NT geven & voorspoed 4 van 4
Hallo allemaal,
Nu we onze gedachten hebben vernieuwd naar de realiteit van het Nieuwe Testament betreffende rechtvaardigheid (tzedakah) die zowel verticale rechtvaardigheid met God EN horizontale rechtvaardigheid met de mens is, kunnen we kijken naar NT geven.
Wij zijn levende tempels van God. Christus in ons, de hoop van heerlijkheid. Colossenzen 1:27
De aanpassing die de discipelen op de Pinksterdag moesten maken, was het omschakelen van het denken dat God in een gebouw woont en zich meer manifesteert in het gebouw, naar de realiteit van Christus in hen. Dat betekent dat het geven veranderde van geven aan de behoeften van een gebouw (en personeel) naar direct geven aan de levens van mensen.
Handelingen 4:31-35: "En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en spraken het Woord van God vrijmoedig uit. Alle gelovigen waren één van hart en ziel. Niemand beweerde dat hun bezittingen van hen waren, maar ze deelden alles wat ze hadden. Met grote kracht bleven de apostelen getuigen van de opstanding van de Heer Jezus. (verticaal) En Gods genade was zo krachtig in hen allen werkzaam dat er geen behoeftigen onder hen waren. (horizontaal) Want van tijd tot tijd verkochten zij die land of huizen bezaten, brachten het geld van de verkoop en legden het aan de voeten van de apostelen, en het werd verdeeld onder iedereen die behoeftig was."
Ze leefden niet in een commune
Tzedakah was zo overvloedig dat als iemand een behoefte had die zijn vermogen om het te betalen te boven ging, iemand aan hen gaf om in die behoefte te voorzien. Er waren geen behoeftigen onder hen. Als je als ongelovige aan de buitenkant stond en naar binnen keek, waarom zou je dan niet in Jezus willen geloven?
Bevrijd van het tempelsysteem hadden ze de vrijheid om in elkaars behoeften te voorzien. Ze gaven aan mensen in nood, inclusief leiders. Dit betekent dat tienden en alle offers zijn opgeslokt door gerechtigheid, opgeslokt door een levensstijl van geven.
Praktisch gezien gebruiken velen van ons nog steeds 10% als uitgangspunt voor het geven.
En zoals de gemiddelde Joodse persoon in die tijd ongeveer 22% gaf aan tienden en offers, zoals eerder vermeld, zo doen ook moderne 'gevers' die leven en geven door de Geest en in principe. Maar NT geven is veel meer dan alleen geld: tijd, investering in de relatie, vaardigheden en middelen zijn dat ook!
Paulus schreef in 1Corintiërs 16:2: "Laat iedereen wekelijks iets opzij zetten zoals God hem gezegend heeft." Er zijn niet langer regels van buitenaf die ons vertellen wanneer we moeten geven en hoeveel. Christus is in ons komen wonen. Zijn Woord is vaag zodat we met Hem moeten wandelen om deze dingen uit te zoeken. Jij en Christus in jou beslissen welk bedrag je opzij gaat zetten en aan wie je het gaat geven.
Tzedakah - gerechtigheid/liefdadigheid, wordt uitgedrukt door het geven aan mensen, niet aan gebouwen.
Paulus stelde prioriteiten, zoals hij vorige week liet zien in het houden van tzedakah - als iemand niet voor zijn eigen mensen zorgt is hij erger dan een ongelovige. Huis en gezin komen op de eerste plaats als uitdrukking van een goede relatie met God en mens. (I Timoteüs 5:8)
Eerst familie, dan de mensen met wie je omgaat: "Laten we goed doen aan alle mensen, maar in het bijzonder aan hen die tot het huisgezin van God behoren". Dit laat zien dat we vrijgevig moeten zijn voor iedereen, maar degenen die we in Christus kennen hebben een hogere prioriteit dan de ongelovigen om ons heen. Galaten 6:10
En: "Laat hij die gestolen heeft, niet meer stelen (verticale rechtschapenheid met God), maar laat hij eerlijk werk zoeken, zodat hij iets heeft om aan de behoeftigen te geven (horizontale rechtschapenheid met de mens). Efeziërs 4:28
Tzedakah is door de hele evangeliën en brieven verweven als je ernaar zoekt. Om recht te zijn met God moet je recht zijn met je medemens: "Houdt zo mogelijk,voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen." (Sommigen willen geen vrede met jou, maar dat is hun zaak.) Romeinen 12:18
Geven
De belangrijkste instructie die we hebben over NT geven is gebaseerd op waar ik het de afgelopen weken over heb gehad. Het leidt allemaal naar 2Corintiërs 8 en 9, waar Paulus principes geeft met betrekking tot geven.
In 2Corintiërs 8:5 spreekt hij over de Macedoniërs die zichzelf eerst aan de Heer gaven en daarna gaven ze geld aan Paulus om het aan de armen in Jeruzalem te geven. Ze gaven zichzelf eerst aan God en daarna aan Paulus. Omdat we onszelf eerst aan God geven, is het aan God zodra het onze handen verlaat.
Hij noemt het geven een genade: "Want u bent overvloedig in geloof, in het delen van uw geloof, in kennis en groei in Christus, en uw liefde voor ons, wees dan ook overvloedig in deze genade." 2Corintiërs 8:7
Vervolgens geeft Paulus principes die in overeenstemming zijn met Jezus en tzedakah:
"Als de bereidheid (om te geven) er is, doe het dan, maar het wordt geaccepteerd naar wat je hebt; geef niet als je niets te geven hebt. Het is niet onze wens dat je de last van anderen verlicht door jezelf te belasten." 2Corintiërs 8:11-14
Als je het principe volgt dat teruggaat naar de tiende, dan zet de persoon die de tiende of het offer geeft, dat opzij voor de Heer en dan gaat het terug naar zichzelf of anderen. Nergens wil God dat iemand onder een financiële last komt te staan, alleen maar om de nood van iemand anders te lenigen.
In 9:6-12 voltooit Paulus zijn gedachten over geven. In vers 10 zegt hij:
"Hij nu, die zaad geeft aan de zaaier, geeft ook brood tot uw spijze en vermenigvuldigt uw gezaaid zaad." Hij had in vers 7 gezegd:"..en ieder doe, nadat hij zich in zijn hart heeft voorgenomen, niet met tegenzin of gedwongen, want God houdt van een blijmoedige gever."
God zal in feite zaad geven om te zaaien en brood om te eten. Zoek ernaar. Laat Christus in jou onthullen welk deel zaad is en welk deel brood.
In 1980 kregen we van iemand het equivalent van ons huurgeld. Voor ons, die dag, was het 'extra' dus stuurden we het door naar zendingsvrienden. Maar slechts 2 dagen later werd ik ontslagen wegens gebrek aan werk (ik deed tuinarchitectuur). We hadden dat geld nodig voor onze huur, maar we hadden het weggegeven. God had het bedoeld voor ons brood, maar wij dachten dat het voor zaad was. Geef je brood niet weg, maar eet je zaad niet op.
In Lucas 6:38 zei Jezus:
"Geef en het zal u gegeven worden; een goede, gedrukte, geschudde, overlopende maat zal men in uw schoot geven. Want met de waarde die je (aan het geven) hecht, is hoe het je zal worden teruggemeten." ('In uw schoot leggen' is het Grieks)
Jezus zei met zoveel woorden dat geven in je toekomst komt om je te voorzien in een tijd van nood. Denk daar eens over na. Als je geld uitgeeft aan eten, is het voor altijd weg. Maar als we leven om te geven, gaat dat geven onze toekomst in om ons te voorzien in tijden van nood.
Ik hoop dat deze serie je tot zegen is geweest. Als je geïnteresseerd bent, ik heb nog een serie hierover: 'Balanced Biblical Prosperity’. En zoals altijd, als ik iets kan verduidelijken, stuur me dan een e-mail. Maar leef om te geven. Jij hebt Christus in je, dus jij en Hij moeten nu beslissen wat te doen.
Gods Woord is opzettelijk vaag zodat we met Hem moeten wandelen, Woord & Geest, om te weten hoe we Zijn wil moeten toepassen. In het NT is er niemand die je een emmer onder je neus duwt om je te laten geven. NEE. We moeten verantwoordelijkheid nemen voor ons eigen leven, ons eigen geven, onze eigen budgetten, onze eigen schulden en wij en Christus in ons moeten het uitzoeken. Dat heet discipelschap en het is een bovennatuurlijk proces. Ik bid dat je overvloedig zult zijn in deze genade, zoals Paulus bad.
Laatste gedachte - een levensstijl van geven is zoveel meer dan geld. Het is tijd, talenten, middelen, leven om vrijgevig te zijn, eerst aan ons gezin, dan aan het huis van God en dan naar buiten toe aan anderen.
Volgende week een nieuw onderwerp, tot dan: zegen,
John Fenn/AK
cwowi.org en e-mail me op [email protected]