Vorige week noemde ik hoe Fillipus op een normale vraag die Jezus hem stelde, met een ‘normaal’ antwoord kwam. Maar Johannes 6:5-6 zegt dat Jezus die vraag stelde om Fillipus te testen – met andere woorden, om te zien of Fillipus net zo denkt als de rest van de mensen. En dat deed hij: ‘salaris van een half jaar is nog niet genoeg om iedereen te voeden.’ Of zou hij buiten de ‘box’ denken, over wat God zou kunnen doen?
Jezus is niet veranderd, en deze serie gaat erover hoe Hij ons leidt door de Geest naar eens gelijke beslissingen, en hoe Hij ons beproeft om te zien wat er in ons hart is, net zoals Hij dat deed in de evangeliën. Hier is een ander voorbeeld:
Wie ben ik?
“Wie zeggen de mensen dat de Zoon des Mensen is? En zij zeiden: Sommigen, Johannes de Doper; anderen Elia; weer anderen Jeremia of één der profeten. Hij zeide tot hen: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben?” (Matth. 16:13-18)
Een zelfde geval als toen Hij Fillipus testte, in Johannes 6. Het gesprek verloopt ‘natuurlijk’, geen aanwijzing dat Hij kijkt of er openbaring is, of dat er iemand is die antwoord met een ‘buiten de box’ denken.
Toen Petrus reageerde met: “Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God!” Jezus antwoordde en zei dat Hij gezegend was, omdat vlees en bloed hem dat niet geopenbaard had – Hij was niet tot die conclusie gekomen door met anderen ideeën te bespreken over wie Hij nu was, Elia, of Jeremia – Petrus had openbaring van de Vader ontvangen dat Jezus de Christus was en dat zei hij toen.
In beide gevallen keek Jezus, observeerde Hij, liet het denkproces zijn gang gaan in Fillipus en Petrus, wilde Hij zien of er openbaring was en een denken dat niet ‘van de rots afspringt’ met de rest van hun vrienden.
Waar wil je in rijden?
Het was 1978, augustus, een maand voordat Barb en ik zouden gaan trouwen. Ik werkte bij de PTL Club in Charlotte, North Carolina, in het deel van de bediening dat bekend stond als ‘Heritage USA’. Barb was thuis in Indiana, en maakte zich klaar voor de bruiloft terwijl ik moest werken. Ik had een appartement gehuurd voor ons, en wachtte nu op de Vader om te voorzien in een auto. Het was een rit van 15 uur van Indiana naar Charlotte.
Die mei was ik daar begonnen te werken, en kon mijn moeders ‘reserve’ auto gebruiken totdat ik zelf een auto zou hebben. Het probleem was dat ik niet gespaard had voor een auto en mijn moeder wilde de auto na 2 maanden weer terug hebben. Ik zocht de vader hoe Hij ons een auto zou geven. Eerder dat jaar hadden Barb en ik een lijst gemaakt van alles wat we nodig hadden in een auto: een automaat, omdat haar eerste (en laatste) poging in een auto met versnelling te rijden dramatisch geëindigd was, toen de auto niet verder wilde en stil stond op een kruising, met rijen auto’s achter ons.
Details, details.
We wilden airco in de auto, omdat we zouden gaan wonen in heet en vochtig North Carolina, en 4 deuren om huwelijksgeschenken en dergelijke te kunnen vervoeren naar ons appartement, en een zuinige auto. Toen we onze lijst gemaakt hadden, werd ik in mijn geest getrokken naar de cover van een automagazine, ‘Motor Trend’, dat een foto liet zien van de auto van het jaar 1978: de Plymouth Horizon/Dodge Omni. In mijn geest wist ik dat dit de auto was waar de Vader in voorzien had – er was zo’n vrede in mijn geest gekomen, wat getuigde van dat feit. Dus zochten we niet verder.
Er gingen een paar maanden voorbij, maar er was nog geen auto. Ik vroeg me af hoe het zou gebeuren – misschien dat een rijkere vriend ons een auto zou geven, misschien zouden we als huwelijkscadeau een auto krijgen van mijn vader, of misschien zou mijn moeder of haar ouders er één aan ons geven. Steeds maar weer speelde het scenario zich af in mijn hoofd over hoe God Zijn woord zou vervullen.
Wanhopig voor die auto!
Mijn collega’s hadden mij opgehaald van en naar het werk, maar onze trouwdag, 16 september, kwam snel dichterbij, nog maar één maand te gaan. Dus op een zaterdag viel ik op mijn knieën en zocht ik in wanhoop de Vader betreffende die auto, die ik over 3 weken nodig zou hebben om naar Indiana te kunnen rijden voor de bruiloft.
Ineens hoorde ik Zijn stem, maar het ging niet over de auto. Hij begon met mij te praten over hoe ik een echtgenoot zou moeten zijn, hoe mijn vrouw te behandelen (Hij zei: behandel haar als een koningin, al moet ik eerlijk bekennen dat ik dat niet altijd gedaan heb) en dat ik moest leren wat het wil zeggen mijn leven voor haar af te leggen, en nog andere dingen vertelde Hij, die ik nog nooit met iemand gedeeld heb, zelfs niet met Barb. Maar helemaal niets over een auto.
Toen vertelde Hij mij andere dingen met betrekking tot mijn tijd bij PTL, en dat Hij mij naar school stuurde na PTL, maar helemaal niets over een auto. Toen ik vroeg naar een auto, was Hij stil – geen reactie. Wat ik vreemd vond, omdat Hij juist zo spraakzaam geweest was over het huwelijk en onze toekomst het jaar daarna.
In half gehurkte toestand, overdacht ik Zijn stilte. Het was net zoals de voorbeelden hierboven met Fillipus en Petrus – ik wist dat de Vader en onze Heer naar mij keken, hoe ze zagen dat mijn gedachten rondtolden, en hoe mijn hart probeerde het te begrijpen.
Ik kwam tot de conclusie dat het misschien mijn verantwoordelijkheid was een auto zien te krijgen, en niet dat van iemand anders. Het zou kunnen zijn dat iemand misschien niet ongehoorzaam was, of aarzelde ons een auto te geven, misschien was de Vader stil omdat het aan mij was een auto te zoeken.
Dat zou toch niet waar kunnen zijn, dacht ik. Ik had geen geld, had nog nooit iets op krediet gekocht – kon de voorziening van de Vader ZO eenvoudig zijn? Was ik met anderen meegelift en had ik de auto van mijn moeder geleend, volledig de mogelijkheid negerend dat de voorziening er al die tijd al was; dat het bovennatuurlijk deel een goedkeuring voor krediet aan mij, zou zijn? Zou dat zo kunnen zijn?
Dit zei ik tegen Hem!
“Vader, als U mij niet zegt hoe ik die auto kan hebben, loop ik naar de eerste dealer die ik tegenkom en zal ik mijzelf belachelijk maken door een auto te willen kopen! U kunt maar beter wat zeggen nu!” (Hoe vrijmoedig en dwaas was dat, zelfs voor een 20 jarige die nog nat was achter zijn charismatische oren).
Niets. Noppes. Geen woord. Hij bleef zwijgen en ik wist ik mijn geest dat Hij naar mij keek, zoals een vader dat bij een zoon doet. Maar nu was ik gedwongen mijn woord waar te maken – en dat deed ik dus. Ik liep een kilometer of zo naar de eerste dealer die ik tegenkwam, een Chrysler dealer, en daar buiten stond een witte Plymouth Horizon, waar ik bijna tegenaan liep toen ik de heuvel opklauterde naar de dealer, die grensde aan de parkeerplaats.
Ik had nog nooit een nieuwe auto gekocht, en de prijs (5400 dollar, spiksplinternieuw, 1978) leek gigantisch, daar ik slechts 150 dollar per week verdiende. Maar zij hadden óf een ‘eerste koper’ programma of ze wilden wanhopig graag verkopen, maar in het geestelijke had de Vader voorzien, en ik reed van die parkeerplaats weg, zonder geld, en 157.88 dollar iedere maand af te betalen.
Een ander auto verhaal
Een aantal jaar later, toen de Plymouth Horizon zijn laatste meters had gereden, hadden we slechte beslissingen in zaken genomen en uiteindelijk moesten we weer een auto lenen. Dit keer van iemand in de kerk, en de auto was een grote Lincoln Continental, 2 deurs. In de stad voldeed die auto prima, maar voor ons gezin van 5 was het niet geschikt. We zouden in een gemeente kunnen gaan werken als voorganger, maar dat was 3 uur rijden. We moesten dus verhuizen en opnieuw wisten we dat we een auto nodig hadden, al hadden we daar zelf geen middelen voor.
Ik zou pas na onze verhuizing betaald worden door de gemeente, dus dat hield in dat ik van de bank geen lening zou kunnen krijgen, omdat ik technisch gesproken nog zonder werk zat. En toch zouden we over een week verhuizen en de Vader had nog niet voorzien in een andere auto voor ons.
Opnieuw bedacht ik van alles, hoe iemand ons een auto zou kunnen geven, maar de hemel was weer stil. Op een dag moest ik denken aan hoe ik de Plymouth Horizon had gekocht, en ik zei tegen Barb: “Filippenzen 4:19 is waar, ongeacht de omstandigheden; Hij voorziet in onze behoeftes naar Zijn rijkdom in heerlijkheid, en dit is een behoefte, geen wens. En 2 Petrus 1:3-4 zegt dat “Zijn goddelijke kracht ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd heeft”, dus moet ik geloven dat de voorziening er is. Ik blijf me getrokken voelen naar die tweedehands auto’s, vlak bij de kerk, dus denk ik dat ik daar even naartoe ga, om te zien of de Vader daar een voorziening heeft.”
Opnieuw maakten we een lijst: een automaat, 4 deuren, airco, in goede staat, en pas na 30 dagen een eerste betaling kunnen doen. Dat waren noden, dus daar gingen we voor.
Toen ik de parkeerplaats opliep, zag ik een witte Chevy Impala, met 4 deuren en ik informeerde naar die auto. De autohandelaar vertelde mij dat hij deze auto op consignatie verkocht voor iemand bij hem uit de kerk. Toen ik noemde dat ik een pastor was en informeerde naar die kerk, kwam ik erachter dat ik de vrouw kende die de eigenaar van die auto is. De man stelde voor dat ik haar zou opbellen om met haar te praten, en hij zou afzien van enige vergoeding, als we er samen uit zouden kunnen komen. Toen ik haar belde, stemde ze direct met alles in – ik vertelde haar wat ik dacht dat we konden betalen, en dat ik pas over 30 dagen kon gaan beginnen met betalen, en zij zei dat het prima was. En ik reed met de auto naar huis!
Ik heb deze verhalen uit mijn eigen leven verteld, omdat ze iemand misschien kunnen helpen niet van de rots te springen, zoals de meerderheid dat doet, wat leidt naar gebrek en/of niet wandelen in de bovennatuurlijke voorziening van de hemel – en het kan iemand helpen te weten dat als er geen voorziening is, het aan jou is om God te vertrouwen, of niet. Het is aan jou om mee te gaan met het natuurlijke denken, zoals Fillipus dat deed, of om openbaring vanuit je hart te laten komen, zoals bij Petrus. De hemel werkt veel door ‘U geschiede naar uw geloof.’
De Heilige Geest zal je naar de rand van de besluitvorming leiden, Jezus beproeft ons nog steeds, geeft ons kansen om ons potentieel te testen – maar Hij kan niet een besluit voor ons nemen. Onderzoek de keuzes die voor je liggen, en doe wat juist is – misschien is het wel ‘buiten de box’ van jouw denken.
Volgende week meer – zegen,
John Fenn / vertaling AHJ
www.cwowi.org