Dit is deel 2 van een 3-delige serie waarin ik een aantal kwantumfysica vragen aan de Heer stelde en Hij antwoord gaf.
Hoe kon U op het water lopen?
En zo gebeurde het, nadat Hij mij in een bezoek onderwezen had, Hij terloops vroeg “Is er iets dat je Mij zou willen vragen?”
Nu denk je misschien, met een gehandicapte zoon, dat Ik zou vragen over het hoe en waarom van zijn genezing – maar Hij en ik hebben daar al een gesprek over gevoerd, wat privé blijft – of over andere bedenkelijke gebeurtenissen in mijn leven, maar dat was niet het geval. Als je in de Geest bent, lijkt het dat de vragen die naar boven komen, dingen in jouw geest zijn waar je nieuwsgierig over bent, maar die niet een top prioriteit zijn – dus vroeg ik “Hoe kon U op het water lopen? Dreef U of werd het water onder uw voeten stevig, of was er een pad aan de bovenkant van het water dat stevig werd? En hoe en waarom transporteerde U iedereen plus de boot over het water?”
De context – al deze dingen gingen er in mijn hoofd om
Drie evangeliën vertellen het verhaal van Jezus die over het water liep, wat direct plaatsvond nadat Hij 5,000 mannen plus vrouwen en kinderen gevoed had: Mattheüs 14:22-23, Marcus 6:45-52, Johannes 6:15-21
Het evangelie van Johannes vertelt dat de menigte, nadat zij het wonder van de broden hadden gezien, Jezus met geweld wilden meenemen om Hem koning te maken, dus stuurt Hij Zijn discipelen met de boot weg, met de instructies naar de andere kant te varen, terwijl Hij de bergen inging – om zo de mensenmassa kwijt te raken en om tijd voor gebed te hebben.
Johannes vertelt ook dat ze slechts 25 of 30 stadiën geroeid hadden – zo’n 5 of 6 kilometer, wat ongeveer tot halverwege het meer was. Vers 21 zegt “Zij wilden hem dan in het schip nemen en terstond bereikte het schip het land, waar zij heengingen.” Hij transporteerde bovennatuurlijk de hele boot met de discipelen erin, naar hun bestemming.
Het evangelie van Marcus, wat het evangelie is dat over het ongeloof van de harten van mensen gaat, vertelt ons dat Jezus ‘hen voorbij wilde gaan’ en hoe de discipelen in ongeloof waren toen Jezus op het water liep; hun harten waren verhard in ongeloof, want zij ‘hadden bij het wonder van de broden, niets begrepen.’
Het evangelie van Mattheüs vertelt ons dat zij Jezus zagen in de 4e nachtwake, wat van 03.00 tot 06.00 uur is; het is het enige evangelie dat vertelt dat Petrus op het water liep. Mattheüs deelt dat zij Jezus op het water zagen lopen en dat Hij tegen hen zei “Heb goede moed, IK BEN, wees niet bevreesd!” (vs 27). Petrus’ reactie, in vers 28, was “Heer, als U het bent (de IK BEN), geef mij dan bevel over het water naar U toe te komen!” Petrus vroeg zich niet af of het de Heer of een geest was, hij wilde weten of Jezus de IK BEN is – Degene die met Mozes sprak uit de brandende braamstruik, in Exodus 3:14
Helaas hebben de meeste vertalingen de ‘IK BEN’ niet correct vertaald en afgezwakt– de Amplified en een paar andere vertalingen hebben het correct vertaald, zoals Mattheüs het geschreven heeft.
Dus toen ik de Heer vroeg ‘Hoe kon U op het water lopen?’…
vroeg ik mij af hoe dat fysiek gebeurd zou kunnen zijn, en waarom Hij hen voorbij wilde lopen en waarom Hij de boot en diens mannen halverwege het meer transporteerde (het Meer van Galilea). Al die vragen kwamen samen in die ene vraag. Bovendien wilde ik weten, waar Marcus 6:48 zegt dat Hij hen zag toen zij op het meer waren in het midden van de nacht en Hij nog op het land was, of Hij hen in de Geest zag of dat het misschien een heldere maan was, of dat het bijna zonsopgang was en Hij hen normaal kon zien.
Ik had de vraag nog maar net gesteld of er dook een visioen op, als een groot TV scherm, met de Heer aan de rechterkant staand van het rechthoekig scherm en hij vertelde en legde uit wat ik zag. Mijn gezichtshoek was aanvankelijk van een afstandje van de wal en aan mijn rechterkant zag ik de boot en de mannen die hard roeiden tegen de wind. Aan de linkerkant was Jezus, in de bergen. Ik kon Hem makkelijk zien in de heuvels en Hij keek naar beneden, naar het meer, terwijl Hij ook de boot zag en de mannen die hard moesten roeien tegen de wind en de golven. Terwijl Hij vertelde, veranderde mijn gezichtspunt en volgde ik Hem over het meer.
Ineens verscheen er iets wat op een rondwervelende cilinder op zijn kant leek, met Jezus aan de monding ervan en het strekte zich over het meer uit, voorbij de boot, naar de kust aan de andere kant. Pas toen vroeg ik “Heer, wat zie ik hier?” Hij antwoordde “Je kunt het zien als een wormgat en het is de manier waarop Ik op het water liep en de boot transporteerde naar de andere kant.” En daarmee begon Hij erin te lopen, verder vertellend terwijl Hij liep.
“Ik had de mannen gedag gezegd en vertelde hen Mij aan de andere kant op te wachten, en Ik ging er vanuit dat ze dat zouden doen, wat de reden is dat Ik hen voorbij liep.” Toen pas zag ik het tafereel – Jezus keek niet naar de mannen, maar naar de andere kant van het meer met een directe intensiteit die ik, al de keren dat ik Hem gezien heb, nog nooit eerder bij Hem gezien had. Hij was erop gericht naar de andere kant te gaan. Ik zag die tunnel, die wervelende tunnel die op het water lag en waardoor de Heer liep – het omvatte niet de boot – alleen Jezus liep daar, op weg naar de andere kant – ik kon de andere kant duidelijk zien, geopend aan de walkant.
Toen zag ik de mannen die het in angst uitriepen; en de blik van de Heer werd gebroken en Hij keek naar hen. Toen Hij dat deed, verschoof de tunnel en de tunnel week van zijn oorspronkelijk pad af, met Hem mee en ineens omvatte de tunnel de boot en de Heer samen. Daar was het dat Hij tegen hen zei moed te houden, omdat Hij de IK BEN is, en om niet meer bang te zijn. En daar was het dat Petrus over de kant van de boot klom en begon te lopen, om daarna te zinken – dat was fascinerend om te zien – voor Petrus leek het op drijfzand. De Heer boog voorover, nam hem bij de hand en trok hem overeind en samen liepen ze terug naar de boot. En ineens waren de mannen en de boot bij de wal aan de andere kant, ze moesten slechts de neus van de boot een beetje bijsturen.
Ik leerde zoveel door slechts te kijken – Petrus die zonk als in drijfzand, geleidelijk, terwijl hij naar de wind en de golven keek – dat sprak boekdelen over hoe geloof wordt aangetast; zelden is dat in een oogwenk, maar het is eerder een proces. De emoties die komen, de gedachten, de wind en de golven, het feit dat je ergens loopt waarvan je dat nooit gedacht had…er was zoveel in dat kleine deeltje wat ik zag.
Hij vervolgde:
“Toen Ik hen zei naar de andere kant te gaan, deed Ik dat omdat Ik daarvoor een storm gekalmeerd had door Mijn bevel, toen we samen op het meer waren (Mattheüs 8:23-27 en ze hadden evenzo Mijn naam gebruikt om zieken te genezen en geesten uit te drijven (Mattheüs 10:1-) dus Ik verwachtte hen te doen wat zij wisten te doen, maar ze deden dat niet.” Ik moest direct denken aan Johannes 6:1-6, wat plaats vond voordat Hij de 5,000 gevoed had en waar Hij de discipelen vroeg hoe zij de mensen te eten zouden geven en vers 6 zegt
“Hij zei dit,om hen op de proef te stellen, want Hij wist Zelf wat Hij zou gaan doen.”
Hij test ons niet met het kwade, maar Hij staat toe dat wij in situaties komen waar we voor geloof of voor angst moeten kiezen; om uit te stappen in wat wij in onze geest weten, of om terug te deinzen. Zo’n groot deel van wandelen met Hem is ‘het geschiedde naar uw geloof.’ Hij laat ons in situaties zijn waar we moeten kiezen, zoals dat van den beginne af aan geweest is.
Hij vervolgde:
“Ik had in die tijd, wat jij een Goddelijke afspraak zou kunnen noemen, aan de andere kant. Dat liet mij iets zien wat het goed zou doen in een prediking – ongeacht de wind en de golven van het leven, die je tegenwerken in je wandel met de Heer, als Jezus in jouw boot komt, ben je onmiddellijk waar je al die tijd al geweest zou zijn – wat wil zeggen dat de tijd en moeite niet voor niets geweest is, en jij loopt niet achter, zoals je veronderstelde. Je bent precies waar je moet zijn, nu, in deze tijd en op deze plek. Pas je denken aan door dat oude denken achter je te laten dat zegt dat je gefaald hebt, en nu achter de plannen van God aanloopt. Misschien was dat zo, maar Hij is in staat de goddelijke afspraken van jouw leven na te komen. Hij zag jouw strijd tegen de wind en de golven en nu je weer terug bent bij Hem, ben je precies waar je had moeten zijn!
Ik werd mij ook bewust van Zijn verwachtingen. Omdat de discipelen Zijn Naam gebruikt hadden om te genezen en demonen uit te werpen, en omdat ze al gezien hadden dat Hij een storm kalmeerde, verwachtte Hij van hen in die dingen te wandelen. Het lijkt erop dat wij zo vaak aanmaning na aanmaning na bemoediging en zachte duwtjes van de Geest nodig hebben om het juiste te doen, om dat te doen wat wij weten te moeten doen. Zijn verwachting is dat wat wij zien, ook doen en het onze levensstijl maken. Ik nam mij vast voor om in de toekomst te doen wat ik wist te doen.
Het evangelie van Marcus zegt dit, in vers 51-52: “Zij waren innerlijk volkomen buiten zichzelf en zij verwonderden zich, want zij hadden bij het wonder van de broden niets begrepen, omdat hun hart verhard was.” Ik zei tegen Hem dat ze zo druk geweest moesten zijn met het opruimen van de restjes brood en het vechten tegen de wind en de golven, dat ze geen tijd hadden na te denken over het wonder van de broden – maar Hij gaf geen excuus noch toelichting op mijn opmerking, zodat wat Hij gezegd had, bleef staan.
En toen, na die opvallende stilte: “Maar om jouw vraag te beantwoorden, het water werd stevig onder Mijn voeten toen ik erop stapte.”
Volgende week: “Hoe liep U midden tussen die menigte door, in Lucas 4:29-30 en Johannes 8:58-59?”
tot dan, zegen,
John Fenn
cwowi.org
mail naar [email protected]