordt genoemd.
Die uitdrukking in 1Samuël 3:21, "De Here openbaarde Zich aan Samuël als 'het Woord van de Heer'", definieerde voor de profeten die door de eeuwen heen volgden, de uitdrukking 'het Woord van de Heer'. Het betekent dat de Persoon die het Woord van de Heer is, de Zoon van de Vader, verschenen is aan de profeten, door de eeuwen heen....verbazingwekkend...
Een kleine waarschuwing...
Dat betekent niet dat elke keer dat je de zin 'het woord van de Heer' in het Oude Testament ziet, het een bezoek van de Heer betekent - vaak is de Schrift onduidelijk - soms zoals in onze tijd, wij zouden kunnen zeggen 'de Heer vertelde het me' of 'dit is het woord van de Heer aan mij hierover'...Maar heel vaak is de Schrift duidelijk dat het een bezoek was, vooral aan het begin van de boeken of het begin van een woord voor Israël of Juda, als je die zin ziet.
Bijvoorbeeld...
In Jeremia 1:1-9 hebben we dit:
"De woorden van Jeremia, de zoon van Hilkia...tot wie het Woord des Heren kwam in de dagen van Josia...in het 13e jaar van zijn regering...het Woord des Heren kwam tot mij zeggende: 'Eer Ik u in de moederschoot vormde, heb Ik u gekend, en eer gij uit de moederschoot voortkwam, heb Ik u gesteld tot een profeet voor de volken.' Toen zei ik: 'Maar Heer, ik ben maar een jonge knaap (Hebr: na'ar: jonge tiener, ongeveer 13 jaar oud) '...Toen stak de Heer zijn hand uit en raakte mijn mond aan..."
Hier zien we dus dat het Woord van de Heer tot Jeremia kwam als een Persoon, het Woord van de Heer, want hij zegt in v9: "...Hij strekte Zijn hand uit en raakte mijn mond aan." Het hele gesprek dat het boek Jeremia werd, was dat de Heer aan Jeremia verscheen in een reeks van bezoeken als het Woord van de Heer, om hem woorden te geven voor het volk.
Jesaja, Ezechiël, en de rest...
Jesaja 1:1 begint: "Het visioen van Jesaja..." en in v10: "Hoor het woord van de Heer..." Zijn 'woord' kwam als een visioen.
In Ezechiël 1:3 zegt hij: "Het woord van de Heer kwam tot Ezechiël, de priester..." terwijl hij aan de oever van een zijrivier van de Eufraat staat, wanneer hij in de Geest is en de troon van God ziet, compleet met de cherubijnen als vuurbollen, die van het troonplatform rechtstreeks naar hem toe vliegen. Hij beschrijft de regenboog boven de troon, de heldere vloer, en hoe de Heer verscheen als een wezen van vuur en licht...en toen begon de Heer tot hem te spreken over zijn natie.
Hosea 1:1: "Het woord des Heren dat tot Hosea kwam...en de Here zeide tot mij (Hosea)..." 3:1: "Toen zei de Heer tegen mij..."
Amos 1:1, 3, 6: "De woorden van Amos ... die hij zag aangaande Israël ... zo zegt de Here ... zo zegt de Here ..."
Obadja v1: "Het visioen van Obadja, zo zegt de Here God..."
Jona 1:1, 3; 3:1: "Nu kwam het woord des Heren tot Jona zeggende..." Maar Jona stond op en vluchtte van de tegenwoordigheid des Heren ... en ging naar een schip op weg naar Tarsis (Spanje) van de tegenwoordigheid des Heren." En het woord des Heren kwam een tweede maal tot Jona zeggende..."
(We missen de tekst die ons rechtstreeks vertelt dat Jona vluchtte van Zijn aanwezigheid - het grondwoord aanwezigheid, 'paneh' in het Hebreeuws, betekent letterlijk: "Aangezicht". "Jona stond op en rende weg van het aangezicht des Heren").
Micha 1:1: "Het woord van de Heer dat tot Micha kwam...dat hij zag aangaande Samaria en Jeruzalem..."
Nahum 1:1: "De last van Ninevé. Het boek van het visioen van Nahum..."
Habakkuk 1:1, 2:2: "De last die Habakkuk, de profeet, zag... En de Heer antwoordde mij: 'Schrijf het visioen op, maak het duidelijk geschreven, opdat men het in het voorbijlopen zal kunnen lezen.”
Ik hou van Habakkuk's beschrijving van de Heer in 3:4:
"Zijn helderheid was als een helder licht, en Hij had lichtschachten die uit Zijn handen kwamen, dat is waar Zijn kracht geconcentreerd was."
De reden waarom dit belangrijk is, is dat de lichtstralen die uit Zijn handen komen, aansluit bij Deuteronomium 9:10, waarin staat dat de 10 geboden in steen werden geëtst door de vinger van God - 's werelds eerste vermelding van wat wij laserstralen zouden noemen - de lichtstralen uit Zijn vingers, die de 10 geboden in steen etsten.
Zacharia, het voorlaatste boek van het Oude Testament begint met in 1:1: "...kwam het woord des Heren tot Zacharia..." en in 2:1, "Ik hief mijn ogen weer op en zag een man..." en in 3:1, "En Hij toonde mij..."
Wat ik heb gedaan is ons door de eeuwen heen laten zien waar de Persoon die het Woord van de Heer wordt genoemd, verscheen aan de profeten. Vanaf de eerste openbaring van het Woord van de Heer die kwam en stond in de slaapkamer van de jongen Samuel in ongeveer 1100 v. Chr., tot Zacharia die het Woord van de Heer zag rond 500 v. Chr., verscheen onze Heer aan de profeten als het Woord van de Heer (Vader).
En daarom zegt Johannes 1:14 eenvoudig: "En het Woord werd vlees en leefde onder ons."
Kunt u zich het ontzag voorstellen toen de discipelen zich realiseerden dat de Man Jezus allereerst de gegeven Zoon was, die door de eeuwen heen aan al die profeten verschenen was, en nu voor hen stond?! Verbazingwekkende genade.
Volgende week, hoe de overgang van hemel naar aarde gebeurde...tot dan, zegen,
John Fenn/wk/ak
www.cwowi.org en email me op [email protected]
RSS Feed