Vorige week noemde ik 2 voorbeelden waar Gods aanwezigheid ervoor zorgde dat Adam en Abraham in een ‘diepe slaap’ vielen. Wat ik vandaag ga doen, is meer Bijbelse voorbeelden geven en laten zien hoe iemand reageert op de aanwezigheid van God, in tegenstelling tot hoe een demon met iemand omgaat. Wanneer je het verschil gaat zien, kunnen we op een correcte manier onderscheiden wat iets is, als iemand in een dienst op een bepaalde manier handelt.
Fundament – God laat jou altijd de controle behouden.
God zorgt er nooit voor dat jij geen controle meer over je lichaam hebt. Toen Paulus naar de Korintiërs schreef, gaf hij sociaal advies over hoe te handelen in een gemengd gezelschap als je een gast bent in iemands huis. Je weet misschien nog wel dat de gemeente in Corinthe aan het begin bestond uit Joden, Grieken en Romeinen, die allemaal samenkwamen in het huis van Justus. Handelingen 18:7-8
Dus schrijft Paulus aan hen, in 1 Korintiërs 14:26-32 over zaken als: je beurt afwachten, en als je een woord van God hebt, maar er is geen gelegenheid dat te delen, hou het dan voor jezelf (je hebt niet gezondigd). Ook zei hij dat als je een woord hebt om te delen, maar de persoon naast jou heeft ook een woord, laat hem dan voorgaan – met andere woorden: goede manieren en beleefdheid zijn een vereiste in het samenkomen van de gemeente in een huis.
Ook zei hij dat alles wat je zegt, beoordeelt kan worden; ook al beweer je een woord van God te hebben, dan wil het nog niet zeggen dat dit 100% door iedereen ontvangen wordt als zijnde van God – als jij iets uitspreekt, kan het worden betwist, geaccepteerd of verworpen. Niemand heeft het recht je persoonlijke ruimte te schenden en iedereen heeft het recht om een ‘woord van God’ af te wijzen dat iemand jou geeft. Liefde en beleefdheid zijn de richtlijnen.
Dan vat Paulus dit zo samen: “En de geesten der profeten zijn aan de profeten onderworpen.” (vers 32)
Met andere woorden – wat jij ook hebt ontvangen van God, jij behoudt er altijd de controle over. In deze verzen legt hij er de nadruk op dat dingen ordelijk, beschaafd, met beleefdheid en met een bewustzijn dat je een gast in iemands huis bent, worden gedaan – daarom is jouw geest onderworpen aan jou – wat jij ook denkt van God ontvangen te hebben, kan op zijn beurt wachten, of helemaal niet gegeven worden. Wat jij van God krijgt, is aan jou onderworpen!
God zal er nooit voor zorgen dat je geen controle meer hebt, maar kijk in tegenstelling naar het demonische:
“En een man uit de schare riep, zeggende: Meester, ik smeek U naar mijn zoon om te zien, want hij is mijn enige, en zie, een geest grijpt hem en dan schreeuwt hij plotseling en doet hem stuiptrekken…En nog terwijl hij naderde, wierp de boze geest hem op de grond en deed hem stuiptrekken. Maar Jezus bestrafte de onreine geest en Hij genas de knaap en gaf hem terug aan zijn vader.” Lucas 9:38-32
“En terstond was er in hun synagoge een mens met een onreine geest, en hij schreeuwde luid…En Jezus bestrafte hem, zeggende: Zwijg stil en ga uit van hem. En de onreine geest deed hem stuiptrekken en ging onder groot geschreeuw van hem uit.” Marcus 1:23-26
God laat iemand altijd de controle over zichzelf behouden, zoals de Schrift zegt, maar de duivel is juist het tegenovergestelde. Het verdrietige is dat veel leiders vandaag niet herkennen wanneer een demon zich manifesteert als ze het zien. Zij kunnen hun mensen het verschil niet leren tussen het vlees (velen houden van de aandacht die ze krijgen als ze schudden en stuiptrekken), de duivel, of God.
Het uitwerpen vanaf het podium
Ik zat in de staf van een grote gemeente en ik was verplicht de gastheer te zijn voor een team opwekkingssprekers die een serie diensten wilden houden om hun ‘opwekking’ naar Tulsa te brengen, met al het schudden en stuiptrekken en schreeuwen en roepen waar de Toronto, Brownsville en Smithton opwekkingen bekend om staan – ik zal hier niet noemen welke van de 3 het was…
Toen ik op het podium stond, kwam er een jonge vrouw na de oproep naar voren. Zij was een studente van de Bijbelschool waar ik de directeur van was en ze begon hevig te schudden. Ik wist onmiddellijk dat het een demon was, maar de ‘opwekkingsspreker’ benaderde de vrouw en vertelde haar dat God helemaal over haar was, en dat zij het naar Hem uit moest schreeuwen.
Ik hoopte dat dat ding uitgeworpen zou worden door het team, maar ze bleven haar aanmoedigen het naar God uit te schreeuwen. Zij meenden dat het de Geest van God was op haar waardoor ze zo reageerde, omdat God haar wilde ‘zegenen’ of zo…en hadden niet door dat het een demon was, die uitgeworpen moest worden.
Omdat ik de gastheer was, kende ik de gezagslijnen in de Geest, namelijk dat ik de leiding van de dienst had, al waren er gastsprekers. Maar om de gastsprekers noch de jonge dame in verlegenheid te brengen, sprak ik heel zachtjes, net iets harder dan een gefluister, terwijl ik naar de vrouw keek en zei: “Ik neem autoriteit over die geest en ik gebied je uit haar te gaan, in de naam van Jezus!” Niemand anders hoorde mij, alleen de demon.
Onmiddellijk viel ze slap op de vloer, schijnbaar flauw gevallen of slapend voor een paar tellen. Ik liep over het podium heen naar de kant waar de sprekers nog steeds voor mensen aan het bidden waren, en ging naar de vrouw toe; vroeg of ik voor haar mocht bidden, wat ze graag accepteerde.
Zij beschreef de kwelling die ze onderging toen de spreker haar bleef aanmoedigen het naar God uit te roepen, er was een oorlog van stemmen in haar, dat haar uit elkaar scheurde. Aan de ene kant hoorde ze een haat voor God en een geschreeuw, terwijl ze argumenteerde dat ze van de Heer hield en vrij wilde zijn – en dit raakte mij erg – zij wilde zo graag dat de spreker haar vrij zou zetten, maar dat deed hij niet.
Toen verliet dat ding haar plotseling, ze wist niet hoe, en ze had weer vrede, al voelde ze zich behoorlijk leeg. Ik vertelde haar hoe ik dat ding uit haar geworpen had, vroeg haar de spreker te vergeven, omdat hij onwetend was en niet beter wist, en legde haar toen de handen op voor een nieuwe vervulling met de Heilige Geest – en onmiddellijk kwam de Geest van God over haar, haar handen gingen omhoog en tranen van blijdschap liepen over haar gezicht. Ze zei dat ze zo’n vrede voelde, wat ze nog nooit eerder had meegemaakt, en dat ze precies daarvoor naar voren was gegaan.
Wat voor een demon dat was en hoe het jaren daarvoor een ingang in haar had gekregen, voordat ze de Heer leerde kennen, is hier niet belangrijk, maar ze was die zomer pas wedergeboren en had toen besloten naar een Bijbelschool te gaan om meer te leren.
Opnieuw – kijk naar de Schrift en hoe onze lichamen reageren op de Geest van God
In Johannes 18:5-6 lopen de autoriteiten naar Jezus toe, in de hof van Gethsemané, en de tekst zegt dit; “Jezus zeide tot hen: Wie zoekt gij? Zij antwoordden Hem: Jezus de Nazireeër. Hij zeide tot hen: IK BEN. Toen Hij dan tot hen zeide: IK BEN, deinsden zij terug en vielen ter aarde.”
Dit is een geval van ‘in de geest vallen,’ waar de kracht van God zo sterk is dat het menselijk lichaam zijn kracht verliest en op de grond valt. De ‘IK BEN’ is degene die aan Mozes verscheen in de brandende braamstruik. Jezus verklaarde dus bij Zijn arrestatie dat hij de IK BEN is, en Zijn kracht liet hen achterover vallen, omdat hij wilde laten weten dat Hij vrijwillig Zijn lot onderging, waarna Hij moest wachten tot zij weer bij gekomen waren om Hem te kunnen arresteren.
Jezus verklaarde de IK BEN te zijn in Mattheüs 14:27-28, want toen Hij over het water kwam lopen naar de boot, zei hij: “Houdt moed! IK BEN! Weest niet bevreesd!” waarop Petrus antwoordde: “Here, als Gij het zijt (de IK BEN), beveel mij dan tot U te komen over het water.” En hij zeide: Kom!
Hij beweerde ook de IK BEN te zijn in Johannes 8:58:
“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Eer Abraham was, BEN IK.”
En Johannes rapporteert later in Openbaringen 1:17 dat hij ‘in de Geest’ was en de Heer in Zijn heerlijkheid zag, met een stem als een bazuin en Zijn hoofd en haren wit, als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als een vuurvlam. En hij zei: “Ik viel als dood voor Zijn voeten.” De Heer raakte hem aan en zei: Weest niet bevreesd.
Dat lijkt ook een geval van ‘vallen in de geest’ te zijn.
Er vindt heel wat schudden plaats
Zoals we hierboven zien, laat de Bijbel zien dat de reactie van een lichaam op de aanwezigheid van God is, dat het zijn kracht verliest; door de eeuwen heen is dit beschreven als ‘flauwvallen’, of zoals de Bijbel dat onomwonden zegt ‘als een dood man’. Er is geen voorbeeld in de Bijbel waar iemand de controle over zichzelf verliest in stuiptrekkingen; alleen demonen nemen iemands lichaam over, zodat zij de controle kwijt zijn over hun lichaam.
Volgende week, wat de Argentijnen mij vroegen…tot dan,
Zegen,
John Fenn
www.cwowi.org
mail naar [email protected]