Het leven weven, 2 van 4. Beloften en een lang geheugen
Hallo allemaal,
Dit is het verhaal van Gods lange geheugen; Zijn vermogen om Zijn beloften na te komen. Als je het idee hebt dat de Heer je beloften heeft gedaan over een geliefde, maar je ziet het nog niet gebeuren, dan zal dit je bemoedigen. Als jij je afvraagt of iets wat jou beloofd is ooit zal gebeuren, zal dit jou bemoedigen.
De tijd is ongeveer 1400 voor Christus
Exodus 17 vertelt ons dat Israël net door de Zee was gekomen als een gloednieuwe natie, om aan te komen in Rephidim, wat in het Hebreeuws betekent: 'Rustplaats'. Eén probleem: ze hadden geen water.
De Heer vertelde Mozes dat Hij op een rots zou moeten gaan staan, en droeg Mozes op één keer met zijn staf op de rots te slaan, en die zou water geven. De symboliek is prachtig. De rots en de Heer die erop staat is een type van Christus Jezus. Het één keer slaan op de rots met de staf (Woord van God/profetie) was een type van het kruis, waardoor water (de Heilige Geest) werd uitgestort uit de rots. Het water leste de dorst van het volk.
Later, in Numeri 20:8, zou Mozes in een andere situatie als deze terechtkomen, en de Heer zei hem deze keer slechts tot de rots te spreken en deze zou water voortbrengen. Het eerste voorbeeld vereiste dat de rots werd geslagen, als een type van Jezus aan het kruis, maar verlossing is geloven in het hart en dan met de mond belijden dat Jezus Heer is.
Daarom moest hij deze 2e keer gewoon tot de rots spreken om water te brengen. Omdat hij verstrikt raakte in de twist van het volk, sloeg hij de rots zoals bij de eerste keer, in een ernstige schending van wat hij wist van de Heer, Zijn heilsplan. Het was in feite eerder een belediging in het gezicht van de Heer. Door die zonde oordeelde de Heer hem en verbood hem het Beloofde Land binnen te gaan. Hoe meer je weet, hoe smaller de genade in sommige dingen is.
Onmiddellijk nadat Mozes op de rots sloeg en er water uit kwam...
werd Israël aangevallen door hun neven de Amalekieten, in Exodus 17:8. Genesis 36:12 vertelt ons dat Amalek de buitenechtelijke zoon van Esau was, en het waren zijn nakomelingen die hun neven het nieuw gevormde Israël aanvielen. Het was een hinderlaag, wordt ons verteld.
In Exodus 17:10-15 staat dat de strijd tussen de neven zo lang en hevig was dat hij de hele dag woedde. Ons wordt ook verteld dat zolang Mozes zijn handen omhoog hield Israël de overhand had, maar toen hij moe werd en zijn handen liet zakken, begon Amalek te winnen.
De oplossing was dat Aäron en Hur Mozes op een rots lieten zitten, en zij hielden zijn handen omhoog. Opnieuw is dit een voorafschaduwing van redding: Mozes betekent 'uit de rivier getrokken', omdat hij uit de rivier werd getrokken om gehoor te geven aan een hogere roeping, waarbij hij in rust op de Rots ging zitten.
Verder betekent Aäron 'kracht' of 'verheven' of 'sterk' en de wortel van Hur (harar) betekent een bron van hitte of branden. De afgeleide betekent 'gat of spelonk', zoals waar men een vuur zou bouwen om de plaats te verwarmen, de bron van vuur.
Zo zien we de uitgetrokkene, gezeten op de rots van zijn heil, aan de ene kant sterk/verheven, terwijl hij aan de andere kant brandt van ijver voor de Heer, de strijd winnend! Hier zien we een verlossende naam aan de Heer gegeven, Jehovah-Nissi, de Heer mijn overwinningsvaandel.
Als gevolg van de hinderlaag van Amalek vertellen de verzen 14-16 ons dat de Heer aan Mozes belooft dat Hij door alle generaties heen oorlog zal voeren tegen Amalek, totdat zij volledig zijn weggevaagd.
400 jaar vooruit, naar ongeveer 1.000 v Christus.
Koning Saul regeert, en als hij eenmaal gevestigd is vertelt de Heer hem om ten strijde te trekken tegen Amalek, in 1Samuel 15:1-3 en zegt hem: "Ik herinner me wat Amalek Israël heeft aangedaan, door op de loer te liggen langs de weg toen hij (Israël) uit Egypte kwam... trek daarom ten strijde en vernietig de zondaars, de Amalekieten (v18) allemaal en alles wat ze hebben...".
Maar Saul spaarde het leven van de koning der Amalekieten,Agag en zijn familie, en het beste van de dieren. Hoewel Agag later die dag werd geëxecuteerd, is het duidelijk dat een deel van zijn familie het overleefde. Hoe weten we dat?
Weer 600 jaar vooruit, naar ongeveer 480 voor Christus.
We zijn nu ruwweg 1000 jaar na Mozes, 600 jaar na koning Saul, en we vinden een zekere man genaamd Haman die Joodse mensen haat. Je kent het verhaal; Haman beraamt een plan tegen het Joodse volk, en legt een val, niet beseffend dat de koningin Joods is. Door haar moed, met gevaar voor eigen leven, wordt het complot onthuld en wordt Haman terechtgesteld aan de galg die hij had klaargemaakt voor Esthers oom Mordechai.
We kunnen ons afvragen waarom het boek Esther in onze Bijbel staat. Het is het enige boek in de Bijbel waarin God niet wordt genoemd, en het bevat geen geboorte van belangrijke personen in het geslacht van Jezus. Ik denk dat één van de redenen waarom de Heer ervoor gezorgd heeft dat het in onze Bijbel staat, is om het lange geheugen en de trouw van de Heer te tonen.
Haman wordt in Esther 5 keer geïdentificeerd als "Haman de Agagiet". (3:1, 10; 8:3, 5; 9:24) Agag, zoals jij je zult herinneren, was de koning die Saul zo'n 600 jaar eerder had gespaard. Zijn overlevende familie hield de naam levend, tot in het boek Esther, nog steeds gebonden door die haat tegen neef Israël.
Haman de Agagiet had dezelfde haat die Amalek zo lang geleden koesterde, in de oorspronkelijke hinderlaag tegen Israël. Het was de poëtische rechtvaardigheid van de Heer dat Haman ook een val, een hinderlaag had gelegd voor het Joodse volk, en opnieuw zegevierde de Heer. Het feest van Purim viert dit, de uiteindelijke overwinning van de Heer op de Amalekieten.
Onze les?
Velen van ons hebben beloften van de Heer ontvangen over van alles, van ons eigen leven tot het eeuwige lot van dierbaren. Soms worden we ongerust of bezorgd als we omstandigheden zien die in strijd zijn met de belofte.
De omstandigheden zijn geen indicator voor de voortgang van het woord van de Heer aan jou. Hebreeën 11:13 noemt verschillende mensen met een groot geloof en concludeert: "Deze allen zijn in geloof gestorven,zonder de beloften gekregen te hebben...”
Of je leeft of sterft heeft geen invloed op de beloften van God. Je bent al in de eeuwigheid, dus als je een belofte of roeping op je leven hebt en het gaat niet gebeuren in dit tijdperk, geef het 200 of 500 jaar. Zijn woord zal uitkomen.
Hij zal doen wat Hij beloofd heeft, dus rust daarin. Stop met proberen het uit te zoeken, en rust. Kom tot het einde van jezelf, en rust. Stop ermee. Blijf in Zijn rust. Ga terug naar de oorspronkelijke belofte en vind die vrede weer. Laat Hem het afhandelen.
Hij zal het doen! Hij heeft een lang geheugen en is geen man die zou liegen.
Volgende week een andere situatie, tot dan,
zegen,
John Fenn/wk/ak
www.cwowi.org en mail me op [email protected]