Vrije wil begrijpen, 3 van 3, Lijden
Hallo allemaal,
Worstelen met God
In Romeinen 7:15-25 verwoordt Paulus de worsteling van iedereen die God zoekt: “In mijn innerlijke mens heb ik vreugde in de wet van God. Maar ik zie een andere wet werken in mijn lichaam, waardoor ik een gevangene ben van de wet van de zonde in mijn lichaam.”
Dit is het punt waarop we werkelijk de vrijheden en beperkingen van de vrije wil leren kennen. Het is die worsteling met God die ons verlangen om in Christus te groeien op de proef stelt. Toen Jakob met God worstelde, in Genesis 32:24-30, worstelden ze de hele nacht door. Ook wij worstelen met God en onszelf in onze 'nachten', onze donkere tijden. Maar hij kwam er aan de andere kant uit met een nieuwe naam: Israël (Yisrael), wat 'God strijdt' betekent.
We moeten opmerken dat toen de Heer Jakobs naam veranderde, Hij Zijn eigen perspectief nam: “God strijdt”. Dit onthult de bereidheid van de Heer om met ons te strijden, met ons te worstelen. Het feit dat Hij hem 'God strijdt' noemde, zou een grote opluchting voor ons moeten zijn. Het betekent dat Hij niet opgeeft. Het betekent dat Hij niet boos is als we weer falen en met spijt en berouw weer tot Hem terugkeren. Het betekent dat Hij gewillig met ons worstelt om een nieuwe naam, een nieuwe natuur in ons te bewerken - Hij gaf Jakob niet op. En Jakob gaf Hem niet op. Hij had God in zijn greep en liet niet los tot hij de zegen kreeg.
Datgene waarvan je denkt dat het je diskwalificeert...
...is eigenlijk hetgeen dat je kwalificeert. Onze natuurlijke mens (en kerkcultuur) vertelt ons dat we Gods roeping niet waard zijn omdat we in het verleden X hebben gedaan. Of dat, omdat Hij riep en wij antwoordden en ons vervolgens in een greppel worstelden, we denken dat we Hem gemist hebben, tot het punt dat we onherstelbaar zijn.
Paulus schreef in 2Timotheüs 2:3-4 om een goede soldaat in Christus te zijn. In die tijd, om soldaat te worden, zochten de Romeinen mannen die het ruigste leven hadden gehad toen ze opgroeiden. Ze wilden boeren, veeboeren, strijders en dergelijke, omdat ze wisten hoe zij ontberingen moesten doorstaan. Ze hadden in weer en wind gewerkt. Zij waren de beste soldaten, niet de mannen die het hun hele leven makkelijk hadden gehad. Wat je denkt dat je diskwalificeert, kwalificeert je eigenlijk om door de Heer gebruikt te worden.
De vrije wil en de onvermijdelijke verkeerde beslissingen stellen ons in staat om te onderzoeken wat we hebben binnen de grenzen van onze vrije wil. Zonder vrije wil zouden we de diepten van de zonde niet kennen en daarom ook de genade niet.
Aan de muur van mijn kantoor hangt de tekst uit de toespraak 'Citizenship in a Republic' van de Amerikaanse president Theodore Roosevelt uit 1910. Dit gedeelte heet 'De man in de arena'.
“Het is niet de criticus die telt; noch de man die erop wijst hoe de sterke man struikelt, of waar de doener van daden het beter had kunnen doen. De eer behoort toe aan de man die daadwerkelijk in de arena is; wiens gezicht is ontsierd door stof en zweet en bloed; die dapper streeft, die fouten maakt, die keer op keer tekortschiet, omdat er geen inspanning is zonder fouten en tekortkomingen; maar die daadwerkelijk streeft naar het doen van de daden; die het grote enthousiasme kent, de grote toewijding; die zichzelf besteedt aan een waardige zaak; die in het beste geval uiteindelijk de triomf van een hoge prestatie kent, en die in het slechtste geval, als hij faalt, in ieder geval faalt terwijl hij veel durft, zodat zijn plaats nooit bij die koude en schuchtere zielen zal zijn die overwinning noch nederlaag kennen. ”
Lijden
God de Vader leeft in het tijdloze gebied van de Geest. Toen schiep Hij een fysiek universum en mensen die zowel in Zijn rijk als in de natuurlijke wereld kunnen functioneren om erover te heersen. Dat betekende dat Hij mensen een vrije wil gaf om de fysieke wereld te besturen.
Wetende dat de mens de keuze zou maken om zowel goed als kwaad te kennen, zegt ons dat de Vader dit kan gebruiken om de mens te helpen alles te kennen wat Hij hem heeft gegeven. Dat geeft zin aan lijden. Het geeft zin aan het ervaren van de gevolgen van onze daden. Als we de vrije wil zien als iets om te kunnen leren over de keuzes in het leven, dan kunnen we onze weg vinden naar leven en zegen, en ons afkeren van vloek en dood.
Daarom zei Paulus dat hij 'roemt in het lijden, want als ik zwak ben, ben ik sterk'. Daarom schreef hij aan de Filippenzen dat hij 'de gemeenschap van Zijn lijden en de kracht van Zijn opstanding' wil leren kennen. 2Corintiërs 12:9, Filippenzen 3:10
Paulus beschrijft het hoogte- en dieptepunt van de vrije wil - het dieptepunt is de gemeenschap (het gezamenlijk delen) met Zijn lijden, de heerlijkheid is de kracht van Zijn opstanding. Paulus wilde het volledige bereik van de vrije wil leren kennen, en een deel daarvan is lijden. Beide elementen zijn nodig om werkelijk te groeien als persoon en als persoon in Christus.
De vrije wil is het vermogen om te kiezen tussen verschillende manieren van handelen.
De vrije wil is daarom direct verbonden met moraliteit, verantwoordelijkheid, advies, argumentatie, discussie en overreding, het diep nadenken over acties en het stellen van grenzen.
Voor zover ik de Schrift ken, krijgen alleen daden uit vrije wil gedaan de schuld of de eer. Het zijn vaak de daden van anderen die ons leven beschadigen, dus we hebben geen schuld als we het slachtoffer zijn. Het is dus waar dat God vaak niet in de gebeurtenis is, maar wel in onze reactie op die gebeurtenis. Hij houdt ons verantwoordelijk voor onze eigen vrije wil.
Dit geeft lijden weer een doel, want Hij is er trouw aan dat alles uiteindelijk weer goed komt. We moeten vasthouden aan de waarheid dat we al in de eeuwigheid zijn. Efeziërs 2:7 spreekt over 'toekomende eeuwen'. We sterven niet en gaan dan over in de eeuwigheid; we zijn nu al in de eeuwigheid. Wat er ook gebeurt in dit leven, het is deels een voorbereiding op het volgende tijdperk.
Dit is deels de reden waarom Jakobus in 1:2 schreef: “... reken het tot vreugde (een vrucht van de geest, geen emotie) wanneer u in verschillende beproevingen, testen en verzoekingen terechtkomt, wetende dat de beproeving van uw geloof consistentie oefent. En als u die consistentie zijn volledige werk laat doen, zult u (uit de beproeving komen) compleet zijn en niets tekort komen.'
Als we groei in Christus als onze eerste prioriteit zien, datgene wat ons elke dag drijft, dan zeggen we tegen de wereld 'doe het ergste wat je kunt', want we kennen de vrije wil, we weten hoe we ervoor moeten vechten. We weten hoe we de dingen van Christus in ons hun volle werk moeten laten doen. En we beseffen dat we strijden vanuit de positie dat we al gewonnen hebben, vanuit het feit dat we met Christus in de hemelse gewesten zitten, voor altijd bij Hem en onze Vader. We hebben deze wereld al overwonnen!
Zegen, volgende week een nieuw onderwerp, tot dan,
John Fenn/AK
http://www.cwowi.org en e-mail me op [email protected] of [email protected]