Het woord ‘gemeenschap’ wordt alleen al in het 1ste hoofdstuk van 1 Johannes, 4 keer gebruikt. Het is een sleutelwoord voor dit hoofdstuk en de hele brief. Het Griekse woord ‘koinonia’ is ‘gemeenschap’, en komt van het woord ‘gemeenschappelijk’, zoals in ‘iets met elkaar gemeen te hebben’. Iets met elkaar gemeen hebben is daarom de basis voor gemeenschap.
Dat is dus wat gemeenschap met de Vader en Zoon is: we hebben iets gemeenschappelijk, dus willen zij tijd met ons doorbrengen, en wij met hen……verbazingwekkend!
Breng ons niet in verlegenheid!
Op de middelbare school heb ik 3 jaar Duitse les gehad, en de zomer dat ik 16 werd, heb ik 2 weken in Duitsland doorgebracht. Drie weken na mijn geboorte kwam ik in een plaatsje vlakbij Stuttgart te wonen, en groeide ik op met Duits eten, en hoorde mijn ouders Duits spreken met elkaar als ze niet wilden dat wij kinderen konden verstaan waar ze het over hadden. En als mijn moeder haar teen stootte, of een vinger bezeerde, was de uitroep die erop volgde in het Duits.
De tijd verstreek, Barb en ik trouwden, we kregen 3 jongens – en ik houd nog steeds van Duits en van Duitsland, vooral van Bavaria en Swabia. Op een dag waren we in een winkelcentrum wat aan het rondlopen. Chris kon in die tijd met beenbeugels en een rollator lopen, en hield ervan te rennen! Het kostte heel wat moeite hem langzamer te laten lopen, en bij ons in de buurt te blijven, al konden de andere jongens er ook wat van! Barb en ik keken uit naar een rustige avond als ze allemaal in bed zouden liggen, uitgeput van het uitstapje.
Het was op één van die uitjes dat we kort met een bediende spraken, waarbij ik een accent opmerkte en haar vroeg: “Bist du Deutsch?” (Bent u een Duitse?) Zij antwoordde: ‘Ja’ en ik begon direct in het Duits te vragen waar ze vandaan kwam, en ik vertelde haar waar ik in Duitsland geweest was.
Toen, vanuit mijn ooghoeken en net binnen gehoorsafstand, zag ik dat Brian, onze jongste, aan de broekspijp van Barb trok en in een jammerlijke toon zei hij: ‘O nee mam, pa praat weer eens Duits! Kunnen we niet weggaan?’ en Jason, die ouder was, en ook wat meer durfde, klonk als een gefrustreerde hondeneigenaar, die probeerde de hond naar zich toe te laten komen: “Pa! Ik schaam me! Kom mee, pa!”
Af en toe doe ik nog wel eens zoiets, al is mijn Duits nu net genoeg om te vragen waar een restaurant is, of een toilet, of hotel (maar ja, wat heb ik nog meer nodig? lol)
Waarom deed ik dat? Omdat ik met die bediende iets gemeen had – ik was in haar geboorteland geweest en kon net genoeg de taal spreken om me te redden. We hadden iets gemeen.
Wat heb jij gemeen met de Vader en Zoon?
In Johannes 16 spreekt Jezus met de discipelen, en geeft ze instructies dat ze, nadat Hij weggegaan is, niet meer tot Hem moeten bidden, maar dat ze dan direct tot de Vader kunnen bidden.
“Te dien dage zult gij Mij niets vragen. Voorwaar, voorwaar Ik zeg u, als gij de Vader om iets bidt, zal Hij het u geven in mijn naam…vraag in mijn naam en Ik zeg u niet dat Ik de Vader voor u vragen zal, want de Vader zelf heeft u lief, omdat gij mij hebt liefgehad…”vers 23-27
Dat is het eerste wat we met de Vader gemeen hebben – we houden beiden van Jezus. Dit feit doet alle argumenten teniet waarom iemand geen gemeenschap met de Vader en Zoon kan hebben. Dingen als ‘Ik heb zoveel fouten gemaakt’ en ‘Ik ben zo’n erge zondaar’ doen er niet meer toe omdat de Vader van ons houdt omdat wij van Zijn Zoon houden. Dat hebben wij gemeen, dus de basis voor gemeenschap is aanwezig.
Als wij als mens zijnde om kunnen gaan met moeilijke mensen, omdat zij 1 goede kwaliteit hebben, en wij ze dus in ons leven willen, dan negeren we de rest. Hoeveel te meer verlangt onze hemelse Vader naar gemeenschap met ons, al zou het enige zijn dat we Zijn Zoon liefhebben!
En verder….
Is er ooit tegen jou gelogen? Ben je ooit verraden? Of ben je wel eens vals beschuldigd? Heeft men jouw woorden wel eens verkeerd begrepen en/of dat tegen jou gebruikt? Hebben vrienden je wel eens verlaten? Heb je meegemaakt dat mensen, waarvan jij dacht dat het je vrienden waren, jou lieten vallen omdat ze aanstoot aan je genomen hadden?
Al die dingen en nog meer, heeft Jezus ook meegemaakt. Dat heb jij met Hem gemeen. Bedenk eens wat jij gemeen hebt met de Vader en Zoon, in plaats van je te richten op jouw negatieve kwaliteiten. Ze hebben voor de eeuwigheid in jou geïnvesteerd, ze onthullen in Efeziërs 2:7 dat in de komende eeuwen de Vader de overweldigende rijkdom van Zijn genade over ons wil tonen – dus kom jezelf te boven, dat hebben zij ook gedaan.
Dus dag na dag gemeenschap – hoe voelt zoiets?
Als ik wakker wordt, richt ik direct mijn aandacht naar binnen, naar Zijn aanwezigheid, en begin ik in tongen te bidden. Ik begrijp dat die aanwezigheid de Vader is. Ik probeer niet een onderscheid te willen maken ‘Bent U dit, Vader, of u, Jezus?’ Het is de Vader. Ik voel Zijn leven, Zijn energie, Zijn warmte in mijn geest. Ik ken Hem.
Zoals Romeinen 8:15 zegt, hebben we de geest van het zoonschap ontvangen, waardoor we roepen: Abba, Vader. Dus Hij is het binnenin. In de eerste eeuw, was het woord ‘Abba’ een informeel woord, zoiets als ons ‘pappa’.
De reden dat hier zowel Abba als Vader wordt gebruikt, is omdat dit zowel een formele als informele relatie en gemeenschap aangeeft. Toen ik nog klein was, was het “Mijn pappa kan jouw pappa wel aan!” omdat op die leeftijd en met beperkt begrip, mijn vader het altijd goed had en hij kon natuurlijk alles.
Toen ik ouder werd, begreep ik dat pappa ook een vader was. Vader zijn wil voor mij zeggen alles wat het inhoudt een man te zijn, en een vader. Zo zijn we ook met de Vader God. Hij is zowel pappa en Vader.
Van vaag naar specifiek
Als ik mijn aandacht richt op mijn geest, vraag ik vaak gelijktijdig: “Wat denkt u, Vader?”
Niet dat ik echt woorden wil horen, maar meer wil voelen wat de Vader voelt. Welk ‘gevoel’ geeft Hij mij binnenin?
Ik luister niet of ik woorden hoor in mijn geest, allereerst wil ik weten wat Zijn gevoelens, of Zijn mening over iets, is. Als ik vraag ‘Wat denkt u Vader?’ is het in reactie op alles van ‘moet ik vandaag het drijfhout op het strand opbranden’ tot ‘moet ik vandaag nieuwe opnames maken, of iets schrijven? Of moet ik Skype aanzetten en Facebook om met mensen te praten, of zal ik me vanmorgen juist concentreren op het bestuderen van het Woord?
En als iemand mij om mijn mening vraagt, zowel persoonlijk als in een email vraag ik ‘Maar wat denkt u Vader? ‘Wat wilt U dat ik tegen ze zeg? ‘Zal ik heel direct zijn of wat vriendelijker? In welk seizoen van hun leven zijn ze nu?” enzovoorts. Als ik onderweg ga en een hele lijst heb van dingen die ik moet doen, vraag ik ‘Wat vindt u dat ik eerst moet doen? ‘- en ik kijk uit naar een gevoel, een getuigenis, iets waar meer de nadruk op ligt in mijn geest dan die andere zaken. “ Eerst maar naar de bouwmarkt gaan voelt ‘goed’.
Toen de Vader, jaren geleden, mij over Zichzelf onderwees, zei hij dit: “Ik druk mijn emoties uit door de manifestaties (gaven) van de Geest.” Ik vertelde: “Ik heb hoofdstuk en vers nodig, Vader”, en Hij reageerde: “Bestudeer erbarmen. Telkens als je ‘erbarmen’ leest in de Evangeliën, zie je een manifestatie van de Geest.”
Ik voelde– niet hoorde – maar voelde meer ‘gewicht’ in mijn geest op, laten we zeggen, de aanbidding – wat verklaarde waarom Hij mij niets gegeven had om te onderwijzen die ochtend – Hij had geen zin om iets te zeggen door middel van mijn onderwijs, maar het voelde ‘goed’, het getuigde binnenin, om gericht te zijn op aanbidding.
De aanbiddingsleider, Paul, keek de eerste paar keer naar mij als een hert, gevangen in de koplampen – ‘Wat? Ik heb slechts 4 liederen, niet meer’. Ik zei hem met de stroom mee te gaan en te aanbidden….en de avond werd gevuld met 90 minuten aanbidding, daarna tijd voor bediening, iedereen was ondergedompeld in Zijn aanwezigheid – dat alles, omdat ik niet uit was op een ‘woord’, maar allereerst en bovenal op die aanwezigheid binnen in mij, en daar vanuit naar wat de emoties van mijn Vader waren voor die gelegenheid.
Emoties zijn deel van wat we gemeen hebben met de Vader en onze Heer. Erbarmen met anderen is allereerst geworteld in Hem, dus leer uit te zien naar wat er gemeen is en ‘voel’ Zijn aanwezigheid binnenin. Heb gemeenschap met wat jullie delen, met elkaar gemeen hebben, en vraag Hem Zijn mening over dingen, en ‘voel’ Zijn reactie.
Volgende week meer, ik ben van plan deze serie dan af te sluiten – zegen,
John Fenn / vertaling AHJ 1
www.cwowi.org