De 7 gemeenten van de Openbaring 4 van 4
Hallo allemaal,
Nu komen we bij Filadelfia - het is het Griekse woord voor 'broederlijke liefde' en wordt in het hele Nieuwe Testament gebruikt om precies dat te beschrijven. Net als in de brief aan Smyrna, vindt de Heer dat er weinig mis is met het lichaam van Christus daar.
In Openbaring 3:7-12 prijst Hij hen, omdat zij 'zeer zwak zijn, maar toch mijn woord bewaard en mijn naam niet verloochend hebben'. Dan doet de Heer een verbazingwekkende belofte over een toekomstige tijd van oordeel waarin zij gerechtvaardigd zullen worden;
"Ik zal hen die tot de synagoge van Satan behoren, die beweren Joden te zijn hoewel zij het niet zijn, maar leugenaars zijn, doen komen en aan uw voeten neervallen en erkennen dat Ik u heb liefgehad".
Het doet me denken aan Mattheüs 12:41-42 toen de Heer tegen de mensen om Hem heen zei dat het volk van Ninevé zal opstaan in het oordeel tegen die generatie omdat er iemand groter dan Jona in hun midden was, en hetzelfde met de koningin van Sheba omdat er iemand groter dan Salomo in hun midden is.
Het spreekt van een tijd waarin mensen die ons nu minachten, op een dag zullen zien over Wie en wat we het hadden. De Heer heeft het laatste woord over ons leven, en we mogen bemoedigd worden als mensen tegen ons spreken of ons slecht behandelen.
Laodicea - de rijke gemeente die niets nodig had
De stad lag aan de rivier de Lycus, net als Colosse en Hiërapolis, wat een belangrijke oost-west reisroute was. Hierapolis lag slechts 6 mijl naar het noorden (10km) en had warmwaterbronnen die dienden als watervoorziening voor Laodicea, daarheen vervoerd door een aquaduct.
Het water in Hierapolis, waar het ontstond, was zeer heet, maar tegen de tijd dat het Laodicea bereikte was het lauw, wat betekende dat het te heet was om te drinken maar te koud om mee te koken - het was nergens goed voor tenzij iemand het verwarmde of afkoelde, al naar gelang hun behoefte.
Bovendien had Laodicea, vanwege de hete bronnen en de modder die erbij hoorde, een enorm medisch complex voor oog- en andere ziekten, waarbij men geloofde dat de op modder gebaseerde zalf hielp bij de genezing van zieke ogen. Deze beide culturele feiten spelen een rol in hoe de Heer tot hen spreekt:
14 "Schrijf aan de engel van de gemeente te Laodicea: Dit zijn de woorden van de Amen, de getrouwe en waarachtige getuige, de heerser over Gods schepping. 15 Ik ken uw daden, dat gij noch koud, noch heet zijt. Ik wou dat jullie het een of het ander waren! 16 Omdat u dus lauw bent - warm noch koud - sta ik op het punt u uit mijn mond te spuwen. 17 Jullie zeggen: 'Ik ben rijk, ik heb rijkdommen verworven en heb niets nodig.' Maar jullie beseffen niet dat jullie ellendig, jammerlijk, arm, blind en naakt zijn. 18 Ik raad jullie aan om van mij goud te kopen dat in het vuur geraffineerd is, zodat jullie rijk kunnen worden; en witte kleren om aan te trekken, zodat jullie je schandelijke naaktheid kunnen bedekken; en zalf om op jullie ogen te smeren, zodat jullie kunnen zien. 19 Wie ik liefheb, bestraf en tuchtig ik. Weest dus ernstig en bekeert u. 20 Hier ben ik! Ik sta aan de deur en klop. Als iemand mijn stem hoort en de deur opendoet, zal ik binnenkomen en met die persoon eten en zij met mij. 21 Aan degene die overwint, zal ik het recht geven om met mij op mijn troon te zitten, net zoals ik heb overwonnen en met mijn Vader op zijn troon ben gaan zitten. 22 Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tot de gemeenten zegt."
Men zou kunnen aanvoeren dat Laodicea lauw werd vanwege haar grote rijkdom - dat zien we ook in onze tijd. Zij hadden een welvaartsevangelie dat eigenlijk overeenkwam met sommigen in het Jodendom die geloofden dat rijkdom een teken was van Gods zegen over iemands leven. Dat is niet altijd het geval, want de kerk waar Hij voor komt is er een die heel praktisch en down to earth is - Ik had honger...dorst...naakt...een vreemdeling....ziek...in de gevangenis...en jullie hebben voor mij gezorgd. Dat is waar de zegen van God op iemand rust, in de dingen die geen mens ziet, maar de Vader alleen.
Voor mij is de 'wee mij' les dat deze christenen niet wisten dat ze niet langer rechtvaardig waren in de ogen van de Heer. Hij zei dat ze 'ellendig, beklagenswaardig, arm, blind en naakt' waren, en Hij zei dat ze 'witte gewaden moesten kopen'. (Kleren der gerechtigheid, Openbaring 19:8, 14)
Ik vraag me vandaag af hoeveel gelovigen onrechtvaardig zijn zoals de Laodiceërs –ze gaan niet naar de hel, ze staan alleen niet recht voor de Heer. Misschien moet ik deze gedachte erbij betrekken: Als onze levens als een pizza zijn met 12 stukken, dan zijn we misschien in 11 van die stukken rechtschapen en recht voor de Heer. Maar sommigen hebben dat geheime 12e sneetje waar ze vasthouden aan die geheime zonde, of ze houden vast aan die bitterheid, of ze hebben de gemeenschap met een vriend niet hersteld, of ze zijn in afgunst, twist of verdeeldheid. Dat 12e deel maakt hen onrechtvaardig op dat gebied van hun leven. De Heer zal omwille van de privacy die andere 11 schijfjes zegenen, terwijl hij tegelijkertijd werkt aan het hart van die persoon over dat 12e schijfje...
Paulus zei hetzelfde in zijn eerste brief aan de Corinthiërs, 3:3-15. Hij zei dat hun twist en verdeeldheid hout, hooi en stoppels waren die bij het oordeel zouden worden weggebrand, hoewel zij gered zouden worden, maar als één die door het vuur is gekomen. De Corinthiërs hadden de Heer lief, waren in tongen sprekende gelovigen - maar ze waren vol twist en verdeeldheid - dat deel zou in het oordeel worden weggebrand als ze er aan deze kant van de hemel niet mee zouden afrekenden.
Het is interessant dat de eerste brief, die aan de Efeziërs, ging over een gemeente die eens ijverig voor de Heer was, maar nu afgekoeld was, en nu over hetzelfde onderwerp eindigt met de brief aan de Laodiceërs. De waarschuwing in al deze brieven is te waken voor zelfgenoegzaamheid, dat lauwe geloof dat in de neutrale versnelling zit en meegaat met de stroom van het 'verkeer'.
Sommigen lezen de boodschappen aan de 7 gemeenten als perioden van de kerkgeschiedenis - beginnend met Pinksteren en grote ijver zoals in Efeze, dan terugvallend tot werken in de naam van de Heer maar geen echte relatie hebbend, aan het eind van de 1e eeuw. Dan zien zij de vervolging van Smyrna als de tijd tussen de Openbaring en de legalisatie van het christendom in de jaren 300 AD, enzovoort, eindigend met Laodicea als de gemeente van vandaag.
Ik vind dat een nogal egocentrische Amerikaanse of westerse manier om naar de dingen te kijken. Meer dan 20 jaar geleden publiceerden verschillende organisaties schattingen dat elk jaar minstens 173.000 christenen om hun geloof worden gemarteld, en van wat ik sindsdien heb gelezen, is de situatie niet veranderd. Meer christenen worden vandaag de dag vermoord om hun christen-zijn dan ooit tevoren. En niet elke christen in de wereld is rijk genoeg om zich lauw te voelen voor de Heer.
Maar als we kijken naar elke gemeente als seizoenen van ons eigen geestelijk leven...
Ik denk dat dat wel past. Velen van ons hadden in het begin, net als Efeze, een seizoen van ijver, maar daarna werden we net als zij een beetje passief... En net als Smyrna leden we in het begin onder vervolging, werden we door vrienden en familie afgewezen vanwege ons nieuwe geloof.
En net als Pergamum gingen we een tijd om met mensen uit de 'synagoge van Satan', wereldse mensen, en misschien hadden wij een tijd van 'afvallen' van het geloof. Misschien hebben wij een tijd doorgebracht, net als Thyatira, in het systeem van de wereld, een christen in ons hart, maar deden we zaken als meedogenloze zakenmensen. Of we raakten verstrikt in het systeem, waarbij we onze moraal en ethiek compromitteerden in naam van geld verdienen en het vergaren van 'dingen'.
Daarna kwam Sardis, slapend in het licht, de gevoelsmatig geestelijk dode gemeente- nadat we misschien net als Thyatira de wereld hadden ervaren en de diepe zonden van afgoderij en seksuele immoraliteit, gingen we door een seizoen van geestelijke doodsheid, slapend in het licht, met onze gedachten bij de Heer en 'wat we zouden moeten doen'.
...en daarna hadden we een seizoen van Filadelfia, waarin we ons hart keerden naar liefde en vergeving, ons opnieuw wilden aansluiten bij de 'broederliefde', waar we leerden een ruggengraat te kweken ondanks het feit dat we omringd waren door ongelovigen, ons verootmoedigden tegenover degenen met wie we de gemeenschap verbraken, en we onze weg terug naar de Heer baanden. Dan naar Laodicea, denkend dat alles goed was, God zegende immers, maar in het hart nog steeds zoekend naar het echte, het oprechte, het ware... en misschien is dat het geval voor sommigen vandaag de dag.
En daarop zegt Hij tegen hen: "Ik ben hier! Ik sta aan de deur en klop. Als iemand opendoet zal ik binnenkomen en zullen we samen de maaltijd gebruiken, en jullie kunnen met mij zitten op mijn troon en in mijn koninkrijk...."
Er is vandaag iets voor iedereen in de boodschappen van de Heer aan de 7 gemeenten, zo lang geleden. Welke elementen jou ook raken, volg dat 'rhema', dat element dat de Heer je laat zien, en krijg alle geestelijke voeding die je kunt krijgen! Kom snel Heer Jezus!
Volgende week een nieuw onderwerp, tot dan, zegen,
John Fenn/wk/ak
www.cwowi.org en email me op [email protected]