Een aantal jaar geleden hebben we met een aantal een gezin uit onze huiskerk helpen verhuizen naar een nieuw huis. Drie van ons probeerden de koelkast ervan te overtuigen dat hij door de deur paste, maar het bleef steken in het deurkozijn. Met een laatste duw en veel gegrom, zei één van de mannen ‘Ik vermag alles door Christus die mij kracht geeft’ en de koelkast floepte door de deur – wel met een beetje minder verf aan de zijkant – maar vrij om nu in de vrachtwagen geplaatst te worden.
Het gezegde van Paulus in Filippenzen 4:13 dat ‘Ik alle dingen vermag in Hem die mij kracht geeft’ wordt vaak gebruikt in de betekenis van een laatste duw, een extra poging als er geen energie meer over is, en men zich bijna bij de omstandigheden wil gaan neerleggen.
Ik heb dit vers ook zien gebruiken door mensen die proberen God te gebruiken om geld te maken. Voor hen ‘Ik vermag alle dingen in hem die mij kracht geeft’ betekent het dat Hij hen zal helpen veel geld te verdienen, misschien door middel van een zakendeal. In het algemeen wordt het aangehaald bij heel veel dingen, behalve voor waar Paulus het voor schreef.
Paulus zei dat hij een geheim geleerd had, ‘mysterion’ in het Grieks, wat wil zeggen ‘iemand die ingewijd is in de geheimen.’ In Filippenzen 4:11-13 zei Paulus dat hij een nieuwe dimensie in zijn leven binnen gegaan was, hij was ingewijd in het geheim dat hij onafhankelijk van zijn omstandigheden kon zijn – “met de omstandigheden waarin ik verkeer, genoegen te nemen” of ‘zelfvoorzienend’ in Christus. Hij wist hoe het was om honger te hebben, of voldaan te zijn, rijk of arm, want hij was ingewijd in dit geheimenis: Hij kon alles aan door Christus die hem kracht gaf.
Hoe worden we onafhankelijk in Christus tot het punt dat het niet meer uitmaakt wat er om je heen plaats vindt?
Heb jij je ook wel eens zo gevoeld?
Ik zag deze zelfvoorziening in Christus, ongeacht de omstandigheden, in mijn moeder die probeerde 4 kinderen op te voeden met een minimum aan ondersteuning van onze vader en van haar baan.
Vele malen kwam ze tot het eind van haar kunnen, had ze geen kracht meer, wist ze het niet meer, en stopte ze met haar pogingen en koos ervoor te rusten en de Heer de rest te laten oplossen. Ze zag mensen en situaties onder ogen – zoals het energiebedrijf opbellen en om een afbetalingsregeling te vragen zodat we niet afgesloten zouden worden. Ze sprak met de priester en vroeg om een kleine lening om de week door te kunnen komen. Maar dat deed ze omdat ze wist dat de Heer zou voorzien. Ze ging moeilijke situaties niet uit de weg, maar zag ze onder ogen omdat ze wist dat Hij voorzien had, het was alleen een kwestie van te ontdekken hoe.
Het inwijden in het geheim dat jij alles kunt door Christus die jou kracht geeft, komt als je door situaties heen gaat waarin jij een keus maakt te stoppen met jouw eigen pogingen, en je de dingen aan Hem over geeft.
Druk perst het leven eruit
Een voorbeeld: in 2 Korintiërs 1:8-11 schrijft Paulus over een tijd dat hij ervan overtuigd was dat hij zou gaan sterven. In vers 8 zegt hij zelfs ‘aan zijn leven te wanhopen’ wat in het Grieks wil zeggen dat hij geen uitweg meer zag, geen weg ter ontkoming en dat hij overtuigd was te zullen sterven.
Ook zegt hij in vers 8 dat dit was omdat hij een ‘verdrukking’ meemaakte, wat ‘gewicht’ betekent, of we zouden kunnen zeggen dat hij geperst werd door een zwaar gewicht, zoals een olijfpers olijven uitperst tot de olie eruit komt. Paulus zei dus dat zijn levenssappen eruit geperst werden door de situatie waar hij in zat. Hij zei dat deze druk ‘boven vermogen’ was, wat een druk wil zeggen die veel verder gaat dan normaal.
Later, in 2 Korintiërs 11:23-28 noemt hij situaties op waar hij in geweest is: gegeseld, gestenigd tot hij dood was (Handelingen 14:19-20, en opgewekt uit de dood) in de gevangenis, 3 maal met de roede gegeseld (men sloeg de onderkant van de voeten met stenen), drie maal schipbreuk (in Handelingen 27 lezen we één verslag), een etmaal bracht hij door in volle zee, enz.
Naast al deze dingen noemt hij op welke risico’s hij genomen heeft: In gevaar door rivieren, rovers, bedreigd door de Joden, door ongelovigen, in gevaar in de stad, in de woestijn, in gevaar onder valse broeders, en daar bovenop de dagelijkse zorg voor al de (huis)gemeenten die leiding van hem verwachtten.
Het waren niet de moeilijkheden waar hij doorheen ging die er voor zorgden dat hij de Filippenzen kon laten weten dat hij wist hoe hij zelfvoorzienend in elke situatie in Christus kon zijn, maar het kwam door de manier waarop hij omging met die situaties dat hij ingewijd werd in dit geheimenis.
Geloof is niet werken
In Hebreeën 4:3, 10-11 staat ‘Want wij gaan tot de rust in, wij die tot geloof gekomen zijn,’ en ‘Want wie tot zijn rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de zijne.’
Geloof is niet God te ‘geloven’ als een voorturend iets, maar God ‘geloofd’ te hebben. Een voorbeeld: toen ik een tiener was, geloofde ik in Jezus. Ik ‘geloof niet in Hem’, ik heb alreeds geloofd. Nu wandel ik in wat ik geloofd heb. Ik rust in wat ik vele jaren geleden geloofde.
Geloof is niet een worstelen en een gevecht met God ergens over, Hem te forceren of te helpen iets tot stand te brengen in ons leven. Geloof is het ontvangen van openbaring over de Vader en/of over Zijn wil, en dan te kiezen te geloven in wat je ontving. Eénmaal ontvangen en geloofd, rusten we.
Petrus was in de gevangenis
Petrus zou de volgende morgen geëxecuteerd worden. Maar Handelingen 12:7 zegt dat de reddende engel, wiens aanwezigheid de gevangenis verlichtte, Petrus in zijn zij moest stoten om hem te wekken. Het Griekse woord dat hier gebruikt wordt, patasso,kan ook ‘te slaan’ betekenen en zien we ook in Mattheüs 26:51 toen de soldaten de handen aan Jezus sloegen en Hem grepen, in Mattheüs 26:51.
Hoe kan het dat het licht van een engel Petrus niet wakker maakte, en dat het nodig was dat de engel hem in de zij sloeg om hem te wekken, en dat hij zo diep geslapen had dat hij op straat pas volledig wakker werd en realiseerde dat het geen droom was?
Dat was omdat Jezus, in Johannes 21:18, geprofeteerd had over hem hoe hij sterven zou en in welke omstandigheden: Door kruisiging, en pas als hij oud zou zijn. In Handelingen 12 executeerde men met een zwaard en was hij nog jong, dit was pas een paar jaar na de Opstanding. Dus daarom kon hij heerlijk slapen, machteloos en toch in die situatie onafhankelijk voorzienend in Christus zijn. Hij sliep omdat hij geloofd had, en nu rustte. Dat is waar vrede wordt gevonden.
Evenzo, even voor de eerste van drie schipbreuken, verscheen er een engel aan Paulus en vertelde hem in Handelingen 27:24 ‘Wees niet bevreesd, Paulus, want gij moet voor de keizer staan.’ Omdat hij geloofde en daarna rustte in dat woord, ook al volgde er een schipbreuk en daarna nog 2 andere, wist hij dat hij erdoor zou komen – omdat hij wist dat hij voor de keizer zou verschijnen. Hij geloofde, en rustte toen.
Pas dit toe
In beginjaren 1980 kwamen we in situaties waar Barb en ik geen controle over hadden. De diagnosis van hersenbeschadiging bij Chris, door de situatie van een bedrijf dreigden we ons huis en inkomen kwijt te raken, een situatie in een gemeente waar de pastor mij aangenomen had om senior pastor te worden, maar toen abrupt van gedachten veranderde, waardoor ik niet verder kon in die gemeente.
We kwamen tot een punt dat we niet meer een woord konden bidden, we waren uitgedacht ‘als God dit zou doen en ik dat,’ onze financiën waren uitgeput en meer – en we stopten. We gaven het allemaal aan de Vader. We geloofden een basis waarheid dat Hij zou voorzien voor ons, dat Hij een plan had, en dat Hij ons erdoorheen zou helpen. Dat was onze inwijding in het geheimenis dat we overvloed en gebrek kenden, en toch van binnen onafhankelijk van situaties konden zijn, in Christus.
Wat deden we toen?
Het eerste wat we toen deden, was Hebreeën 10:32-35: we herinnerden ons de dagen van weleer en namen ons voor ons vertrouwen niet prijs te geven – Hij had in het verleden vaak laten zien voor ons te zorgen en die gebeurtenissen hielden we in onze gedachten.
Het volgende dat we deden, is dat we Filippenzen 4:6-7 letterlijk namen. Ik had gemerkt dat die verzen voor mij niet werkten, want ik was nog net zo angstig en vol zorgen aan het eind van mijn gebeden, als ik was aan het begin ervan. Ik realiseerde mij dat ik ongehoorzaam was aan het overzicht dat Paulus gaf:
Weest in geen ding bezorgd. Stop. Ga niet verder naar 2:
Laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God.
En de vrede Gods zal uw harten en gedachten behoeden.
Ik ging pas naar punt 2 als ik zover was dat ik geen zorg en geen angst meer had. Pas dan bad ik. Dat hield in dat ik soms wel 2 weken lang worstelde met de angst en het bezorgd zijn, voordat ik ging bidden. Ik worstelde terwijl allerlei erge scenario’s zich in mijn denken afspeelden, maar elke scenario eindigde met het feit dat hij zo vaak al voor ons gezorgd had. Toen ik tot het punt kwam dat er rust en vrede was, TOEN en alleen TOEN maakte ik mijn wensen bij Hem bekend.
En pas toen gebeurde er wat Paulus zei dat gebeuren zou: de vrede van God, zoals er staat in 4:7, ‘behoedde’ of ‘bewaakte’ mijn hart en gedachten. En de verzen 8 en 9 gebeurden ook – ik kon aan goede dingen denken en de God des vredes was met mij.
Van buitenaf leek het dat we zouden omkomen, maar van binnen hadden we vrede, blijdschap en vertrouwen.
Hij zou voorzien en met ons door iedere situatie en uitdaging gaan die we moedig onder ogen zouden zien. En Hij deed dat. En dat heeft Hij. Wij waren ingewijd in een groot geheimenis – we wisten hoe overvloed te hebben en wat het was tekort te hebben, om vol te zijn en hongerig, want we waren een nieuwe dimensie binnen gegaan die we nooit meer verlaten hebben toen we deze waarheid ontdekten: Ik vermag alle dingen door Christus die mij kracht geeft.
Volgende week een ander onderwerp, zegen,
John Fenn
www.cwowi.org
mail naar [email protected]