Als leiders vallen-Follow up:Saul & de Heilige Geest
Hallo allemaal,
Ik wilde een vervolg geven aan het interne proces dat we zien wanneer leiders vallen, zoals dat proces kan worden gezien in het leven van koning Saul, Israëls eerste koning.
Hoewel de aanwezigheid van God bij hem was, veranderde zijn karakter nooit. Hij pakte nooit kernproblemen aan. Hij liet zich nooit echt veranderen door de aanwezigheid van God in zijn leven. Het was gemakkelijker om zich bezig te houden met zaken 'daarbuiten' zoals de Filistijnen en dergelijke, dan met zijn innerlijke problemen.
Slecht zelfbeeld en angst voor mensen
I Samuël 9:2 zegt over de toekomstige koning:”...Saul, een knappe jongeman, onder de Israëlieten was er niemand schoner als hij: hij stak een hoofd uit boven het volk.”
Misschien was hij wel een reus, zoals Goliath, bijna 3 meter lang. Neem een heel volk, kijk naar de langste mensen en 1 persoon steekt met kop en schouders boven de volgende langste persoon uit. Dat is de toekomstige koning Saul.
Spoel vooruit naar zijn ondergang, waar de profeet Samuël de volgende uitspraak tegen hem deed: “Toen je klein was in je eigen ogen, was je toen niet aangesteld als koning van Israël over de stammen van Israël?”
“Toen je klein was in je eigen ogen”. Dit laat ons zien dat deze grote, knappe jongeman een zelfbeeldprobleem had. Dit leidde tot een angst voor mensen, een diepe onzekerheid omdat hij van binnen geen sterke liefde voor zichzelf had.
Toen Samuël hem met olie had gezalfd en hem tot koning had uitgeroepen, ontmoette Saul zijn oom, voordat zijn zalving bekend was gemaakt. Ze spraken over een paar verloren ezels, maar I Samuël 10:16 zegt:”...maar over de zaak van het koninkrijk vertelde hij hem niets.”
Zou je niet denken dat elke jonge man die net te horen heeft gekregen dat hij koning zal worden, naar zijn familie zou snellen om het hen te vertellen? Maar Saul deed dat niet. We kunnen hier dat slechte zelfbeeld en de angst voor mensen aan het werk zien.
Saul liet de aanwezigheid van God op hem niet veranderen hoe hij over zichzelf dacht.
We spoelen verder vooruit naar de dag van de kroning
In 1Samuël 10:22 kwam het volk bijeen om hun nieuwe koning te zien, maar hij was onvindbaar. Samuël moest het de Heer vragen, die hem een woord van kennis gaf: “Hij houdt zich ergens tussen het pakgoed schuil.” Het 'pakgoed' zijn de voorraden, waar ze hun karren en tenten en voedselvoorraden parkeerden - hun nieuwe koning was bij zijn kroning zo bang voor het volk, dat hij zich verstopte tussen de voorraden!
Hij liet nog steeds niet toe dat de aanwezigheid van God zijn kijk op zichzelf veranderde. Hij was nog steeds klein in zijn eigen ogen.
Drie hoofdstukken later, in 1Samuël 13:11-14, regeert Saul al 2 jaar en heeft hij wat succes geboekt tegen de Filistijnen. Maar opnieuw maken de Filistijnen zich op om Israël te bestrijden. Samuël vertelt koning Saul dat hij over een week zal komen om offers aan de Heer te brengen voordat Israël ten strijde trekt. Samuël is laat en Saul zag dat al het volk zich begon af te wenden om terug naar huis te lopen.
Hij liet de aanwezigheid van God nog steeds niet zijn zelfbeeld of de angst voor mensen veranderen.
Uit angst voor het volk dat hem begon te verlaten, bracht Saul zelf het offer, net toen Samuël arriveerde. Saul geeft Samuël de schuld omdat hij te laat kwam, in plaats van zijn verantwoordelijkheid te nemen en zijn zonde toe te geven. Samuël vertelt hem dat God daarom Sauls familielijn als koningen niet zal voortzetten. Hij vertelt hem dat de Heer een andere man heeft uitgezocht , naar Zijn eigen hart, om de volgende koning te zijn. I Samuël 13:14
De laatste mislukte test
In Samuël 15 krijgt koning Saul het bevel om Amalek te vernietigen, die ongeveer 400 jaar eerder tegen Israël had gevochten toen ze net uit Egypte waren. God zwoer destijds aan Mozes in Exodus 17:16 dat Hijzelf van generatie op generatie oorlog zou voeren tegen Amalek.
Saul negeert Samuels woord van de Heer en spaart de koning (en zijn familie), evenals de beste dieren. Wanneer Saul hiermee geconfronteerd wordt, geeft hij opnieuw iemand anders de schuld - het volk heeft de beste dieren gespaard om te offeren. Samuels antwoord is bekend bij de meeste Christenen:
“Gehoorzamen is beter dan offeren... want rebellie is als hekserij...” (Hekserij is het manipuleren van Gods Woord of van anderen voor eigen gebruik en verlangens. Saul manipuleerde Gods gebod door halve waarheden te vertellen. Paulus zei in Galaten 3:1 dat de Galaten behekst, betoverd waren door Messiasbelijdende gelovigen die ervoor zorgden dat ze de genade verlieten om terug te keren onder de Mozaïsche wet.)
Deze zonde had tot gevolg dat Gods aanwezigheid Saul onmiddellijk verliet en v33 zegt dat de profeet Samuël hem de rest van zijn leven niet meer kwam opzoeken. In het volgende hoofdstuk 16 wordt David gezalfd en in hoofdstuk 17 wordt Goliath verslagen. De rest van I Samuël, hoofdstukken 18-31, gaat over Saul die David probeert te doden totdat Saul en zijn zonen worden gedood in de strijd.
De les voor deze discussie is...
Koning Saul heeft de aanwezigheid van God in zijn leven nooit zijn zelfbeeld of zijn angst voor mensen laten veranderen. Dit is wat we zien bij gevallen leiders. Het is het proces dat ook aan het werk is in ons allemaal die Christus onze Koning noemen. Ieder van ons heeft een zekere mate van koning Saul in zich.
Onze oude natuur is bezig de Geest van God, de zalving op ons, ons te laten veranderen. Het is een levenslang proces. Saul gaf zich daar nooit aan over, dwong zichzelf nooit om te denken wat God over hem zei. Nooit nam hij zijn oude gedachten over zichzelf gevangen aan wat de Heer over hem zei.
Saul wilde 'klein blijven in eigen ogen' en de angst voor mensen behouden terwijl hij ook als koning regeerde. Is dat niet de menselijke natuur? We verkondigen vrijmoedig in het lied*: “Hij heeft ons gemaakt tot een koninkrijk van priesters voor God, om te heersen met de Zoon” terwijl we strijden tegen onze karakterfouten. *Uit het lied: Is He worthy?
In tegenstelling tot Saul hebben wij Christus in ons en kunnen we ons laten veranderen, oude gedachten gevangen nemen en onszelf dwingen om in plaats daarvan gedachten te denken over nieuwtestamentische realiteiten. Zoals ik al zei aan het begin van de serie 'Als leiders vallen', gaat het over lust in het hart en vervolgens de actie die openbaar werd. Paulus schreef aan Timoteüs dat wanneer een oudste valt, dit bekend moet worden gemaakt 'opdat anderen vrezen'. Die vrees is het besef dat God in dit soort dingen in al onze harten aan het werk is.
In de vreze Gods kunnen we nederig met Hem wandelen, wetend waarvan we gered zijn. Toen Petrus in Johannes 21:18-22 van de Heer te horen kreeg hoe hij zou sterven, vroeg Petrus naar de apostel Johannes. Jezus zei tegen hem: “Wat als Ik wilde dat hij in leven zou blijven tot Ik kom? Wat gaat jou dat aan? Jij moet Mij volgen.”
In het Grieks is het veel eenvoudiger: “Volg mij.” (sy moi akolouthei)
Volg mij. Klinkt als een goed advies. Volgende week een nieuw onderwerp, tot dan, zegen,
John Fenn/AK
cwowi.org en e-mail me op [email protected] of [email protected]