Een aantal jaren geleden sprak ik tijdens één van onze eerste Nederlandse conferenties en ik vertelde het verhaal hoe de Heer mij bezocht had en waarin Hij mij onderwees over aanbidding. Ik vertelde hoe onverwacht het voor mij was dat ik ineens in de Geest was en Jezus naar mij toe zag lopen tijdens een woensdagavond concert.
Ik vertelde dat het een drukke dag geweest was en het enige dat ik nog wilde, was naar Wendy’s gaan. Sommige toehoorders kregen ineens een vreemde blik op hun gezicht en ik vroeg mij af waarom.
In de pauze namen onze goede vrienden en gastheren, Wil en Ank, mij even apart. Zij waren al eerder in de VS geweest en kenden de hamburger keten genaamd ‘Wendy’s’, maar alle anderen in de conferentie vroegen zich af wie die vrouw ‘Wendy’ was, en waarom ik naar haar toe wilde gaan; waar was Barb en waarom was zij niet bij mij? Ik was geschokt en zodra we weer bij elkaar gekomen waren voor de bijeenkomst, legde ik alles uit, iedereen moest lachen – maar nu is het grappiger dan het op dat moment was!
7 sterren in Zijn hand
Je kunt je voorstellen dat er misverstanden ontstaan en dat ons dingen ontgaan, zonder dat te beseffen, wanneer wij het Nieuwe Testament lezen, wat uit brieven bestaat die 1900 jaar geleden aan mensen geschreven werden; laat staan het Oude Testament wat nog veel ouder is!
In Openbaringen 1:10-20 is de apostel Johannes ‘in de Geest’ en ziet ineens de Heer in Zijn heerlijkheid. Jezus heeft 7 sterren in Zijn rechterhand en zegt, in vers 17: “Ik ben de eerste en de laatste en de levende, en Ik ben dood geweest en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden en Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk.”
Voor ons is dit een prachtige beeldspraak, maar voor de lezers in de tijd van Johannes, rond het jaar 95 na Christus, betekende het veel meer. De wrede keizer Dominicaan slachtte christenen wanneer hij maar kon.
De zoon van de keizer Dominicaan was gestorven en de keizer herdacht zijn leven door het uitgeven van een munt. De (denarius) munt toonde zijn zoon, zittend op de aardbol (de aarde regerend), omringd door 7 sterren. In de mythologie maakte Zeus Helice onsterfelijk door haar te veranderen in 7 sterren die samen ‘de Grote Beer’ (Ursa Major) vormen. Verschillende Romeinse keizers herdachten de dood van opmerkelijke personen door een munt, wat aangaf dat ze even onsterfelijk als een ster zijn. De sterren op deze munt representeerden zijn zoon, nu heersend vanuit de hemelen als een ‘ster’.
Omdat Jezus de 7 sterren in Zijn rechterhand hield, en zei dat die 7 sterren voor Hem de 7 gemeentes in Azië waren aan wie Hij een boodschap gaf, gaf Hij daarmee te kennen dat zij eeuwig zullen leven ‘zoals de sterren’ in de hemel, en dat HIJ regeert over de aarde, wat in direct conflict is met de beweringen van Dominicaan en de munt van zijn dode zoon. Dominicaan hield seances om met zijn overleden zoon te praten en hij vertelde de mensen dat zijn zoon hem boodschappen vanuit het graf gaf. Dus Jezus maakte het duidelijk, en Hij garandeerde dat HIJ Degene is die dood was, maar nu eeuwig leeft, en dat ZIJ voor eeuwig met Hem zullen leven. (Daniël 12:3, Jesaja 14:3, Job 38:7)
Dus voor christenen, die voortdurend leefden onder de dreiging van martelaarschap, om Jezus te horen zeggen dat HIJ degene is die dood was en nu voor eeuwig leeft, en dat HIJ de 7 gemeentes in Azië in ZIJN hand houdt, en dat Hij Degene is die de macht over dood en hel heeft, was dit een geweldige troost en bemoediging.
Vandaag zijn er hele discussies over wat het betekent dat Jezus de sleutels van de dood en het dodenrijk heeft, maar voor hen betekende het, dat als ze gedood zouden worden, ze in de handen van Jezus zijn, die over dood, leven en het hiernamaals gaat – wat een troost! Alle argumenten over de betekenis (die de context missen van waar het om gaat) lijken nu onbeduidend en zinloos, nietwaar?
Witte steen
In Openbaring 2:12-17 schrijft de Heer aan het lichaam van Christus in Pergamum, de stad waar ‘de troon van satan is’. in die tijd betekende de term ‘troon’ de stoel in een huis waar de eigenaar en meester zat – de Heer geeft hier niet zo zeer aan dat satan daar zijn hoofdkwartier heeft, maar meer dat satan zich thuis voelt in Pergamum.
Pergamum stond bekend als de ‘tempelbewaarder’ van het Rijk, omdat er 3 tempels gewijd waren aan aanbidding van de keizer en andere goden en godinnen, inclusief Asklepion, de Griekse slang god. Het was de thuisbasis van een psychiatrisch ziekenhuis waarin ze beweerden dat de slang god mensen genas. Boven de deur van het ziekenhuis was een inscriptie, wat vermeldde ‘Dood is hier niet toegestaan’. (Zij namen niemand op met een terminale ziekte, want ze wilden alleen mensen behandelen waarvan ze wisten dat die genezen zouden worden).
In vers 13 noemt Hij ‘Antipas, mijn getuige (martelaar – eng. vert.), mijn getrouwe’. In het jaar 92 na Christus werd Antipas voor de rechter gebracht en bevolen de keizer Dominicaan als God te aanbidden, wat hij weigerde. Zoals de gewoonte daar was voor executies, werd hij met zijn hoofd in het lichaam van een holle stier, een afgodbeeld, vastgebonden, zodanig dat zijn hoofd en nek in het hoofd van het beeld zaten. Daarna werd er onder de stier een vuur aangestoken, totdat hij levend geroosterd was. Het gehuil en gejammer van het slachtoffer kwam door de bek en horens van het beeld, zodat het leek alsof de stier tot leven was gekomen.
De Heer bestraft sommigen daar omdat ze compromis sloten, zoals sommigen in Thyatira deden met Izebel. Zij leerde dat God zei dat je een goed christen kon zijn en tevens zakencontracten kon afsluiten, wat gepaard ging met het gebruikelijke offeren aan een god of godin, en seks met de tempel prostituee, opdat die zakendeal goed voor hun bedrijf zou zijn. Deze compromis met de wereld in Thyatira en Pergamum maakte de Heer boos en gelovigen in deze steden werden geconfronteerd met een oordeel. (Ik heb een cd/MP3 serie over de Bijbelse betekenis van ‘De Izebel geest’ wat anders is dan velen leren).
Aan het eind zegt de Heer dit: “Wie overwint…Ik zal hem een witte steen geven en op die steen een nieuwe naam geschreven, welke niemand weet dan die hem ontvangt.” (En natuurlijk Degene die hem geeft)
Wij begrijpen de betekenis daarvan niet – witte steen? Waar gaat dat over? Dit is wat het betekent: als een vreemdeling in die tijd een stad binnen ging, was de gastvrije cultuur zodanig dat iemand die persoon bij hem thuis liet overnachten. Als de vreemdeling dan weer wegging, gaf hij zijn gastheer/vrouw een witte steen, vergelijkend met een visitekaartje vandaag de dag, met zijn persoonlijke naam, adres en stad erop gegraveerd. Het was een persoonlijke uitnodiging voor zijn gastheer/vrouw om, als hij de stad zou bezoeken, bij hem thuis te komen. Het was iets heel persoonlijks en niet een algemene uitnodiging, alleen voor die gastheer/vrouw bedoeld.
Voor de trouwe mensen in Pergamum betekende het dat als zij overwinnen, ze een gegarandeerde plek hebben om bij Jezus te wonen in Zijn huis en stad, de hemel genaamd en om een maaltijd met Hem te hebben als ze ‘op bezoek’ komen – er wacht hun een bestemming, vrienden en comfort!
Als we deze dingen niet begrijpen, pakken we wel iets, maar niet alles en blijven we ons afvragen wie nu toch die Wendy is en waarom hij naar haar huis ging om te eten?
Volgende week meer, tot dan,
Zegen,
John Fenn
www.cwowi.org
mail naar [email protected]