Leviticus, het boek dat je overslaat, #2 van 4, Het Vuur is begonnen door God
Hallo allemaal,
Vandaag; bovennatuurlijk Israël.
God begon het vuur
Wat het oude Jodendom zo bovennatuurlijk maakt, is dat God het vuur voor het brandoffer begon, niet de mens.
De mens kan niet tot God komen op eigen kracht of eigen formules. In het Oude Testament moest iemand, wanneer hij in de tegenwoordigheid van God was, zijn schoenen uittrekken, want schoenen zijn door mensen gemaakt. Wij kunnen niet in Zijn tegenwoordigheid komen door iets wat wij gedaan hebben. Dit vinden we in Exodus 3:5-6 wanneer Mozes met de Heer spreekt bij het brandende braambos. "...Doe uw schoenen van uw voeten, want dit is heilige grond."
Ook te zien in Jozua 5:14-15 wanneer Christus als de Kapitein van de legers van de Heer Jozua vertelt hoe hij Jericho moet innemen en hem beveelt zijn schoenen uit te trekken in Zijn aanwezigheid. (Dit was geen engel die met Jozua sprak, maar Christus, opgemerkt door het feit 1, Hij ontving aanbidding, 2, vertelde Jozua zijn schoenen uit te doen, en 3, in hoofdstuk 6 gaat de vertelling verder, door in hun gesprek over te schakelen vanuit natuurlijk zicht naar het werkelijke perspectief; "de Heer zei...". Dus gooi boeken weg die zeggen dat dit een engel is (zoals Angels on Assignment) want er zijn er een paar die je laten geloven in een dwaling.
De mens kan niet tot God komen door enige inspanning van hemzelf. Dit is de reden waarom God gebood, toen zij een altaar bouwden waarop zij offers konden brengen, dat zij de rots niet mochten beitelen of op enige wijze veranderen - zij moesten de rots gebruiken zoals zij die op de grond vonden, want om hem te vormen zou een inspanning van de mens zijn om tot redding te komen. Exodus 20:25
Vuur van de Heer
Met dat begrip, dat het komen tot God helemaal van Hem is en wij niets kunnen inbrengen, kijken we naar het brandoffer dat het onderwerp is van de eerste hoofdstukken van Leviticus. Het allereerste offer dat we zien is toen de Here God (Christus) een dier doodde en jassen van huiden maakte voor Adam en Eva, Genesis 3:21. Dit was een object les voor hen over hoe Hij later het laatste offer zou worden, opdat de mens door Hem bekleed zou worden. Genesis 4 verhaalt dat Kaïn verlossing door deze genade afwees en er voor koos om op eigen kracht tot God te komen, door een offer te brengen van de groenten waar hij zo hard voor gewerkt had. Wij kunnen niet tot God komen op basis van ons werk, onze inspanningen, onze formules.
De Heer aanvaardde zijn offer niet omdat het van zijn eigen inspanningen was, terwijl Hij wel het offer van Abel aanvaardde, dat het onschuldige bloed was van een offer van de kudde. Daarom is Kaïn de vader van alle valse godsdiensten en valse pogingen om op eigen kracht tot God te komen. We kunnen als voorbeeld verschillende religieuze riten uit de hele wereld nemen die bepaalde gebeden voorschrijven, bepaalde inspanningen om God te benaderen, te imponeren of te bewegen.
Mozes schreef Genesis, zodat het door hem en ons begrepen wordt, dat vuur uit de hemel kwam om Abels offer te verteren, en niet dat van Kaïn. Zo wist hij dat zijn offer niet was aangenomen. Dit vestigde het patroon dat God degene is die vuur uit de hemel zal zenden om het vuur van het brandoffer te ontsteken, zodat er niets van dat offer overbleef.
Dit wordt in heel Leviticus herhaald - laat niets van het brandoffer overblijven. Het moet totaal verteerd worden. Dit is wat de Heer tegen Israël zei, op dat eerste Pascha in Exodus 12:10: "Laat er niets van overblijven tot de morgen, en als er 's morgens nog wat van overblijft, verbrand het dan volkomen." Dit is natuurlijk een type van Jezus aan het kruis, dat Zijn "brandoffer" voor de zonde volledig was, totaal, 100%.
Mozes en Aäron - Leviticus 9:23-24 bij de allereerste offers van het nieuwe priesterschap, onder leiding van Aäron: "En Mozes en Aäron gingen de tabernakel binnen en kwamen daarna naar buiten en zegenden het volk. En de heerlijkheid des Heren verscheen aan het ganse volk. En er ging vuur uit van de Here en dit verteerde het brandoffer en de vetstukken ; toen het volk dat zag, juichten allen en wierpen zich op hun aangezicht”.
Gideon - In Richteren 6:20-24 ziet Gideon de engel van de Heer (Christus), die hem roept om Israël te leiden tegen de Midianieten en de Rechter van Israël te worden. Gideon brengt een offer van vlees en ongezuurd brood en legt dit op een rotsaltaar. De 'engel des Heren' raakte de rots aan met zijn staf en er ontstond een vuur dat het offer verteerde en de 'engel des Heren' vertrok. Gideon stak het vuur niet aan, dat deed de 'engel van de Heer'. Gideon, die zijn geschiedenis kende en zich realiseerde dat hij de Heer van aangezicht tot aangezicht had gezien, schreeuwde het uit. De Heer sprak toen tot hem en verzekerde hem dat hij niet zou sterven. Gideon noemde de Heer 'Jehovah Shalom', God van Vrede, vanwege deze ontmoeting dat hij niet stierf.
Simson - Ongeveer 50 jaar later, in Richteren 13:16-20 verschijnt de 'engel des Heren' aan een man genaamd Manoach en zijn vrouw, en vertelt hen dat zij zwanger zal worden en een Rechter voor Israël zal baren en dat hij vanaf de conceptie een Nazareër zal zijn. Deze ouders van de toekomstige Simson brengen een offer aan de Heer als dank voor deze profetie, en Manoach, zich niet realiserend met wie hij sprak, vroeg Hem Zijn naam.
Vers 18: "Waarom vraagt gij naar mijn naam, daar hij Wonderbaar is?" (Hebreeuws:Wonderbaarlijk, onbegrijpelijk, majestueus), en toen steeg Hij op in de vlam van het offer naar de hemel en uit het zicht. Je zult je herinneren dat Jesaja 9:6 over de Messias zegt: "Ons is een kind geboren, ons is een Zoon gegeven, en Zijn naam zal Wonderbaar heten..."
Manoah vertelde zijn vrouw dat ze God van aangezicht tot aangezicht hadden gezien en dat ze zeker zullen sterven. Zijn vrouw, slimmer en met gezond verstand, zei in v23: "Zou Hij ons gezegd hebben dat wij een zoon zullen krijgen als Hij ons zou doden? En Hij heeft ons offer ook aangenomen, dus we zullen niet sterven."
Salomo - In 2Kronieken 7:1-3 staat bij de inwijding van de tempel: "Toen Salomo zijn toespraak beëindigd had, daalde het vuur uit de hemel neer en verteerde het brandoffer en de offers; en de heerlijkheid des Heren vervulde de tempel. En de priesters konden de tempel niet binnengaan, omdat de heerlijkheid des Heren de plaats zo sterk vervuld had. En toen het gehele volk zag, hoe het vuur neerdaalde met de heerlijkheid des Heren, vielen zij op hun aangezichten en aanbaden, terwijl zij de Here loofden, zeggende: 'Want Hij is goed, want zijn goedertierenheid duurt eeuwig.'"
Elia - In 1Koningen 18:36-39 hebben we misschien wel het bekendste voorbeeld van Gods patroon om het vuur voor de brandoffers aan te steken - Elia en de profeten van Baäl. Helaas verwaarlozen de meeste predikanten en zondagsschoollessen het onderwijzen van de grotere waarheid, denkend dat wat Elia deed een uitzondering op de regel was. Als gevolg daarvan kunnen we ons afvragen waarom Elia zo zeker was dat zijn plan zou werken, en velen hebben ten onrechte gedacht dat hij gewoon zelf op het idee kwam, of dat zijn grote geloof ervoor zorgde dat God met vuur antwoordde. Geloof is niet onafhankelijk van God, maar eerder ons antwoord op Zijn geopenbaarde genade. Elia volgde gewoon Zijn Woord uit Leviticus, dat in Israël al jaren niet meer was gevolgd.
Elia wist dit allemaal, en daarom wachtte hij zijn tijd af tot het standaard avondoffer om 15.00 uur. Hij wist dat God zou antwoorden door vuur om het brandoffer te verteren. Hij amuseerde zich dus met de profeten van Baäl, waarbij hij Baäl ervan beschuldigde dat hij de ene keer op het toilet zat en de andere keer op reis was. En toen het drie uur 's middags was, zei hij vol vertrouwen tegen het volk dat ze water op het offer moesten gieten, omdat hij hen wilde laten zien dat hij geen goocheltruc zou uithalen, om het vuur door bedrog te ontsteken.
"En het geschiedde, ten tijde van het avondoffer, dat Elia, de profeet, naderbij kwam en zeide: Here, God van Abraham, Izaäk en Israël, laat heden bekend zijn, dat Gij God zijt in Israël, en dat ik Uw knecht ben, en dat ik al deze dingen op uw woord gedaan heb. (Instructies in Leviticus)"...Toen viel het vuur van de Heer, en verteerde het brandoffer en het hout en de stenen en het stof en het water in de geul..."
Van Abel tot Mozes, Gideon tot Manoah, Salomo tot Elia, het patroon van God was dat vuur uit de hemel het brandoffer volledig zou verteren. Het is een type van Jezus aan het kruis, volledig wegnemend de zonde van de wereld.
Christen - Voor de christen die worstelt met zijn verlossing en zich afvraagt of God hem misschien toch zal verwerpen, hoewel hij in Jezus gelooft en God liefheeft, geeft wat we in Leviticus en de andere passages vastgesteld zien, ons grote vrede. Het offer van Jezus aan het kruis, een transactie tussen Hem en Zijn Vader, was een volledig werk. Er is niets meer over van onze zonde. Zoals Paulus schreef in 2Corintiërs 5:17: "...het oude is voorbijgegaan, en zie! Alle dingen zijn nieuw geworden."
Er is geen 'Ja, maar' meer. Er is geen 'Je weet niet wat ik gedaan heb' als overweging. Het brandoffer was niet alleen voor de eerste zonde, maar voor de hele zonde. Wetende dat juridisch gezien onze zonde van morgen of volgende maand of volgend jaar al is verbrand in het offer van Jezus, leidt ons naar grotere heiligheid.
De wetenschap dat onze zonde en de zonden die nog komen gaan, verbrand zijn in het offer van Jezus, nodigt ons uit om voorwaarts te gaan, in elke poging om Hem meer en beter te leren kennen en om nader tot Hem te komen, want er is niets tussen ons en God de Vader. Die kennis neemt de angst weg tussen ons en God - alles wat ooit tussen ons in stond, zelfs toekomstige zonden die nog door ons begaan moeten worden, zijn al voorzien en vergeven - dus ga in volle vaart vooruit in Hem!
Volgende week meer, tot dan,
zegen,
John Fenn/wk/ak
www.cwowi.org en email me op [email protected]