Vorige week deelde ik hoe Paulus redelijke en logische instructies neergelegd heeft; christenen die ongelovige bazen hebben, moeten hen respect en het juiste eerbewijs geven, en christenen die christelijke bazen hebben, moeten hen des te meer respecteren, omdat ze tevens broeders zijn.
Sommigen echter wezen dat advies af, ten behoeve van hun eigen ideeën – en zo begint de weg naar emotionele ziekte, door het afwijzen van redelijke en logische opvattingen. Ik heb het niet over mensen die een chemische onevenwichtigheid in hun hersenen hebben, wat ongewoon gedrag veroorzaakt. Ik bedoel christenen bij wie fysiek gesproken alles gezond functioneert, maar ze zijn, zoals Paulus dat weergaf, emotioneel of mentaal ziek in een bepaald gebied van hun leven.
Denk niet dat Paulus het heeft over mensen die openlijk leren dat het verkeerd is je bewust te zijn hoe men zich in het openbaar moet gedragen of hoe een werknemer een goede houding moet hebben naar zijn baas toe – mensen die gezonde woorden afwijzen, doen dat allereerst privé, in hun hart, en dan pas naar anderen toe waarvan zij denken dat die open staan voor wat zij geloven.
Misschien vinden zij de anonimiteit van het internet een veilige plek om anderen te vinden die dezelfde focus op het ongezonde hebben. Misschien proberen ze in een kleine groep te domineren en daar, ongeacht het onderwerp, hun ongezonde kijk te spuien. Misschien sturen ze emails naar vreemden om hen te vertellen wat ze geloven en waarom wat die anderen geloven, fout is. Misschien vertellen ze het aan hun partner, totdat die partner het ook met hen eens is of totdat die partner hun ideeën zo lachwekkend en zielig vind, dat het onderwerp een taboe in hun huwelijk wordt, en er niet meer over gesproken kan worden. Niemand, die dicht bij hen staat, kan hen beïnvloeden te veranderen. Dit subtiele afwijzen van gezond verstand en geen goede houding binnen gezonde relaties willen handhaven, is de eerste stap in iemands glijdend pad richting emotionele zieke in een bepaald gebied van hun leven.
Vorige week kwamen we slechts aan de eerste drie verzen toe, waar Paulus zei dat die mensen ‘schoon’ of ‘gezond’ onderwijs afwijzen en we gaan nu verder met vers 4 van 1 Timotheüs 6:
“Dan is hij opgeblazen, hoewel hij niets weet, heeft een zwak voor geschillen en haarkloverijen…”
Het woord ‘opgeblazen’ dat Paulus gebruikt, is ‘tuphoo,’ wat ‘gehuld in rook’ betekent. Daar hebben wij het woord ‘typhoon’ van, wat in onze tijd gebruikt wordt voor orkanen in de Stille Oceaan – die cirkelvormige storm is wat Paulus gebruikte om die mensen te beschrijven, in het Engels vertaald als ‘trots’ en in onze Nederlandse Bijbel als ‘opgeblazen’.
Ze zijn gewikkeld in een wervelend rookgordijn, waardoor de echte persoon die ze zijn, achter de rook verscholen is. Iemand die ‘tuphoo’ is, heeft een werveling van woorden en zelfrechtvaardiging en vaak laten zij een pad achter van verwarring en verwoesting, voornamelijk in hun relaties met hun geliefden. Maar tegelijkertijd, vanwege de manier waarop zij zich aan anderen presenteren, zich in rook verhullend, lijken ze rechtvaardig en goddelijk te zijn.
Paulus zei in het voorgaande vers, dat het evangelie en de woorden van Jezus, leiden tot godsvrucht. Godsvrucht vloeit voort uit een christelijke karakter, geworteld in liefde en wat zich in ieder gebied openbaart in een levensstijl van heelheid. Deze mensen echter zijn disfunctioneel in hun relaties, zoals Paulus dat beschreef in zijn eerste twee verzen.
De aard van trots
Trots is niet als een pauw die rond paradeert, aandacht vragend, maar trots in erg subtiel en in de grond is het koppigheid en vasthouden aan iemands eigen manier, aan zijn eigen gedachten en wegen.
Een voorbeeld: als we het hebben over de oorsprong van satan, waar de cherub Lucifer God afwees, was het zijn zonde van trots dat zich openbaarde in koppigheid – vasthouden aan zijn manier. Ezechiël 28:16-17 vertelt ons dat hij zich verhief vanwege zijn gezag en schoonheid, en inwendig was hij vervuld met geweld – er was een oorlog in zijn hart en zijn denken, een strijd tussen Gods weg versus wat hij wilde.
Alleen de hoogmoedige zelf kan zich veranderen
Als je een studie zou doen over ‘trots’ of ‘hoogmoed’ zul je zien dat het een zonde is en dat alleen die persoon zelf zich kan veranderen – God kan hem niet nederig ‘maken’, Hij kan de hoogmoed niet bij die persoon wegdoen als een daad van Zijn wil. Zoals we dat bij satan zagen, is hoogmoed een inwendige strijd om erkenning.
Hij kan en zal hen echter overgeven aan de gevolgen van hun daden – relaties die eindigen of zeer beperkt worden, misschien zelfs wel het kwijtraken van een baan en meer…in de hoop dat, doordat ze lijden onder de gevolgen van hun daden, zij naar zichzelf zullen kijken en zich voor Hem zullen vernederen en hun dwaling zullen erkennen, om aldus hun emotionele en mentale gezondheid terug te krijgen.
Van alle zonden die er zijn, is hoogmoed de enige zonde waarvan de Bijbel zegt dat God die persoon actief ‘wederstaat.’ Het woord hier is ‘antitasso,’ van ‘anti,’ ‘tegen,’ en ‘tasso’, wat betekent ‘opstellen.’ Het was een militaire term dat een leger beschreef dat actief opgesteld was voor de strijd tegen een ander leger – en dit woord wordt hier gebruikt om God te beschrijven die Zich actief opstelt tegen de hoogmoedige christen – Hij houdt van hen en zegent hen in de gebieden waarin ze wel met Hem wandelen, maar in dit ene gebied is Hij als een militaire bevelhebber die zich in een strijd tegen hen opstelt.
Paulus gaat verder: “…hoewel zij niets weten, en heeft hij een zwak voor geschillen en haarkloverijen…”
Het hele onderwijs van Paulus draait om deze regel – wat hiervoor staat, leidt hier naar toe en wat erna komt, leidt de lezer naar het eindresultaat. Wij bevinden ons nu in het midden ervan.
‘Niets weten’ is ‘epistamai’ en betekent ‘te begrijpen’ en ‘meden’ is ‘niemand’ - deze mensen weten niets, zoals ze zouden moeten. Dezelfde uitdrukking wordt in Hebreeën 11:8 gebruikt, waar gesproken wordt over Abraham, die uitging om Isaak te offeren, ‘zonder te weten’ waar hij komen zou. Hetzelfde concept, maar in het negatieve hier – men is op een ongezond pad begonnen te lopen en ze weten niet waar ze naartoe gaan – ze zeggen dat ze dat doen, misschien denken ze ook wel echt dat ze dat weten, maar de Schrift zegt dat ze het niet weten en niet begrijpen.
Hier noemt Paulus ze ‘ziek’
“…een zwak voor geschillen en haarkloverijen…” Het woord ‘zwak voor’ is ‘noseo,’wat ‘ziek’ betekent en werd in die tijd gebruikt om iemand te beschrijven die mentaal en/of emotioneel ziek was, speciaal voor iemand die een ziekelijke belangstelling voor ongezonde dingen heeft. Het is een geestelijk en emotioneel hunkeren naar het ongezonde.
De term ‘haarkloverijen’ is letterlijk ‘woordenstrijd.’ Deze mensen zijn zo uit balans dat ze een ‘woordenstrijd’ met anderen zoeken. Het Griekse woord is ‘logomachia’ en komt van logos, ‘woord’ en ‘machia’, ‘strijd, oorlog voerend’.
Denk eens aan dat woord ‘machia’ waar wij het woord ‘machine’ vandaan hebben – iets dat werkt door frictie en hard werken te gebruiken – iemand die werkt als een machine met vragen en strijden over woorden. Hij zoekt actief anderen op om een ‘woordenstrijd’ mee aan te gaan en Paulus noemt die persoon daarom ziek.
Zoals eerder genoemd, kunnen dit mensen zijn die een ‘lieveling’ doctrine hebben, maar ook zij die zich terugtrekken, om emotionele redenen, van gezonde relaties en gedachten – misschien iemand die geobsedeerd is door depressieve gedachten, of gedachten zichzelf of anderen pijn te doen, of mensen die gefocust zijn op een ‘beweging van God’ of op een leider. Zoals een ‘stalker’ een beroemdheid stalkt, zo is zo’n iemand ook en in dit gebied dus emotioneel ziek.
De samenvatting van vandaag is dat deze mensen die zichzelf terugtrekken van gezonde relaties en gezond onderwijs, hun hielen in het zand hebben geplaatst, vastberaden zijn vast te houden aan hun eigen manier en wegen. Uiterlijk kunnen ze goddelijk lijken, maar in hun hart woedt er een oorlog, want hun persoonlijke levens kloppen niet met hun uiterlijke expressie van godsvrucht. Ze zijn in rook gehuld, gaan woordenstrijd aan, zoeken actief anderen om een woordelijk gevecht mee aan te gaan – maar het is slechts een rookgordijn – ze zijn geestelijke eilanden, gebruiken woordenstrijd om iemand af te leiden van hun echte issues.
En God wederstaat hen actief – in dit gebied – Hij is uiteraard vóór hen, zal hen in hun werk zegenen, in hun leven, met bescherming en voorziening. Maar in dit ene gebied is Hij een strijd tegen hen begonnen. Zij moeten hun inwendige strijd opgeven en zichzelf vernederen, zich volkomen aan God overgeven, met hun hele hart…
Voor vandaag zit het erop – volgende week de conclusie en wat een gezond iemand kan doen om hen te helpen.
Tot dan, zegen,
John Fenn
www.cwowi.org
Mail naar [email protected]