Toen ik bijna 14 was, en voor redenen die alleen bij mijn moeder bekend zijn, mocht ik van haar een eekhoorn-aapje kopen in de dierenwinkel. Een eekhoorn-aapje is een Centraal en Zuid-Amerikaans aapje, ongeveer 30 cm. groot; in die tijd kon men in de VS aapjes als huisdier kopen.
Ik denk dat mijn moeder dacht, toen ze zag dat haar oudste kind er nog niet overheen was dat vader het gezin had verlaten, zo’n 1 ½ jaar daarvoor, dat een huisdier voor mij, waar ik voor zou moeten zorgen en lief hebben, genezend zou kunnen werken. Ik noemde haar Tilly, al weet ik niet meer waarom ik haar juist die naam gaf.
Tilly was aan het begin erg schuw, en in de dierenwinkel klampte ze zich vast aan de andere aapjes die bij haar in de kooi zaten. Misschien was het haar hulpbehoevendheid dat resoneerde met mijn eigen pijn dat me tot haar aantrok, maar als jonge tiener begreep ik die krachten in mij nog niet. Ze kwam thuis, niet zeker betreffende mij en mijn bedoelingen, onzeker, ze reageerde niet op mijn stem, en de eerste dagen at ze zelfs niet.
De manier waarop ze reageerde, doet me denken aan christenen, als er een gesprek over gemeenschap met de Vader ontstaat. Religie maakt een kooi van onzekerheid en angst rondom mensen, dwingt ze in een hoekje, nerveus naar de Vader turend vanachter hun beschermende tralies van angst, onzeker over Zijn ware intenties ten opzichte van hen.
Gemeenschap met de Vader en Zoon
Toen de apostel Johannes zijn eerste brief opende, zei hij dit: “….hetgeen wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij ook u, opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben. en onze gemeenschap is met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus.”
Duidelijk dat hij in zijn geest onderscheid kon maken tussen de Vader en de Zoon, en daar wil ik het deze week over hebben, en hoe je een persoonlijk woord van de Vader of Zoon kunt ontvangen.
Hoe voelt het, gemeenschap hebben met de Vader?
De Vader is de bron, met een hoofdletter B, van alles. Als in het Nieuwe testament het woord ‘God’ gebruikt wordt, betekent dat meestal de Vader. Zoals in ‘alzo lief had God de wereld dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft” vanuit Johannes 3:16. Het is de Vader aan wie Jezus op een dag het Koninkrijk overdraagt, zoals we zien in 1 Korintiërs 15:28: “Wanneer alles Hem onderworpen is, zal ook de Zoon Zelf Zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen.”
In Mattheüs 24:36 zegt Jezus dat Hij niet weet wanneer Zijn wederkomst zal zijn, noch de engelen weten dat, alleen de Vader. Toen de apostelen in Handelingen 1:7 vragen aan Jezus hadden over de toekomst, zei Hij tegen hen: “Het is niet uw zaak de tijden of gelegenheden te weten, waarover de Vader de beschikking aan Zich gehouden heeft.” De Vader is de Bron van alles en Hij is groter dan alles, en heeft zelfs geheimen voor de Zoon.
Dat is de reden dat de Vader gaat over kernzaken in ons hart. Hij gaat over ‘bron zaken’ zo je wilt. Wie wij zijn, waarom we er zijn, waar we naartoe gaan, wat het plan voor ons leven is. Daar gaat de Vader over. Hij deelt deze dingen in de diepste delen van onze geest, en Hij voelt plechtig aan, nuchter, serieus, maar altijd gepaard gaande met vrede. Er is een gewicht, een massa, een diepte bij Zijn aanwezigheid in onze geest.
In bijeenkomsten die ik heb is de Vader vaak aanwezig in deze zware aanwezigheid, dat ervoor zorgt dat iedereen stopt met praten. Als je in Zijn aanwezigheid bent, heb je het gevoel dat je iets heiligs schendt als je spreekt of zelfs maar beweegt, en dat is correct – je schendt Zijn aanwezigheid als je spreekt of rondloopt, daarbij de Geest bedroevend.
Afgelopen voorjaar, in onze Nederlandse conferentie, zag ik de glorie van de Vader als een golf de kamer inrollen, ongeveer 1,2 meter diep, en ik kon mij ineens niet meer bewegen – het was alsof mijn voeten in beton vastzaten, en verschillende anderen ervoeren precies hetzelfde. Toen dit, jaren geleden, voor het eerst gebeurde, voelde ik mij ongemakkelijk, maar de Vader zei tegen mij: “Wees niet bang voor de stilte.”
Daarna ontspande ik mij, liet de mensen doen wat ze deden in het belang van de meerderheid die gevoelig genoeg waren om in stille gemeenschap te zitten, terwijl de Vader diepe chirurgie in hun geest uitvoert, of spreekt over diepe zaken binnenin. Vaak, omdat Hij een Geest is en over de diepten van de menselijke geest gaat, is het voor iemand onbegrijpelijk wat er in die momenten gebeurt, maar beseft men dat er IETS in hen plaats vond. Ze voelen een intense warmte, een intense aanwezigheid in hun zijn – dat is de Vader in hun geest – en je wilt gewoon langer in die Aanwezigheid verblijven.
Hoe voelt het om gemeenschap met Jezus te hebben?
Jesaja 42:1-4 beschrijft de persoon en bediening van Christus, en vers 2-3 zegt dit: “Het geknakte riet zal Hij niet verbreken en de kwijnende vlaspit zal Hij niet uitblussen; naar waarheid zal Hij het recht openbaren. Hij zal niet kwijnen (niet ontmoedigd raken- Eng. Bijbel)
En niet geknakt worden, tot Hij op aarde het recht zal hebben gebracht, en op Zijn wetsonderricht zullen de kustlanden wachten.”
Van Jezus werd geprofeteerd dat Hij het geknakte riet niet zal verbreken – als je ooit een bloemstengel of een teer twijgje gebogen hebt, weet je dat het niet meer zal herstellen – Hij echter zal het niet breken, Hij brengt recht en genezing aan dat geknakte riet! Dat spreekt over lichamelijke genezing.
Als iemands leven als een bijna gedoofde kaars is, zal Hij het niet uitblazen, Hij zal de vlam nieuw leven inblazen! Hij zal niet ontmoedigd worden (door ons falen). Dit is een beeld van onze emoties en emotionele genezing en gezondheid.
Gemeenschap hebben met Jezus is daarom ‘lichter’ van nature dan met de Vader. Hij voelt niet zo zwaar, maar meer verbonden met onze emoties, onze gevoelens, in het kort met onze ziel. De aanwezigheid van de Vader heeft niets van doen met onze emoties en denken, want tenzij mensen gewend zijn door ervaring aan Zijn tegenwoordigheid, kan hun denken niet pakken wat er binnenin hen plaatsvindt.
In de vele keren dat mijn ogen geopend werden voor de wereld van de Heer en Hij kwam om mensen in bijeenkomsten te bedienen, is er niet een zware atmosfeer waarin je ‘niets kunt spreken of bewegen’, maar is er meer aanbidding, aanwezigheid die de ziel beïnvloed, en vreugde. Het is een makkelijke, eenvoudige aanwezigheid, ontspannen, met een vrijheid te aanbidden, te staan, knielen, jezelf uit te drukken. Jezus is in onze aanwezigheid heel ontspannen, en wij bij Hem. Hij is bezig met onze emoties en lichamelijke noden van ons leven.
Denk terug in je leven
Heb je een tijd in je leven meegemaakt waarin je richting zocht, waarbij je wist dat je op een kruispunt beland was in je leven, en waarbij de verkeerde keus ernstige consequenties zou kunnen hebben – en ineens wist je diep van binnen wat te doen – dat is een openbaring van de Vader en Zijn tegenwoordigheid. Hij behandelt de ‘oorsprong’ zaken.
Heb je ooit in een relatie die je met mensen had (persoonlijk, werk, gemeente, buren) meegemaakt dat je wist dat als je zou blijven, je schade zou lijden of gekwetst kon worden, en je was je daar diep van binnen van bewust – dat was de Vader, diep in jouw geest. Wat ben je aan het doen, waarom, waar ga je naartoe?
Een voorbeeld
Jezus zorgt voor onze emoties – ik weet nog dat ik diende aan een groep van 200 of meer Bijbelschool studenten, toen plotseling te midden van de aanbidding, Jezus de trappen van het podium op kwam lopen, voor me ging staan en zei: “Ik wil graag mijn mensen bedienen.” Ik knielde voor Hem neer, en antwoordde: “Heer, het zijn Uw mensen, doe zoals U wenst.” Daarmee liep Hij de trap af en liep de zaal rond. Hij stond naast sommigen en sprak tot hen, of Hij legde één of beide handen op iemand en bediende hen.
In de hele zaal begonnen mensen in tranen uit te barsten, mannen en vrouwen, aangeraakt door Zijn tegenwoordigheid. Later, toen ik hen vertelde wat er gebeurd was en de wegen van de Vader en de Heer uitlegde, melden zo’n 10 mensen dat ze Hem of gezien of gevoeld hadden vlakbij hen, wandelend of stilstaand bij hen.
Hij stond bij één vrouw, en ik deed iets wat ik gewoonlijk niet doe: afluisteren. Als het te persoonlijk geweest zou zijn, had ik me omgedraaid, maar dat was het niet. Hij draaide zich om naar mij toe (Dommerd, zei ik tegen mijzelf, want ik besefte dat Hij mijn worsteling kende dat ik wilde meeluisteren, maar NIET wilde afluisteren, en precies op DAT moment draaide Hij Zich naar mij om en keek naar mij).
Bevestiging
Hij vertelde dat toen zij jong was, Hij haar verteld had en had laten zien dat ze in andere landen in een weeshuis zou werken, maar ze begon ernstig te twijfelen of ze het wel goed gehoord had, omdat het jaren geleden was en ze daarover sindsdien nooit een bevestiging gehad had. Hij zei dat hij haar verzekerd had dat ze het goed gehoord had, en dat het zou gebeuren, precies zoals het haar verteld en getoond was.
Meer van dit soort dingen vonden er in de zaal plaats, en de aanbiddingsleider, met wie ik een zeer goede werkrelatie had en die gevoelig voor de Geest was, speelde zachtjes op de keyboard, wat de studenten hielp zich op de aanbidding te richten.
Toen Hij klaar was, liep Hij de trap op, ging voor mij staan (Ik was rechtop gaan staan toen Hij wegliep om de mensen te bedienen) en zei: “Dank je dat je het mogelijk maakte voor Mij om mijn mensen te bedienen.” Hij begon Zich om te draaien, maar keerde terug en ging verder: “Veel van mijn dienaren staan Mij dat niet toe.” Daarna liep Hij weg, en bij de derde stap verdween Hij.
Hetzelfde deed Hij nog 3 of 4 keer, altijd toestemming vragend, totdat uiteindelijk, misschien bij de 4e of 5e keer, ik Hem vertelde dat Hij geen toestemming meer hoefde te vragen, en dat Hij, zolang ik de leiding van een dienst zou hebben, kon doen wat Hij maar wilde, en dat ik mij zou aanpassen. Nadien verscheen Hij soms plotseling in de zaal, keek naar mij en zodra ik Hem zag, vertelde ik de aanbiddingsleider en de studenten om zachtjes in aanbidding te blijven en te wachten voor de Heer.
In de hele zaal waren mensen aan het huilen, hun angsten verdwenen, hun vertrouwen werd hersteld, ze werden verfrist in ziel en lichaam – dat is de aanwezigheid van Jezus, en op die manier kun je met Hem gemeenschap hebben in jouw geest.
Thuis of in huiskerk of in een traditionele kerk
Voor deze week zit mijn tijd erop. Ik moedig je aan tijd in aanbidding door te brengen, en jouw aandacht te richten op je geest binnenin, om te leren onderscheiden of je de diepe, plechtige aanwezigheid van de Vader ervaart, bezig met ‘kernzaken’ van jouw leven of dat je de genezende balsem van Degene die de bijna uitgebluste vlaspit weer doet leven, en het geknakte riet niet verbreekt, ervaart. Dit is het begin van het ontvangen van een persoonlijk woord van de Vader of Zoon, Daar waar je zit, waar je knielt, waar je bent. De tralies van de kooi zijn er niet meer, je kunt met vol vertrouwen uit de kooi komen, en nu God gaan ervaren!
Je kunt hier in leven! Door je aandacht van de natuurlijke wereld te verplaatsen naar de geest, de hele dag door. Als je in staat bent onderscheid te maken in jouw geest, weet je of het de Vader is, of de Zoon, waar je mee te maken hebt.
Volgende week verder, want specifieke woorden komen voort vanuit dit fundament.
Zegen,
John / vertaling AHJ