Gisteren spraken Chris en ik met een winkelbediende die zeker een jaar of 50 was, en toen we betaalden en Chris met zijn rolstoel verder rolde, zei hij tegen haar: “Oké meisje, we moeten gaan, bedankt en tot later, meisje”. Ze gniffelde en zei hem dag en wij gingen naar de auto en weer naar huis. Vlak voor je bij ons huis aankomt, zie je een weiland, en toen wij de hoek omkwamen zagen we een aantal koeien in de wei lopen; toen Chris ze zag, zei hij: “Hallo meisjes, wat doen jullie, lekker gras eten? Ja”.
Hij gebruikte hetzelfde woord ‘meisje’ voor zowel een vrouw van ruim 50 en voor een kudde koeien in de wei, alhoewel het juiste gebruik van ‘meisje’ het beschrijven van een menselijk vrouwelijk kind is. Maar in zijn denken kwam dit woord in de buurt om in die gevallen gebruikt te kunnen worden.
Evenzo is er een inzicht over teksten en profetie, genoemd ‘de wet van dubbele verwijzing.’ Dat wil zeggen dat een profetie of een vers iets kan betekenen voor de oorspronkelijke hoorders of lezers, en dat dit woord later door de Heer gebruikt kan worden voor iemand anders, in een andere tijd en voor iets compleet verschillend – maar als Hij een vers tot ons spreekt, doet dat niets af aan het eerste gebruik, maar komt er eerder mee overeen en bouwt daar verder op.
Paulus, Barbabas en Jezus
In Handelingen 13:44-48 lezen we dat bijna de hele stad Antiochië samenkwam om naar Paulus te luisteren die vertelde over redding door Christus, en de Joden werden afgunstig. Nadat Paulus de menigte opgewekt had, constateerde hij dat, omdat zij zichzelf onwaardig bevonden hadden voor het eeuwige leven, zij zich nu tot de heidenen zouden wenden:
“Want zo heeft ons de Here geboden:
Ik heb u gesteld tot een licht der heidenen, opdat gij tot heil zoudt zijn tot aan het uiterste der aarde. Toen de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich…”
De tekst die de Heer aan Paulus gaf, was een directe aanhaling van Jesaja 49:6, in een profetie over Jezus. Ook werd dit aangehaald met betrekking op baby Jezus, in Lucas 2:32 en in beide gevallen sloeg het op de Heer, niet op Paulus. En toch nam de Heer dit vers, dat over Zichzelf ging en sprak het tegen Paulus en Barnabas.
Merk op dat Paulus en Barnabas niet zelf dat vers uitzochten en dat toepasten op zichzelf, maar de Heer deed dat.
“Ga naar Johannes 14:27”
Toen ik als tiener worstelde met gevoelens van onzekerheid, minderwaardigheid en geen eigenwaarde had, geloofde ik niet dat mijn aanbod Hem te dienen, door de Heer geaccepteerd zou worden – ik geloofde niet dat Hij mij wilde. Toen, te midden van aanbidding, hoorde ik voor de eerste keer de stem van de Heer, en Hij zei:
“Ik hou van je, John”. Ik schrok daar zo van, dat ik stotterde: “Ik, ik hou ook van U, Heer”. Waarop Hij zei: “Ga naar Johannes 14:27”. “Nu, Heer?” “Ja, nu”. Dat deed ik. “Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd”. (Maak je niet ongerust en wees niet bang – Groot Nieuws Vertaling)
Daarmee wist ik dat Hij mijn leven geaccepteerd had op het altaar van dienstbaarheid aan Hem. Maar merk op dat dit vers iets was dat Jezus oorspronkelijk tegen Zijn discipelen sprak om hen vrede te geven. En ongeveer 1944 jaar later, nam Hij dit vers en liet het ook op mij van toepassing zijn. Ik koos dat vers niet, Hij deed dat.
De stroom
We hebben allemaal wel eens meegemaakt dat een vers ‘eruit sprong’ bij het lezen van de Bijbel. Of we hebben een persoonlijke profetie van iemand ontvangen, of de Heer maakte een bepaald vers levendig, of openbaarde dat een vers voor ons was of voor onze situatie. Soms is het niet eens hoofdstuk en vers, maar een directe belofte voor ons door openbaring, zoiets als ‘Jouw moeder zal tot geloof komen voordat ze sterft”. Soms kan Hij zelfs iets levendig maken door wat iemand tegen ons zegt, ook al is die persoon zich helemaal niet bewust van het feit dat hij door God gebruikt werd, maar wij weten dat een zeker gedeelte van wat gezegd werd, van Hem afkomstig was, voor ons.
We kunnen ook als Timotheüs zijn; hem werd verteld dat hij moest leven naar ‘de profetieën die aangaande hem uitgesproken waren’. We weten niet of die profetieën voor de jonge Timotheüs verzen uit de Bijbel waren, maar ze werden wel door Paulus erkend als zijnde echt en accuraat, met instructies van hem die in herinnering te brengen en daarnaar te leven. Zie je dat Timotheüs de profetieën niet zelf creëerde; iemand had een ‘woord’ voor hem.
Op het Woord staan
Kijk naar het patroon in de Bijbel: De Heer kiest een vers voor iemand en zegt ‘dit is voor jou.’ Zij kozen dat niet, Hij deed dat.
Helaas is dit vandaag een gangbare praktijk: We worden geconfronteerd met een crisis, dus gaan we naar de Bijbel of een lijst referentie verzen. We bladeren door de pagina’s of zoeken onze ‘belofte lijst’ op, vinden een vers, bidden dat tot God en verkondigen dat we hierop staan.
Maar die praktijk zien we niet in de Bijbel. En als we dan teleurgesteld worden, vragen we ons af hoe dat kan. We deden toch het juiste, nietwaar? We vonden een vers en stonden daar op, we beleden het, baden het, wachtten…check, check, check. Wat is er fout gegaan? Of als we wel het antwoord kregen, denken we dat het kwam door het geschreven Woord en ons staan daarop, terwijl we in feite geen centimeter aan onze lengte kunnen toevoegen – God doet veel dingen door Zijn barmhartigheid en genade en wij denken abusievelijk dat onze formule gewerkt heeft.
Zie je, wij moeten de tijd nemen met Hem te zijn, zodat Hij ons een Woord kan geven, waar we vervolgens op kunnen staan. Het christendom gaat over het kennen van Hem, niet over formules en rituelen en ‘modellen’, x doen om y te krijgen. Wij moeten Hem kennen en met Hem wandelen.
Veel te veel mensen in onze generatie kennen het geschreven Woord, maar niet het Ware Woord (waardoor ze lege en vaak vleselijke ‘christelijke’ levens leiden). We kunnen niet ‘staan’ op het geschreven Woord als we niet allereerst dat vers ontvangen hebben van het Ware Woord. We moeten Hem kennen. Niet slechts in Hem geloven. Niet slecht tot Hem bidden. Niet alleen over Hem zingen. Wij moeten het Levende Woord kennen, waaruit het geschreven Woord voortkomt.
Hebreeën 4:12-13 – het Woord en het Woord
“Want het Woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten; en geen schepsel is voor Hem verborgen, want alle dingen liggen ontbloot en open voor Hem, voor wie wij rekenschap hebben af te leggen”.
Als hierover onderwezen wordt, gebruiken de meeste predikers alleen vers 12 en zeggen tegen de gemeente dat ze ‘iedere dag in het Woord moeten gaan’. Zelden lezen ze vers 13, wat laat zien dat het gaat over de Persoon van het Woord, de Here Jezus en Hij is het die ziel en geest scheidt en de overleggingen en gedachten van ons hart.
Bedenk het als volgt
Jezus is het Woord en het geschreven Woord vloeit van Hem naar de geschreven bladzijden. Daarom kan Hij een vers nemen en dat van toepassing laten zijn op wie Hij dat van toepassing vindt. Maar als wij een vers uit het geschreven Woord kiezen, zonder dat het eerst van het levende Woord naar ons toegekomen is voor die situatie, riskeren we dat we niet krijgen wat de Heer voor ons heeft, omdat we in het vlees zijn.
Het goede nieuws is dat wanneer de auteur zegt dat het levende Woord scheiding maakt tussen ziel en geest en de gedachten en overleggingen van ons hart beoordeelt en dat alles open en ontbloot is voor de ogen van Hem, voor wie wij rekenschap hebben af te leggen, hij verder gaat met: “Daar wij nu een grote hogepriester hebben, die de hemelen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God…laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd”.
Hij zegt dat de Here Jezus onze gedachten en intenties kent en beoordeelt, om ons daarna uit te nodigen genade en barmhartigheid en hulp te ontvangen – wow, wat een liefde! Wat een rust is er in Zijn aanwezigheid, want Hij kent ons hele hart en toch houdt Hij van ons, ja, Hij mag ons zelfs!
Denk eraan dat je Hem een vers voor jou laat uitzoeken en voor jouw situatie, anders ben je als Chris die hetzelfde woord toepaste in 2 situaties, terwijl geen van beide het correcte gebruik van dat woord was.
Volgende week meer,
zegen,
John Fenn
www.cwowi.org
Mail naar [email protected]