Hoe David in NT genade wandelde – deel 1 - wat het voor ons betekent
Dag Allemaal,
Wist je dat koning David minstens twee keer een hele sectie van de Mozaïsche wet heeft overtreden, terwijl hij wandelde in een Nieuwtestamentische genade wat niemand anders ooit in het Oude Testament ooit heeft gedaan? Waarom stond God het toe, en wat betekent het voor jou en mij?
We zullen naar elk voorbeeld kijken en dan naar waarom David de Mozaïsche wet mocht overtreden zonder de doodstraf te krijgen; daaruit zullen we het hart van de Vader kennen en hoe we een genade kunnen bewandelen die ons tot nu toe misschien is ontgaan.
Hij had moeten sterven
Toen David koning werd, wilde hij de aanbidding van God herstellen zoals voorgeschreven in de wetten van Mozes. De instructies die God aan Mozes gaf, omvatten een altaar voor het offeren van dieren aan de Heer, wat een type van het kruis was. Verder was er een wasvat, dat een groot waterbekken was, zodat de priesters zich konden reinigen, en dat is een beeld van het wegwassen van het oude door de Persoon van het Woord in de wedergeboren ervaring.
(Neem niet de houding van de auditoriumkerk aan, wat zegt dat een persoon opnieuw geboren moet worden en in het geschreven Woord moet gaan. Dit voorbeeld laat ons zien dat de wedergeboren ervaring het kruis omvat en gewassen worden door de Persoon die het Woord is. Teveel Christenen kennen het geschreven Woord maar kennen niet de Persoon die het Levende Woord is en van wie het gedrukte Woord komt. Het gedrukte Woord is secundair en vloeit voort uit onze wandel met het Ware Woord. De toepassing hiervan is dat we niet eerst naar het gedrukte schrift voor gebed of een antwoord gaan, maar dat we dit terzijde leggen en rennen naar de Persoon van het Levende Woord voor advies.)
Het offeraltaar en de wasbak (wasvat) stonden voor de tabernakel / tempel, in het volle zicht van de mensen, wat de wedergeboren ervaring representeert. De rest van de voorwerpen van aanbidding waren aan het oog onttrokken, net als het voortdurende werk van de Heer in onze harten en gedachten. Ze werden achter twee sluiers buiten het zicht gehouden.
Eerste sluier
Achter de eerste sluier was een olielamp met meerdere lampen (menorah) van brandstof voorzien door olijfolie. De lamp is een type van de Heilige Geest en gaven, die de innerlijke ruimte verlichten, gevolgd door een tafel met brood dat een type is van de voortdurende groei en afhankelijkheid die een gelovige heeft van de Persoon die het Woord van God is (niet het geschreven Woord, maar de Persoon van het Woord).
Want de mens leeft niet van brood alleen, maar van elk woord (rhema - een direct woord voor ons) dat voortkomt uit de mond van God, dat geeft aan dat het niet gedrukt is. Het is de Persoon die we eerst zoeken. Het derde artikel was een tafel met wierook, waarvan ons in Openbaring 5: 8 wordt verteld dat het de gebeden van de heiligen zijn. Deze 3 dingen bevinden zich in de tent/tempel, niet zichtbaar. De Heilige Geest en Zijn bekrachtiging, de afhankelijkheid van de Persoon van het Levende Brood / Woord, en gebeden tot de Vader.
Maar er is een andere sluier, verder binnenin, die de heilige plaats scheidt van dit gebied. Het 'heilige der heiligen' bevatte de Ark van het Verbond dat met goud bedekt was. Bovenop stonden gouden cherubijnen tegenover elkaar in aanbidding. David kende God als 'Degene die tussen de cherubs woont'. (II Samuel 6: 2, 1 Kronieken 13: 6, ook I Samuel 4: 4). Het is daar waar Zijn aanwezigheid manifest was en contact heeft met onze geest.
De priester zou alleen 1x per jaar voorbij het voorhangsel gaan om de Ark van het Verbond te zien, op de Verzoendag. (Hebreeën 9: 25)
Al deze dingen zijn voorgeschreven in de Wet van Mozes en de straf is de dood voor iedereen die anders zou doen. Een voorbeeld hiervan is toen David de Ark van het Verbond naar Jeruzalem bracht, waarbij hij het per ongeluk op een ossenwagen zette in plaats van op de schouders van priesters gedragen te worden, met palen door ringen gestoken aan de zijkanten ervan. Een man genaamd Uzzia stak zijn hand uit om de ark op de ossenwagen tegen te houden en werd onmiddellijk gedood. (I Kronieken 13: 1-10)
David leerde zijn les, bestudeerde de situatie en verklaarde in I Kronieken 15: 2 & 13 dat alleen de Levitische priesters de ark op de voorgeschreven manier zouden verplaatsen.
Maar toen deed David iets waar de doodstraf op stond, en leefde om het verhaal te vertellen.
Zowel I Kronieken 16: 1 als II Samuel 6: 17 vermelden dat David eenvoudigweg een tent heeft opgezet, de ark van het verbond erin heeft geplaatst en er voor heeft gedanst, toen hij de Heer meerdere offers bracht. II Samuël 6 geeft meer details over die dag en vertelt ons tijdens het brengen van de ark dat ze 6 passen zullen lopen en dan zullen offeren, dansen, uitroepen, dan nog eens 6 passen lopen en dit herhalen. Toen zette hij de ark in de tent en danste nog wat meer!
II Kronieken 6: 4 vertelt ons dat toen hij klaar was, hij Levi aanwees om de ark te overzien, inclusief Asaf, die ook een aanbiddingsleider was, en die 12 van onze Psalmen schreef (Psalmen 50 en 73-83)
Maar waarom was het David toegestaan om het offeraltaar, wasvat, de sluiers, menora, tafel van brood, wierookaltaar voorbij te gaan en gewoon te aanbidden voor de open Ark van het Verbond? Waarom werd hij niet gedood?
En dat mijn vrienden, is voor volgende week. Ik zal je dat laten overdenken.
Tot dan! Zegen,
John Fenn
www.cwowi.org en e-mail mij op [email protected]