Hoe onafhankelijk te zijn van omstandigheden, 1 van 3
Hallo allemaal,
Barb en ik hebben de les van deze Weekly Thoughts vele jaren geleden geleerd: Hoe onafhankelijk te zijn van omstandigheden. De situatie was intens. Ik was een mede-voorganger onder een pastor die van plan was om met pensioen te gaan en mij te promoveren tot volledig betaalde Senior Pastor.
Maar in juni 1986 zaten hij en zijn vrouw in onze woonkamer en vertelden ons dat hun plannen waren veranderd. Hij was van gedachten veranderd over met pensioen gaan en mij tot senior pastor te promoveren. Hij bleef hier. “Er is hier geen toekomst voor jou.” Het bleek dat zijn broer hem vroeg om mij te vervangen als tweede voorganger, en dat is wat hij deed.
Plotseling kon ik in de Geest zien, ogen wijd open, maar ook het rijk van de Heer ziende. Ik zag een reusachtige hand die met een langzame karate slag de band tussen ons beiden verbrak. Ik wist dat onze tijd daar voorbij was. Ik wist het door de Geest en zei hem profetisch: “Als je dit doet, zul je binnen 1 jaar na ons vertrek alles verliezen.” Dat deed hij, en dat deed Hij. Hij verloor zijn bedrijven, zijn kerk, zijn huis, zijn aanzien in de gemeenschap, waar hij nooit meer bovenop kwam. Met zijn ongehoorzaamheid verwijderde de Heer Zijn hand van genade en liet hem de gevolgen van zijn daden ervaren. Maar zijn daden hadden ook gevolgen voor ons. Voor ons waren de volgende 9 maanden de moeilijkste dagen van ons leven.
Het was in deze tijd, zoals ik al vaak heb gedeeld, dat de Heer tot Barb sprak, wiens hart gebroken was:
“Ik heb geprobeerd om door de harten van de mensen te werken, maar dat lieten ze niet toe, dus nu moet ik om hen heen werken. Het zal een omweg voor je betekenen, maar omdat het niet jullie schuld was, zullen jullie in mijn volmaakte wil blijven. Maar het betekent voor jullie wel een omweg.”
Zijn beslissing zette een reeks gebeurtenissen in gang die resulteerden dat we alles verloren; we zaten zonder werk, zonder auto, zonder inkomen, de telefoon werd afgesloten, de stroom werd afgesloten en we gaven onze auto terug aan de dealer omdat we de afbetalingen niet konden doen.
We hielden elk weekend een uitverkoop in onze garage en op onze oprit om aan eten te komen. We verkochten alles wat we konden missen, zelfs dingen die veel voor Barb betekenden; familiestukken. Maar we hadden kinderen te voeden. Sommige mensen in de kerk die wisten hoe we waren behandeld, gaven ons geld. Die winter van 1986-87 huurden sommige gemeenteleden me in om sneeuw van hun voetpad en oprit te scheppen om zo wat geld te verdienen; of ze gaven ons een offer als we hen geestelijke begeleiding hadden gegeven.
Deze periode in ons leven was van begin juni 1986 tot begin maart 1987 en het was de moeilijkste, meest stressvolle tijd van ons leven. 9 maanden waarin alles van ons weggenomen werd. Toch bleven we naar de kerk gaan waar de voorganger ons dat had aangedaan, terwijl we het hart van de Heer zochten naar een gemeente die mij als voorganger zou willen hebben. Op zondag 1 maart 1987, 9 maanden nadat de voorganger ons leven had veranderd door zijn beslissing, klopte diezelfde voorganger op onze deur om me te vertellen dat hij op het kantoor van de kerk een telefoontje had gekregen van een gemeente ongeveer 3 uur rijden verderop, die een voorganger nodig had. Hij reed me naar het kerkkantoor waar ik de uitnodiging aannam en binnen 3 weken verhuisde ik daarheen. Minder dan 1 jaar na ons vertrek verloor de voorganger alles, precies zoals hem door de Geest was verteld.
Wat we waarnamen:
Terwijl we alles wat we niet verkocht hadden in een gehuurde vrachtwagen laadden om de 3 uur naar onze nieuwe gemeente te rijden, nam Barb iets waar in haar geest: “We zullen deze weg nooit meer gaan.” Ik herkende dat het van de Geest was en pauzeerde om in mijn geest te checken, en dezelfde openbaring raakte mij. “We zullen deze weg nooit meer gaan.” We beseften dat we de ergste tijd van ons leven hadden meegemaakt en dat we nooit meer in zo'n situatie zouden komen. We zouden nooit meer zo arm zijn. We zouden die weg nooit meer bewandelen.
We hadden het vuur doorstaan en het verlaten van die kerk en het weg zijn onder de hand van die voorganger was een verademing, ook al verhuisden we naar een arm stadje op de stoffige oostelijke vlakten van Colorado. Maar voor ons was het een nieuwe start, met het vertrouwen dat we alles aankonden - we hadden midden in de armoede geleerd om een zekere onafhankelijkheid van de omstandigheden te bewaren, gestimuleerd door de vreugde en vrede in onze geest gedurende die bijna 9 maanden.
We zouden kunnen zeggen dat we in die 9 maanden door een draagtijd gingen. We waren ingewijd in een diepte van afhankelijkheid van de Heer die we nooit eerder hadden gekend. Alles was van ons afgenomen - huis, auto, dierbare bezittingen - en we droegen vreugde en een heel zeker weten in onze geest dat we midden in Gods wil waren.
Die tegenstrijdige elementen bevonden zich in ons: in het natuurlijke was het een verschrikkelijke tijd, maar in onze geest wisten we dat we vreugde hadden, gekoppeld aan de wetenschap dat we zoiets nooit meer zouden meemaken. Wat een contrast! We hadden geleerd om te vertrouwen op het wonderbaarlijke, we hadden Hem trouw gezien toen mensen ons in de steek lieten. We hadden niets extra's, maar we hadden voedsel. Als we iets nodig hadden, en dan bedoel ik niet een verlangen waarvan we zeiden dat we het nodig hadden, maar als we écht iets nodig hadden, dan voorzag de Vader daarin. Het was een nieuwe dimensie voor ons.
Wat Paulus leerde....
Toen Paulus in de gevangenis zat om zijn brief aan de Filippenzen te schrijven, herinnerde hij zich in 4:14-19 hoe zij, toen hij in Thessalonica was, meer dan eens geld stuurden om zijn bediening te steunen - de eerste van de gemeenten die hem financieel steunde. Terwijl hij hen bedankte voor hun steun, vertelde hij hen dat hij niet schreef om meer steun te krijgen, want hij had iets geleerd.
We kennen het vers uit ons hoofd, maar we gebruiken het meestal anders dan Paulus deed. “Ik kan alle dingen doen door Christus, die mij kracht geeft.” Dat is de samenvatting, het eindresultaat van wat hij zei in het vers ervoor, in het Grieks van Filippenzen 4:11-13:
“Ik weet wat armoede is. Want ik heb geleerd in die (omstandigheid) waarin ik verkeer, zelfvoorzienend te zijn. Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. Want ik ben ingewijd in een mysterie, zowel in verzadigd worden als in honger lijden, zowel in overvloed als gebrek. Ik vermag alle dingen in Hem die mij kracht geeft..”
Het woord 'kracht' betekent 'ik heb de overhand' en de stam van 'degene die mij versterkt' is 'en-dunamoo' - dunamoo is waar we het woord 'dynamiet' vandaan halen. Paulus zegt dat hij is ingewijd in een mysterie, dat hij in elke situatie kan zegevieren met dynamietkracht door Christus die hem versterkt.
Het mysterie dat hij leerde is wat Barb en ik leerden tijdens die 9 verschrikkelijke maanden. Volgende week meer over het ingewijd zijn in het mysterie en hoe je het uitvoert. Tot dan, zegen,
John Fenn/AK
http://www.cwowi.org en e-mail me op [email protected]