Toen één van onze zonen zijn toekomstige vrouw onze familiefoto’s liet zien, pauzeerde hij bij een foto van een 19 jarig meisje in een rode bikini, dat kniehoog in de branding van het strand in Miami stond. “Wow, dat is een stuk! Wie is dat? En waarom is haar foto in ons familiealbum?” vroeg hij.
Barb, die over hun schouders meekeek, en uitleg gaf bij de foto’s die ze zagen, zei: “Herken je haar niet, zoon?” Zoon: “Nee, wie is dat?” Barb: “Dat is je moeder, zoon! Ik ben het.”
Hij barstte uit: “oooh…jakkie! Ik voel me vies! (hij maakte gebaren alsof hij zijn ogen en tong wilde uitkrabben) Ik heb mijn moeder net een stuk genoemd! Oooh jakkie…” en ze barstten allemaal in lachen uit. Toen, vanuit een onschuld dat alleen van een jong iemand kan komen die geen angst voor de dood heeft, vroeg hij zijn moeder: “Wat is er gebeurd?”
Zijn toekomstige vrouw en Barb snakten naar adem en hielden zich in hem iets aan te doen, en Barb antwoordde: “3 zonen! Zo gaat dat, zoon! Drie zonen!”
Meer over dat bezoek van de Heer
Van binnen voelen we ons hetzelfde, maar ons lichaam verandert om onze geest heen, zoals onze zoon dat die dag leerde. En terwijl het lichaam verandert, wat de loop van de natuur is, omdat het van de aarde is, heeft onze geest, die uit de hemel geboren is, focus en vastberadenheid nodig om te groeien in Christus. Petrus zei dat we wedergeboren zijn en als pasgeboren zuigelingen zijn, en hij zegt dat we moeten verlangen naar de melk van het Woord, zodat we zullen opgroeien. Wij bepalen onze groei. (1 Petrus 2:2)
Vorige keer eindigde ik ermee te vertellen hoe de Heer zei dat Hij intieme dingen met ons deelt, en wanneer wij die aan iemand anders doorvertellen, het onze geest bedroeft, en wij ons dan gaan afvragen waarom. Denk niet dat dit altijd diepe geheimen van het hart zijn, want het koninkrijk werkt door openbaring van de Vader, dus zelfs iets eenvoudigs wat geopenbaard wordt aan ons, en wat bedoeld is in het hart te blijven, maar openlijk gedeeld wordt, zal de heilige Geest bedroeven, en tevens onze geest.
Een voorbeeld: Eens was ik op zoek naar werk en zag ik een advertentie in de krant en wist ogenblikkelijk dat ik die baan had – wij waren net verhuisd van Colorado naar Tulsa. In Colorado was ik een pastor geweest en nu zou ik in de staf van een gemeente in Tulsa komen, maar ik had werk nodig om de tussenperiode te overbruggen. Ik zag die advertentie en wist direct dat die baan voor mij was.
Nog voor ik de sollicitatie deed, vertelde ik iemand dat ik wist dat die baan voor mij was – en mijn geest werd bedroefd, een gegriefd gevoel in mijn geest dat ik onmiddellijk opmerkte. Ik kreeg die baan wel, maar de bedoeling van de Heer om mij dit te vertellen, was om mij de zekerheid te geven dat die baan voor mij was. Het was bedoeld privé te blijven. Toen ik Zijn bedoeling schond, werd mijn geest gegriefd.
Het koninkrijk draait om openbaring van de Vader –
En dat begint met de openbaring dat Jezus de Christus is, en alle andere dingen komen voort uit die openbaring. En bedenk dit – iedere openbaring van de Vader maakt ons meer volwassen in onze geest, als wij dat toestaan, en we groeien als wij daarop reageren en het in ons leven toepassen.
Men haalt vaak de tekst uit Jesaja 28:9-13 aan: ‘Wet op wet, eis op eis, hier wat, daar wat’, als zijnde wegen waarop de Heer ons onderwijst. Volgen Paulus gaat dit over tongen en hoe we door openbaring vanuit onze geest geleid worden. Paulus haalt deze tekst aan in 1 Korintiërs 14:20-25; hoe persoonlijke tongen persoonlijke openbaring geeft, maar dat profetie bedoeld is voor publieke openbaringen van de geheimen van het hart. (De hele context is: 14:14-25)
Als de Heer ons “wet op wet”, “eis op eis” en “hier wat, daar wat” onderwijst, is dat allereerst door persoonlijke openbaring in ons hart, de ene openbaring bouwend op de andere. Als wij daaraan gehoor geven en iedere openbaring gaan toepassen, veranderen onze gedachten en onze levensstijl en dan volgt er meer openbaring. Zoals Jezus zei: “Waardeer wat je hoort, want de waarde die jij het geeft, is de waarde die terug komt naar jou, en hem die heeft, zal meer gegeven worden. En als je negeert wat je hoort, zal het van je afgenomen worden.” Marcus 4:24-25
Er was meer in dat bezoek van de Heer: Hij vertelde mij over de gebeurtenissen van Johannes hoofdstuk 6
Mattheüs 14, Marcus 6 en Johannes 6 registreren allemaal dat Jezus op het water liep, nadat Hij een menigte van 5000 mannen plus vrouwen en kinderen gevoed had. Mattheüs schrijft dat Petrus op het water liep, Marcus registreert het feit dat Jezus hen voorbijgelopen zou hebben als zij het niet naar Hem uitgeschreeuwd zouden hebben, en Johannes vertelt wat er gebeurde toen Hij in de boot stapte. “…Terstond bereikte het schip het land, waar zij heengingen.” (vers 21). Met andere woorden, Jezus, de 12 en de boot, werden in een oogwenk getransporteerd van halverwege het meer van Galilea, naar de kust.
Velen van degenen die door Jezus gevoed waren, zagen dat Hij Zijn discipelen in de boot wegstuurde en dat Hij de andere kant op ging, naar een berg, om daar te bidden. De verzen 22-25 van Johannes 6 geven weer dat de schare mensen ook in bootjes gingen, het meer over en dat anderen om het meer heenliepen, naar waar de discipelen aan land gekomen waren. Men was zeer verbaasd toen ze Jezus aan de overkant vonden, en ze vroegen Hem hoe Hij daar gekomen was.
Vers 26 zegt dat Hij hun vraag niet direct beantwoordde, maar een opmerking maakt dat de motieven van hun hart blootlegt: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, gij zoekt Mij niet omdat gij tekenen gezien hebt, maar omdat gij van de broden gegeten hebt en verzadigd zijt.” Dit waren dezelfde mensen van vers 15, die, nadat zij op wonderbaarlijke wijze gevoed waren, Hem met geweld wilden meevoeren om Hem koning te maken. Kun jij je voorstellen wat er gebeurd zou zijn als Hij hen verteld zou hebben dat Hij over het water gelopen was?
Jezus is vandaag dezelfde als Hij toen was, en in het bezoek aan mij vertelde Hij dat het in dit soort situaties is, dat Hij ware motieven wil openbaren aan mensen, om vervolgens te kijken wat zij ermee gaan doen.
Een moderne versie van Johannes 6
Iemand in onze gemeente stond voortdurend rood op de bank, omdat zij van winkelen hield, van uitgaan met vrienden, en niet voor hen wilde onderdoen als zij wel de dingen konden kopen die ze wilden hebben. Zij vroeg mij om het met haar eens te zijn in gebed dat ze gunst bij de bank zou krijgen, zodat de bank de kredietkosten zou laten vallen. Toen ik voorstelde dat ze haar winkelen zou moeten beperken en binnen haar budget moest gaan leven, antwoordde ze dat ze te veel van winkelen hield.
Sommige gebeden die ze deed, waren voor gunst bij de bank, andere waren ‘Heer, geef mij meer geld’. Ze kwam zelfs op een woensdagavond dienst voor gebed naar voren, en wilde dat God haar man extra uren zou laten werken, om zo hun financiën ‘te zegenen’. Dat lees je goed, zij bad dat haar man meer zou gaan werken om haar kooplust te kunnen bekostigen.
Iedere keer dat een winkelier geen creditkaart meer accepteerde van haar, slechts cash, en bij elk argument dat ze met haar man had over geld, openbaarde de Heer het ware probleem, namelijk de lust naar dingen – maar zij wilde dat niet onder ogen zien. In plaats van zich te richten op haar lust en haar trots, wilde ze een groter budget hebben en bleef ze daarvoor bidden, in plaats van haar hart te onderzoeken.
Alle extra kosten aan de bank zag ze als een aanval van de duivel op haar financiën, en ze beschouwde de Heer haar tegenstander, die door haar overtuigd moest worden om haar meer geld te geven. Op geen enkel moment veranderde ze haar focus om onder ogen te zien dat de Heer het toestond dat ze oogstte wat ze gezaaid had, zodat ze iets aan de lust naar dingen kon gaan doen.
Waar is jouw focus?
In Johannes 6, toen Jezus de motieven van de mensen bloot legde door te zeggen dat ze Hem volgden voor wat Hij voor hen kon doen, begon Hij met een gelijkenis, dat moeilijker te begrijpen is dan andere gelijkenissen. Hij zei tegen mij omdat zij niet direct hun motieven onder ogen wilden zien, gebruikte Hij een andere manier om hun focus en motieven bloot te leggen. Hij zei tegen hen dat ze Zijn vlees moesten eten en Zijn bloed drinken, omdat Hij het ware manna is.
Johannes 6:66-68 zegt dat van toen af velen Hem niet langer wilden volgen, hun focus en motieven waren duidelijk geworden en zij kozen ervoor weg te lopen van wat moeilijk is, van groei. Velen bleven echter wel bij Jezus, omdat zij Hem volgden in reinheid, zonder bijbedoelingen, Hem niet dienden om wat Hij voor hen kon doen. Toen Jezus aan hen vroeg of zij ook niet weg wilden gaan, antwoordde Petrus: “Tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven en wij hebben geloofd en erkend, dat Gij zijt de Heilige Gods!”
Petrus begreep misschien niet alles, maar hij koos er wel voor te groeien in geloof, en hij stond niet toe dat verwarring zijn focus van Jezus af zou halen. Vergeet niet, dat Petrus de avond hiervoor op het water gelopen had, en begon te zinken toen hij zijn ogen niet meer op Jezus had, maar naar de wind en golven keek. Dit keer was hij niet van plan zich af te laten leiden, maar zijn ogen op Jezus gericht te houden.
Ik zie dat mijn ruimte erop zit – de volgende week meer over het bezoek van de Heer.
Zegen!
John Fenn
www.cwowi.org
mail naar [email protected]