Heb je je ooit afgevraagd hoe Jezus' bevruchting plaatsvond in de baarmoeder van Maria? Was er een wettige noodzaak om de bevruchting van Jezus op deze manier te behalen? (ja)
Jesaja 9: 5 begint met: "Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven…"
De zoon werd gegeven doordat het kind geboren is. Gegeven uit de hemel zodat Hij op de aarde geboren kon worden als een man.
Dit inzicht dat Christus een bestaan had bij de Vader voordat Hij de man Jezus wordt door het Hele Nieuwe Testament bevestigd door het gebruik van ofwel "Christus", wat verwijst naar Zijn Godheid en voorbestaan, ofwel "Jezus", wat duidt op Zijn menszijn. We herinneren ons de "zoon van de goden" in de vurige oven in Daniël, zonder er dieper over na te denken. (Je kan mijn serie I AM; Who Jezus is; Where He came from kopen, om meer te lezen over Zijn verschijningen in het OT)
Technisch gezien leeft "Jezus" niet in onze harten. Jezus is een precies individu in een verheerlijkt mensenlichaam die zich ergens bevindt op één plaats terwijl je dit leest. Wanneer Hij mensen bezoekt zoals Hij deed met Paulus en Ananias in Handelingen, dan is Hij het werkelijk - niet een hologram, een projectie. Hij, de man Jezus, bevindt zich op één plaats op één tijd.
"Christus" betekent dat Hij ook God is, en door de Geest van de Vader alwetend en alziend is. Dit is de wijze waarop Hij op een bovennatuurlijke wijze als Hoofd regeert over Zijn lichaam. Een erg ruw voorbeeld is hoe je thuis in je zetel kan zitten, maar dat je in je gedachten bij je kind bent day op school is, of je inbeeldt wat ze op hun werk doen wanneer je niet aanwezig bent. Behalve dat Jezus het werkelijk weet door de Geest en zich er onmiddellijk kan bevinden wanneer Hij dat wil.
Ik ben er bijna, ik ben er bijna
Dat is waarom we bidden in de naam van Jezus, en niet in de naam van Christus. Het was het lichaam van de persoon Jezus dat werd geofferd voor onze zonden.
Dit is waarom Kolossenzen 1: 27 zegt dat we Christus onder ons hebben, niet Jezus onder ons. Dit is waarom wij de gedachten van Christus hebben zoals in 1 Korinthiërs 2: 16, en dat wij alles aan kunnen door Christus, die ons kracht geeft in Filippenzen 4: 13. Het is niet door de kracht van Jezus, een man, maar door de kracht van Christus Jezus, de incarnatie van God, dat we alles kunnen en onafhankelijk zijn van omstandigheden zoals Paulus daar zegt.
Wanneer je een passage bekijkt waar beiden uitdrukking worden gebruikt, kan je zien of de nadruk ligt op Zijn menszijn of op Zijn Goddelijkheid aan de volgorde. De volgorde verklaart van waar de handeling komt.
Bijvoorbeeld: in Filippenzen 4: 19 wordt gezegd als antwoord tot diegenen die gaven geven voor zijn bediening: "Maar mijn God zal u, overeenkomstig Zijn rijkdom, voorzien van alles wat u nodig hebt, in heerlijkheid, door Christus Jezus."
Merk op dat de voorziening uit de hemel komt, en door Christus Jezus tot ons vloeit. De nadruk is goddelijke voorziening die begint in de hemel, en vloeit door Christus Jezus. Wanneer wij bidden vloeit dat door Jezus Christus. Wij bidden in de naam van de Man Jezus, die Christus is, waarbij onze verzoeken naar de Vader vloeien. We bidden niet in de naam van Christus, we bidden in de naam van Jezus, de man die onze redding wrocht.
Op dezelfde wijze zegt Romeinen 6: 3 dat we gedoopt worden in Christus Jezus, waarbij de nadruk ligt op de verrezen Heer. Wanneer je een studie maakt van Jezus en Christus zal je verbaasd zijn over wat dat openbaart. Je zal verbaasd zijn over het leven van de Geest dat in je opspringt wanneer je deze over dingen mediteert.
De deur naar de schaapskooi
Het bloed van de hele mensheid is bezoedeld door onze vader Adam. Dat betekent dat in de hemelse rechtszaal de mens moet betalen voor de zonde. Het hele universum, zelfs de natuurlijke wereld wordt geregeerd door dat voor elke actie er een gelijke en tegenovergestelde reactie is. De mens heeft gezondigd en dus moet de mens de prijs betalen voor de zonde.
In Johannes 10: 1-16 sprak Jezus 3 parabels. Wanneer men ze in één keer doorleest kan de lezer verward zijn omdat Hij de symbolen wijzigt in elke parabel. Maar in de eerste parabel van vers 1 tot 5, waar Jezus een contrast maakt van het verschil tussen de duivel en Zichzelf, zegt Hij in Johannes 10: 1-2:
"Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie de schaapskooi NIET door de deur binnengaat, maar van elders naar binnen klimt, die is een dief en een rover. Maar wie door de deur naar binnen gaat, die is herder van de schapen."
Begrijp de parabel. De duivel is de dief, de Heer is de Herder. De schaapskooi is de aarde. Dat is een los voor de zondagschool voor kinderen van 9 jaar. De vraag is echter, wat is de deur om de aarde binnen te gaan waar de schapen worden gehouden?
Het antwoord: de geboorte van mensen.
Hij die de schaapskooi binnengaat door de deur is de herder. Diegene die de schaapskooi binnenklimt via een andere manier is Satan: Niet legaal, door geboorte, maar door bedrog. (De 'portier', de poortbewaker, is de Heilige Geest, die de deur opent voor de schapen om geleid te worden door de herder, en de herder leidt ze uit de schaapskooi naar de hemel).
Als je de consequenties in beschouwing neemt van deze parabel alleen zal je je geen zorgen meer maken over de duivel: hij heeft geen wettelijk recht om zich in je leven te bevinden. Jezus heeft een wettelijk recht. Christus bevindt zich in jou. Dat is de reden waarom Jezus zei dat we niet bidden over demonen. We geven hen het order onze levens en de levens van anderen te verlaten. Eenmaal dat iemand om hulp vraagt, hebben wij het wettelijk recht diegene uit te werpen die op onwettige wijze gekomen is.
Opdat Christus de zoon gegeven kon zijn, moest dit op een wettige manier gebeuren, en dus moest Hij worden geboren in deze wereld. Maar hoe? Dat is voor de volgende week. Tot dan, zegeningen,
John Fenn